Als ik een persoonlijke lening afsluit en ik ben gehuwd of ik heb een partner, dan moet zowel ik als mijn echtgenote (partner) een handtekening zetten. Hoe de besteding van dit geld is maakt niet uit. Ik zou hier aandelen voor kunnen kopen. Ik heb geld geleend van Dexia en hier zijn aandelen voor gekocht, wat is dan het verschil tussen de 1e en 2e optie? Bij de 1e optie moeten 2 handtekeningen worden gezet, waarom bij de 2e optie dan niet? Ik zie geen verschil.
JW
LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
Re: Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
In het eerst geval van de eegalease gaat het erom dat een echtgenoot
een door de parner aangegane huurkoop kan vernietigen op basis van gezinsbeschermende bepalingen in de wet.
De zg artikelen 1.88 en 1.89 uit het burgerlijk wetboek.
Alleen het feitdat van de partner haar of zijn handtekening niet onder een kontrakt staat maakt het in wezen ongeldig.
Zie het als een hypotheekcontract.
Als je samen een huis koopt, moet je ook allebei tekenen.
Artikel 28 gaat over de zorgplcht van banken en ander finaciële instanties.
Als jij kunt aantonen dat zij volgens deze regels jouw als cliënt slecht behandeld hebben (een wanprestatie hebben geleverd) dan kun je hier wat mee, via een advokaat.
Met name voor niet eegaleasers een grond om de bank aan te vallen.
een door de parner aangegane huurkoop kan vernietigen op basis van gezinsbeschermende bepalingen in de wet.
De zg artikelen 1.88 en 1.89 uit het burgerlijk wetboek.
Alleen het feitdat van de partner haar of zijn handtekening niet onder een kontrakt staat maakt het in wezen ongeldig.
Zie het als een hypotheekcontract.
Als je samen een huis koopt, moet je ook allebei tekenen.
Artikel 28 gaat over de zorgplcht van banken en ander finaciële instanties.
Als jij kunt aantonen dat zij volgens deze regels jouw als cliënt slecht behandeld hebben (een wanprestatie hebben geleverd) dan kun je hier wat mee, via een advokaat.
Met name voor niet eegaleasers een grond om de bank aan te vallen.
Re: Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
OK, bij samen een huis kopen, kan ik me nog voorstellen, dat er een onderpand blijft bestaan. Maar bij geldleningen hoeft dit niet altijd het geval te zijn. Bij een persoonlijke lening is het niet van belang, hoe ik dat geld ga besteden, als ik het maar terugbetaal, inclusief de rente en de aflossingen.
Ik zou hier dus ook aandelen van kunnen kopen. Bij Dexia doe je precies hetzelfde. Je leent geld en je betaalt rente en de restschuld betaal je na afloop. Hier is dus totaal geen verschil.
Waarom moeten dan bij de 1e optie beide partners tekenen en bij de 2e optie niet. Daarom is het mij absoluut niet duidelijk, dat hier dan rechtzaken over gevoerd moeten worden. Alles is toch zo klaar als een klontje. Er is niet door beide partners getekend, DUS IS HET CONTRACT ONGELDIG. In geval van een persoonlijke lening bestaat hier toch ook geen enkel misverstand over. Een rechter moet toch eigenlijk bij voorbaat al zeggen "niet getekend, ongeldig".
JW
Ik zou hier dus ook aandelen van kunnen kopen. Bij Dexia doe je precies hetzelfde. Je leent geld en je betaalt rente en de restschuld betaal je na afloop. Hier is dus totaal geen verschil.
Waarom moeten dan bij de 1e optie beide partners tekenen en bij de 2e optie niet. Daarom is het mij absoluut niet duidelijk, dat hier dan rechtzaken over gevoerd moeten worden. Alles is toch zo klaar als een klontje. Er is niet door beide partners getekend, DUS IS HET CONTRACT ONGELDIG. In geval van een persoonlijke lening bestaat hier toch ook geen enkel misverstand over. Een rechter moet toch eigenlijk bij voorbaat al zeggen "niet getekend, ongeldig".
