[Effecten leaseovereenkomst, opstellen risicoprofiel, toestemming echtgenoot (1:88)
Vooropgesteld moet worden dat de consument op basis van de in een brochure verstrekte informatie een overeenkomst met de bank heeft gesloten. Door de bank is aangekondigd dat de consument vervolgens nadere informatie zal krijgen in de vorm van een welkomstpakket en dat hij tot dat ogenblik het recht heeft de overeenkomst zonder kosten te beëindigen. Een dergelijke ontbindingsmogelijkheid heeft naar haar aard slechts een beperkte duur. Indien juist is hetgeen de consument stelt, namelijk dat hij het welkomstpakket niet ontvangen heeft, dan had het op zijn weg gelegen daarnaar te vragen. Nu hij dat niet gedaan heeft en gedurende vele maanden de overeenkomst nagekomen is, kan hij zich thans niet meer beroepen op genoemde ontbindingsmogelijkheid. De consument heeft tevens de vraag opgeworpen of de Algemene Voorwaarden Sprintplan van toepassing zijn, nu deze hem niet ter hand zijn gesteld bij het sluiten van de overeenkomst. Wat daar ook van zij, die discussie kan in het midden blijven, omdat nietigheid van de Algemene Voorwaarden er niet toe kan leiden dat de overeenkomst tussen partijen ontbonden is.
Ten aanzien van het beroep van de echtgenote van de consument op vernietigbaarheid van de overeenkomst, daar zij geen handtekening heeft gezet overweegt de Commissie als volgt. Artikel 1:88 BW ziet op overeenkomsten betreffende de echtelijke woning, overeenkomsten tot borgstelling, overmatige giften en de koop op afbetaling. De aandelenlease-overeenkomst kan hiertoe niet worden gerekend zodat voor het sluiten van de overeenkomst de toestemming van de echtgenote niet nodig was. De bank heeft het beroep op vernietiging van de overeenkomst terecht afgewezen. De Commissie overweegt ten aanzien van de klacht van de consument dat de bank voor het aangaan van de overeenkomst een beleggings-/risicoprofiel had dienen op te stellen als volgt. Gelet op de door de bank gegeven productkenmerken, met name het feit dat belegd wordt in een vaste index waarbij aan het eind van de looptijd een garantiewaarde geldt, zijn de risico’s duidelijk, zodat een dergelijk beleggings-/risicoprofiel niet relevant is bij de uitvoering van de door de bank te verrichten diensten. In het algemeen heeft de bank een zorgplicht ten aanzien van haar cliënten. Deze zorgplicht gaat naar het oordeel van de Commissie niet zover dat zij, zoals de consument heeft gesteld, hem tegen zichzelf in bescherming dient te nemen door bijvoorbeeld voor de resterende risico’s een verzekering aan te bieden.
banken blijven boefjesb]Informatie tussenpersoon niet toe te rekenen aan bank
[/b]Vaststaat dat consument naar aanleiding van een bezoek van een tussenpersoon is overgegaan tot de aanschaf van het product van de bank waarover hij thans klaagt. De consument stelt dat deze persoon hem verkeerd heeft geïnformeerd en dat de bank verantwoordelijk is voor deze foutieve informatie daar de tussenpersoon door de bank wordt betaald. De Commissie is echter van oordeel dat het enkele feit dat de tussenpersoon provisie van de bank ontvangt voor de door hem verkochte producten niet maakt dat de bank aansprakelijk is voor de door de tussenpersoon verstrekte informatie. Evenmin is sprake van een dienstverband zodat ook op die grond de bank niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor hetgeen de tussenpersoon heeft medegedeeld. Daarbij komt dat vaststaat dat de bank de consument bij het sluiten van de overeenkomst zelfstandig heeft voorzien van de benodigde informatie waarvan de consument heeft gezegd dat hij de informatie niet meer bekeken heeft. De Commissie komt gelet op het voorgaande tot de conclusie dat, mocht er al sprake zijn van het verstrekken van foutieve informatie door de tussenpersoon, de bank hiervoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden.
JJ