LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Huurkoop;contract vernietigd
Huurkoop;contract vernietigd
Zie nieuwe uitspraak 9/12/4 huurkoop Leeuwarden.
Ontbinding contract.
Laat Dexia maar meelezen toch
Jos Maandag
Ontbinding contract.
Laat Dexia maar meelezen toch
Jos Maandag
Re: Huurkoop;contract vernietigd
LJN: AR7263,Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 148696 /CV EXPL 04-2587 Printbare versie
Datum uitspraak: 07-12-2004
Datum publicatie: 09-12-2004
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Dexia-zaak: wegens het ontbreken van toestemming van de echtgenote van gedaagde voor het aangaan van overeenkomst en het feit dat vervolgens de buitengerechtelijke vernietiging van deze overeenkomst door de echtgenote van gedaagde is ingeroepen, heeft gedaagde geen betalingsverplichting meer jegens Dexia.
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden
Sector Kanton
Locatie Leeuwarden
VONNIS
148696 /CV EXPL 04-2587
Uitspraak: 7 december 2004
in de zaak van
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Kroes & Flikkema Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[x],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: [y], [adres] [woonplaats].
OVERWEGINGEN
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft eisende partij, hierna te noemen Dexia, gevorderd om gedaagde partij, hierna te noemen [x], te veroordelen tot betaling van € 2.116,82 met rente en kosten.
Dexia heeft daarbij vijf producties in het geding gebracht.
[x] heeft bij antwoord, onder overlegging van zeven producties, de vordering betwist.
Na repliek (met 16 producties) en dupliek (met een productie) is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
De feiten
2. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.
2.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchere N.V., gevestigd te Amsterdam, eveneens handelend onder de handelsnaam Legio, en op haar beurt rechtsopvolgster van Legio Lease B.V..
2.2. Dexia en [x] hebben op 17 juli 1997 een overeenkomst gesloten ten behoeve van het product WinstVerdubbelaar onder contractnummer 73046842 (hierna te noemen de overeenkomst).
Deze overeenkomst is als volgt tot stand gekomen: Dexia heeft via een mailing [x] een brochure en een aanvraagformulier toegezonden. Het aanvraagformulier is door [x] ingevuld en ondertekend en aan Dexia geretourneerd. Vervolgens heeft Dexia de overeenkomst en de fiscale opinie aan [x] toegestuurd. De overeenkomst is door [x] ondertekend en aan Dexia teruggestuurd.
2.3. In de overeenkomst staat onder meer vermeld:
"1. Lessee least van Legio-Lease, gelijk deze aan lessee verleast, de hierna te noemen aandelen/effecten, verder ook te noemen de "waarden"
...
aankoopbedragen totaal € 13.035,30
totaal te betalen rente .... € 9.059,40
totaal overeengekomen leasesom € 22.094,70.
2. Deze leaseovereenkomst wordt aangegaan voor een ononderbroken periode van 60 maanden, te rekenen vanaf de aankoopdag van de waarden.
3. De leasesom bedraagt:
a. Het totaal van 60 gelijke maandtermijnen van zegge: ƒ 150,99
...
De eerste maandtermijn dient te worden voldaan op of omstreeks de 1e van de maand volgend op de aankoopdag van de waarden en daarna telkens op of omstreeks de 1e dag van de daaropvolgende maand.
b. Een bedrag van ƒ 100,-; ..., op of omstreeks de 59e maand.
c. Aan het einde van de overeenkomst het restant van: zegge ƒ 12.935,30.
...
Dit restant wordt in principe verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.
..
5. Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden.
6. Indien de totale beurswaarde van de waarden (berekend tegen de slotkoersen op de laatste beursdag van de lease-overeenkomst) hoger is dan de bovenvermelde aankoopbedragen van de waarden en lessee aan al zijn verplichtingen uit deze lease-overeenkomst heeft voldaan, heeft lessee recht op betaling van het verschil tussen de aankoop- en verkoopwaarde (de extra uitbetaling). De door lessee verschuldigde premie voor deze extra uitbetaling is gelijk aan 75% van het gedurende de looptijd van deze lease-overeenkomst ontvangen bruto kontante dividend op de waarden. Legio-Lease is gerechtigd om de premie te verrekenen met de hiervoor bedoelde dividenden. Legio-Lease zal bij een keuzedividend uitsluitend kiezen voor betaling in contanten.
...".
2.4. De op de overeenkomst van toepassing zijnde Bijzondere Voorwaarden vermelden onder meer:
"3. Alle baten en waardeveranderingen van de waarden komen aan lessee toe.Legio-Lease zal, behoudens voor zover in de overeenkomst anders is bepaald, de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan lessee doen toekomen, zulks onder aftrek van wettelijk verplichte inhoudingen. ...".
...
11. Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zal Legio-Lease de waarden leveren aan lessee, tenzij lessee alsdan meedeelt de voorkeur te geven aan de verkoop van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio-Lease aan lessee worden uitbetaald. Verkoop vindt plaats op de eerste beursdag na opdracht daartoe.".
2.5. [x] heeft tijdens de looptijd van de overeenkomst de verschuldigde bedragen tijdig aan Dexia voldaan.
2.6. [x] heeft bij brief van 25 juni 2002 aan Dexia meegedeeld dat hij de overeenkomst per 17 juli 2002 wenste te beëindigen. Hij heeft daarbij verzocht om de opbrengst, na verrekening van de restant hoofdsom, op zijn bankrekening te storten. [x] heeft deze brief afgesloten met de vermelding "onder protest en onder voorbehoud van alle rechten.".
2.7. Dexia heeft, na het verstrijken van de overeengekomen looptijd, [x] een eindafrekening gezonden voor een totaalbedrag van € 1.609,05.
2.8. De echtgenote van [x], R. [x]-[z], heeft bij brief van 5 juni 2003 de vernietigbaarheid van de gesloten overeenkomst ingeroepen wegens het ontbreken van haar toestemming.
Het standpunt van Dexia
3.1. Dexia vordert betaling van voormeld bedrag ad € 1.609,05, contractuele rente ad 1,16% per maand en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.1. Dexia heeft zich op het standpunt gesteld dat artikel 1: 88 BW niet op de effectenlease-overeenkomst die [x] heeft gesloten van toepassing is. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat artikel 1: 88 onder d BW overeenkomsten van koop op afbetaling aan de toestemming van de partner van de contractant onderwerpt. Koop op afbetaling is een overeenkomst die wordt aangegaan met betrekking tot een zaak niet met betrekking tot vermogensrechten. Artikel 7A: 1576 lid 5 BW bevat een uitbreiding van de werkingssfeer van de bepalingen die op koop op afbetaling van toepassing zijn. Die uitbreiding is beperkt tot de vijfde titel van boek 7A BW. Atikel 1: 88 BW is niet uitgebreid tot afbetalingstransacties met betrekking tot vermogensrechten.
Strikte toepassing van artikel 1: 88 BW leidt er toe dat voor overeenkomsten van effectenlease geen toestemmingsvereiste geldt.
3.2.2. Voor het geval artikel 1: 88 BW wel van toepassing is, heeft Dexia het ontbreken van de toestemming door de echtgenote van [x] betwist en heeft zij bewijs daarvan aangeboden door het horen van de echtgenote van [x] (en eventuele andere gezinsleden).
Voorts heeft Dexia aangevoerd dat de echtgenote van [x] zich niet binnen de verjaringstermijn van drie jaar op de vernietiging heeft beroepen. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat - uitgaande van een normale gezinssituatie - de echtgenote van [x] vanaf het begin van de looptijd op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van de overeenkomst.
3.3. Voorts heeft Dexia aangevoerd dat effectenlease geen koop op afbetaling is, aangezien niet is voldaan aan de vereisten van aflevering van de aandelen en het verschuldigd zijn van twee of meer termijnen van de koopsom na de aflevering. Bovendien is de strekking van de overeenkomst niet dat de aandelen na betaling van de laatste termijn aan de koper in eigendom worden overgedragen, maar is uitgangspunt dat de effecten worden verkocht aan een derde waarbij slechts het verschil tussen de koop- en verkoopprijs met de cliënt wordt afgerekend.