JW
Re: Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
Nog even dit:
Daarom vraag ik mij af, hoe nu te handelen. Dit is toch iets, wat eigenlijk door de stichting Eegalease duidelijk gemaakt moet worden, maar ik hoor niets hierover. Nu blijven een hoop mensen met vraagtekens zitten. Ik zou na bovenstaande redenering toch kunnen zeggen "mijn contract is ongeldig, dus zeg het maar Dexia". Ik zou hier zelfs niet eens een advocaat nodig hebben.
JW
Daarom vraag ik mij af, hoe nu te handelen. Dit is toch iets, wat eigenlijk door de stichting Eegalease duidelijk gemaakt moet worden, maar ik hoor niets hierover. Nu blijven een hoop mensen met vraagtekens zitten. Ik zou na bovenstaande redenering toch kunnen zeggen "mijn contract is ongeldig, dus zeg het maar Dexia". Ik zou hier zelfs niet eens een advocaat nodig hebben.
JW
Re: Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
Nog even alle zaken op een rijtje. Voor de nieuwkomers.
Re: Een uitspraak van de Rechtbank over huurkoop aandelenlease
van de site http://www.rechten.nl
Rechtbank Almelo: aandelenlease is geen huurkoop
(2 december 2003
1. Inleiding
Is aandelenlease koop op afbetaling en dient de huwelijkspartner overeenkomsten daarom mee te tekenen? Deze belangrijke discussie wordt momenteel in en buiten rechte gevoerd tussen Dexia en de gedupeerde leasebeleggers wier partner niet meetekende. De discussie spitst zich dan toe op de vraag of het wetsartikel waarin is geregeld dat de niet-instemmende partner de lease-overeenkomst kan vernietigen (art. 1:88 jo 89 BW) óók geldt voor koop op afbetaling van vermogensrechten zoals aandelen. Volgens Dexia geldt deze vernietigingsmogelijkheid namelijk alleen als er sprake is van koop op afbetaling van roerende zaken. Blijkens een (incidenteel) vonnis d.d. 20 november 2003 van de Kantonrechter te Amsterdam is aandelenlease een huurkoopovereenkomst (zodat in beginsel voor de niet-meetekenende partner de weg vrijstaat om de overeenkomst ex art. 1:88 jo 89 BW te vernietigen). Wij schreven hierover eerder in een bijdrage op onze site dat deze beslissing van de kantonrechter te verwachten was.
In een op 26 november 2003 gewezen vonnis oordeelt de rechter te Almelo dat aandelen-lease geen huurkoop is. Dit is een discussie die verder gaat dan de bovenstaande. De rechter te Almelo komt niet toe aan de vraag of de vernietigingsmogelijkheid voor de huwelijkspartner ook geldt voor koop op afbetaling van vermogensrechten: hij zegt dat aandelenlease op zichzelf geen koop op afbetaling is. Dit is een zodanig principieel afwijkend geluid, dat het een nadere beschouwing behoeft. Het vonnis vermeldt niet over welke aandelenlease-overeenkomst het gaat. Maar als het gaat om de gebruikelijke variant (waarbij lessee na de laatste betaling eigenaar wordt) dan zijn wij het met dit rechterlijk oordeel niet eens. De Klachtencommissie DSI noemde in haar bindend advies d.d. 23 april 2002 een Winstverdriedubbelaar consequent een “huurkoopovereenkomst”. Daarbij beschikt ons kantoor over een brief van Legio Lease B.V. aan één van onze cliënten, waarin Legio stelt dat aandelenlease huurkoop is.
