Het beding in het Dexia aanbod waarin afgezien wordt van het nemen van juridische stappen zou mogelijk in strijd kunnen zijn met de Europese Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, vanaf nu Europese Richtlijn genoemd. Eén van de overwegingen van de EU in deze is:
Met name het laatste is het geval in het Dexia aanbod, waarin moet worden afgezien van de juridische rechten.Overwegende dat, overeenkomstig het beginsel dat onder het hoofd "bescherming van de economische belangen van de consument" in deze twee programma's is vastgelegd, kopers van goederen of dienstenontvangers moeten worden beschermd tegen misbruik van de machtspositie van de verkoper respectievelijk de dienstverrichter, in het bijzonder tegen toetredingsovereenkomsten en de oneerlijke uitsluiting van rechten in overeenkomsten;
Artikel 3 van de Europese Richtlijn geeft de definitie van een oneerlijk beding.
Het beding af te zien van juridische stappen, stond in de overeenkomst. Dit beding is niet via onderhandeling tot stand gekomen. Bovendien is er sprake van dat de consument met dit beding benadeeld wordt, aangezien hem het recht wordt ontnomen juridische stappen te ondernemen. Hiermee wordt het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Hieruit kan worden opgemaakt dat alleen al op grond van de definitie het beding af te zien van juridische rechten oneerlijk is.1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2. Een beding wordt steeds geacht niet het voorwerp van afzonderlijke onderhandeling te zijn geweest wanneer het, met name in het kader van een toetredingsovereenkomst, van tevoren is opgesteld en de consument dientengevolge geen invloed op de inhoud ervan heeft kunnen hebben.
Het feit dat sommige onderdelen van een beding of een afzonderlijk beding het voorwerp zijn geweest van een afzonderlijke onderhandeling sluit de toepassing van dit artikel op de rest van een overeenkomst niet uit, indien de globale beoordeling leidt tot de conclusie dat het niettemin gaat om een toetredingsovereenkomst.
Wanneer de verkoper stelt dat een standaardbeding het voorwerp is geweest van afzonderlijke onderhandeling, dient hij dit te bewijzen.
3. De bijlage bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.
Artikel 6 van de Europese Richtlijn stelt dat een oneerlijk beding niet bindend is.
Nu is aangetoond dat het beding af te zien van juridische stappen oneerlijk is, geldt dat de genoemde bepaling niet langer bindend is. Hieruit volgt dat de consument naar mijn mening zonder contractbreuk te plegen wel degelijk juridische stappen mag ondernemen.1. De Lid-Staten bepalen dat oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument onder de in het nationale recht geldende voorwaarden de consument niet binden en dat de overeenkomst voor de partijen bindend blijft indien de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen kan voortbestaan.
...
Artikel 7 is hierin ook van belang. Hierin wordt bepaald dat de lidstaten het mogelijk moeten maken om een eind te maken aan het bestaan van een oneerlijk beding in een overeenkomst.
Oneerlijke bedingen uit de bijlage van de Europese richtlijn:1. De Lid-Staten zien erop toe dat er in het belang van de consumenten alsmede van de concurrerende verkopers, doeltreffende en geschikte middelen bestaan om een eind te maken aan het gebruik van oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen consumenten en verkopers.
2. De in lid 1 bedoelde middelen dienen wettelijke bepalingen te omvatten waarbij personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een legitiem belang hebben bij de bescherming van de consument, overeenkomstig het nationale recht een beroep kunnen doen op de rechtbanken of de bevoegde administratieve instanties om te oordelen of contractuele bedingen die zijn opgesteld met het oog op een algemeen gebruik, oneerlijk zijn, en de passende en doeltreffende middelen aan te wenden om een eind te maken aan het gebruik van deze bedingen.
3. Met inachtneming van de nationale wetgeving kunnen de in lid 2 vermelde beroepen, afzonderlijk of gezamenlijk, worden ingesteld tegen verschillende verkopers in dezelfde economische sector of hun verenigingen die gebruik maken dan wel het gebruik aanbevelen van dezelfde of gelijksoortige algemene contractuele bedingen.
De punten b en q wijzen erop dat in geen geval de (wettelijke) rechten van de consument met betrekking tot de overeenkomst mogen worden belemmerd of beperkt. Dit is wel het geval bij het Dexia aanbod. Daar dient de consument af te zien van zijn juridische rechten, en wordt hiermee belemmerd in het indienen van een rechtsvordering. Hieruit volgt eens te meer dat het beding af te zien van de juridische rechten oneerlijk is....
b) de wettelijke rechten van de consument ten aanzien van de verkoper of een andere partij in geval van volledige of gedeeltelijke wanprestatie of van gebrekkige uitvoering door de verkoper van een van diens contractuele verplichtingen, met inbegrip van de mogelijkheid om een schuld jegens de verkoper te compenseren met een schuldvordering jegens deze, op ongepaste wijze uit te sluiten of te beperken;
...
q) het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument te beletten of te belemmeren, met name door de consument te verplichten zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden, door de bewijsmiddelen waarop de consument een beroep kan doen op ongeoorloofde wijze te beperken of hem een bewijslast op te leggen die volgens het geldende recht normaliter op een andere partij bij de overeenkomst rust.
...
De Europese Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen heeft betrekking op alle bedingen in overeenkomsten. De Nederlandse wetgeving is slechts gericht op de algemene voorwaarden. Op grond daarvan kan gesteld worden dat de Europese Richtlijn niet op juiste wijze is geïmplementeerd. Bovendien moeten bepalingen aangaande consumentenbescherming nauwkeurig bij wet geformuleerd zijn. De Europese Richtlijn dient te gelden voor overeenkomsten die na 31 december 1994 zijn aangegaan. Nu is gebleken dat de Europese Richtlijn niet voldoende was geïmplementeerd ten tijde van het aangaan van het Dexia aanbod, kan geconcludeerd worden dat de Nederlandse wetgeving in deze verouderd is. Als gevolg daarvan is het van belang dat inzake het Dexia aanbod de Europese Richtlijn gevolgd wordt.
Voor meer uitgebreide informatie: zie ook het artikel Nogmaals de richtlijn oneerlijke bedingen: Nederland veroordeeld wegens gebrekkige implementatie door J.M. Smits. (Verschenen in WPNR 6461 (2001), p. 853-855).
Met vriendelijke groeten,
Job68