LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
-
- Berichten: 689
- Lid geworden op: 12 jul 2006 12:26
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Is het niet mogelijk om gezamenlijk tegen zo'n rechter een procedure te starten om vergoeding van de geleden schade te bewerkstelligen? Je kunt toch wel spreken van een veelvuldig en hardnekkig gemaakte beroepsfout in het geval van die eigenwijze rechter daar in Almelo. Zo'n man zou in ieder geval uit zijn ambt dienen te worden gezet!
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Sterker nog als er recht is, moeten alle vonnissen nietig verklaard worden
en de nalatigen 100% vergoed worden.
Die rechter kan beter de eer aan zichzelf houden en meteen een reis naar Mars boeken, bij onze vrienden in het Oostblok.
en de nalatigen 100% vergoed worden.
Die rechter kan beter de eer aan zichzelf houden en meteen een reis naar Mars boeken, bij onze vrienden in het Oostblok.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Procesvoerder,
Daar pak je de koe bij de horens. De gedupeerden, en gezamenlijk.
Om gezamenlijk op te treden moet je alle neuzen de zelfde kant op hebben.
In het geval als almelo denk ik dat het goed zou zijn om alle!!!!!!!!!!!!! gedupeerden die een foute(!)uitslag kregen te bundelen en gezamenlijk naar de rechter te stappen voor heropening van hun zaken. Ik heb niet gebnoeg kennis om daarvoor de ultime weg te wijzen, maar gezamenlijkheid zal daarin wel eens de sleutel kunnen zijn, en bovendien is er een advocaat nodig die er nog zin aan heeft.
Ik hen zo het gevoel dat de advocaten er langzamerhand niet zoveel zin meer in hebben om er voluit tegenaan te gaan. Ik voel wat gezapigheid ontstaan.
groet,
Janny
O ja, het geld van Dexia staat inmiddels op mijn rekening. echter er zat een addertje onder het gras. Die komt er volgende week hoop ik onderuit.
jgb
Daar pak je de koe bij de horens. De gedupeerden, en gezamenlijk.
Om gezamenlijk op te treden moet je alle neuzen de zelfde kant op hebben.
In het geval als almelo denk ik dat het goed zou zijn om alle!!!!!!!!!!!!! gedupeerden die een foute(!)uitslag kregen te bundelen en gezamenlijk naar de rechter te stappen voor heropening van hun zaken. Ik heb niet gebnoeg kennis om daarvoor de ultime weg te wijzen, maar gezamenlijkheid zal daarin wel eens de sleutel kunnen zijn, en bovendien is er een advocaat nodig die er nog zin aan heeft.
Ik hen zo het gevoel dat de advocaten er langzamerhand niet zoveel zin meer in hebben om er voluit tegenaan te gaan. Ik voel wat gezapigheid ontstaan.
groet,
Janny
O ja, het geld van Dexia staat inmiddels op mijn rekening. echter er zat een addertje onder het gras. Die komt er volgende week hoop ik onderuit.
jgb
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
In een eerdere posting werd al melding gemaakt van de uitspraak door de rechtbank Almelo over het toekennen van de vernietiging door de partner die niet had meegetekend op het contract.
Het zal de rechter van der Veer veel pijn doen om deze uitspraak te doen.
Al jaren heeft hij volgehouden dat de partner niet hoefde mee te tekenen en in vele vonnissen heeft hij dit argument gehanteerd waardoor veel gedupeerden al hun geld zijn kwijtgeraakt.
Hier de uitspraak door hem die hem zeker een slapeloze nacht heeft bezorgd (of juist een feest omdat hij het zo lang heeft kunnen uithouden) :
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092008.htm
Hij wijst zelfs een verjaring van de vernietiging zoals Dexia eiste af!
Uiteraard zijn wij heel blij met de winst van deze gedupeerden, maar daarnaast ook bedroeft met het verlies in de afgelopen jaren van vele ander gedupeerden die het slachtoffer zijn geworden van deze m.i. zeer onbekwame rechter.
Onze rechtspraak is een willekeur van persoonlijke meningen van rechters en geen rechtspraak zoals het in onze democratie en rechtsstaat Nederland behoort te zijn!!
Groeten,
Piet
Het zal de rechter van der Veer veel pijn doen om deze uitspraak te doen.
Al jaren heeft hij volgehouden dat de partner niet hoefde mee te tekenen en in vele vonnissen heeft hij dit argument gehanteerd waardoor veel gedupeerden al hun geld zijn kwijtgeraakt.
Hier de uitspraak door hem die hem zeker een slapeloze nacht heeft bezorgd (of juist een feest omdat hij het zo lang heeft kunnen uithouden) :
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092008.htm
Hij wijst zelfs een verjaring van de vernietiging zoals Dexia eiste af!
Uiteraard zijn wij heel blij met de winst van deze gedupeerden, maar daarnaast ook bedroeft met het verlies in de afgelopen jaren van vele ander gedupeerden die het slachtoffer zijn geworden van deze m.i. zeer onbekwame rechter.
Onze rechtspraak is een willekeur van persoonlijke meningen van rechters en geen rechtspraak zoals het in onze democratie en rechtsstaat Nederland behoort te zijn!!
Groeten,
Piet
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Mits juist beargumenteerd in een vonnis valt met de persoonlijke juridische mening van een rechter te leven. Dat is eigen aan rechtspraak waarbij we, als samenleving, deze rol ook aan de onafhankelijke rechter hebben gegeven.Onze rechtspraak is een willekeur van persoonlijke meningen van rechters en geen rechtspraak zoals het in onze democratie en rechtsstaat Nederland behoort te zijn!!
Veel grotere moeite heb ik met bestuursbesluiten als dat van een rechterlijk college (Dexia Team Rechtbank Amsterdam) zoals door middel van de categoriemodellen waarin is bepaald dat een (lees: iedere) aandelenlease-gedupeerden ook informatie moet verschaffen over het inkomen- en vermogen van zijn medegezinsleden en dit inkomen/vermogen -m.i. in flagrante strijd met het aansprakelijkheidsrecht-- wordt meegewogen bij het percentage van de schadetoerekening. Dit soort rechterlijke beleidsregels wordt inmiddels alom gevolgd door andere rechtbanken in aandelenleaserechtszaken en er staat geen AWB-beroep tegen open. Voor niet-juristen, de AWB is de Algemene Wet Bestuursrecht waarin beroepsprocedures zijn geregeld tegen besluiten van andere (overheids)bestuursorganen. De rechterlijke macht is hier als het ware boven de wet geplaatst. De rechterlijke macht bepaalt zijn eigen beleidsregels en het volk heeft het nakijken. Mij dunkt een ernstige weeffout in onze democratie.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Peewee.
Wat roer je daar een punt aan. dat meerekenen van de inkomsten van de partner. daar heb ik ook lang tegen te strijde getrokken maar niet overwonnen.
Mijn probleem daartegenover is. de zorgplicht bij het begin van het kontract waar de partner volledig buiten beschouwinfg werd gelaten en er helemaal geen risico analyse werd uitgevoerd.
Nu er afgerekend moet worden moet in een keer wel het risico van dexia dat er een te laag inkomen is bij de gedupeerde het inkomen van de partner meegenomen worden. Wat zij eerst niet nodig vonden. Maar om Dexia te beschermenmoet het wel meegenomen worden.
Een totaal ( ik kan er geen woord voor bedenken) tegenstrijdig beleid.
en de rechter tracht het te funderen. hopeloos.
Janny
Wat roer je daar een punt aan. dat meerekenen van de inkomsten van de partner. daar heb ik ook lang tegen te strijde getrokken maar niet overwonnen.
Mijn probleem daartegenover is. de zorgplicht bij het begin van het kontract waar de partner volledig buiten beschouwinfg werd gelaten en er helemaal geen risico analyse werd uitgevoerd.
Nu er afgerekend moet worden moet in een keer wel het risico van dexia dat er een te laag inkomen is bij de gedupeerde het inkomen van de partner meegenomen worden. Wat zij eerst niet nodig vonden. Maar om Dexia te beschermenmoet het wel meegenomen worden.
Een totaal ( ik kan er geen woord voor bedenken) tegenstrijdig beleid.
en de rechter tracht het te funderen. hopeloos.
Janny
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Op 24 september 2008 deed de rechtbank Den Bosch een uitspraak in een zaak tussen een gedupeerde, de tussenpersoon en Dexia Bank.
Vanaf 1 september is de functie en benaming procureur verdwenen en vervangen door het woord advocaat.
Dat schept verwarring in uitspraken.
De in de uitspraak genoemde advocaat hoeft dus niet de advocaat van de betreffende partij te zijn.
In deze zaak is Holla Poelman van Leeuwen advocaten procureur en geen advocaat .
Ik had eerder melding gemaakt dat dit wel zo was, dat is dus niet juist.
Nog even over Holla Poelman van Leeuwen advocaten.
Dit kantoor is niet één van de snelste is op het gebied van dagvaarden en er voor zorgen dat er z.s.m. een uitspraak komt.
Een aantal klanten is hierdoor weggegaan bij Holla Poelman van Leeuwen en….een aantal daarvan heeft inmiddels een uitspraak dankzij een nieuwe advocaat die wel van wanten weet.
En alle Dexia klanten van Holla Poelman van Leeuwen…. die zitten helaas nog steeds te wachten.
Misschien helpt het toesturen van een potje sambal.
De uitspraak in de bovengenoemde zaak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BF3273
Dat Holla Poelman van Leeuwen niet zo goed ligt bewijst ook het volgende artikel.
Hieronder een paar stukjes hieruit :
Groeten,
Piet
Vanaf 1 september is de functie en benaming procureur verdwenen en vervangen door het woord advocaat.
Dat schept verwarring in uitspraken.
De in de uitspraak genoemde advocaat hoeft dus niet de advocaat van de betreffende partij te zijn.
In deze zaak is Holla Poelman van Leeuwen advocaten procureur en geen advocaat .
Ik had eerder melding gemaakt dat dit wel zo was, dat is dus niet juist.
Nog even over Holla Poelman van Leeuwen advocaten.
Dit kantoor is niet één van de snelste is op het gebied van dagvaarden en er voor zorgen dat er z.s.m. een uitspraak komt.
Een aantal klanten is hierdoor weggegaan bij Holla Poelman van Leeuwen en….een aantal daarvan heeft inmiddels een uitspraak dankzij een nieuwe advocaat die wel van wanten weet.