2. Aanleiding voor het vonnis
Dexia dagvaardde een leasebelegger tot betaling van restschuld met rente en kosten en bracht de zaak aan bij de rechtbank te Almelo. Gedaagde verweerde zich allereerst met de stelling dat aandelenlease huurkoop is, en het volgens art. 93 Rv. de kantonrechter is (en niet de rechtbank) die van huurkoop-zaken kennis neemt, immers art. 93 Rv. luidt (voor zover van belang) als volgt:
“Door de Kantonrechter worden behandeld en beslist:
c. zaken betreffende een (..) huurkoopovereenkomst, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering”
Het is in een procedure mogelijk om de bevoegdheid van de rechter voor wie de zaak dient, ter discussie te stellen. Zulke “exceptie van onbevoegdheid” moet vóórafgaand aan alle overige verweren ter kennis van de rechter worden gebracht. Daarna vind er over de bevoegdheid van de rechter een mini-procedure plaats waarbij partijen recht hebben op hoor en wederhoor. Deze procedure, die is beperkt tot de bevoegdheid van de rechter, heet een “incident”. De rechtbank heeft thans in het incident beslist dat zij de zaak niet verwijst naar de kantonrechter, en dat de zaak voor het eerst weer op 24 december a.s. door de rechtbank (inhoudelijk) zal worden behandeld.
3. Commentaar op de gronden van de beslissing
De rechtbank geeft toe dat aandelenlease belangrijke overeenkomsten vertoont met huurkoop zoals omschreven in art. 7A:1576h BW, welk artikel (voor zover van belang) als volgt luidt:
“Huurkoop is de koop en verkoop op afbetaling, waarbij partijen overeenkomen dat de verkochte zaak niet door enkele aflevering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat door de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is”.
Men zou menen dat deze definitie exact overeenkomt met hetgeen vrijwel in alle aandelenlease-overeenkomsten staat:
“Zodra lessee al datgene aan de Bank heeft betaald wat hij krachtens deze lease overeenkomst (..) verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden”
Overigens spreekt de definitie van huurkoop van “zaak”, maar lid van 5 van art. 7A:1576 BW verklaart de huurkoop-definitie ook van toepassing op vermogensrechten. Van belang is voorts lid 2 van art. 7A:1676h BW:
“Alle overeenkomsten welke dezelfde strekking hebben, hetzij als huur en verhuur, hetzij onder andere vorm of andere benaming aangegaan, worden als huurkoop aangemerkt”.
De rechtbank meent echter dat er zodanig belangrijke verschillen zijn tussen de juridische definitie van huurkoop en de praktische uitwerking van aandelenlease dat er -ondanks de bovengenoemde ruime strekkingsbepaling- geen sprake is van huurkoop.
a. Volgens de rechtbank veronderstelt een huurkoopovereenkomst dat het huurkoopobject bij het aangaan van de overeenkomst wordt afgeleverd, hetgeen wil zeggen dat de zaak ter beschikking van de huurkoper wordt gesteld. Volgens de rechtbank is bij een aandelenlease geen sprake van een “ter beschikking stellen” zodat er volgens haar geen sprake is van huurkoop.
De geleasde aandelen worden inderdaad niet ter hand gesteld. Valt de aandelenlease overeenkomst daarom niet onder de definitie van huurkoop? Volgens art. 7A:1676 l BW is de verkoper verplicht de verkochte zaak aan de koper te leveren door aan deze de macht over de zaak te verschaffen”. Indien hier niet aan wordt voldaan, dan is er a) een overeenkomst van huurkoop tot stand gekomen waarbij b) de huurverkoper zijn verplichtingen uit de wet niet nakomt. Maar daarom is de overeenkomst niet minder huurkoop. Want nergens in de wet staat het vereiste dat huurkoop alleen maar huurkoop is, indien het object bij het aangaan van de overeenkomst is afgeleverd. De Almelose rechter zegt ook niet dat de wet fysieke aflevering eist, maar dat huurkoop fysieke aflevering veronderstelt.