3.4. Ten aanzien van de zorgplicht heeft Dexia (primair) uitvoerig betoogd dat artikel 28 lid 1 NR 99 bij een overeenkomst als de onderhavige geen plicht tot het inwinnen van informatie meebracht, omdat zij bij de uitvoering van de effectendiensten geen enkele vrijheid had: zij moest uitsluitend het geleaste mandje effecten aankopen. Subsidiair heeft Dexia - eveneens uitvoerig - aangevoerd dat aan artikel 28 lid 1 NR 99 een zodanige interpretatie dient te worden gegeven dat die bepaling niet langer een voldoende basis in de wet heeft.
3.5. Dexia betwist dat [x] bij het aangaan van de overeenkomst gedwaald zou hebben omtrent de aard en de werking van het effectenleaseproduct WinstVerdubbelaar. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat [x] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst beschikte over de overeenkomst, de Bijzondere Voorwaarden, de brochure en de fiscale opinie. Uit de overeenkomst had [x] duidelijk moeten zijn dat het aankoopbedrag van ƒ 22.094,70 daadwerkelijk aan Dexia voldaan moest worden. Ook in de fiscale opinie staat dat er sprake is van een 5-jarige lening. Bovendien wordt in de overeenkomst en in de brochure gesproken over rente en aflossing. [x] had uit deze bewoordingen kunnen en moeten begrijpen dat het bij de door hem gesloten overeenkomst om beleggen met geleend geld ging.
Nu het een feit van algemene bekendheid is dat beurskoersen kunnen dalen, moet het er voor worden gehouden dat [x] zelf had kunnen begrijpen dat de omstandigheden zo zouden kunnen uitpakken dat de verkoopopbrengst van de aandelen niet toereikend zou zijn om de lening te kunnen aflossen.
3.6. Tenslotte heeft Dexia aangevoerd dat zij de stelling van [x] dat zijn individuele afhandeling mede als onderdeel moet worden beschouwd van het geschil Dexia-Aegon niet kan volgen. Ten aanzien van de procedure tussen de Stichting Leaseverlies en Dexia heeft Dexia aangevoerd dat die procedure strekt tot het verkrijgen van een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. Aan een in die procedure te wijzen vonnis kan [x] geen enkel recht ontlenen.
Het standpunt van [x]
4.1. [x] heeft ten verwere aangevoerd dat het hem niet duidelijk was (en is) dat hij een geldlening had afgesloten met alle risico's van dien.
4.2 Voorts heeft [x] aangevoerd dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden door zijn kredietwaardigheid niet na te gaan. Op basis van zijn inkomen kon [x] nooit een dergelijke som geld lenen.
4.3. Daarnaast heeft [x] aangevoerd dat zijn echtgenote op grond van artikel 1: 88 BW de overeenkomst mee had moeten ondertekenen. [x] heeft er op gewezen dat zijn echtgenote de vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen bij brief van 5 juni 2003. Zijn echtgenote is pas in 2001 op de hoogte gesteld van de door [x] aangegane overeenkomst. Derhalve heeft zij binnen de verjaringstermijn van 3 jaar de vernietiging ingeroepen.
4.4. Tenslotte heeft [x] aangevoerd dat hij door middel van de Stichting Leaseverlies partij is in de procedure bij de rechtbank te Amsterdam. Daarnaast moet zijn individuele afhandeling mede als onderdeel worden beschouwd van het geschil tussen Dexia en Aegon. Dexia heeft Aegon (mede) aansprakelijk gesteld voor de schade die Dexia bij verdere procedures zou kunnen oplopen. Indien er een financiële regeling tussen Dexia en Aegon wordt getroffen, heeft dit indirect gevolgen voor de overeenkomst tussen Dexia en [x].
[x] heeft verzocht de onderhavige procedure op te schorten.
De beoordeling van het geschil
5.1. [x] heeft verzocht de procedure aan te houden in verband met de procedure tussen Dexia en Aegon en de procedure van de Stichting Leaseverlies tegen Dexia.
De kantonrechter ziet geen aanleiding dit verzoek te honoreren. De stelling dat een financiële regeling tussen Dexia en Aegon gevolgen kan hebben voor [x], heeft [x] onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. De kantonrechter acht ook niet aannemelijk dat een regeling met betrekking tot de verdeling van de schade gevolgen zal hebben voor de omvang van de schade. Met betrekking tot de procedure van de Stichting Leaseverlies, overweegt de kantonrechter dat de door de Stichting Leaseverlies tegen Dexia ingestelde vordering een groepsactie uit onrechtmatige daad betreft, strekkende tot het verkrijgen van een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. Dit zou kunnen leiden tot een schadevergoedingsactie van de zijde van de deelnemers van de Stichting Leaseverlies. Het betekent echter niet dat [x] niet gehouden zou kunnen worden aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten overeenkomst.
5.2. Het verweer van [x] dat hem niet duidelijk was dat hij een geldlening had afgesloten met alle risico's van dien, zal worden verworpen.
De kantonrechter overweegt daartoe dat in de brochure staat vermeld (bladzijde 3): "Als de koers na 5 jaar lager is dan de aankoopkoers, is de verkoopopbrengst minder dan de nog af te lossen hoofdsom. U hoeft uw aandelen dan niet met verlies te verkopen, maar kunt bijvoorbeeld uw leasecontract in afwachting van betere tijden verlengen." Daarnaast staat op bladzijde 6 onder het kopje rente vermeld "Tijdens de looptijd van uw leasecontract lost u niets af. U betaalt alleen rente; deze bedraagt 1,16% per maand (14,8% per jaar effectief) en is geheel fiscaal aftrekbaar.".
Daarnaast staat in de overeenkomst vermeld dat de totale leasesom ƒ 22.094,70 bedraagt, inclusief een bedrag van ƒ 9.059,40 aan rente. Dit bedrag diende te worden betaald in 60 termijnen van ƒ 150,99, één termijn van ƒ 100,-- en een slottermijn van
ƒ 12.935,30. Voorts staat in de overeenkomst vermeld "Indien de totale beurswaarde van de waarden (berekend tegen de slotkoersen op de laatste beursdag van de lease-overeenkomst) hoger is dan de bovenvermelde aankoopbedragen van de waarden en de lessee aan al zijn verplichtingen uit deze lease-overeenkomst heeft voldaan, heeft lessee recht op betaling van het verschil tussen de aankoop- en verkoopwaarde (de extra uitbetaling).
Tenslotte staat in de fiscale opinie dat op naam en voor rekening en risico van de deelnemers een pakket aandelen en callopties wordt gekocht door Legio-Lease en dat de daarmee gemoeide investering plaatsvindt in de vorm van een 5-jarige geldlening.
Op basis van die - voor het ondertekenen van de overeenkomst ontvangen - informatie moet het voor [x] voldoende duidelijk zijn geweest dat hij een geldlening afsloot met alle risico's van dien. Het bedrag waarvoor in effecten werd geïnvesteerd, de aard van die effecten en de duur van de investering waren immers voor [x] op voorhand volledig kenbaar.
5.3.1. Het meest verstrekkende verweer is het beroep op het ontbreken van de toestemming van de echtgenote van [x] als bedoeld in artikel 1: 88 BW.
Beantwoording van die vraag is mede afhankelijk van de vraag of de WinstVerdubbelaar is aan te merken als een huurkoopovereenkomst.
5.3.2. De kantonrechter is van oordeel dat deze laatste vraag bevestigend dient te worden beantwoord en dat de overeenkomst voldoet aan de wettelijke definitie van huurkoop in art.7A:1576h juncto 1576 BW.
De overeenkomst betreft, naar de kantonrechter begrijpt, lease van aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (Wge). Dergelijke aandelen zijn vermogensrechten in de zin van artikel 3:6 BW. Uit de artikelen 7:47 en 7A:1576 lid 5 BW volgt dat huurkoop betrekking kan hebben op vermogensrechten. Het verweer van Dexia dat de overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is omdat deze geen lease van zaken, maar van vermogensrechten betreft, wordt derhalve verworpen.