En alle Dexia klanten van Holla Poelman van Leeuwen…. die zitten helaas nog steeds te wachten.
Misschien helpt het toesturen van een potje sambal.
De uitspraak in de bovengenoemde zaak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BF3273
Dat Holla Poelman van Leeuwen niet zo goed ligt bewijst ook het volgende artikel.
Hieronder een paar stukjes hieruit :
Bron: http://www.advocatie.nl/page?1,2918Gevoelige knauw voor Allen & Overy in klantonderzoek
Het vermaarde Allen & Overy krijgt een gevoelige knauw in het jaarlijkse Incompany 100-onderzoek naar klanttevredenheid bij afnemers van zakelijke dienstverlening. De waardering voor het kantoor zakte vergeleken met vorig jaar met bijna een punt, naar 6,44. Ook Holla Poelman van Leeuwen krijgt ervan langs: de waardering daalde van 7,10 naar 6,35. Holla is daarmee hekkensluiter onder de advocatenkantoren. Winnaar van de editie 2008 is Van Doorne: het advocatenkantoor scoorde een 8,11, en is daarmee overall de beste zakelijke dienstverlener van Nederland.
De onderzoeksresultaten werden vorige week donderdag gepresenteerd in het Amstel Hotel in Amsterdam. Aan het online-onderzoek, uitgevoerd door Blauw Research, namen in totaal 4.164 zakelijke beslissers deel. Specifiek ten aanzien van advocatuur en notariaat gaven 764 beslissers een oordeel. Ze beoordeelden de kantoren op zestien aspecten, ondergebracht in vier categorieën: knowhow, prijs, service en resultaat.
Onderkant
Die tevredenheid is vast niet terug te vinden aan de onderkant van de scorelijst. Holla Poelman van Leeuwen staat in de overall lijst op plaats 159 (totaal 173), Allen & Overy op 155.
Groeten,
Piet
Laatst gewijzigd door Piet op 02 okt 2008 19:21, 2 keer totaal gewijzigd.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Piet,
Mogelijk is mr. Benner niet de advocaat van de tussenpersoon, maar de zogenaamde "procesadvocaat" van de advocaat van de tussenpersoon. Sinds kort is er namelijk geen procureur meer omdat de wet is gewijzigd.
Ik wil je er op attenderen dat mr Brens wordt aangemerkt als advocaat van Dexia. Mr. Brens zit ook bij Holla Poelman, maar Dexia doet met dat kantoor (rechtstreeks) geen zaken.
Dat is een aanwijzing voor de juistheid van de veronderstelling dat het vonnis slechts de "procesadvocaten", c.q. procureurs vermeldt.
Wellicht reden voor rectificatie/excuses?
Mogelijk is mr. Benner niet de advocaat van de tussenpersoon, maar de zogenaamde "procesadvocaat" van de advocaat van de tussenpersoon. Sinds kort is er namelijk geen procureur meer omdat de wet is gewijzigd.
Ik wil je er op attenderen dat mr Brens wordt aangemerkt als advocaat van Dexia. Mr. Brens zit ook bij Holla Poelman, maar Dexia doet met dat kantoor (rechtstreeks) geen zaken.
Dat is een aanwijzing voor de juistheid van de veronderstelling dat het vonnis slechts de "procesadvocaten", c.q. procureurs vermeldt.
Wellicht reden voor rectificatie/excuses?
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Hallo Bromtol,
Bedankt voor je opmerking.
Ik zal dit morgen uitzoeken, mr. Benner hierover bellen en het resultaat in deze topic bekendstellen en eventueel de posting aanpassen als het nodig mocht zijn.
Groeten,
Piet
Bedankt voor je opmerking.
Ik zal dit morgen uitzoeken, mr. Benner hierover bellen en het resultaat in deze topic bekendstellen en eventueel de posting aanpassen als het nodig mocht zijn.
Groeten,
Piet
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
piet,
weet je al wat?
weet je al wat?
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Hallo Bromtol,
Ik heb mr. Benner gesproken over de uitspraak.
Het is inderdaad zo zoals je schreef dat hij en mr. Brens als procureur optreden.
Doordat dit per 1 september is vervallen wordt het woord procureur niet meer gebruikt in procedures en wordt alleen het woord advocaat gebruikt.
Dit is heel verwarrend omdat vele advocaten nog steeds als procureur optreden.
Hierdoor lijkt het er op dat de in de vonnissen genoemde advocaat ook daadwerkelijk de advocaat van de desbetreffende partij zijn en dat is niet zo.
Een voorstel om van de benaming procureur te wijzigen in procesadvocaat is afgewezen.
De tekst in mijn eerdere posting is reeds gerectificeerd.
Groeten,
Piet
Ik heb mr. Benner gesproken over de uitspraak.
Het is inderdaad zo zoals je schreef dat hij en mr. Brens als procureur optreden.
Doordat dit per 1 september is vervallen wordt het woord procureur niet meer gebruikt in procedures en wordt alleen het woord advocaat gebruikt.
Dit is heel verwarrend omdat vele advocaten nog steeds als procureur optreden.
Hierdoor lijkt het er op dat de in de vonnissen genoemde advocaat ook daadwerkelijk de advocaat van de desbetreffende partij zijn en dat is niet zo.
Een voorstel om van de benaming procureur te wijzigen in procesadvocaat is afgewezen.
De tekst in mijn eerdere posting is reeds gerectificeerd.
Groeten,
Piet
-
- Berichten: 2
- Lid geworden op: 12 okt 2008 14:39
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
RECHTBANK 'S-GRAVENHACE
Sector kanton - locatie Leiden
rl
rolnr. 631356 \ CV EXPL 06-8467
datum: 26 september 2007
Vonnis in de zaak van:
[X],
wonende te Voorhout,
eisende partij,
gemachtigde: eerst: mr. G. van Dijk, thans: mr. J.B. Maliepaard (Leaseproces),
tegen
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde partij,
gemachtigde: mrs. F.R.H. van der Leeuw en R. Pasanea (NautaDutilh).
Partijen worden aangeduid als "[X]" en "Dexia".
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 5 december 2006 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties. Partijen hebben hun standpunten toegelicht ter comparitie d.d. 30 augustus 2007. Voor zover het ter zitting verhandelde voor de beslissing van belang is wordt dat hieronder uitdrukkelijk vermeld.
Feiten
Op grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het
volgende uit.
Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van de naamloze vennootschap Bank
Labouchere N.V. te Amsterdam.
[X] heeft een opleiding HBO-Bedrijfseconomie genoten en was in 1998 werkzaam als
teammanager.
Op 13 november 2000 heeft SpaarSelect Leiden, een onafhankelijke cliéntenremisier, op
verzoek van [X] een Persoonlijk Financieel Plan opgesteld. Daarin is onder meer en
kort samengevat het volgende opgenomen.
Huidige situatie
De heer [X] is team manager bij CMG en verdient fl. 100.000,00 bruto op jaarbasis.
Hij bouwt pensioen op bij Zwitser Leven. Hij neemt deel aan een spaarloonregeling.
Hij bewoont een eigen woning t.w.v. fl. 430.000,00 met een aflossingsvrije hypotheek van
fl. 35.000,00 en een spaarhypotheek van fl. 110.000,00. Er is een overlijdensrisicoverzekering voor dit bedrag.
Hij spaart maandelijks fl. 750,00 op een spaarrekening met een saldo van fl. 60.000,00.
Daarnaast heeft hij fl. 11.000,00 belegd in beleggingsfondsen. De maandlasten bedragen fl. 832,00 hypotheekrente Rabobank en fl. 138,00 levensverzekeringspremie Interpolis. Het plan geeft als beleggingsdoel aan: stoppen met werken op 55 jarige leeftijd, waarvoor circa fl. 700.000 doelvermogen nodig is. Geadviseerd wordt om met een (tweede) krediethypotheek met variabele rente van fl. 53.000 van de Postbank de overwaarde van de woning te benutten en daarnaast fl. 30.000 spaargeld voor dit doel te bestemmen. Vervolgens wordt "het Overwaarde Effect" uitgelegd:
"U stort eenmalig fl. 80.000 in een beleggingsdepot bij Bank Labouchere. Bank Labouchere belegt hiermee in het Global Aandelenfonds (aandelen wereldwijd). Vanuit dit depot wordt er maandelijks fl. 1.600 voor een aandelenlease geïncasseerd welke belegt in aandelen Ahold, ING, Koninklijke Olie en Unilever. Na 5 jaar is het restant in het depot fl. 12.600, bij een prognose van 12,5% depotrendement per jaar. De maandelijkse aandelenlease heeft bij een prognose van gemiddeld 12,5% koerswinst per jaar (vanaf begin beursnotering was dit gemiddeld 21,8%) een opbrengst van circa fl. 133.400 na 5 jaar zodat de totale opbrengst fl. 146.000 is. Dit de opbrengst is het mogelijk de opgenomen ovenvaarde van fl. 53.000 af te lossen. Het restant van fl. 93.000 kan opnieuw in een depot worden gestort. Stockdividend
Gedurende de looptijd van 5 jaar ontvangt u dividend. Bij een prognose van gemiddeld 2% dividend per jaar en een prognose van gemiddeld 12,5% koerswinst per jaar is de te ontvangen dividend circa 11. 19.250 over 5 jaar. Deze wordt periodiek op uw rekening overgemaakt.
Nieuwe situatie spaarinleg/uitgaven
Bruto hypotheekrenie Rabobank fl. 832,00
Levensverzekering Interpolis fl. 138,00
Hypotheekrente Postbank fl. 251,00
Ontvangen dividend per maand circa + fl. 316.00
fl. 905,00.
Geconcludeerd wordt dat met de krediethypotheek na 5 jaar fl. 93.000 opbrengst wordt verwezenlijkt waarmee "de basis wordt gelegd" om bij 55 jaar te stoppen met werken. Geadviseerd wordt daarnaast fl. 2.200 per jaar te bestemmen voor de ophouw van extra pensioen omdat er na het 55ste jaar geen pensioenpremie meer zal worden betaald. Hiervoor kan het spaarloon worden benut "zodat deze pensioenvoorziening u helemaal niets kost". Het plan resumeert dat het gebaseerd is op een combinatie van de producten Overwaarde Effect, Effecten Depot en Krediet hypotheek en vermeldt onderaan elke pagina dat aan hel plan geen rechten kunnen worden ontleend.