De fysieke aflevering van een lease-object is zinvol als het een auto betreft, maar fysieke aflevering van aandelen heeft geen enkele praktische zin en wordt zelden gedaan. Zelfs aan degene die aandelen koopt in plaats van least, worden de gekochte aandelen om die reden zelden ter hand gesteld (maar op een beleggersrekening geadministreerd). Dit heeft te maken met de specifieke kenmerken van vermogensrechten. De wetsartikelen inzake koop op afbetaling en huurkoop zijn geschreven vanuit de achterliggende gedachte dat het vrijwel steeds om roerende zaken zal gaan. Bij roerende zaken is fysieke aflevering zinvol, bij vermogensrechten niet. Lid 5 van art. 7A:1576 BW bepaalt dat de wetsartikelen inzake koop op afbetaling en huurkoop “overeenkomstige toepassing vinden op vermogensrechten (..) voor zover dat in overeenstemming is met de aard van het recht”. Indien hiermee bedoeld dat de aard van het recht kan verhinderen dat bepaalde (dwingende) wetsartikelen inzake huurkoop van toepassing zijn, dan had de rechter art. 7A:1576 l BW buiten toepassing moeten laten in plaats van het als toetssteen te hanteren.
Bovendien gebeurt er bij aandelenlease iets dat in praktische zin grote gelijkenis vertoont met “ter beschikking stellen”. Met ingang van de ondertekening van de aandelenlease-overeenkomst geniet de lessee de economische lusten en lasten van de door hem geleasde waarden. Kijk de brochures maar op na: “vanaf de eerste dag zijn de aandelen voor u aan het werk”. De Lessee geniet de gevolgen van koersstijgingen en -dalingen en hij ontvangt de over de aandelen uitgekeerde dividenden. Bij aandelenlease gebeurt dus iets dat in praktische zin vergelijkbaar is met “ter beschikking stellen” aan de lessee.
b. Daarnaast is volgens de rechtbank bij aandelenlease het uitgangspunt dat de effecten aan het eind van de looptijd niet in eigendom aan de cliënt worden overgedragen, maar dat de aandelen worden verkocht aan een derde.
Dit lijkt ons niet juist. Allereerst staat in vrijwel alle aandelenlease-overeenkomsten dat lessee eigenaar wordt zodra hij het verschuldigde heeft voldaan. Indien daarna de aandelen worden verkocht, dan doet Dexia zulks voor de lessee, voor rekening en risico van lessee. Zo staat het te lezen in de meeste brochures van Legio Lease:
“Als uw leasecontract na 60 maanden is afgelopen kan Legio-Lease uw aandelen voor u verkopen (.) en de koerswinst (..) voor u incasseren”.
Dit komt niet in strijd met de wettelijke definitie van huurkoop die bepaalt dat na afloop van alle betalingen de eigendom over gaat op de lessee. Dat lessee na eigendomsoverdracht vervolgens aan Dexia opdracht geeft om de geleasde waarden te verkopen verhindert niet dat de te verkopen waarden door huurkoop op enig moment tot zijn eigendom zijn gaan behoren.
Slotopmerkingen
De rechtbank beslist aldus dat de berechte aandelenlease geen huurkoop is. Volgens ons ten onrechte. De vraag is of er op dit moment een rechtsmiddel tegen het vonnis open staat en of het zinvol is om daar thans gebruik van te maken. Naar het zich laat aanzien zal de rechtbank de zaak verder inhoudelijk behandelen. Nu de rechtbank oordeelt dat deze aandelenlease geen huurkoop is, zal de rechtbank een beroep op vernietiging ex art. 1:88 jo 89 BW in elk geval niet honoreren. Het is te hopen dat de gedaagde zijn verweer op meerdere juridische grondslagen heeft gebaseerd. Het blijft immers mogelijk dat de rechtbank inhoudelijk concludeert dat de overeenkomst moet worden ontbonden of dat Dexia aansprakelijk is uit wanprestatie of onrechtmatige daad.
Wij hopen dat hiermee is aangetoond dat procederen in aandelenlease in elk geval structurele aandacht vergt voor alle relevante feiten en omstandigheden van het geval, alsmede kennis van de (achtergronden) van alle wetsartikelen en vergelijkbare uitspraken die op het onderwerp betrekking hebben. Alleen dan zijn valkuilen te vermijden en tegenslagen te overwinnen.