Anders dan Dexia betoogt, voldoet de overeenkomst aan de essentialia van de huurkoopovereenkomst, althans heeft de overeenkomst dezelfde strekking, zodat zij - op de voet van artikel 7A:1576h leden 2 en 3 BW - als huurkoop dient te worden aangemerkt.
Dexia heeft zich verbonden de aandelen in eigendom over te dragen onder de opschortende voorwaarde van algehele betaling van de prijs.
Dit blijkt in de eerste plaats uit artikel 5 van de overeenkomst: "Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden.".
Ook in artikel 11 van de Bijzondere Voorwaarden is expliciet opgenomen dat uitgangspunt is dat de lessee de eigendom van de waarden wordt overgedragen nadat lessee heeft voldaan aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Dat lessee er de voorkeur aan kan geven dat de aandelen kunnen worden verkocht, doet aan het voorgaande niet af.
Voor de vraag of er al dan niet sprake is van een huurkoopovereenkomst is, anders dan Dexia meent, de tekst van de overeenkomst doorslaggevend, niet de (vermeende) strekking daarvan. Dit zou immers betekenen dat de aard van de overeenkomst afhankelijk zou zijn de (oorspronkelijke) bedoeling van de individuele cliënt bij het aangaan van de overeenkomst.
Door voldoening aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst wordt [x], zoals volgt uit artikel 5 van de overeenkomst van rechtswege eigenaar van de aandelen. Daarmee verkrijgt hij de voor verkoop (en levering) nodige beschikkingsbevoegdheid.
Dexia heeft zich verder verbonden de aandelen op een zodanig tijdstip aan gedaagde af te leveren dat daarna (nog) twee of meer termijnen verschijnen.
Onder aflevering dient, zoals blijkt uit artikel 7A:1576l lid 1 BW, te worden verstaan: verschaffing van de macht over het vermogensrecht. Dit betekent voor aandelen als de onderhavige: verschaffing van het genot daarvan, zoals is bepaald in artikel 7A:1576m lid 1 BW.
Dat Dexia zich heeft verbonden aan gedaagde het genot van de aandelen te verschaffen, blijkt uit de eerste volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat alle baten van de aandelen gedaagde toekomen, en uit de tweede volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat Dexia de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan gedaagde zal doen toekomen. Een en ander stemt overeen met het bepaalde in artikel 7A:1576n leden 1 en 2 BW. Gesteld noch gebleken is dat Dexia tot de onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht op enigerlei wijze het genot van de aandelen heeft behouden.
Het tijdstip van aflevering is, naar moet worden aangenomen, het tijdstip van de hiervoor bedoelde eigendomsoverdracht onder opschortende voorwaarde.
Gedaagde ten slotte heeft zich verbonden de prijs te betalen in termijnen, waarvan (nog) twee of meer verschijnen nadat de aandelen aan hem zijn afgeleverd. Dit blijkt uit artikel 3 van de overeenkomst:
"3. De leasesom bedraagt:
a. Het totaal van 60 gelijke maandtermijnen van zegge: ƒ 150,99
...
De eerste maandtermijn dient te worden voldaan op of omstreeks de 1e van de maand volgend op de aankoopdag van de waarden en daarna telkens op of omstreeks de 1e dag van de daaropvolgende maand.
b. Een bedrag van ƒ 100,-; ..., op of omstreeks de 59e maand.
c. Aan het einde van de overeenkomst het restant van: zegge ƒ 12.935,30.
...
Dit restant wordt in principe verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.".
Ook indien, zoals Dexia aanvoert, de 60 maandtermijnen rente betreffen, dienen deze termijnen te worden aangemerkt als termijnen van de koopprijs als bedoeld in artikel 7A:1576 lid 1 BW. Het gaat om de prijs van de lening die gedaagde is aangegaan om de aandelen te kunnen kopen, en daarmee, althans in economisch opzicht, om een onderdeel van de prijs van de aandelen. Het verweer van Dexia dat het bedrag van
ƒ 100,-- op het geheel van de koopprijs van ondergeschikt belang is en zo weinig betekenend dat de effectenlease-overeenkomst daarmee niet het afbetalingskarakter krijgt dat door artikel 7A: 1576 BW wordt verondersteld, laat zich niet verenigen met de tekst aan de voet van de door haar als productie bij de dagvaarding in het geding gebrachte eindafrekening ("De hoofdsom is het bedrag waarvoor de aandelen voor uw contract zijn aangekocht. In verband met artikel 1576 van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek deelt Legio deze hoofdsom in tweeën: in een "restant hoofdsom" en een "eerste aflossingstermijn" van € 45,38") en wordt daarom verworpen.
5.3.3. Is artikel 1:88 lid 1 onder d. BW op de onderhavige effectenlease-overeenkomst van toepassing?
Het geschil tussen partijen draait hier om de betekenis van het begrip zaak in dat artikel en de reikwijdte van artikel 7A:1576 lid 5 BW, zulks mede in het licht van de veranderde betekenis van het begrip zaak (stoffelijk object) na de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek in 1992 (daarvoor mede omvattende de vermogensrechten). Anders dan Dexia betoogt dient ter beantwoording van deze discussie geen doorslaggevende betekenis te worden gehecht aan de letterlijke tekst van artikel 1:88 BW, waarin het woord vermogensrechten niet voorkomt.
In de wetsgeschiedenis is immers niet uitdrukkelijk gebleken dat de wetgever heeft beoogd de koop op afbetaling van vermogensrechten van de beschermingsgedachte van artikel 1:88 lid 1 onder d BW uit te zonderen.
De huidige tekst van het artikel, waarin het begrip zaak strikt genomen een beperktere betekenis heeft dan in artikel 7A: 1576 lid 5 BW, is tot stand gekomen in het kader van de aanpassing van Boek 1 BW aan het nieuwe vermogensrecht. Uit de parlementaire geschiedenis op artikel 7A:1576 BW blijkt dat de wetgever geen materiële wijziging van de wettelijke regeling van de koop op afbetaling die vóór de invoering van het Nieuw BW evenzeer betrekking kon hebben op vermogensrechten beoogde en dat de minister in het kader van de behandeling van artikel 1:88 BW verwees naar de destijds nog van kracht zijnde tekst van artikel 1576oud BW, waarin de term "zaak" ook vermogensrechten omvatte. In de gedachtegang van Dexia zou derhalve stilzwijgend een beperking van de beschermingsgedachte van artikel 1:88 BW in het wettelijke systeem zijn ingeslopen. Niet aannemelijk is dat een dergelijke materiële wijziging gelet op de beschermingsfunctie van het toestemmingsvereiste zonder uitdrukkelijke motivering in de wet zou zijn vastgelegd. Nu deze wijziging ontbreekt moet worden aangenomen dat het geldende artikel 1:88 lid 1 sub d BW verwijst naar de gehele wettelijke regeling van de koop op afbetaling, zoals neergelegd in artikel 7A:1576 BW, dus met inbegrip van het bepaalde in artikel 7A:1576 lid 5 BW.
Dientengevolge moet ervan worden uitgegaan dat indien een gehuwde persoon dan wel een partner in een geregistreerd partnerschap een effectenlease-overeenkomst afsluit, hij/zij daarvoor de toestemming van de andere echtgenoot of geregistreerd partner nodig heeft, indien deze overeenkomst voldoet aan de criteria van een overeenkomst van koop op afbetaling, volgens de kenmerken omschreven in artikel 7A:1576 BW.
5.3.4. In het onderhavige geval is van de vereiste toestemming niet gebleken. Dexia heeft bewijs aan geboden van haar stelling dat de echtgenote van [x] haar toestemming wel heeft gegeven (door het in deze procedure doen horen van [x] en zijn echtgenote), maar aan dat bewijsaanbod wordt voorbijgegaan. Daargelaten dat Dexia haar stelling dienaangaande naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd onderbouwd heeft, zodat aan bewijslevering niet kan worden toegekomen, vergt artikel 1: 88 lid 3 BW dat de toestemming schriftelijk had moeten zijn gegeven.