[X] is op het voorstel ingegaan, met dien verstande dat de tweede hypotheek bij de Postbank is afgesloten voor een beloop van fl. 85.000. Hiervan is € 22.689,01 gebruikt voor de storting in het beleggingsdepot (bestemd voor de eerste 60 leaseterniijnen); daarnaast heeft hij € 13.613,41 spaargeld in dit depot gestort, derhalve in totaal € 36.302,42. De op of omstreeks 2 januari 2001 gesloten aandelenlease-ovcreenkomst "Overwaarde Effect Maandbetaling zonder Herbelegging" bepaalt, kort weergegeven, dat [X] voor een aankoopbedrag van (in euro's) € 68.146,54 aandelen least voor 240 maanden, dat de rente € 106.266,26 beloopt en de totale leasesom dus € 174.412,80, te betalen in 240 termijnen van € 726,72. Na 60 maanden kan de overeenkomst dagelijks zonder opzegtermijn worden beëindigd.
Toen hem na betaling van 20 termijnen uit het depot bleek dat de certificaten van het Glohal Aandelenfonds snel in waarde daalden en het depot daardoor onvoldoende zou zijn om alle 60 leasetermijnen van de beoogde 5 jaar aandelenlease vol te storten - bij brieven van 3 juni 2002 en 9 augustus 2002 had SpaarSelect daarvoor trouwens ook zelf gewaarschuwd - heeft
[X] op advies van SpaarSelect vanuit zijn spaargeld eind augustus 2002 € 20.348,16 (volgens Dexia moet dit zijn: € 22.092,44) - ineens betaald, te weten de resterende 40 leasetermijnen met een korting wegens vooruitbetaling van 20%. De waarde van het beleggingsdepot bedroeg op 31 juli 2002 nog € 8.246,17; dit bedrag heeft hij opgenomen (en naar hij stelt voor die vooruitbetaling gebruikt).
Bij brieven van 26 februari 2003 en 22 oktober 2004 aan Dexia heeft mevrouw [X-NNNNN], echtgenote van [X], de nietigheid van de lease-overeenkomst ingeroepen ex art. 1:89 BW. Dexia heeft dit beroep gemotiveerd afgewezen. Op 9 mei 2006 heeft Dexia de lease-overeenkomst beëindigd en de effecten verkocht. De eindafrekening van Dexia van 9 mei 2006 vermeldt een opbrengst van de effecten van € 48.563,62 en resulteert, na aftrek van de resterende schuld (leasetermijnen) in een vordering van Dexia op [X] van € 15.786,44.
Vordering
[X] vordert:
1. een verklaring voor recht dat de aandelenlease-overeenkomst met contractnummer 22083254, het daarmee verbonden depot daarbij begrepen, vernietigd is wegens dwaling althans misbruik van omstandigheden;
2. een verklaring voor recht dat die overeenkomst, het depot daaronder begrepen, zonder de vereiste toestemming ex art. 1:88 BW is gesloten en dat door [X-NNNNN] terecht een beroep op vernietiging ex art. 1:89 BW is gedaan, zodat de overeenkomst nietig is en Dexia verplicht is om alle door [X] aan Dexia gedane betalingen terug te betalen met rente;
3. subsidiair, voor zover de overeenkomst niet is vernietigd, te verklaren voor recht dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden, waardoor [X] recht heeft op vergoeding van zijn gehele schade, althans dal Dexia door die schending van haar zorgplicht is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat die overeenkomst op die grond door [X] terecht is ontbonden;
4. Dexia te veroordelen tot betaling van € 48.964,85* bestaande uit de door hem betaalde inleg, vermeerderd met rente, alsmede van - kort samengevat - hypotheekkosten, waarbij Dexia geen aanspraak kan maken op betaling van enige restschuld;
5. Dexia te veroordelen in de werkelijke proceskosten, zijnde € 895,00 plus 15% over de vervallen restschuld;
6. Dexia te gelasten de BKR-registratie door te laten halen op straffe van een dwangsom.
_______________
* [X] voegt hieraan toe de afkorting p.m (pro memorie) zonder dit nader toe te lichten.
Verweer
Dexia betwist dat de overeenkomst het karakter heeft van huurkoop en dat de kantonrechter bevoegd is. Zij heeft een coulanceregeling voor dit soort depotleasegevallen in het leven geroepen, en is op grond daarvan bereid aan [X] € 5.771,13 uit te keren. [X] is zich van de risico's van de overeenkomst ten volle bewust geweest. Hij heeft zelf contact gezocht met SpaarSelect, had beleggingservaring en voldoende inkomen en vermogen om de lasten te dragen. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft hij tweemaal met SpaarSelect gesproken. Hij heeft voldoende bedenktijd genomen. Het 'persoonlijk financieel
plan' van SpaarSelect spreekt van prognoses, niet van zekerheden. Na betaling van 240
maandtermijn is een restschuld uitgesloten.
Dexia heeft geen rol gespeeld in de depotconstructie, waaruit de leasetermijnen zouden
worden betaald. Zij biedt slechts de lease-overeenkomst aan. [X] had de
maandtermijnen ook op andere manier kunnen betalen. De naam Overwaarde Effect ziet niet
op de financiering van de eerste 60 maandtermijnen d.m.v. een tweede hypotheek. Zij is niet
aansprakelijk voor de gedragingen van SpaarSelect; [X] heeft zich door deze door
hem zelfgekozen deskundige laten bijstaan. Van dwaling, misbruik van omstandigheden of
schending van zorgplicht is geen sprake. Dexia is niet tekort geschoten in de nakoming van
de overeenkomst, noch heeft zij onrechtmatig gehandeld.
Art. 1:88 BW is niet van toepassing op effectcnlease en het beroep erop is verjaard.
[X-NNNNN] heeft meegetekend voor de tweede hypotheek op de echtelijke woning en wist
dus van de overeenkomst af.
Subsidiair voert Dexia nog aan dat eventuele vernietiging of nietigheid van de overeenkomst
niet behoort te leiden tot integrale restitutie. Er bestaat geen rechtsgrond voor vergoeding van
volledige proceskosten. Tenslotte betwist zij de omvang van de rente en van de gestelde
schade.
Beoordeling
1. Algemeen
De kantonrechter heeft zich er ter comparitie van vergewist dat beide partijen bekend zijn met de op dit moment richtinggevende jurisprudentie in aandelenleasezaken, te weten de arresten van het Hof Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721 en AZ9722 en de vonnissen van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, van 27 april 2007, LJN BA3914, BA3916 en BA3920. De kantonrechter beoogt in het navolgende — alleen al uit een oogpunt van rechtseenheid -die jurisprudentie te volgen, tenzij de bijzondere omstandigheden van dit specifieke geval tot een afwijkend oordcel nopen, zoals met name in r.o. 4.4 en 4.5 hierna het geval zal blijken te zijn. Omdat partijen met genoemde jurisprudentie bekend zijn, wordt voor de motivering van dit vonnis meermalen venvezen naar die jurisprudentie, kort aangeduid met het LJN.
2. Bevoegdheid
Het beroep op de absolute onbevoegdheid van de kantonrechter wordt verworpen met verwijzing naar AZ9721, waarin uitvoerig gemotiveerd is beslist dat aandelenlease-overeenkomsten als de onderhavige zijn aan te merken als huurkoop.
3. Vernietiging
3.1. Het beroep op vernietiging wegens dwaling of misbruik van omstandigheden wordt verworpen met verwijzing naar AZ9721 en BA3920. Dat geldt temeer in het onderhavige geval van een bedrijfseconoom op HBO-niveau met een bovengemiddeld salaris, die bovendien reeds voor het aangaan van deze depotleaseconstructie een vrij ingewikkelde, naar moet worden aangenomen bewust op fiscale overwegingen gekozen, hypotheekconstructie had met een combinatie van een relatief kleine, aflossingsvrije hypotheek (± € 16.000) en een grotere spaarhypotheek (± € 50.000) op een huis met een waarde van € 195.000, met € 27.000 spaargeld en € 5.000 in beleggingsfondsen. In de algemene inleiding van de dagvaarding wordt gesteld dat de doelgroep van deze producten bestond uit mensen die alleen gericht zijn op sparen, een laag inkomen en geen of weinig vermogen hebben, geen risico's willen nemen en geen beleggingservaring hebben. [X] behoort niet tot deze categorie. Met zijn inkomen en vermogen kon hij de - inderdaad wel extreem grote - risico's van de onderhavige depotleaseconstructie op zichzelf best dragen. De als eerste gevorderde verklaring voor recht kan dus niet worden gegeven.
3.2.1. De echtgenote van [X] heeft ruimschoots binnen de wettelijke termijn van drie jaar, immers bij brief van 26 februari 2003, de op 2 januari 2001 gedateerde (en in ieder geval niet eerder dan die datum gesloten) aandelenlease-overeenkomst vernietigd (art. 3:52 lid 1 sub d BW). Deze vernietiging treft doel op grond van de overwegingen 2.12 t/m 2.14 van AZ9721 en het volgende.
3.2.2. De omstandigheid dat [X-NNNNN] heeft meegewerkt aan de vestiging van de tweede hypotheek op de echtelijke woning, brengt niet noodzakelijkerwijs mede dat zij ook moet hebben begrepen dat een deel van die lening bestemd was voor een beleggings- dan wel spaarconstructie die [X] beoogde aan te gaan, en nog minder dat die constructie de - door art. 1:88 BW beschermde risico's van koop op afbetaling meebracht. Verwezen wordt naar BA3920, r.o. 8.2 en volgende. Dexia gelooft er niets van dat [X-NNNNN] niet volledig op de hoogte is geweest, maar heeft zich nu eenmaal zelf in de positie gebracht dat zij het tegendeel niet kan aantonen, door er niet op toe te zien dat [X-NNNNN] het "Acceptatieformulier Effectenlease" (prod. 3 bij cva) waarop haar naam wel is ingevuld, op de aangegeven plaats mede ondertekende. Gelet op de strekking van art. 1:88 BW prevaleert hier de consumentenbescherming. De vernietiging treft alleen de lease-overeenkomst, niet het depot (BA3920, r.o. 8.2.5). Dexia's beroep op art. 6:278 BW faalt (BA3920 r.o. 8.2.4).