Deze bijdrage werd verzorgd door onze juridisch specialisten in aandelenlease.
Graag verlenen wij u rechtsbijstand en/of treden wij voor u op. Op het rechtsgebied aandelenlease zijn mr. M.M.H.J. Rompelberg, mr. J.P. Van Dyck,
mr. D.D.J.M. Gulpers, mr. M. Garske, mr. S.E.W. Engelen en mr. R.H.J.M. Silvertand werkzaam.
Rechtbank Almelo: aandelenlease is geen huurkoop
(2 december 2003
1. Inleiding
Is aandelenlease koop op afbetaling en dient de huwelijkspartner overeenkomsten daarom mee te tekenen? Deze belangrijke discussie wordt momenteel in en buiten rechte gevoerd tussen Dexia en de gedupeerde leasebeleggers wier partner niet meetekende. De discussie spitst zich dan toe op de vraag of het wetsartikel waarin is geregeld dat de niet-instemmende partner de lease-overeenkomst kan vernietigen (art. 1:88 jo 89 BW) óók geldt voor koop op afbetaling van vermogensrechten zoals aandelen. Volgens Dexia geldt deze vernietigingsmogelijkheid namelijk alleen als er sprake is van koop op afbetaling van roerende zaken. Blijkens een (incidenteel) vonnis d.d. 20 november 2003 van de Kantonrechter te Amsterdam is aandelenlease een huurkoopovereenkomst (zodat in beginsel voor de niet-meetekenende partner de weg vrijstaat om de overeenkomst ex art. 1:88 jo 89 BW te vernietigen). Wij schreven hierover eerder in een bijdrage op onze site dat deze beslissing van de kantonrechter te verwachten was.
In een op 26 november 2003 gewezen vonnis oordeelt de rechter te Almelo dat aandelen-lease geen huurkoop is. Dit is een discussie die verder gaat dan de bovenstaande. De rechter te Almelo komt niet toe aan de vraag of de vernietigingsmogelijkheid voor de huwelijkspartner ook geldt voor koop op afbetaling van vermogensrechten: hij zegt dat aandelenlease op zichzelf geen koop op afbetaling is. Dit is een zodanig principieel afwijkend geluid, dat het een nadere beschouwing behoeft. Het vonnis vermeldt niet over welke aandelenlease-overeenkomst het gaat. Maar als het gaat om de gebruikelijke variant (waarbij lessee na de laatste betaling eigenaar wordt) dan zijn wij het met dit rechterlijk oordeel niet eens. De Klachtencommissie DSI noemde in haar bindend advies d.d. 23 april 2002 een Winstverdriedubbelaar consequent een “huurkoopovereenkomst”. Daarbij beschikt ons kantoor over een brief van Legio Lease B.V. aan één van onze cliënten, waarin Legio stelt dat aandelenlease huurkoop is.
2. Aanleiding voor het vonnis
Dexia dagvaardde een leasebelegger tot betaling van restschuld met rente en kosten en bracht de zaak aan bij de rechtbank te Almelo. Gedaagde verweerde zich allereerst met de stelling dat aandelenlease huurkoop is, en het volgens art. 93 Rv. de kantonrechter is (en niet de rechtbank) die van huurkoop-zaken kennis neemt, immers art. 93 Rv. luidt (voor zover van belang) als volgt:
“Door de Kantonrechter worden behandeld en beslist:
c. zaken betreffende een (..) huurkoopovereenkomst, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering”
Het is in een procedure mogelijk om de bevoegdheid van de rechter voor wie de zaak dient, ter discussie te stellen. Zulke “exceptie van onbevoegdheid” moet vóórafgaand aan alle overige verweren ter kennis van de rechter worden gebracht. Daarna vind er over de bevoegdheid van de rechter een mini-procedure plaats waarbij partijen recht hebben op hoor en wederhoor. Deze procedure, die is beperkt tot de bevoegdheid van de rechter, heet een “incident”. De rechtbank heeft thans in het incident beslist dat zij de zaak niet verwijst naar de kantonrechter, en dat de zaak voor het eerst weer op 24 december a.s. door de rechtbank (inhoudelijk) zal worden behandeld.