Hetzelfde geldt voor de door Dexia ingeroepen verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat uitgaande van een normale gezinssituatie niet vol te houden is dat de echtgenote van [x] niet vanaf het begin van de looptijd van de overeenkomst van het bestaan hiervan op de hoogte was. Deze stelling gaat echter volledig voorbij aan de ratio van de regeling van artikel 1: 88 BW, namelijk het beschermen van de echtgenoten tegen elkaar tegen het verrichten van rechtshandelingen die gezien het voorwerp van de rechtshandeling of de aard daarvan benadelend zijn of een groot financieel risico meebrengen. Dexia heeft echter geen concrete feiten aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat in dit concrete geval de echtgenote reeds eerder van het bestaan van de overeenkomst op de hoogte was. Nu Dexia ook te dier zake niet aan haar stelplicht heeft voldaan, zal het bewijsaanbod worden gepasseerd.
5.3.5. Als onbetwist staat vast dat de echtgenote van [x] (R. [x]-[z]) bij buitengerechtelijke verklaring van 5 juni 2003 de overeenkomst heeft vernietigd. Tevens staat als onbetwist vast dat Dexia niet heeft gereageerd op die buitengerechtelijke verklaring.
Aangezien de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht, heeft dit voor de onderhavige procedure tot gevolg dat de vordering van Dexia dient te worden afgewezen.
5.4. Gelet op het bovenstaande behoeft de vraag of de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer van toepassing is en of Dexia de daaruit vloeiende zorgplicht heeft geschonden, geen bespreking meer.
5.5. Dexia zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering van Dexia af;
veroordeelt Dexia in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [x] begroot op € 270,-- wegens salaris.
Aldus gewezen door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.
http://zoeken.rechtspraak.nl/zoeken/dtl ... ljn=AR7263
Datum uitspraak: 07-12-2004
Datum publicatie: 09-12-2004
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Dexia-zaak: wegens het ontbreken van toestemming van de echtgenote van gedaagde voor het aangaan van overeenkomst en het feit dat vervolgens de buitengerechtelijke vernietiging van deze overeenkomst door de echtgenote van gedaagde is ingeroepen, heeft gedaagde geen betalingsverplichting meer jegens Dexia.
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden
Sector Kanton
Locatie Leeuwarden
VONNIS
148696 /CV EXPL 04-2587
Uitspraak: 7 december 2004
in de zaak van
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Kroes & Flikkema Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[x],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: [y], [adres] [woonplaats].
OVERWEGINGEN
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft eisende partij, hierna te noemen Dexia, gevorderd om gedaagde partij, hierna te noemen [x], te veroordelen tot betaling van € 2.116,82 met rente en kosten.
Dexia heeft daarbij vijf producties in het geding gebracht.
[x] heeft bij antwoord, onder overlegging van zeven producties, de vordering betwist.
Na repliek (met 16 producties) en dupliek (met een productie) is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
De feiten
2. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.
2.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchere N.V., gevestigd te Amsterdam, eveneens handelend onder de handelsnaam Legio, en op haar beurt rechtsopvolgster van Legio Lease B.V..
2.2. Dexia en [x] hebben op 17 juli 1997 een overeenkomst gesloten ten behoeve van het product WinstVerdubbelaar onder contractnummer 73046842 (hierna te noemen de overeenkomst).
Deze overeenkomst is als volgt tot stand gekomen: Dexia heeft via een mailing [x] een brochure en een aanvraagformulier toegezonden. Het aanvraagformulier is door [x] ingevuld en ondertekend en aan Dexia geretourneerd. Vervolgens heeft Dexia de overeenkomst en de fiscale opinie aan [x] toegestuurd. De overeenkomst is door [x] ondertekend en aan Dexia teruggestuurd.
2.3. In de overeenkomst staat onder meer vermeld:
"1. Lessee least van Legio-Lease, gelijk deze aan lessee verleast, de hierna te noemen aandelen/effecten, verder ook te noemen de "waarden"
...
aankoopbedragen totaal € 13.035,30
totaal te betalen rente .... € 9.059,40
totaal overeengekomen leasesom € 22.094,70.
2. Deze leaseovereenkomst wordt aangegaan voor een ononderbroken periode van 60 maanden, te rekenen vanaf de aankoopdag van de waarden.
3. De leasesom bedraagt:
a. Het totaal van 60 gelijke maandtermijnen van zegge: ƒ 150,99
...
De eerste maandtermijn dient te worden voldaan op of omstreeks de 1e van de maand volgend op de aankoopdag van de waarden en daarna telkens op of omstreeks de 1e dag van de daaropvolgende maand.
b. Een bedrag van ƒ 100,-; ..., op of omstreeks de 59e maand.
c. Aan het einde van de overeenkomst het restant van: zegge ƒ 12.935,30.
...
Dit restant wordt in principe verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.
..
5. Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden.
6. Indien de totale beurswaarde van de waarden (berekend tegen de slotkoersen op de laatste beursdag van de lease-overeenkomst) hoger is dan de bovenvermelde aankoopbedragen van de waarden en lessee aan al zijn verplichtingen uit deze lease-overeenkomst heeft voldaan, heeft lessee recht op betaling van het verschil tussen de aankoop- en verkoopwaarde (de extra uitbetaling). De door lessee verschuldigde premie voor deze extra uitbetaling is gelijk aan 75% van het gedurende de looptijd van deze lease-overeenkomst ontvangen bruto kontante dividend op de waarden. Legio-Lease is gerechtigd om de premie te verrekenen met de hiervoor bedoelde dividenden. Legio-Lease zal bij een keuzedividend uitsluitend kiezen voor betaling in contanten.
...".
2.4. De op de overeenkomst van toepassing zijnde Bijzondere Voorwaarden vermelden onder meer:
"3. Alle baten en waardeveranderingen van de waarden komen aan lessee toe.Legio-Lease zal, behoudens voor zover in de overeenkomst anders is bepaald, de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan lessee doen toekomen, zulks onder aftrek van wettelijk verplichte inhoudingen. ...".
...
11. Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zal Legio-Lease de waarden leveren aan lessee, tenzij lessee alsdan meedeelt de voorkeur te geven aan de verkoop van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio-Lease aan lessee worden uitbetaald. Verkoop vindt plaats op de eerste beursdag na opdracht daartoe.".
2.5. [x] heeft tijdens de looptijd van de overeenkomst de verschuldigde bedragen tijdig aan Dexia voldaan.
2.6. [x] heeft bij brief van 25 juni 2002 aan Dexia meegedeeld dat hij de overeenkomst per 17 juli 2002 wenste te beëindigen. Hij heeft daarbij verzocht om de opbrengst, na verrekening van de restant hoofdsom, op zijn bankrekening te storten. [x] heeft deze brief afgesloten met de vermelding "onder protest en onder voorbehoud van alle rechten.".
2.7. Dexia heeft, na het verstrijken van de overeengekomen looptijd, [x] een eindafrekening gezonden voor een totaalbedrag van € 1.609,05.
2.8. De echtgenote van [x], R. [x]-[z], heeft bij brief van 5 juni 2003 de vernietigbaarheid van de gesloten overeenkomst ingeroepen wegens het ontbreken van haar toestemming.
Het standpunt van Dexia
3.1. Dexia vordert betaling van voormeld bedrag ad € 1.609,05, contractuele rente ad 1,16% per maand en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.1. Dexia heeft zich op het standpunt gesteld dat artikel 1: 88 BW niet op de effectenlease-overeenkomst die [x] heeft gesloten van toepassing is. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat artikel 1: 88 onder d BW overeenkomsten van koop op afbetaling aan de toestemming van de partner van de contractant onderwerpt. Koop op afbetaling is een overeenkomst die wordt aangegaan met betrekking tot een zaak niet met betrekking tot vermogensrechten. Artikel 7A: 1576 lid 5 BW bevat een uitbreiding van de werkingssfeer van de bepalingen die op koop op afbetaling van toepassing zijn. Die uitbreiding is beperkt tot de vijfde titel van boek 7A BW. Atikel 1: 88 BW is niet uitgebreid tot afbetalingstransacties met betrekking tot vermogensrechten.
Strikte toepassing van artikel 1: 88 BW leidt er toe dat voor overeenkomsten van effectenlease geen toestemmingsvereiste geldt.