3.2.3. Dexia moet derhalve al hetgeen [X] krachtens de lease-overeenkomst aan haar heeft overgemaakt, restitueren, waarbij zij het uitgekeerde dividend kan verrekenen. Ter comparitie is vastgesteld dat [X] 20 leasetermijnen van € 726,72 = € 14.534,40 uit het depot heeft betaald en € 20.348,16 ineens in augustus 2002, derhalve in totaal € 34.882,56. Hij heeft gedurende de looptijd van de lease-overeenkomst € 6.242,83 dividenden ontvangen. Te restitueren door Dexia blijft aldus € 28.639,73, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 februari 2003 (de dag van ontvangst van genoemde briei). Immers in augustus 2002 waren de eerste 60 termijnen al (deels vooruit-)betaald. De als tweede gevorderde verklaring voor recht is dus in deze zin toewijsbaar. Verder blijft de restschuld uit de lease-overeenkomst ad € 15.786,44 op vorenstaande gronden voor rekening van Dexia.
4. Het depot
4.1. Hiervoor (3.2.2) is reeds de door [X] gelegde "onlosmakelijke" koppeling tussen depot en lease verworpen. Dat neemt niet weg dat het beleggingsdepot beoordeeld moet worden met afweging van alle omstandigheden van het geval, daaronder mede begrepen (onder meer) de financiering ervan (dus de 2e hypotheek), de wijze van belegging (certificaten in het Labouchere Global Aandelenfonds, hierna: LGAF) en het doel, t.w. betaling van de eerste 60 leasetermijnen.
4.2. In BA3920 (r.o. 8.7) is gemotiveerd beslist dat en waarom aan Dexia de gevolgen van het handelen van de tussenpersoon, in dit geval SpaarSelect, moet worden toegerekend. Daaraan kan ten overvloede worden toegevoegd de opmerking van mr. Maliepaard ter comparitie, te weten dat hem in de praktijk van Leaseproces B.V. gebleken is van het bestaan van vele honderden overeenkomsten van het type "Overwaarde Effect Maandbetaling zonder Herbelegging" waarbij in alle hem bekende gevallen SpaarSelect de tussenpersoon was en de eerste 60 maandtermijnen steeds geheel of gedeeltelijk met een, eveneens door bemiddeling van SpaarSelect tot stand gekomen (tweede) hypotheek waren gefinancierd. In geen geval was er een andere tussenpersoon in het spel. Dit duidt op een bewuste, doelgerichte samenwerking tussen SpaarSelect en Labouchere met deze depotleaseconstructie met (2e) hypotheek.
4.3. Voorts is het, ook al ware het onder 4.2 overwogene anders, voor Dcxia tenminste kenbaar geweest dat de maandtermijnen telkens uit het depot werden betaald, nl. door maandelijks het daartoe benodigde aantal (fracties van) certificaten LGAF te verkopen.
4.4. In BA3920 (r.o. 7.5) is overwogen dat en waarom het beleggen van voor de betaling van rente en aflossing van een tenminste 60 maanden lopende aandelenlease gereserveerde gelden extreem risicovol is. SpaarSelect wist blijkens het door haar opgestelde Persoonlijk Financieel Plan, dat - al aangenomen dat [X] wilde beleggen in aandelenlease of dat een daartoe strekkend advies van SpaarSelect redelijkerwijs verantwoord zou zijn - [X] de maandtermijnen ook op andere wijze kon betalen: hij legde immers al il. 750,00 per maand opzij en bezat bovendien fl. 60.000,00 spaartegoed. Door niettemin een hypothecaire lening en een belegging in genoemde certificaten te adviseren - een advies dat zonder twijfel meer is ingegeven door de daaraan voor SpaarSelect in beide gevallen verbonden provisies, dan door de financiële belangen van [X] - zonder in dat zelfde plan te waarschuwen voor de grote risico's, de kosten en de financiële gevolgen, ook per maand, indien de beleggingen hun waarde zouden verliezen en de rente en aflossing van zowel de leasesom als de nieuwe hypotheekschuld uit het lopende inkomen zouden moeten worden opgebracht, is SpaarSelect - en blijkens het voorgaande tevens Dexia - ernstig tekortgeschoten in haar zorgplicht. Niet is gesteld of gebleken dat [X] enige informatie heeft ontvangen omtrent de aard en de risico's van de certificaten LGAF. Evenmin kan de kantonrechter er echter aan voorbijgaan dat SpaarSelect c.q. Dexia (aan wie de wetenschap van SpaarSelect in dit verband moet worden toegerekend) van een bedrijfseconoom op HBO-niveau mag verwachten dat hij weet dat aan een belegging (zeker met geleend geld) in (wereldwijd gespreide) aandelen risico's verbonden zijn.
4.5. Het is juist de combinatie van de aandelenlease met de tweede hypotheek en het beleggingsdepot, die de depotleaseconstructie zo extreem risicovol maakt. Nu de leaseovereenkomst blijkens het voorgaande vernietigd wordt en daarom voor de beoordeling van de resterende gevolgen "weggedacht" moet worden, resteert in dit bijzondere geval de vraag of een belegging van ruim € 36.000 in het LGAF, waarvan € 13.613,41 gefinancierd uit een (2e) hypothecaire lening bij de Postbank van ruim € 38.000, voor iemand van het relatief hoge oplcidings-, inkomens- en vermogensniveau van [X], die er kennelijk om fiscale redenen eerder voor gekozen heeft om zijn liquide vermogen niet te gebruiken voor de aflossing van de hypothecaire schuld op zijn woning, en die dus kennelijk met enig financieel raffinement te werk gaat, op 2 januari 2001 nu zo'n volstrekt onverantwoorde belegging was. Het antwoord luidt negatief. Dat wordt niet anders door de wetenschap achteraf dat de beurskoersen korte tijd later dramatisch zijn gedaald. Vrijwel niemand heeft destijds een zo ernstige daling voorzien. Daarom volgt de kantonrechter in dit a-typische geval niet het oordeel van de kantonrechter te Amsterdam in BA3920 dat Dexia 100% van het verlies in het depot moet dragen. [X] behoeft het verlies op het depot echter ook niet volledig zelf te dragen. Het wegdenken van de lease-overeenkomst maakt het - aan Dexia toe te rekenen -advies van SpaarSelect immers niet minder onverantwoord. Nu beide partijen aan het ontslaan van het verlies hebben bijgedragen, dient het nadeel uit het depot naar maatstaven van billijkheid voor 50% aan Dexia en voor 50% aan [X] te worden toegerekend.
4.6. Het verlies op het depot laat zich als volgt becijferen:
gestort bij opening: € 36.302,43
opbrengst bij verkoop € 8.246,17
20 leasetermijnen betaald uit depot € 14.534,40
€ 22.780.57
het verschil bestaat uit waardeverlies (incl. kosten): € 13.521,86
waarvan door Dexia moet worden vergoed de helft: € 6.760,93.
De wettelijke rente daarover is verschuldigd vanaf de dag der dagvaarding, nu niet is gebleken dat Dexia met de betaling eerder in verzuim is geraakt.
5. De financieringskosten.
In het voetspoor van BA3920 blijven de kosten van de tweede hypotheek, waaronder de rente en de kadaster- en notariskosten, voor rekening van [X]. Daartoe is in dit geval temeer aanleiding omdat een substantieel deel van het geleende bedrag blijkbaar voor andere doeleinden is aangewend. Omgekeerd blijft het eventuele fiscale voordeel, wat daarvan verder zij, buiten beschouwing.
6. BKR registratie
Ter comparitie is gebleken dat van een achterstandsregislratie in het geval van [X] geen sprake is, zodat deze ook niei behoeft te worden gerectificeerd.
7. Conclusie; kosten
Voor hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd (o.a. in bijlage 5 van de eva) wordt verwezen naar hetgeen daarover in BA3920 is overwogen en beslist. Toegewezen wordt mitsdien € (28.639,73 + 6.760,93 =) 35.400,66 met rente met verwijzing van Dexia als merendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten; ten aanzien van deze kosten bestaat onvoldoende aanleiding om af te wijken van het gebruikelijke liquidatietarief.
Beslissing
De kantonrechter:
- verklaart voor recht dat de "Overwaarde Effect Maandbetaling,,-overcenkomst met nummer 22083254 zonder de vereiste toeslemming ex art. 1:88 BW is aangegaan en dat door mw [X-NNNNN] terecht een beroep op vernietiging ex art. 1:89 BW is gedaan;
- veroordeelt Dexia om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [X] te betalen € 35.400,66, vermeerderd met de wettelijke rente over € 28.639,73 vanaf 27 februari
2003 en over € 6.760,93 vanaf 5 december 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Dexia in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van [X] begroot op € 1.067,32, waaronder begrepen € 800,- voor gemachtigdensalaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. R.T. van Leeuwen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 september 2007.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL
Dit ontving ik, ik als brabander snap hier dus geen hol van.
Sector kanton - locatie Leiden
rl
rolnr. 631356 \ CV EXPL 06-8467
datum: 26 september 2007
Vonnis in de zaak van:
[X],
wonende te Voorhout,
eisende partij,
gemachtigde: eerst: mr. G. van Dijk, thans: mr. J.B. Maliepaard (Leaseproces),
tegen
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde partij,
gemachtigde: mrs. F.R.H. van der Leeuw en R. Pasanea (NautaDutilh).
Partijen worden aangeduid als "[X]" en "Dexia".
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 5 december 2006 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties. Partijen hebben hun standpunten toegelicht ter comparitie d.d. 30 augustus 2007. Voor zover het ter zitting verhandelde voor de beslissing van belang is wordt dat hieronder uitdrukkelijk vermeld.
Feiten
Op grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het
volgende uit.
Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van de naamloze vennootschap Bank
Labouchere N.V. te Amsterdam.
[X] heeft een opleiding HBO-Bedrijfseconomie genoten en was in 1998 werkzaam als
teammanager.
Op 13 november 2000 heeft SpaarSelect Leiden, een onafhankelijke cliéntenremisier, op
verzoek van [X] een Persoonlijk Financieel Plan opgesteld. Daarin is onder meer en
kort samengevat het volgende opgenomen.
Huidige situatie
De heer [X] is team manager bij CMG en verdient fl. 100.000,00 bruto op jaarbasis.
Hij bouwt pensioen op bij Zwitser Leven. Hij neemt deel aan een spaarloonregeling.
Hij bewoont een eigen woning t.w.v. fl. 430.000,00 met een aflossingsvrije hypotheek van
fl. 35.000,00 en een spaarhypotheek van fl. 110.000,00. Er is een overlijdensrisicoverzekering voor dit bedrag.