3. Commentaar op de gronden van de beslissing
De rechtbank geeft toe dat aandelenlease belangrijke overeenkomsten vertoont met huurkoop zoals omschreven in art. 7A:1576h BW, welk artikel (voor zover van belang) als volgt luidt:
“Huurkoop is de koop en verkoop op afbetaling, waarbij partijen overeenkomen dat de verkochte zaak niet door enkele aflevering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat door de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is”.
Men zou menen dat deze definitie exact overeenkomt met hetgeen vrijwel in alle aandelenlease-overeenkomsten staat:
“Zodra lessee al datgene aan de Bank heeft betaald wat hij krachtens deze lease overeenkomst (..) verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden”
Overigens spreekt de definitie van huurkoop van “zaak”, maar lid van 5 van art. 7A:1576 BW verklaart de huurkoop-definitie ook van toepassing op vermogensrechten. Van belang is voorts lid 2 van art. 7A:1676h BW:
“Alle overeenkomsten welke dezelfde strekking hebben, hetzij als huur en verhuur, hetzij onder andere vorm of andere benaming aangegaan, worden als huurkoop aangemerkt”.
De rechtbank meent echter dat er zodanig belangrijke verschillen zijn tussen de juridische definitie van huurkoop en de praktische uitwerking van aandelenlease dat er -ondanks de bovengenoemde ruime strekkingsbepaling- geen sprake is van huurkoop.
a. Volgens de rechtbank veronderstelt een huurkoopovereenkomst dat het huurkoopobject bij het aangaan van de overeenkomst wordt afgeleverd, hetgeen wil zeggen dat de zaak ter beschikking van de huurkoper wordt gesteld. Volgens de rechtbank is bij een aandelenlease geen sprake van een “ter beschikking stellen” zodat er volgens haar geen sprake is van huurkoop.
De geleasde aandelen worden inderdaad niet ter hand gesteld. Valt de aandelenlease overeenkomst daarom niet onder de definitie van huurkoop? Volgens art. 7A:1676 l BW is de verkoper verplicht de verkochte zaak aan de koper te leveren door aan deze de macht over de zaak te verschaffen”. Indien hier niet aan wordt voldaan, dan is er a) een overeenkomst van huurkoop tot stand gekomen waarbij b) de huurverkoper zijn verplichtingen uit de wet niet nakomt. Maar daarom is de overeenkomst niet minder huurkoop. Want nergens in de wet staat het vereiste dat huurkoop alleen maar huurkoop is, indien het object bij het aangaan van de overeenkomst is afgeleverd. De Almelose rechter zegt ook niet dat de wet fysieke aflevering eist, maar dat huurkoop fysieke aflevering veronderstelt.
De fysieke aflevering van een lease-object is zinvol als het een auto betreft, maar fysieke aflevering van aandelen heeft geen enkele praktische zin en wordt zelden gedaan. Zelfs aan degene die aandelen koopt in plaats van least, worden de gekochte aandelen om die reden zelden ter hand gesteld (maar op een beleggersrekening geadministreerd). Dit heeft te maken met de specifieke kenmerken van vermogensrechten. De wetsartikelen inzake koop op afbetaling en huurkoop zijn geschreven vanuit de achterliggende gedachte dat het vrijwel steeds om roerende zaken zal gaan. Bij roerende zaken is fysieke aflevering zinvol, bij vermogensrechten niet. Lid 5 van art. 7A:1576 BW bepaalt dat de wetsartikelen inzake koop op afbetaling en huurkoop “overeenkomstige toepassing vinden op vermogensrechten (..) voor zover dat in overeenstemming is met de aard van het recht”. Indien hiermee bedoeld dat de aard van het recht kan verhinderen dat bepaalde (dwingende) wetsartikelen inzake huurkoop van toepassing zijn, dan had de rechter art. 7A:1576 l BW buiten toepassing moeten laten in plaats van het als toetssteen te hanteren.