3.2.2. Voor het geval artikel 1: 88 BW wel van toepassing is, heeft Dexia het ontbreken van de toestemming door de echtgenote van [x] betwist en heeft zij bewijs daarvan aangeboden door het horen van de echtgenote van [x] (en eventuele andere gezinsleden).
Voorts heeft Dexia aangevoerd dat de echtgenote van [x] zich niet binnen de verjaringstermijn van drie jaar op de vernietiging heeft beroepen. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat - uitgaande van een normale gezinssituatie - de echtgenote van [x] vanaf het begin van de looptijd op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van de overeenkomst.
3.3. Voorts heeft Dexia aangevoerd dat effectenlease geen koop op afbetaling is, aangezien niet is voldaan aan de vereisten van aflevering van de aandelen en het verschuldigd zijn van twee of meer termijnen van de koopsom na de aflevering. Bovendien is de strekking van de overeenkomst niet dat de aandelen na betaling van de laatste termijn aan de koper in eigendom worden overgedragen, maar is uitgangspunt dat de effecten worden verkocht aan een derde waarbij slechts het verschil tussen de koop- en verkoopprijs met de cliënt wordt afgerekend.
3.4. Ten aanzien van de zorgplicht heeft Dexia (primair) uitvoerig betoogd dat artikel 28 lid 1 NR 99 bij een overeenkomst als de onderhavige geen plicht tot het inwinnen van informatie meebracht, omdat zij bij de uitvoering van de effectendiensten geen enkele vrijheid had: zij moest uitsluitend het geleaste mandje effecten aankopen. Subsidiair heeft Dexia - eveneens uitvoerig - aangevoerd dat aan artikel 28 lid 1 NR 99 een zodanige interpretatie dient te worden gegeven dat die bepaling niet langer een voldoende basis in de wet heeft.
3.5. Dexia betwist dat [x] bij het aangaan van de overeenkomst gedwaald zou hebben omtrent de aard en de werking van het effectenleaseproduct WinstVerdubbelaar. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat [x] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst beschikte over de overeenkomst, de Bijzondere Voorwaarden, de brochure en de fiscale opinie. Uit de overeenkomst had [x] duidelijk moeten zijn dat het aankoopbedrag van ƒ 22.094,70 daadwerkelijk aan Dexia voldaan moest worden. Ook in de fiscale opinie staat dat er sprake is van een 5-jarige lening. Bovendien wordt in de overeenkomst en in de brochure gesproken over rente en aflossing. [x] had uit deze bewoordingen kunnen en moeten begrijpen dat het bij de door hem gesloten overeenkomst om beleggen met geleend geld ging.
Nu het een feit van algemene bekendheid is dat beurskoersen kunnen dalen, moet het er voor worden gehouden dat [x] zelf had kunnen begrijpen dat de omstandigheden zo zouden kunnen uitpakken dat de verkoopopbrengst van de aandelen niet toereikend zou zijn om de lening te kunnen aflossen.
3.6. Tenslotte heeft Dexia aangevoerd dat zij de stelling van [x] dat zijn individuele afhandeling mede als onderdeel moet worden beschouwd van het geschil Dexia-Aegon niet kan volgen. Ten aanzien van de procedure tussen de Stichting Leaseverlies en Dexia heeft Dexia aangevoerd dat die procedure strekt tot het verkrijgen van een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. Aan een in die procedure te wijzen vonnis kan [x] geen enkel recht ontlenen.
Het standpunt van [x]
4.1. [x] heeft ten verwere aangevoerd dat het hem niet duidelijk was (en is) dat hij een geldlening had afgesloten met alle risico's van dien.
4.2 Voorts heeft [x] aangevoerd dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden door zijn kredietwaardigheid niet na te gaan. Op basis van zijn inkomen kon [x] nooit een dergelijke som geld lenen.
4.3. Daarnaast heeft [x] aangevoerd dat zijn echtgenote op grond van artikel 1: 88 BW de overeenkomst mee had moeten ondertekenen. [x] heeft er op gewezen dat zijn echtgenote de vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen bij brief van 5 juni 2003. Zijn echtgenote is pas in 2001 op de hoogte gesteld van de door [x] aangegane overeenkomst. Derhalve heeft zij binnen de verjaringstermijn van 3 jaar de vernietiging ingeroepen.
4.4. Tenslotte heeft [x] aangevoerd dat hij door middel van de Stichting Leaseverlies partij is in de procedure bij de rechtbank te Amsterdam. Daarnaast moet zijn individuele afhandeling mede als onderdeel worden beschouwd van het geschil tussen Dexia en Aegon. Dexia heeft Aegon (mede) aansprakelijk gesteld voor de schade die Dexia bij verdere procedures zou kunnen oplopen. Indien er een financiële regeling tussen Dexia en Aegon wordt getroffen, heeft dit indirect gevolgen voor de overeenkomst tussen Dexia en [x].
[x] heeft verzocht de onderhavige procedure op te schorten.
De beoordeling van het geschil
5.1. [x] heeft verzocht de procedure aan te houden in verband met de procedure tussen Dexia en Aegon en de procedure van de Stichting Leaseverlies tegen Dexia.
De kantonrechter ziet geen aanleiding dit verzoek te honoreren. De stelling dat een financiële regeling tussen Dexia en Aegon gevolgen kan hebben voor [x], heeft [x] onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. De kantonrechter acht ook niet aannemelijk dat een regeling met betrekking tot de verdeling van de schade gevolgen zal hebben voor de omvang van de schade. Met betrekking tot de procedure van de Stichting Leaseverlies, overweegt de kantonrechter dat de door de Stichting Leaseverlies tegen Dexia ingestelde vordering een groepsactie uit onrechtmatige daad betreft, strekkende tot het verkrijgen van een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. Dit zou kunnen leiden tot een schadevergoedingsactie van de zijde van de deelnemers van de Stichting Leaseverlies. Het betekent echter niet dat [x] niet gehouden zou kunnen worden aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten overeenkomst.
5.2. Het verweer van [x] dat hem niet duidelijk was dat hij een geldlening had afgesloten met alle risico's van dien, zal worden verworpen.
De kantonrechter overweegt daartoe dat in de brochure staat vermeld (bladzijde 3): "Als de koers na 5 jaar lager is dan de aankoopkoers, is de verkoopopbrengst minder dan de nog af te lossen hoofdsom. U hoeft uw aandelen dan niet met verlies te verkopen, maar kunt bijvoorbeeld uw leasecontract in afwachting van betere tijden verlengen." Daarnaast staat op bladzijde 6 onder het kopje rente vermeld "Tijdens de looptijd van uw leasecontract lost u niets af. U betaalt alleen rente; deze bedraagt 1,16% per maand (14,8% per jaar effectief) en is geheel fiscaal aftrekbaar.".
Daarnaast staat in de overeenkomst vermeld dat de totale leasesom ƒ 22.094,70 bedraagt, inclusief een bedrag van ƒ 9.059,40 aan rente. Dit bedrag diende te worden betaald in 60 termijnen van ƒ 150,99, één termijn van ƒ 100,-- en een slottermijn van
ƒ 12.935,30. Voorts staat in de overeenkomst vermeld "Indien de totale beurswaarde van de waarden (berekend tegen de slotkoersen op de laatste beursdag van de lease-overeenkomst) hoger is dan de bovenvermelde aankoopbedragen van de waarden en de lessee aan al zijn verplichtingen uit deze lease-overeenkomst heeft voldaan, heeft lessee recht op betaling van het verschil tussen de aankoop- en verkoopwaarde (de extra uitbetaling).
Tenslotte staat in de fiscale opinie dat op naam en voor rekening en risico van de deelnemers een pakket aandelen en callopties wordt gekocht door Legio-Lease en dat de daarmee gemoeide investering plaatsvindt in de vorm van een 5-jarige geldlening.
Op basis van die - voor het ondertekenen van de overeenkomst ontvangen - informatie moet het voor [x] voldoende duidelijk zijn geweest dat hij een geldlening afsloot met alle risico's van dien. Het bedrag waarvoor in effecten werd geïnvesteerd, de aard van die effecten en de duur van de investering waren immers voor [x] op voorhand volledig kenbaar.