Hij spaart maandelijks fl. 750,00 op een spaarrekening met een saldo van fl. 60.000,00.
Daarnaast heeft hij fl. 11.000,00 belegd in beleggingsfondsen. De maandlasten bedragen fl. 832,00 hypotheekrente Rabobank en fl. 138,00 levensverzekeringspremie Interpolis. Het plan geeft als beleggingsdoel aan: stoppen met werken op 55 jarige leeftijd, waarvoor circa fl. 700.000 doelvermogen nodig is. Geadviseerd wordt om met een (tweede) krediethypotheek met variabele rente van fl. 53.000 van de Postbank de overwaarde van de woning te benutten en daarnaast fl. 30.000 spaargeld voor dit doel te bestemmen. Vervolgens wordt "het Overwaarde Effect" uitgelegd:
"U stort eenmalig fl. 80.000 in een beleggingsdepot bij Bank Labouchere. Bank Labouchere belegt hiermee in het Global Aandelenfonds (aandelen wereldwijd). Vanuit dit depot wordt er maandelijks fl. 1.600 voor een aandelenlease geïncasseerd welke belegt in aandelen Ahold, ING, Koninklijke Olie en Unilever. Na 5 jaar is het restant in het depot fl. 12.600, bij een prognose van 12,5% depotrendement per jaar. De maandelijkse aandelenlease heeft bij een prognose van gemiddeld 12,5% koerswinst per jaar (vanaf begin beursnotering was dit gemiddeld 21,8%) een opbrengst van circa fl. 133.400 na 5 jaar zodat de totale opbrengst fl. 146.000 is. Dit de opbrengst is het mogelijk de opgenomen ovenvaarde van fl. 53.000 af te lossen. Het restant van fl. 93.000 kan opnieuw in een depot worden gestort. Stockdividend
Gedurende de looptijd van 5 jaar ontvangt u dividend. Bij een prognose van gemiddeld 2% dividend per jaar en een prognose van gemiddeld 12,5% koerswinst per jaar is de te ontvangen dividend circa 11. 19.250 over 5 jaar. Deze wordt periodiek op uw rekening overgemaakt.
Nieuwe situatie spaarinleg/uitgaven
Bruto hypotheekrenie Rabobank fl. 832,00
Levensverzekering Interpolis fl. 138,00
Hypotheekrente Postbank fl. 251,00
Ontvangen dividend per maand circa + fl. 316.00
fl. 905,00.
Geconcludeerd wordt dat met de krediethypotheek na 5 jaar fl. 93.000 opbrengst wordt verwezenlijkt waarmee "de basis wordt gelegd" om bij 55 jaar te stoppen met werken. Geadviseerd wordt daarnaast fl. 2.200 per jaar te bestemmen voor de ophouw van extra pensioen omdat er na het 55ste jaar geen pensioenpremie meer zal worden betaald. Hiervoor kan het spaarloon worden benut "zodat deze pensioenvoorziening u helemaal niets kost". Het plan resumeert dat het gebaseerd is op een combinatie van de producten Overwaarde Effect, Effecten Depot en Krediet hypotheek en vermeldt onderaan elke pagina dat aan hel plan geen rechten kunnen worden ontleend.
[X] is op het voorstel ingegaan, met dien verstande dat de tweede hypotheek bij de Postbank is afgesloten voor een beloop van fl. 85.000. Hiervan is € 22.689,01 gebruikt voor de storting in het beleggingsdepot (bestemd voor de eerste 60 leaseterniijnen); daarnaast heeft hij € 13.613,41 spaargeld in dit depot gestort, derhalve in totaal € 36.302,42. De op of omstreeks 2 januari 2001 gesloten aandelenlease-ovcreenkomst "Overwaarde Effect Maandbetaling zonder Herbelegging" bepaalt, kort weergegeven, dat [X] voor een aankoopbedrag van (in euro's) € 68.146,54 aandelen least voor 240 maanden, dat de rente € 106.266,26 beloopt en de totale leasesom dus € 174.412,80, te betalen in 240 termijnen van € 726,72. Na 60 maanden kan de overeenkomst dagelijks zonder opzegtermijn worden beëindigd.
Toen hem na betaling van 20 termijnen uit het depot bleek dat de certificaten van het Glohal Aandelenfonds snel in waarde daalden en het depot daardoor onvoldoende zou zijn om alle 60 leasetermijnen van de beoogde 5 jaar aandelenlease vol te storten - bij brieven van 3 juni 2002 en 9 augustus 2002 had SpaarSelect daarvoor trouwens ook zelf gewaarschuwd - heeft
[X] op advies van SpaarSelect vanuit zijn spaargeld eind augustus 2002 € 20.348,16 (volgens Dexia moet dit zijn: € 22.092,44) - ineens betaald, te weten de resterende 40 leasetermijnen met een korting wegens vooruitbetaling van 20%. De waarde van het beleggingsdepot bedroeg op 31 juli 2002 nog € 8.246,17; dit bedrag heeft hij opgenomen (en naar hij stelt voor die vooruitbetaling gebruikt).
Bij brieven van 26 februari 2003 en 22 oktober 2004 aan Dexia heeft mevrouw [X-NNNNN], echtgenote van [X], de nietigheid van de lease-overeenkomst ingeroepen ex art. 1:89 BW. Dexia heeft dit beroep gemotiveerd afgewezen. Op 9 mei 2006 heeft Dexia de lease-overeenkomst beëindigd en de effecten verkocht. De eindafrekening van Dexia van 9 mei 2006 vermeldt een opbrengst van de effecten van € 48.563,62 en resulteert, na aftrek van de resterende schuld (leasetermijnen) in een vordering van Dexia op [X] van € 15.786,44.
Vordering
[X] vordert:
1. een verklaring voor recht dat de aandelenlease-overeenkomst met contractnummer 22083254, het daarmee verbonden depot daarbij begrepen, vernietigd is wegens dwaling althans misbruik van omstandigheden;
2. een verklaring voor recht dat die overeenkomst, het depot daaronder begrepen, zonder de vereiste toestemming ex art. 1:88 BW is gesloten en dat door [X-NNNNN] terecht een beroep op vernietiging ex art. 1:89 BW is gedaan, zodat de overeenkomst nietig is en Dexia verplicht is om alle door [X] aan Dexia gedane betalingen terug te betalen met rente;
3. subsidiair, voor zover de overeenkomst niet is vernietigd, te verklaren voor recht dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden, waardoor [X] recht heeft op vergoeding van zijn gehele schade, althans dal Dexia door die schending van haar zorgplicht is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat die overeenkomst op die grond door [X] terecht is ontbonden;
4. Dexia te veroordelen tot betaling van € 48.964,85* bestaande uit de door hem betaalde inleg, vermeerderd met rente, alsmede van - kort samengevat - hypotheekkosten, waarbij Dexia geen aanspraak kan maken op betaling van enige restschuld;
5. Dexia te veroordelen in de werkelijke proceskosten, zijnde € 895,00 plus 15% over de vervallen restschuld;
6. Dexia te gelasten de BKR-registratie door te laten halen op straffe van een dwangsom.
_______________
* [X] voegt hieraan toe de afkorting p.m (pro memorie) zonder dit nader toe te lichten.
Verweer
Dexia betwist dat de overeenkomst het karakter heeft van huurkoop en dat de kantonrechter bevoegd is. Zij heeft een coulanceregeling voor dit soort depotleasegevallen in het leven geroepen, en is op grond daarvan bereid aan [X] € 5.771,13 uit te keren. [X] is zich van de risico's van de overeenkomst ten volle bewust geweest. Hij heeft zelf contact gezocht met SpaarSelect, had beleggingservaring en voldoende inkomen en vermogen om de lasten te dragen. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft hij tweemaal met SpaarSelect gesproken. Hij heeft voldoende bedenktijd genomen. Het 'persoonlijk financieel
plan' van SpaarSelect spreekt van prognoses, niet van zekerheden. Na betaling van 240
maandtermijn is een restschuld uitgesloten.
Dexia heeft geen rol gespeeld in de depotconstructie, waaruit de leasetermijnen zouden
worden betaald. Zij biedt slechts de lease-overeenkomst aan. [X] had de
maandtermijnen ook op andere manier kunnen betalen. De naam Overwaarde Effect ziet niet
op de financiering van de eerste 60 maandtermijnen d.m.v. een tweede hypotheek. Zij is niet
aansprakelijk voor de gedragingen van SpaarSelect; [X] heeft zich door deze door
hem zelfgekozen deskundige laten bijstaan. Van dwaling, misbruik van omstandigheden of
schending van zorgplicht is geen sprake. Dexia is niet tekort geschoten in de nakoming van
de overeenkomst, noch heeft zij onrechtmatig gehandeld.
Art. 1:88 BW is niet van toepassing op effectcnlease en het beroep erop is verjaard.
[X-NNNNN] heeft meegetekend voor de tweede hypotheek op de echtelijke woning en wist
dus van de overeenkomst af.
Subsidiair voert Dexia nog aan dat eventuele vernietiging of nietigheid van de overeenkomst
niet behoort te leiden tot integrale restitutie. Er bestaat geen rechtsgrond voor vergoeding van
volledige proceskosten. Tenslotte betwist zij de omvang van de rente en van de gestelde
schade.
Beoordeling
1. Algemeen
De kantonrechter heeft zich er ter comparitie van vergewist dat beide partijen bekend zijn met de op dit moment richtinggevende jurisprudentie in aandelenleasezaken, te weten de arresten van het Hof Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721 en AZ9722 en de vonnissen van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, van 27 april 2007, LJN BA3914, BA3916 en BA3920. De kantonrechter beoogt in het navolgende — alleen al uit een oogpunt van rechtseenheid -die jurisprudentie te volgen, tenzij de bijzondere omstandigheden van dit specifieke geval tot een afwijkend oordcel nopen, zoals met name in r.o. 4.4 en 4.5 hierna het geval zal blijken te zijn. Omdat partijen met genoemde jurisprudentie bekend zijn, wordt voor de motivering van dit vonnis meermalen venvezen naar die jurisprudentie, kort aangeduid met het LJN.
2. Bevoegdheid
Het beroep op de absolute onbevoegdheid van de kantonrechter wordt verworpen met verwijzing naar AZ9721, waarin uitvoerig gemotiveerd is beslist dat aandelenlease-overeenkomsten als de onderhavige zijn aan te merken als huurkoop.
