| LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
Niet waar. Dexia maar ook Fortis hebben producten, waar weldegelijk een restschuld kan onstaan. De grootste van Fortis (groeivermogen) kent weldegelijk een restschild.Laats genoemde zijn zogenaamde garantie producten, waarbij bij in de meeste gevallen geen restschuld kon ontstaan (gevolgschade)
Mijn excuus dat ik het iets te onduidelijk geformuleerd heb.waarbij bij in de meeste gevallen geen restschuld kon ontstaan (gevolgschade)
Dat is volkomen juist, volgens de logica van de reclame.Ik blijf overigens wel bij mijn standpunt dat, indien men destijds voldoende cash had, men de aandelen nooit middels een leasekonstruktie had moeten aanschaffen.
Een curieuze opmerking van de advocaat van Aegon. In de Duisenberg-onderhandelingsronde is immer alleen maar over de Dexia producten gesproken. Zijn andere aanbieders en andere belangenbehartigers in het geheel niet betrokken geweest. De strijdende partijen in de SprintPlan-zaak Aegon Spaarbeleg en de Vereniging Consument & Geldzaken hebben niks te maken met de Duisenberg-regeling.Duisenberg zou dit soort producten dus als probleemloos buiten beschouwing hebben gelaten
Iedere financiele instelling heeft wel produkten waar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden. Iedere organisatie heeft het recht aan schaalvergroting te doen en produkten op de markt te brengen waar behoefte aan is.Bij concurrenten als Delta Lloyd, Centraal Beheer Achmea en Interpolis lachen ze zich rot over zo veel domheid binnen de directiekamers bij Aegon.
Waar heb je dat foldertje van gekregen dan JH? Wij hebben geen folder gehad omdat die man bij mij thuis is geweest.Waar ik me overigens wel over verbaas, is dat hier het overgrote deel van de bezoekers het over sparen heeft, ik heb gisteren nog eens even zo'n foldertje bekeken en ik kan me niet voorstellen dat men destijds niet wist dat men betaalde voor het leasen van aandelen.
Dit kan weleens een kort lontje worden.Niet te vergelijken
Aegon weerspreekt dat zijn dochterbedrijf een vergunning nodig had om consumentenkrediet te mogen verstrekken. Advocaat B. van der Velden zei dat aandelenlease niet te vergelijken is met normaal consumentenkrediet, omdat de beleggers het geld niet in handen krijgen. De lening wordt meteen gebruikt om effecten te kopen. De rechtbank in Utrecht heeft dit voorjaar al geoordeeld dat de Wet consumentenkrediet niet van toepassing is op aandelenlease.
LJN: AU1622,Sector kanton Rechtbank Utrecht, 398423 CU EXPL 05-1390
Datum uitspraak: 17-08-2005
Datum publicatie: 29-08-2005
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Aandelenlease. Spaarbeleg - Sprintplan. Wet op het consumentenkrediet is mogelijk van toepassing, terwijl niet kan worden vastgesteld of Spaarbeleg ten tijde van het sluiten van de overeenkomst over een vergunning als bedoeld in artikel 9 WCK beschikte. Spaarbeleg wordt in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten.
11. Volgens art. 9 WCK is het verboden zonder daartoe verleende vergunning krediet te verlenen.
Ingevolge art. 3:40 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) brengt het (eventuele) ontbreken van de vergunning mee dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met een dwingende wetsbepaling. De overeenkomst tussen partijen is nietig, en niet vernietigbaar, omdat artikel 9 WCK niet uitsluitend ziet op de bescherming van een van de partijen bij de overeenkomst. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het vergunningenstelsel ook strekt ter bescherming van een algemeen belang en wel een goed functionerende markt voor consumentenkredieten. Nu de WCK wel mede beoogt consumenten te beschermen tegen onvoldoende informatie en ondeskundig optreden is er geen reden om te veronderstellen dat de uitzondering van artikel 3:40 lid 3 BW (de wetsbepaling heeft niet de strekking de geldigheid van de daarmee strijdige rechtshandelingen aan te tasten) van toepassing is.
12. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt of Spaarbeleg ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met [eiser] over de vergunning als bedoeld in art. 9 WCK beschikte. Partijen hebben in hun debat geen aandacht geschonken aan dit onderwerp. Gelet op de zojuist geschetste verstrekkende gevolgen van het ontbreken daarvan, ziet de kantonrechter aanleiding om Spaarbeleg in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over het al dan niet beschikken over een vergunning als bedoeld in art. 9 WCK. Voorts verzoekt de kantonrechter Spaarbeleg (een afschrift van) de aan [eiser] verstuurde eindafrekening van de overeenkomst over te leggen en om aan te geven wat de samenstelling was van het door [eiser] aan Spaarbeleg betaalde bedrag van € 3.607,71. Daarna zal aan [eiser] de gelegenheid worden geboden om te reageren.