5.3.1. Het meest verstrekkende verweer is het beroep op het ontbreken van de toestemming van de echtgenote van [x] als bedoeld in artikel 1: 88 BW.
Beantwoording van die vraag is mede afhankelijk van de vraag of de WinstVerdubbelaar is aan te merken als een huurkoopovereenkomst.
5.3.2. De kantonrechter is van oordeel dat deze laatste vraag bevestigend dient te worden beantwoord en dat de overeenkomst voldoet aan de wettelijke definitie van huurkoop in art.7A:1576h juncto 1576 BW.
De overeenkomst betreft, naar de kantonrechter begrijpt, lease van aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (Wge). Dergelijke aandelen zijn vermogensrechten in de zin van artikel 3:6 BW. Uit de artikelen 7:47 en 7A:1576 lid 5 BW volgt dat huurkoop betrekking kan hebben op vermogensrechten. Het verweer van Dexia dat de overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is omdat deze geen lease van zaken, maar van vermogensrechten betreft, wordt derhalve verworpen.
Anders dan Dexia betoogt, voldoet de overeenkomst aan de essentialia van de huurkoopovereenkomst, althans heeft de overeenkomst dezelfde strekking, zodat zij - op de voet van artikel 7A:1576h leden 2 en 3 BW - als huurkoop dient te worden aangemerkt.
Dexia heeft zich verbonden de aandelen in eigendom over te dragen onder de opschortende voorwaarde van algehele betaling van de prijs.
Dit blijkt in de eerste plaats uit artikel 5 van de overeenkomst: "Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden.".
Ook in artikel 11 van de Bijzondere Voorwaarden is expliciet opgenomen dat uitgangspunt is dat de lessee de eigendom van de waarden wordt overgedragen nadat lessee heeft voldaan aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Dat lessee er de voorkeur aan kan geven dat de aandelen kunnen worden verkocht, doet aan het voorgaande niet af.
Voor de vraag of er al dan niet sprake is van een huurkoopovereenkomst is, anders dan Dexia meent, de tekst van de overeenkomst doorslaggevend, niet de (vermeende) strekking daarvan. Dit zou immers betekenen dat de aard van de overeenkomst afhankelijk zou zijn de (oorspronkelijke) bedoeling van de individuele cliënt bij het aangaan van de overeenkomst.
Door voldoening aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst wordt [x], zoals volgt uit artikel 5 van de overeenkomst van rechtswege eigenaar van de aandelen. Daarmee verkrijgt hij de voor verkoop (en levering) nodige beschikkingsbevoegdheid.
Dexia heeft zich verder verbonden de aandelen op een zodanig tijdstip aan gedaagde af te leveren dat daarna (nog) twee of meer termijnen verschijnen.
Onder aflevering dient, zoals blijkt uit artikel 7A:1576l lid 1 BW, te worden verstaan: verschaffing van de macht over het vermogensrecht. Dit betekent voor aandelen als de onderhavige: verschaffing van het genot daarvan, zoals is bepaald in artikel 7A:1576m lid 1 BW.
Dat Dexia zich heeft verbonden aan gedaagde het genot van de aandelen te verschaffen, blijkt uit de eerste volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat alle baten van de aandelen gedaagde toekomen, en uit de tweede volzin van artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden, die bepaalt dat Dexia de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan gedaagde zal doen toekomen. Een en ander stemt overeen met het bepaalde in artikel 7A:1576n leden 1 en 2 BW. Gesteld noch gebleken is dat Dexia tot de onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht op enigerlei wijze het genot van de aandelen heeft behouden.
Het tijdstip van aflevering is, naar moet worden aangenomen, het tijdstip van de hiervoor bedoelde eigendomsoverdracht onder opschortende voorwaarde.
Gedaagde ten slotte heeft zich verbonden de prijs te betalen in termijnen, waarvan (nog) twee of meer verschijnen nadat de aandelen aan hem zijn afgeleverd. Dit blijkt uit artikel 3 van de overeenkomst:
"3. De leasesom bedraagt:
a. Het totaal van 60 gelijke maandtermijnen van zegge: ƒ 150,99
...
De eerste maandtermijn dient te worden voldaan op of omstreeks de 1e van de maand volgend op de aankoopdag van de waarden en daarna telkens op of omstreeks de 1e dag van de daaropvolgende maand.
b. Een bedrag van ƒ 100,-; ..., op of omstreeks de 59e maand.
c. Aan het einde van de overeenkomst het restant van: zegge ƒ 12.935,30.
...
Dit restant wordt in principe verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.".
Ook indien, zoals Dexia aanvoert, de 60 maandtermijnen rente betreffen, dienen deze termijnen te worden aangemerkt als termijnen van de koopprijs als bedoeld in artikel 7A:1576 lid 1 BW. Het gaat om de prijs van de lening die gedaagde is aangegaan om de aandelen te kunnen kopen, en daarmee, althans in economisch opzicht, om een onderdeel van de prijs van de aandelen. Het verweer van Dexia dat het bedrag van
ƒ 100,-- op het geheel van de koopprijs van ondergeschikt belang is en zo weinig betekenend dat de effectenlease-overeenkomst daarmee niet het afbetalingskarakter krijgt dat door artikel 7A: 1576 BW wordt verondersteld, laat zich niet verenigen met de tekst aan de voet van de door haar als productie bij de dagvaarding in het geding gebrachte eindafrekening ("De hoofdsom is het bedrag waarvoor de aandelen voor uw contract zijn aangekocht. In verband met artikel 1576 van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek deelt Legio deze hoofdsom in tweeën: in een "restant hoofdsom" en een "eerste aflossingstermijn" van € 45,38") en wordt daarom verworpen.
5.3.3. Is artikel 1:88 lid 1 onder d. BW op de onderhavige effectenlease-overeenkomst van toepassing?
Het geschil tussen partijen draait hier om de betekenis van het begrip zaak in dat artikel en de reikwijdte van artikel 7A:1576 lid 5 BW, zulks mede in het licht van de veranderde betekenis van het begrip zaak (stoffelijk object) na de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek in 1992 (daarvoor mede omvattende de vermogensrechten). Anders dan Dexia betoogt dient ter beantwoording van deze discussie geen doorslaggevende betekenis te worden gehecht aan de letterlijke tekst van artikel 1:88 BW, waarin het woord vermogensrechten niet voorkomt.
In de wetsgeschiedenis is immers niet uitdrukkelijk gebleken dat de wetgever heeft beoogd de koop op afbetaling van vermogensrechten van de beschermingsgedachte van artikel 1:88 lid 1 onder d BW uit te zonderen.
De huidige tekst van het artikel, waarin het begrip zaak strikt genomen een beperktere betekenis heeft dan in artikel 7A: 1576 lid 5 BW, is tot stand gekomen in het kader van de aanpassing van Boek 1 BW aan het nieuwe vermogensrecht. Uit de parlementaire geschiedenis op artikel 7A:1576 BW blijkt dat de wetgever geen materiële wijziging van de wettelijke regeling van de koop op afbetaling die vóór de invoering van het Nieuw BW evenzeer betrekking kon hebben op vermogensrechten beoogde en dat de minister in het kader van de behandeling van artikel 1:88 BW verwees naar de destijds nog van kracht zijnde tekst van artikel 1576oud BW, waarin de term "zaak" ook vermogensrechten omvatte. In de gedachtegang van Dexia zou derhalve stilzwijgend een beperking van de beschermingsgedachte van artikel 1:88 BW in het wettelijke systeem zijn ingeslopen. Niet aannemelijk is dat een dergelijke materiële wijziging gelet op de beschermingsfunctie van het toestemmingsvereiste zonder uitdrukkelijke motivering in de wet zou zijn vastgelegd. Nu deze wijziging ontbreekt moet worden aangenomen dat het geldende artikel 1:88 lid 1 sub d BW verwijst naar de gehele wettelijke regeling van de koop op afbetaling, zoals neergelegd in artikel 7A:1576 BW, dus met inbegrip van het bepaalde in artikel 7A:1576 lid 5 BW.