3. Vernietiging
3.1. Het beroep op vernietiging wegens dwaling of misbruik van omstandigheden wordt verworpen met verwijzing naar AZ9721 en BA3920. Dat geldt temeer in het onderhavige geval van een bedrijfseconoom op HBO-niveau met een bovengemiddeld salaris, die bovendien reeds voor het aangaan van deze depotleaseconstructie een vrij ingewikkelde, naar moet worden aangenomen bewust op fiscale overwegingen gekozen, hypotheekconstructie had met een combinatie van een relatief kleine, aflossingsvrije hypotheek (± € 16.000) en een grotere spaarhypotheek (± € 50.000) op een huis met een waarde van € 195.000, met € 27.000 spaargeld en € 5.000 in beleggingsfondsen. In de algemene inleiding van de dagvaarding wordt gesteld dat de doelgroep van deze producten bestond uit mensen die alleen gericht zijn op sparen, een laag inkomen en geen of weinig vermogen hebben, geen risico's willen nemen en geen beleggingservaring hebben. [X] behoort niet tot deze categorie. Met zijn inkomen en vermogen kon hij de - inderdaad wel extreem grote - risico's van de onderhavige depotleaseconstructie op zichzelf best dragen. De als eerste gevorderde verklaring voor recht kan dus niet worden gegeven.
3.2.1. De echtgenote van [X] heeft ruimschoots binnen de wettelijke termijn van drie jaar, immers bij brief van 26 februari 2003, de op 2 januari 2001 gedateerde (en in ieder geval niet eerder dan die datum gesloten) aandelenlease-overeenkomst vernietigd (art. 3:52 lid 1 sub d BW). Deze vernietiging treft doel op grond van de overwegingen 2.12 t/m 2.14 van AZ9721 en het volgende.
3.2.2. De omstandigheid dat [X-NNNNN] heeft meegewerkt aan de vestiging van de tweede hypotheek op de echtelijke woning, brengt niet noodzakelijkerwijs mede dat zij ook moet hebben begrepen dat een deel van die lening bestemd was voor een beleggings- dan wel spaarconstructie die [X] beoogde aan te gaan, en nog minder dat die constructie de - door art. 1:88 BW beschermde risico's van koop op afbetaling meebracht. Verwezen wordt naar BA3920, r.o. 8.2 en volgende. Dexia gelooft er niets van dat [X-NNNNN] niet volledig op de hoogte is geweest, maar heeft zich nu eenmaal zelf in de positie gebracht dat zij het tegendeel niet kan aantonen, door er niet op toe te zien dat [X-NNNNN] het "Acceptatieformulier Effectenlease" (prod. 3 bij cva) waarop haar naam wel is ingevuld, op de aangegeven plaats mede ondertekende. Gelet op de strekking van art. 1:88 BW prevaleert hier de consumentenbescherming. De vernietiging treft alleen de lease-overeenkomst, niet het depot (BA3920, r.o. 8.2.5). Dexia's beroep op art. 6:278 BW faalt (BA3920 r.o. 8.2.4).
3.2.3. Dexia moet derhalve al hetgeen [X] krachtens de lease-overeenkomst aan haar heeft overgemaakt, restitueren, waarbij zij het uitgekeerde dividend kan verrekenen. Ter comparitie is vastgesteld dat [X] 20 leasetermijnen van € 726,72 = € 14.534,40 uit het depot heeft betaald en € 20.348,16 ineens in augustus 2002, derhalve in totaal € 34.882,56. Hij heeft gedurende de looptijd van de lease-overeenkomst € 6.242,83 dividenden ontvangen. Te restitueren door Dexia blijft aldus € 28.639,73, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 februari 2003 (de dag van ontvangst van genoemde briei). Immers in augustus 2002 waren de eerste 60 termijnen al (deels vooruit-)betaald. De als tweede gevorderde verklaring voor recht is dus in deze zin toewijsbaar. Verder blijft de restschuld uit de lease-overeenkomst ad € 15.786,44 op vorenstaande gronden voor rekening van Dexia.
4. Het depot
4.1. Hiervoor (3.2.2) is reeds de door [X] gelegde "onlosmakelijke" koppeling tussen depot en lease verworpen. Dat neemt niet weg dat het beleggingsdepot beoordeeld moet worden met afweging van alle omstandigheden van het geval, daaronder mede begrepen (onder meer) de financiering ervan (dus de 2e hypotheek), de wijze van belegging (certificaten in het Labouchere Global Aandelenfonds, hierna: LGAF) en het doel, t.w. betaling van de eerste 60 leasetermijnen.
4.2. In BA3920 (r.o. 8.7) is gemotiveerd beslist dat en waarom aan Dexia de gevolgen van het handelen van de tussenpersoon, in dit geval SpaarSelect, moet worden toegerekend. Daaraan kan ten overvloede worden toegevoegd de opmerking van mr. Maliepaard ter comparitie, te weten dat hem in de praktijk van Leaseproces B.V. gebleken is van het bestaan van vele honderden overeenkomsten van het type "Overwaarde Effect Maandbetaling zonder Herbelegging" waarbij in alle hem bekende gevallen SpaarSelect de tussenpersoon was en de eerste 60 maandtermijnen steeds geheel of gedeeltelijk met een, eveneens door bemiddeling van SpaarSelect tot stand gekomen (tweede) hypotheek waren gefinancierd. In geen geval was er een andere tussenpersoon in het spel. Dit duidt op een bewuste, doelgerichte samenwerking tussen SpaarSelect en Labouchere met deze depotleaseconstructie met (2e) hypotheek.
4.3. Voorts is het, ook al ware het onder 4.2 overwogene anders, voor Dcxia tenminste kenbaar geweest dat de maandtermijnen telkens uit het depot werden betaald, nl. door maandelijks het daartoe benodigde aantal (fracties van) certificaten LGAF te verkopen.
4.4. In BA3920 (r.o. 7.5) is overwogen dat en waarom het beleggen van voor de betaling van rente en aflossing van een tenminste 60 maanden lopende aandelenlease gereserveerde gelden extreem risicovol is. SpaarSelect wist blijkens het door haar opgestelde Persoonlijk Financieel Plan, dat - al aangenomen dat [X] wilde beleggen in aandelenlease of dat een daartoe strekkend advies van SpaarSelect redelijkerwijs verantwoord zou zijn - [X] de maandtermijnen ook op andere wijze kon betalen: hij legde immers al il. 750,00 per maand opzij en bezat bovendien fl. 60.000,00 spaartegoed. Door niettemin een hypothecaire lening en een belegging in genoemde certificaten te adviseren - een advies dat zonder twijfel meer is ingegeven door de daaraan voor SpaarSelect in beide gevallen verbonden provisies, dan door de financiële belangen van [X] - zonder in dat zelfde plan te waarschuwen voor de grote risico's, de kosten en de financiële gevolgen, ook per maand, indien de beleggingen hun waarde zouden verliezen en de rente en aflossing van zowel de leasesom als de nieuwe hypotheekschuld uit het lopende inkomen zouden moeten worden opgebracht, is SpaarSelect - en blijkens het voorgaande tevens Dexia - ernstig tekortgeschoten in haar zorgplicht. Niet is gesteld of gebleken dat [X] enige informatie heeft ontvangen omtrent de aard en de risico's van de certificaten LGAF. Evenmin kan de kantonrechter er echter aan voorbijgaan dat SpaarSelect c.q. Dexia (aan wie de wetenschap van SpaarSelect in dit verband moet worden toegerekend) van een bedrijfseconoom op HBO-niveau mag verwachten dat hij weet dat aan een belegging (zeker met geleend geld) in (wereldwijd gespreide) aandelen risico's verbonden zijn.
4.5. Het is juist de combinatie van de aandelenlease met de tweede hypotheek en het beleggingsdepot, die de depotleaseconstructie zo extreem risicovol maakt. Nu de leaseovereenkomst blijkens het voorgaande vernietigd wordt en daarom voor de beoordeling van de resterende gevolgen "weggedacht" moet worden, resteert in dit bijzondere geval de vraag of een belegging van ruim € 36.000 in het LGAF, waarvan € 13.613,41 gefinancierd uit een (2e) hypothecaire lening bij de Postbank van ruim € 38.000, voor iemand van het relatief hoge oplcidings-, inkomens- en vermogensniveau van [X], die er kennelijk om fiscale redenen eerder voor gekozen heeft om zijn liquide vermogen niet te gebruiken voor de aflossing van de hypothecaire schuld op zijn woning, en die dus kennelijk met enig financieel raffinement te werk gaat, op 2 januari 2001 nu zo'n volstrekt onverantwoorde belegging was. Het antwoord luidt negatief. Dat wordt niet anders door de wetenschap achteraf dat de beurskoersen korte tijd later dramatisch zijn gedaald. Vrijwel niemand heeft destijds een zo ernstige daling voorzien. Daarom volgt de kantonrechter in dit a-typische geval niet het oordeel van de kantonrechter te Amsterdam in BA3920 dat Dexia 100% van het verlies in het depot moet dragen. [X] behoeft het verlies op het depot echter ook niet volledig zelf te dragen. Het wegdenken van de lease-overeenkomst maakt het - aan Dexia toe te rekenen -advies van SpaarSelect immers niet minder onverantwoord. Nu beide partijen aan het ontslaan van het verlies hebben bijgedragen, dient het nadeel uit het depot naar maatstaven van billijkheid voor 50% aan Dexia en voor 50% aan [X] te worden toegerekend.
4.6. Het verlies op het depot laat zich als volgt becijferen:
gestort bij opening: € 36.302,43
opbrengst bij verkoop € 8.246,17
20 leasetermijnen betaald uit depot € 14.534,40
€ 22.780.57
het verschil bestaat uit waardeverlies (incl. kosten): € 13.521,86
waarvan door Dexia moet worden vergoed de helft: € 6.760,93.
De wettelijke rente daarover is verschuldigd vanaf de dag der dagvaarding, nu niet is gebleken dat Dexia met de betaling eerder in verzuim is geraakt.
5. De financieringskosten.
In het voetspoor van BA3920 blijven de kosten van de tweede hypotheek, waaronder de rente en de kadaster- en notariskosten, voor rekening van [X]. Daartoe is in dit geval temeer aanleiding omdat een substantieel deel van het geleende bedrag blijkbaar voor andere doeleinden is aangewend. Omgekeerd blijft het eventuele fiscale voordeel, wat daarvan verder zij, buiten beschouwing.
