MAXIMALE KREDIETGRENS BEDOELD VOOR AFWIJKENDE KREDIETOVEREENKOMSTEN
Bij de Europese richtlijn betreffende consumenten kredieten geeft men een reden op waarom kredieten boven de maximale kredietgrens niet onder de Wck vallen:
Overwegende dat kredietovereenkomsten betreffende zeer grote bedragen vaak afwijken van de gewone overeenkomsten op het gebied van het consumentenkrediet; dat de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op overeenkomsten betreffende zeer kleine bedragen zowel voor de consument als voor de kredietgever onnodige administratieve lasten zou meebrengen; dat daarom overeenkomsten boven of beneden welomschreven financiële grenzen van de richtlijn moeten worden uitgesloten;
Elke rechter kan echter zien dat in de praktijk bij aandelenleasekredieten de contracten met een kredietbedrag groter dan de maximale kredietsom deze
eigenlijk helemaal niet afwijken van kredieten met een bedrag onder de maximale kredietgrens. Het is niet zo dat alleen maar vanwege het feit dat het kredietbedrag lager is deze kredieten vallen onder de bescherming van de Wck. In principe is het doel van de Wck elke consument die met kredieten te maken krijgt te beschermen (ongeachte de grootte van het te verstrekken krediet):
(van de AFM site)
Het doel van de Wck is het beschermen van kredietnemers tegen mogelijk onoorbare of ondeskundige praktijken van beroeps- of bedrijfsmatige kredietgevers. De consument dient te worden voorzien van relevante kennis opdat hij op rationele gronden een kredietbeslissing kan nemen. Een eventueel verstrekt krediet dient qua aard en omvang te passen bij zijn inkomsten- en uitgavenpatroon en op redelijke voorwaarden te zijn verleend.
Ook is de toepassing van de bepalingen van de Wck voor hogere kredieten niet anders dan bij aandelenleasekredieten onder de grens en staan dus daarbij niet in de weg om die eveneens onder de Wck te laten vallen.
Het zijn dus helemaal geen bijzondere (afwijkende) kredieten, ALLEEN HET BEDRAG IS HOGER. Als het bedrag dan niet in de weg staat of buiten beschouwing kan worden gelaten, is er geen (onderling) verschil en de maximale kredietgrens niet noodzakelijk gebleken.
Nu de wetgever kennelijk bedoelde alleen bijzondere (afwijkende) kredieten (met zeer grote bedragen) van de Wck uit te sluiten, zonder hierbij een nadere omschrijving van te geven (aandelenleaseproducten waren er toen ook nog niet), werkt de letterlijke tekst van de Wck de bescherming van de consument nu tegen bij aandelenleasekredieten groter dan de maximale kredietgrens, hetgeen niet de bedoeling kan zijn.
Ook Job68 gaf hierover het volgende aan:
..Men had daarom wellicht beter het soort overeenkomsten kunnen omschrijven, die niet onder de Europese richtlijn behoren te vallen, dan een maximale kredietsom vast te stellen. Nu vallen overeenkomsten, die kennelijk niet bijzonder zijn en daarmee eigenlijk onder de Europese richtlijn zouden moeten vallen, juist buiten de boot.
Helaas zijn wij geen rechters maar hebben hiermee wel een onvolkomenheid van de wet aangegeven. Wellicht dat kundige juristen en rechters hierover willen nadenken. We zijn echter niet de enigen die grote vraagtekens bij deze maximale kredietgrens zetten. Ook de regering is hierover al bevraagd.
Laten we daarom eens een verslag over deze maximale kredietsom bestuderen.
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2000/03/0306R075.htm
26971000.004 verslag
wijz. art. 3 wet op het consumentenkrediet
Gemaakt: 13-3-2000
"[...] De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de grens van fl. 50.000 wel blijft bestaan voor een aantal andere voorschriften die buiten het Besluit Kredietaanbiedingen vallen. Zij doelen dan onder meer op beperkingen van het pandrecht, regels voor het opzeggen van het krediet door de kredietgever, en limiteringen voor de provisiebetalingen uit het Besluit provisie kredietbemiddeling. Ligt het niet meer voor de hand de grens van fl. 50.000 geheel op te heffen door middel van het schrappen van artikel 3, eerste lid? Kan de regering hierop ingaan?
Waarop is de grens van fl. 50.000 gebaseerd, afgezien van de Europese Richtlijn nr. 87/102/EEG? Wordt verondersteld dat de kredietnemer alerter zal zijn bij bedragen hoger dan fl. 50.000. De leden van de PvdA-fractie betwijfelen dit, en menen dat de bescherming van de consument dan even goed geregeld zou moeten worden, aangezien de mogelijke financiële gevolgen dan juist nog groter zijn. Kan de regering hierop ingaan?
[....] De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de voorliggende wetswijziging, die ten doel heeft de transparantie van de markt voor consumentenkredieten boven de 50.000 gulden op dezelfde leest te schoeien als die voor kredieten lager dan dit bedrag. Deze leden hebben echter twee vragen.
(1) Bij bedragen boven de 50.000 gulden zullen doorgaans zekerheden worden gevraagd. Is het raadzaam deze op te nemen in de aanbiedingen?
(2) De bedoelde wetswijziging heeft uiteraard alleen betrekking op Nederland.
Nu binnen afzienbare tijd de euro wordt ingevoerd, komt het deze leden voor tot harmonisatie te komen van de voorwaarden van kredietaanbieding in euro's. Zo niet, dan kunnen minder scrupuleuze kredietaanbieders snel de dans ontspringen. Van consumentenbescherming is dan geen sprake meer, wel van oneerlijke concurrentievervalsing. Is de regering voornemens zich in te zetten voor een aanpassing van Europese richtlijnen ter zake? [...]
Het is aan te raden het gehele verslag goed na te lezen. Wat is de reden dat de maximale kredietgrens toch in de Wck is gebleven, terwijl het toch meer voor de hand lag de grens van 50.000 gulden geheel op te heffen.
Ligt het niet meer voor de hand de grens van fl. 50.000 geheel op te heffen door middel van het schrappen van artikel 3, eerste lid?
Okerene