Dientengevolge moet ervan worden uitgegaan dat indien een gehuwde persoon dan wel een partner in een geregistreerd partnerschap een effectenlease-overeenkomst afsluit, hij/zij daarvoor de toestemming van de andere echtgenoot of geregistreerd partner nodig heeft, indien deze overeenkomst voldoet aan de criteria van een overeenkomst van koop op afbetaling, volgens de kenmerken omschreven in artikel 7A:1576 BW.
5.3.4. In het onderhavige geval is van de vereiste toestemming niet gebleken. Dexia heeft bewijs aan geboden van haar stelling dat de echtgenote van [x] haar toestemming wel heeft gegeven (door het in deze procedure doen horen van [x] en zijn echtgenote), maar aan dat bewijsaanbod wordt voorbijgegaan. Daargelaten dat Dexia haar stelling dienaangaande naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd onderbouwd heeft, zodat aan bewijslevering niet kan worden toegekomen, vergt artikel 1: 88 lid 3 BW dat de toestemming schriftelijk had moeten zijn gegeven.
Hetzelfde geldt voor de door Dexia ingeroepen verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging. Dexia heeft daartoe aangevoerd dat uitgaande van een normale gezinssituatie niet vol te houden is dat de echtgenote van [x] niet vanaf het begin van de looptijd van de overeenkomst van het bestaan hiervan op de hoogte was. Deze stelling gaat echter volledig voorbij aan de ratio van de regeling van artikel 1: 88 BW, namelijk het beschermen van de echtgenoten tegen elkaar tegen het verrichten van rechtshandelingen die gezien het voorwerp van de rechtshandeling of de aard daarvan benadelend zijn of een groot financieel risico meebrengen. Dexia heeft echter geen concrete feiten aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat in dit concrete geval de echtgenote reeds eerder van het bestaan van de overeenkomst op de hoogte was. Nu Dexia ook te dier zake niet aan haar stelplicht heeft voldaan, zal het bewijsaanbod worden gepasseerd.
5.3.5. Als onbetwist staat vast dat de echtgenote van [x] (R. [x]-[z]) bij buitengerechtelijke verklaring van 5 juni 2003 de overeenkomst heeft vernietigd. Tevens staat als onbetwist vast dat Dexia niet heeft gereageerd op die buitengerechtelijke verklaring.
Aangezien de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht, heeft dit voor de onderhavige procedure tot gevolg dat de vordering van Dexia dient te worden afgewezen.
5.4. Gelet op het bovenstaande behoeft de vraag of de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer van toepassing is en of Dexia de daaruit vloeiende zorgplicht heeft geschonden, geen bespreking meer.
5.5. Dexia zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering van Dexia af;
veroordeelt Dexia in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [x] begroot op € 270,-- wegens salaris.
Aldus gewezen door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.
http://zoeken.rechtspraak.nl/zoeken/dtl ... ljn=AR7263
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Langzaam. ............... maar zeker .................. komen we verder.
en is geduld nog steeds een schone zaak.
voordat zo alle 100.000 gedupeerden de revu hebben gepasserd.
voor de persoon in kwestie( leeuwarden) + echtgenote
mijn gelukwensen.
en is geduld nog steeds een schone zaak.
voordat zo alle 100.000 gedupeerden de revu hebben gepasserd.
voor de persoon in kwestie( leeuwarden) + echtgenote
mijn gelukwensen.
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Ik betwijfel of je advocaat, "gemachtigde Y" hier wel het onderste uit de kan heeft weten te halen:
De restschuld is succesvol van tafel, maar....
Uiteraard had de advocaat bij vernietiging op eega-grond ook de inleg terug moeten vorderen. Ik weet niet hoeveel maanden al betaald waren, maar dit had tot wel 9000 euro kunnen schelen!
De restschuld is succesvol van tafel, maar....
Uiteraard had de advocaat bij vernietiging op eega-grond ook de inleg terug moeten vorderen. Ik weet niet hoeveel maanden al betaald waren, maar dit had tot wel 9000 euro kunnen schelen!
Re: Huurkoop;contract vernietigd
vernietiging is terug brengen in de staat van voor ondertekening dus alles terug betalen
Joost
Joost
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Volgens deze tekst moet alles terug.Aangezien de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht, heeft dit voor de onderhavige procedure tot gevolg dat de vordering van Dexia dient te worden afgewezen.
Hier lijkt het dat alleen de vordering wordt afgewezen.BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering van Dexia af;
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Ik heb het vonnis ook gelezen en ik denk dat Hans A gelijk heeft.
Ik denk dat de gedagvaarde vergeten is in reconventie( tegenvordering) de inleg met de wettelijke rente terug te vorderen.
De rechter gaat niet iets toewijzen wat niet gevorderd is.
Daarom is het zo belangrijk je zaak goed voor te bereiden met een goede advocaat.
Ik denk ook dat de gedagvaarde geen advocaat had.
Ik probeer dit nog uit te zoeken.
Het is wel zo dat je de inleg alsnog kan terugvorderen via een nieuwe (kortere) procedure.
Voorlopig is dit wel een duidelijke uitspraak over huurkoop en de rechters Nijhuis (Arnhem) en Kluin (Roermond) zullen zich achter de oren gaan krabben, want ze beginnen nu echt een probleem te krijgen met hun mening dat het geen huurkoop is.
Groeten,
Piet
Ik denk dat de gedagvaarde vergeten is in reconventie( tegenvordering) de inleg met de wettelijke rente terug te vorderen.
De rechter gaat niet iets toewijzen wat niet gevorderd is.
Daarom is het zo belangrijk je zaak goed voor te bereiden met een goede advocaat.
Ik denk ook dat de gedagvaarde geen advocaat had.
Ik probeer dit nog uit te zoeken.
Het is wel zo dat je de inleg alsnog kan terugvorderen via een nieuwe (kortere) procedure.
Voorlopig is dit wel een duidelijke uitspraak over huurkoop en de rechters Nijhuis (Arnhem) en Kluin (Roermond) zullen zich achter de oren gaan krabben, want ze beginnen nu echt een probleem te krijgen met hun mening dat het geen huurkoop is.
Groeten,
Piet
Re: Huurkoop;contract vernietigd
het zijn twee verschillende punten, de eis van dexia en het terugbrengen in oude staat van de situatie...
Dus dexia gaat lappen.
Gr
W
Dus dexia gaat lappen.
Gr
W
-
- Berichten: 42
- Lid geworden op: 21 okt 2004 16:17
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Idd Piet wat je niet eist , krijg je niet toegewezen. Dus inleg plus rente en een schadevergoeding ter hoogte van je restschuld vorderen.
Re: Huurkoop;contract vernietigd
En zo komen nog veel zaken die gunstig uitpakken voor de Client en niet voor Dexia.
We krijgen het DOMINOO effect.
Maandelijks hebben ze al 75 dagvaardingen aan hun broek en met de maand blijft het groeien.
We krijgen het DOMINOO effect.
Maandelijks hebben ze al 75 dagvaardingen aan hun broek en met de maand blijft het groeien.
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Via onderstaande link kun je een interview met Bruneel zien.
http://www.rtl.nl/(/financien/rtlz/doss ... inding.xml
Klik hiervoor op "Exclusief interview: CEO Bruneel (Deixa) over klagers Leaseverdriet".
Hierin probeerd Bruneel ons nog even bang te maken door te zeggen dat de partner moet aan tonen dat deze niet van het bestaan van de het contract wist!
Hoezo denk hij boven de wet te staan?
Wet zegt: SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING!!!!
Ook zegt hij het onredelijk te vinden dat de slachtoffer op deze manier hun geld terug eisen. WE MOETEN WEL! Dexia wil geen ene kant op, wil niet schikken, denkt boven de wet te staan, wimpeld ieder bezwaar weg. Dus dan maar netjes via de rechter toch??? hé meneer Bruneel!!!!
Bovendien is Dexia zelf specialist "tussen de mazen van de wet door zwemmen"!!!! EN SOMS GAAT DAT FOUT!!!
Verder staat hij met een uitgestreken gezicht wat te bazel over een COULLANCE REGELING. De komiek, we weten inmiddels wel hoe coulant Dexia is.....