6. BKR registratie
Ter comparitie is gebleken dat van een achterstandsregislratie in het geval van [X] geen sprake is, zodat deze ook niei behoeft te worden gerectificeerd.
7. Conclusie; kosten
Voor hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd (o.a. in bijlage 5 van de eva) wordt verwezen naar hetgeen daarover in BA3920 is overwogen en beslist. Toegewezen wordt mitsdien € (28.639,73 + 6.760,93 =) 35.400,66 met rente met verwijzing van Dexia als merendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten; ten aanzien van deze kosten bestaat onvoldoende aanleiding om af te wijken van het gebruikelijke liquidatietarief.
Beslissing
De kantonrechter:
- verklaart voor recht dat de "Overwaarde Effect Maandbetaling,,-overcenkomst met nummer 22083254 zonder de vereiste toeslemming ex art. 1:88 BW is aangegaan en dat door mw [X-NNNNN] terecht een beroep op vernietiging ex art. 1:89 BW is gedaan;
- veroordeelt Dexia om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [X] te betalen € 35.400,66, vermeerderd met de wettelijke rente over € 28.639,73 vanaf 27 februari
2003 en over € 6.760,93 vanaf 5 december 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Dexia in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van [X] begroot op € 1.067,32, waaronder begrepen € 800,- voor gemachtigdensalaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. R.T. van Leeuwen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 september 2007.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL
Dit ontving ik, ik als brabander snap hier dus geen hol van.
-
- Berichten: 151
- Lid geworden op: 19 nov 2007 10:56
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
art 1:88 is geslaagd dus het contract is vernietigd en u kan een behoorlijke som geld terugverwachten van Dexia.
Gefeliciteerd !!
Gefeliciteerd !!
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Vandaag mijn vonnis van de rechtbank Groningen binnen. Het bericht van de advocaat:
"De rechtbank heeft op 9 oktober 2008 eindvonnis gewezen. Heden heb ik het vonnis ontvangen. Dexia is (bij een eerder vonnis) aansprakelijk gehouden voor het geleden nadeel. De rechtbank heeft echter aangegeven een correctie op basis van eigen schuld toe te zullen passen. De rechtbank heeft thans bepaald dat Dexia 65 % van het nadeel dient te dragen. Hieruit volgt dat jij 35 % van het nadeel dient te dragen. Het betreft een indeling in categorie 2 (de één na gunstigste categorie). Na verrekening met de reeds door jouw betaalde gelden resteert een bedrag van € 3.887,60 (ter vermeerderen met rente), dat je zult moeten voldoen. "
Stukken beter dan de originele dertigduizend.. Het enige dat me opviel dat bij de berekening niets terug te vinden was van de Ahold schikking.
( Had 2 x een Winstverdriedubbelaar met ING , Ahold & ABN-Amro )
Nog meer mensen met deze ervaringen? De gehele uitspraak zal ik naar PAL sturen ter publicatie.
-Edit- Helaas blijken zowel de mailbox van Piet als die van PAL vol te zijn. Nog even geduld.
"De rechtbank heeft op 9 oktober 2008 eindvonnis gewezen. Heden heb ik het vonnis ontvangen. Dexia is (bij een eerder vonnis) aansprakelijk gehouden voor het geleden nadeel. De rechtbank heeft echter aangegeven een correctie op basis van eigen schuld toe te zullen passen. De rechtbank heeft thans bepaald dat Dexia 65 % van het nadeel dient te dragen. Hieruit volgt dat jij 35 % van het nadeel dient te dragen. Het betreft een indeling in categorie 2 (de één na gunstigste categorie). Na verrekening met de reeds door jouw betaalde gelden resteert een bedrag van € 3.887,60 (ter vermeerderen met rente), dat je zult moeten voldoen. "
Stukken beter dan de originele dertigduizend.. Het enige dat me opviel dat bij de berekening niets terug te vinden was van de Ahold schikking.
( Had 2 x een Winstverdriedubbelaar met ING , Ahold & ABN-Amro )
Nog meer mensen met deze ervaringen? De gehele uitspraak zal ik naar PAL sturen ter publicatie.
-Edit- Helaas blijken zowel de mailbox van Piet als die van PAL vol te zijn. Nog even geduld.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Helaas zijn er niet zoveel uitspraken van aandelenlease uitspraken bekend van andere rechtbanken als Amsterdam.
Sommige rechtbanken worstelen al jaren met Dexia zaken zonder eigenlijk te weten wat ze hiermee aan moeten met als gevolg dat deze zaken jaren lang werden en worden aangehouden.
Dit , en zeer terecht, tot groot onbegrip van de gedupeerden.
Hier tegenover staat dat sommige rechters zoals onze vrienden Kluin uit de regio Roermond, den Tonkelaar uit Arnhem en van der Veer uit Almelo.
Zij hebben zich nergens wat van aangetrokken en hebben hun eigen recht gesproken tot zij werden teruggefloten door het gerechtshof of Hoge Raad.
Gelukkig waren een aantal rechtbanken verstandig en hebben de hulp ingeroepen van het E-Team uit Amsterdam. Dit Effectenlease Team bestaat uit een aantal rechters die zich alleen maar bezig houden met de Dexia zaken. In eerste instantie waren zij alleen bezig voor de rechtbank Amsterdam, maar later zijn zij ook uitgeleend aan een aantal andere rechtbanken zoals b.v. rechter Schoorl aan Tilburg, rechter van der Pol aan Alkmaar en rechter Voskens aan Rotterdam.
Uiteraard werden de uitgangspunten van de rechtbank Amsterdam ook gehanteerd door deze rechters in zaken die aanhangig waren gemaakt bij andere rechtbanken.
Zo ook de zaak van 26 augustus 2008 bij de sector Kanton Brielle van de rechtbank Rotterdam.
Het vonnis was conform de voorbeeld uitspraken en gezien de verhouding inkomen en leasesom kwam cat 3 uit de koker van de rechter.
Ondanks cat 3 toch een beter resultaat als de Duisenberg regeling.
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 082008.htm
Groeten,
Piet
Sommige rechtbanken worstelen al jaren met Dexia zaken zonder eigenlijk te weten wat ze hiermee aan moeten met als gevolg dat deze zaken jaren lang werden en worden aangehouden.
Dit , en zeer terecht, tot groot onbegrip van de gedupeerden.
Hier tegenover staat dat sommige rechters zoals onze vrienden Kluin uit de regio Roermond, den Tonkelaar uit Arnhem en van der Veer uit Almelo.
Zij hebben zich nergens wat van aangetrokken en hebben hun eigen recht gesproken tot zij werden teruggefloten door het gerechtshof of Hoge Raad.
Gelukkig waren een aantal rechtbanken verstandig en hebben de hulp ingeroepen van het E-Team uit Amsterdam. Dit Effectenlease Team bestaat uit een aantal rechters die zich alleen maar bezig houden met de Dexia zaken. In eerste instantie waren zij alleen bezig voor de rechtbank Amsterdam, maar later zijn zij ook uitgeleend aan een aantal andere rechtbanken zoals b.v. rechter Schoorl aan Tilburg, rechter van der Pol aan Alkmaar en rechter Voskens aan Rotterdam.
Uiteraard werden de uitgangspunten van de rechtbank Amsterdam ook gehanteerd door deze rechters in zaken die aanhangig waren gemaakt bij andere rechtbanken.
Zo ook de zaak van 26 augustus 2008 bij de sector Kanton Brielle van de rechtbank Rotterdam.
Het vonnis was conform de voorbeeld uitspraken en gezien de verhouding inkomen en leasesom kwam cat 3 uit de koker van de rechter.
Ondanks cat 3 toch een beter resultaat als de Duisenberg regeling.
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 082008.htm
Groeten,
Piet
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Op 12 maart heeft de rechtbank Zutphen eindelijk uitspraak gedaan in een al vele jaren lopende eegalease zaak.
Dexia heeft de gedupeerde gedagvaard in en periode toen Dexia nog dacht rechtszaken te kunnen winnen.
Daarna heeft Dexia haar uiterste best gedaan om deze, door hun zelf aangespannen, rechtszaak zo lang mogelijk te vertragen en keer op keer uitstel gevraagd.
Helaas ging de rechtbank hier ook elke keer in mee.
Zelfs op het verzoek van Dexia om de zaak op te schorten in verband met de komende uitspraak door de Hoge Raad.
Dat de Hoge Raad in de te vonnissen zaak niets zal zeggen over het eegalease argument werd maar even vergeten door Dexia en helaas ook door de rechtbank.
De gedupeerde was het niet eens met de schorsing en heeft diverse brieven geschreven aan de rechtbank.
Dit heeft resultaat gehad want na vele jaren wachten is er eergisteren, 12 maart 2009, uitspraak gedaan.
De vernietiging werd toegewezen en Dexia moet de inleg terugbetalen, inclusief de wettelijke rente.
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 032009.htm
Proficiat voor dit gezin.
Zeker omdat zij deze zaak zonder advocaat hebben gevoerd, het jarenlange dwarsliggen door Dexia hebben weerstaan en op juridische argumenten Dexia hebben verslagen.
Groeten,
Piet
Dexia heeft de gedupeerde gedagvaard in en periode toen Dexia nog dacht rechtszaken te kunnen winnen.
Daarna heeft Dexia haar uiterste best gedaan om deze, door hun zelf aangespannen, rechtszaak zo lang mogelijk te vertragen en keer op keer uitstel gevraagd.
Helaas ging de rechtbank hier ook elke keer in mee.
Zelfs op het verzoek van Dexia om de zaak op te schorten in verband met de komende uitspraak door de Hoge Raad.
Dat de Hoge Raad in de te vonnissen zaak niets zal zeggen over het eegalease argument werd maar even vergeten door Dexia en helaas ook door de rechtbank.
De gedupeerde was het niet eens met de schorsing en heeft diverse brieven geschreven aan de rechtbank.
Dit heeft resultaat gehad want na vele jaren wachten is er eergisteren, 12 maart 2009, uitspraak gedaan.
De vernietiging werd toegewezen en Dexia moet de inleg terugbetalen, inclusief de wettelijke rente.
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 032009.htm
Proficiat voor dit gezin.
Zeker omdat zij deze zaak zonder advocaat hebben gevoerd, het jarenlange dwarsliggen door Dexia hebben weerstaan en op juridische argumenten Dexia hebben verslagen.