Bovendien gebeurt er bij aandelenlease iets dat in praktische zin grote gelijkenis vertoont met “ter beschikking stellen”. Met ingang van de ondertekening van de aandelenlease-overeenkomst geniet de lessee de economische lusten en lasten van de door hem geleasde waarden. Kijk de brochures maar op na: “vanaf de eerste dag zijn de aandelen voor u aan het werk”. De Lessee geniet de gevolgen van koersstijgingen en -dalingen en hij ontvangt de over de aandelen uitgekeerde dividenden. Bij aandelenlease gebeurt dus iets dat in praktische zin vergelijkbaar is met “ter beschikking stellen” aan de lessee.
b. Daarnaast is volgens de rechtbank bij aandelenlease het uitgangspunt dat de effecten aan het eind van de looptijd niet in eigendom aan de cliënt worden overgedragen, maar dat de aandelen worden verkocht aan een derde.
Dit lijkt ons niet juist. Allereerst staat in vrijwel alle aandelenlease-overeenkomsten dat lessee eigenaar wordt zodra hij het verschuldigde heeft voldaan. Indien daarna de aandelen worden verkocht, dan doet Dexia zulks voor de lessee, voor rekening en risico van lessee. Zo staat het te lezen in de meeste brochures van Legio Lease:
“Als uw leasecontract na 60 maanden is afgelopen kan Legio-Lease uw aandelen voor u verkopen (.) en de koerswinst (..) voor u incasseren”.
Dit komt niet in strijd met de wettelijke definitie van huurkoop die bepaalt dat na afloop van alle betalingen de eigendom over gaat op de lessee. Dat lessee na eigendomsoverdracht vervolgens aan Dexia opdracht geeft om de geleasde waarden te verkopen verhindert niet dat de te verkopen waarden door huurkoop op enig moment tot zijn eigendom zijn gaan behoren.
Slotopmerkingen
De rechtbank beslist aldus dat de berechte aandelenlease geen huurkoop is. Volgens ons ten onrechte. De vraag is of er op dit moment een rechtsmiddel tegen het vonnis open staat en of het zinvol is om daar thans gebruik van te maken. Naar het zich laat aanzien zal de rechtbank de zaak verder inhoudelijk behandelen. Nu de rechtbank oordeelt dat deze aandelenlease geen huurkoop is, zal de rechtbank een beroep op vernietiging ex art. 1:88 jo 89 BW in elk geval niet honoreren. Het is te hopen dat de gedaagde zijn verweer op meerdere juridische grondslagen heeft gebaseerd. Het blijft immers mogelijk dat de rechtbank inhoudelijk concludeert dat de overeenkomst moet worden ontbonden of dat Dexia aansprakelijk is uit wanprestatie of onrechtmatige daad.
Wij hopen dat hiermee is aangetoond dat procederen in aandelenlease in elk geval structurele aandacht vergt voor alle relevante feiten en omstandigheden van het geval, alsmede kennis van de (achtergronden) van alle wetsartikelen en vergelijkbare uitspraken die op het onderwerp betrekking hebben. Alleen dan zijn valkuilen te vermijden en tegenslagen te overwinnen.
Deze bijdrage werd verzorgd door onze juridisch specialisten in aandelenlease.
Graag verlenen wij u rechtsbijstand en/of treden wij voor u op. Op het rechtsgebied aandelenlease zijn mr. M.M.H.J. Rompelberg, mr. J.P. Van Dyck,
mr. D.D.J.M. Gulpers, mr. M. Garske, mr. S.E.W. Engelen en mr. R.H.J.M. Silvertand werkzaam.