Dus klikken en even lachen!!!!
http://www.rtl.nl/(/financien/rtlz/doss ... inding.xml
Klik hiervoor op "Exclusief interview: CEO Bruneel (Deixa) over klagers Leaseverdriet".
Hierin probeerd Bruneel ons nog even bang te maken door te zeggen dat de partner moet aan tonen dat deze niet van het bestaan van de het contract wist!
Hoezo denk hij boven de wet te staan?
Wet zegt: SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING!!!!
Ook zegt hij het onredelijk te vinden dat de slachtoffer op deze manier hun geld terug eisen. WE MOETEN WEL! Dexia wil geen ene kant op, wil niet schikken, denkt boven de wet te staan, wimpeld ieder bezwaar weg. Dus dan maar netjes via de rechter toch??? hé meneer Bruneel!!!!
Bovendien is Dexia zelf specialist "tussen de mazen van de wet door zwemmen"!!!! EN SOMS GAAT DAT FOUT!!!
Verder staat hij met een uitgestreken gezicht wat te bazel over een COULLANCE REGELING. De komiek, we weten inmiddels wel hoe coulant Dexia is.....
Dus klikken en even lachen!!!!
-
- Berichten: 313
- Lid geworden op: 02 okt 2003 18:14
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Ik snap niets meer van jou, Flappie.
Op de ene topic (Absoluut niet meer betalen aan Dexia) doe je je bijna voor als Dexiamedewerker, zegt zelf geen gedupeerde te zijn en laadt je de woede op de hals van diverse betrokkenen.
Op deze topic praat je poeslief mee en spreek je zelfs van ''wij''.
(Wij krijgen het domino-effect).
Leg nou eens uit hoe dat zit; met welke Flappie hebben we nu te maken?
vr.gr. Cees
Op de ene topic (Absoluut niet meer betalen aan Dexia) doe je je bijna voor als Dexiamedewerker, zegt zelf geen gedupeerde te zijn en laadt je de woede op de hals van diverse betrokkenen.
Op deze topic praat je poeslief mee en spreek je zelfs van ''wij''.
(Wij krijgen het domino-effect).
Leg nou eens uit hoe dat zit; met welke Flappie hebben we nu te maken?
vr.gr. Cees
-
- Berichten: 202
- Lid geworden op: 06 dec 2004 17:56
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Bij ons in Friesland weten ze tenminste wat recht is
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Hans....
Dat filmpje is om te kotsen!! Dan heeft een jurist van Dexia het over randstedelijke arrogantie, gvdgvdgvd!! sorry hoor, maar wie is hier nu een randstedelijke eikel dan?
Overigens zijn ze het hele WCK verhaal vergeten mee te nemen in het interview.
Gr
Dat filmpje is om te kotsen!! Dan heeft een jurist van Dexia het over randstedelijke arrogantie, gvdgvdgvd!! sorry hoor, maar wie is hier nu een randstedelijke eikel dan?
Overigens zijn ze het hele WCK verhaal vergeten mee te nemen in het interview.
Gr
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Dexia verliest bij Leeuwarder rechter
Leeuwarder Courant 7 december 2004
LEEUWARDEN – Een inwoner van Harlingen heeft een overwinninkje behaald op Dexia in de kwestie rond aandelenlease. Hij hoeft de eindafrekening van ruim €2000 niet te betalen. De Leeuwarder kantonrechter Titus Hoogslag beeft de overeenkomst nietig verklaard omdat de bank had verzuimd de echtgenote van de Harlinger een handtekening te vragen.
"We gaan nu de mogelijkheid bekijken om in een civiele procedure de eerder betaalde rentetermijnen terug te vorderen" , zegt juridisch adviseur Hans Wouda. Het gaat om een som van €9059. Het geld voor de winstverdubbelaar' is na vijf jaar verdampt en leverde bovendien
de gewraakte navordering van Dexia op.
De bank heeft een reeks gerechtelijke procedures lopen. Tienduizenden Nederlanders voelen zich gedupeerd omdat voorgespiegelde winsten in verliezen verkeerden. Een van de juridische wapens is het beroep op de wet waarin huurkoop is geregeld. Die schrijft voor dat echtgenoten moeten meetekenen, anders is de overeenkomst nietig.
Na een periode van tegenstrijdige vonnissen in den lande. beginnen afspraken binnen Justitie vruchten af te werken, stelt Wouda vast. Voor het eerst heeft ook de Leeuwarder kantonrechter nu vastgesteld dat er bij aandelenlease sprake is van huurkoop. Eerdere vonnissen in Leeuwarden waren in het voordeel van Dexia.
Overigens krijgt de Harlinger niet op alle punten gelijk. Het argument dat hij bij het afsluiten van de overeenkomst niet heeft geweten dat hij in feite een geldlening aanging, wijst de rechter van de hand. Op basis van de informatie die hij kreeg, was voldoende duidelijk dat er sprake was van een lening "met alle risico's van dien", vindt de rechter.
Copyright Leeuwarder Courant
Leeuwarder Courant 7 december 2004
LEEUWARDEN – Een inwoner van Harlingen heeft een overwinninkje behaald op Dexia in de kwestie rond aandelenlease. Hij hoeft de eindafrekening van ruim €2000 niet te betalen. De Leeuwarder kantonrechter Titus Hoogslag beeft de overeenkomst nietig verklaard omdat de bank had verzuimd de echtgenote van de Harlinger een handtekening te vragen.
"We gaan nu de mogelijkheid bekijken om in een civiele procedure de eerder betaalde rentetermijnen terug te vorderen" , zegt juridisch adviseur Hans Wouda. Het gaat om een som van €9059. Het geld voor de winstverdubbelaar' is na vijf jaar verdampt en leverde bovendien
de gewraakte navordering van Dexia op.
De bank heeft een reeks gerechtelijke procedures lopen. Tienduizenden Nederlanders voelen zich gedupeerd omdat voorgespiegelde winsten in verliezen verkeerden. Een van de juridische wapens is het beroep op de wet waarin huurkoop is geregeld. Die schrijft voor dat echtgenoten moeten meetekenen, anders is de overeenkomst nietig.
Na een periode van tegenstrijdige vonnissen in den lande. beginnen afspraken binnen Justitie vruchten af te werken, stelt Wouda vast. Voor het eerst heeft ook de Leeuwarder kantonrechter nu vastgesteld dat er bij aandelenlease sprake is van huurkoop. Eerdere vonnissen in Leeuwarden waren in het voordeel van Dexia.
Overigens krijgt de Harlinger niet op alle punten gelijk. Het argument dat hij bij het afsluiten van de overeenkomst niet heeft geweten dat hij in feite een geldlening aanging, wijst de rechter van de hand. Op basis van de informatie die hij kreeg, was voldoende duidelijk dat er sprake was van een lening "met alle risico's van dien", vindt de rechter.
Copyright Leeuwarder Courant
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Waarom is, zoals ik al eerder aangaf, die tegenvordering niet direct ingebracht?"We gaan nu de mogelijkheid bekijken om in een civiele procedure de eerder betaalde rentetermijnen terug te vorderen"
Wie schrijft die blijft......
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Foutje in de regie bij de gemachtigde van die gedupeerde. Als die gemachtigde echter een advocaat is, zou die zich diep moeten schamen voor die blunder.
-
- Berichten: 202
- Lid geworden op: 06 dec 2004 17:56
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Als Hans Wouda dan maar zo sportief is om deze dienstverlening gratis te doen, dan is er niets aan de handWe gaan nu de mogelijkheid bekijken om in een civiele procedure de eerder betaalde rentetermijnen terug te vorderen" , zegt juridisch adviseur Hans Wouda. Het gaat om een som van € 9059. Het geld voor de winstverdubbelaar' is na vijf jaar verdampt en leverde bovendien de gewraakte navordering van Dexia op.
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Jaap Bakker,dat was toch een advocaat van?, dat kan impact wel vertellen die is daar toch in thuis
Re: Huurkoop;contract vernietigd
Adviezen van de belastingdienst zijn ook gratis. Daarmee is echter beslist niet bewezen dat die gratis adviezen ook altijd GOED zouden zijn.