Groeten,
Piet
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Heel goed gedaan en toont alweer de onbetrouwbare houding van die
Belgen, synomiem om alles te verkloten.
Elke advocatenkantoor is het er wel over eens wat een boevenbank het is. !.
Belgen, synomiem om alles te verkloten.
Elke advocatenkantoor is het er wel over eens wat een boevenbank het is. !.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Was 14 Maart nu echt de laatste bijdrage? Zijn er sinds mijn uitspraak nu echt geen nieuwe meer geweest? Dat kan ik me toch echt niet voorstellen.
Dames en Heren, Hoe goed of slecht uw uitspraak ook is geweest; Laat het weten. Slecht nieuws is altijd beter dan in afwachting zitten.
Mijn proces duurde ook maar 8 jaar sind het afsluiten van de contracten.
Dames en Heren, Hoe goed of slecht uw uitspraak ook is geweest; Laat het weten. Slecht nieuws is altijd beter dan in afwachting zitten.
Mijn proces duurde ook maar 8 jaar sind het afsluiten van de contracten.
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Op 10 februari 2010 heeft de rechtbank Den Bosch een uitspraak gedaan die afwijkend is van de voorbeelduitspraken van het gerechtshof Amsterdam.
Terecht dat de rechtbank Den Bosch de uitspraken door de Hoge Raad negeert en hiermee dus ook de belachelijke uitspraken door rechter Cortenraad van het Hof Amsterdam naar de prullenbak verwijst.
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BL6584
Groeten,
Piet
Terecht dat de rechtbank Den Bosch de uitspraken door de Hoge Raad negeert en hiermee dus ook de belachelijke uitspraken door rechter Cortenraad van het Hof Amsterdam naar de prullenbak verwijst.
2.3. De arresten van de Hoge Raad geven de rechtbank geen reden om terug te komen op de in het tussenvonnis van 20 augustus 2008 genomen beslissingen.
2.4. De Hoge Raad heeft in de arresten van 5 juni 2009 beslist dat bij de toepassing van de maatstaf van art. 6:101 BW fouten van de afnemer die uit lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht voortkomen in beginsel minder zwaar wegen dan fouten van de effecteninstelling. De Hoge Raad hanteert daarom als uitgangspunt dat de effecteninstelling 60% van de schade moet vergoeden en dat 40% voor eigen rekening van de afnemer moet blijven. De rechtbank verwerpt het standpunt van NBG, dat de rechtbank vanwege dat oordeel van de Hoge Raad moet terugkomen op haar beslissing dat NBG 90% van de schade moet vergoeden. De Hoge Raad heeft geen andere maatstaf gehanteerd dan de rechtbank. De Hoge Raad heeft slechts percentages genoemd bij wijze van algemeen uitgangspunt, waarvan in individuele zaken naar aanleiding van de omstandigheden van het geval kan worden afgeweken.
De uitspraak door de rechtbank Den Bosch is hier te lezen:2.25. De rechtbank sluit zich niet aan bij het oordeel van het Hof Amsterdam in zijn arresten van 1 december 2009 (onder meer r.o. 4.32 in LJN: BK4978), dat een verbintenis tot schadevergoeding pas opeisbaar wordt wanneer vast staat dat schade is geleden als gevolg van de niet-nakoming van de zorgplicht. Daarmee wijkt het hof af van de Parlementaire Geschiedenis (MvA II, blz. 475) en de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, dat een vordering tot schadevergoeding opeisbaar wordt op het moment waarop de schade wordt geleden dan wel geacht moet worden te zijn geleden.
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BL6584
Groeten,
Piet
Re: Uitspraken overige rechtbanken in Dexia zaken
Op 19 juli 2010 heeft de rechtbank Alkmaar locatie Hoorn een mooie uitspraak gedaan in een Dexia zaak. De gedupeerden hadden mr. Martijn Bonefaas van Van Diepen van der Kroef Advocaten als advocaat.
Het tussenvonnis van 30 juni 2008 is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 062008.htm
Het tweede tussenvonnis van 23 maart 2009 is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BH7058
Het derde tussenvonnis van 5 oktober 2009 is helaas niet gepubliceerd.
De Dexia gedupeerde heeft het Dexia aanbod getekend, maar de eega niet en ook niet de eerste twee aandelenlease contracten.
Het gaat om 3 contracten uit juni 1999, maart 2000 en januari 2001
De eerste 2 overeenkomsten zijn in januari 2006 vernietigd door de eega en voor de derde wordt vernietiging door dwaling en onrechtmatige daad geëist.
In het tweede tussenvonnis staat over het laatste o.a. :
Beiden hebben een aparte bankrekening
Dexia stelt dat de vernietiging is verjaard en dat het Dexia Aanbod is getekend.
De rechter:
Over de derde overeenkomst oordeelt de rechter als volgt en dit is opmerkelijk:
De einduitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 072010.htm
Groeten,
Piet
Het tussenvonnis van 30 juni 2008 is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 062008.htm
Het tweede tussenvonnis van 23 maart 2009 is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BH7058
Het derde tussenvonnis van 5 oktober 2009 is helaas niet gepubliceerd.
De Dexia gedupeerde heeft het Dexia aanbod getekend, maar de eega niet en ook niet de eerste twee aandelenlease contracten.
Het gaat om 3 contracten uit juni 1999, maart 2000 en januari 2001
De eerste 2 overeenkomsten zijn in januari 2006 vernietigd door de eega en voor de derde wordt vernietiging door dwaling en onrechtmatige daad geëist.
In het tweede tussenvonnis staat over het laatste o.a. :
Over de vernietiging en de verjaringLease-overeenkomst III
3.28. Ten aanzien van lease-overeenkomst III vordert [eisers] vernietiging danwel ontbinding op de gronden als hierboven kort weergegeven.
3.29. Dexia heeft ook ten aanzien van deze overeenkomst erop gewezen dat het beroep van [eiser] niet ontvankelijk is dan wel afgewezen moet worden nu door hem het Dexia Aanbod is aanvaard. De kantonrechter volgt Dexia op dit punt. Ten aanzien van [eiseres] geldt echter dat zij het Dexia Aanbod niet heeft mee getekend en zij derhalve de mogelijkheid heeft om in rechte deze overeenkomst voor te leggen
Beiden hebben een aparte bankrekening
Dexia stelt dat de vernietiging is verjaard en dat het Dexia Aanbod is getekend.
De rechter:
.2.7. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit deze verklaringen genoegzaam als vaststaand worden afgeleid dat [Y] niet door middel van raadpleging van bankafschriften op de hoogte is geraakt van bestaan van de onderwerpelijke leaseovereenkomsten, nu zij immers heeft verklaard niet de bankafschriften van de bankrekeningen waarmee [X] betalingen aan Dexia verrichtte heeft ingezien. Voorts blijkt uit de beide getuigenverklaringen dat [Y] naar aanleiding van een telefoontje met Dexia - dat gelet op hetgeen [X] heeft verklaard in het voorjaar van 2003 moet hebben plaatsgehad - op de hoogte is geraakt van de lease-overeenkomsten. Aldus moet worden geoordeeld dat het (bewijs)vermoeden dat [Y] meer dan driejaar vóór 26 januari 2006 kennis had van de lease-overeenkomsten, door [X] en [Y] is ontzenuwd.
2.8. Dat [X] heeft verklaard dat hij dacht dat hij op zijn initiatief [Y] heeft verteld van de lease-overeenkomsten, terwijl [Y] heeft verklaard dat het telefoontje met Dexia de aanleiding was om haar man te vragen naar de lease-overeenkomsten, maakt dit niet anders. Immers, [X] heeft verklaard op dit punt niet meer zeker te weten hoe het is gegaan. Verder stemmen de verklaringen van [X] en [Y] in zodanige mate met elkaar overeen en zijn zij zo gedetailleerd, dat de kantonrechter onvoldoende grond ziet om aan de geloofwaardigheid van die verklaringen te twijfelen
Over de derde overeenkomst oordeelt de rechter als volgt en dit is opmerkelijk:
2.12. Met betrekking tot lease-overeenkomst ïïl overweegt de kantonrechter als volgt. Hierboven bleek al dat de Dexia Aanbod Overeenkomst er wel aan in de weg staat dat [X] deze overeenkomst in rechte aantast, maar dat geldt niet voor [Y], nu zij immers niet aan de Dexia Aanbod Overeenkomst is gebonden.
2.18. Ten aanzien van de restschuld stelt de kantonrechter voorop dat uit lease-overeenkomst III voldoende duidelijk kenbaar was dat een geldlening werd verstrekt, dat het geleende geld werd belegd in effecten, dat [Y] over het geleende bedrag rente was verschuldigd en dat het geleende bedrag moest worden terugbetaald ongeacht de verkoopopbrengst van de effecten. Op de gronden zoals door de Hoge Raad en het Amsterdamse hof is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat hieruit volgt dat wat betreft de (na verrekening van voordeel resterende) schade bestaande uit restschuld ook in beginsel 1/3 deel daarvan vanwege eigen schuld voor rekening van [Y] behoort te blijven.
2.20. Dexia heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van het voorafgaande de vordering wat betreft lease-overeenkomst III tot een bedrag van € 8.269,45 toewijsbaar is (zie akte wijziging eis). In zoverre hebben partijen derhalve geen geschil (meer), zodat dit deel van het gevorderde aldus tot voormeld bedrag toewijsbaar is. Nu uit de stukken blijkende gegevens niet volgt dat de vordering op dit punt tot een hoger bedrag toewijsbaar is, zal het overige gevorderde worden afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
in conventie
I. verklaart voor recht dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten I en TI en de verlengingen daarvan van toepassing is en dat de lease-overeenkomsten I en lï en de verlengingen daarvan buitengerechtelijk zijn vernietigd;
II. veroordeelt Dexia in het kader van de lease-overeenkomsten I en II aan [Y] te betalen € 10,727,46, te venneerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 februari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. veroordeelt Dexia in het kader van de lease-overeenkomst III aan [Y] te betalen € 5.505,47, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 februari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [Y] gevallen, inclusief de kosten van het incident tot op heden begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht € 105,00
- voor explootkosten € 84,87
- voor salaris van gemachtigde € 1.950,00
totaal: € 2.139,87
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
in reconventie
VII. veroordeelt [Y] aan Dexia te betalen € 812,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 november 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
De einduitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 072010.htm
Groeten,
Piet