VRAGEN, VERZOEKEN EN AANVRAGEN CRUCIAAL BIJ WCK-VERGUNNING
Wat is er al tot dusver opgemerkt?
De AFM zegt:
Wij kunnen u melden dat Bank Labouchere N.V. tot en met 2001 een vergunning op grond van de Wet toezicht kredietwezen (Wtk) heeft gehad als kredietinstelling. Deze vergunning is verleend door de Nederlandsche Bank.
Bank Labouchere N.V. heeft géén vergunning verkregen op grond van de Wet op het consumentenkrediet (Wck).
Bevestiging van de AFM:
Bank Labouchere N.V. en Legio(-Lease) B.V. géén Wck-vergunning hadden gehad.
opm.1.
In het register van de Wtk staat Dexia alleen ingeschreven in afdeling 1 als instelling vallend onder artikel 6. Dit is conform artikel 52, tweede lid, onder a. Derhalve beschikt Dexia niet automatisch over een vergunning voor de Wck.
opm. 2a.
Banken beschikken automatisch over een Wck-vergunning. Dexia Bank Nederland heeft dus een Wck-vergunning, net als haar rechtsvoorgangster Bank Labouchere. Legio Lease was geen bank. Volgens de AFM had Legio Lease geen Wck-vergunning. eventueel met alle gevolgen van dien. ten gunste van ons
aldus mijn advocaat
opm. 2b.
maar mijn verstand zegt me. omdat een bank als wezen geld verstrekt, en zal hij geen bank kunnen zijn zonder die wettelijke WCK vergunning. Om als bank te opereren is het gewoon een onderdeel van je voorwaarden. net als voor een bedrijf ingeschreven te staan in de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
opm. 3.
.. jouw advocaat heeft ongelijk op bovenstaande links is daarover van alles te vinden. B.V. dat Dexia pas een Wck vergunning heeft sinds 12-04-2003, en dat de bank labourche al helemaal niet over een Wck vergunning beschikt.
opm. 4a.
Bij de parlementaire behandeling van artikel 75, tweede lid (blz. 244/245 Schuurman & Jordens) staat:
Overigens zullen de bestaande WTK-instellingen ingevolge het overgangsrecht zonder nadere toetsing in aanmerking komen voor een WCK-vergunning, indien zij daarom verzoeken. Vanuit het eerder aangegeven beleidsuitgangspunt dat het brengen van de WTK-instellingen onder het regime van de WCK voor hen met zo min mogelijk beleidslasten gepaard moet gaan, is hen zonder meer een vergunning in het vooruitzicht gesteld.
opm. 4b.
Een uitzondering hierop zal worden gemaakt voor de kredietinstellingen die beschikken over een vergunning op grond van de Wet op het kredietwezen (WTK) (Stb1978, 255). Bij deze instellingen zal de vergunning, afgezien van de eventuele toepassing van artikel 12 van de WCK, ingevolge artikel 75, tweede lid, derde volzin, van de WCK zonder meer worden verleend voor zover de aanvrager in het bezit is van een WTK-vergunning en de aanvraag betrekking heeft op de voortzetting van een rechtmatige werkzaamheid als kredietgever.
opm. 4c.
Zowel Dexia als AEGON/Spaarbeleg hadden dus binnen drie maanden na de inwerkingtreding van de Wet op het Consumentenkrediet (1-1-1992) deze vergunning aan moeten vragen. Dus voor 1 april 1992.
opm. 5.
In het register van de Wtk staat Dexia alleen ingeschreven in afdeling 1 als instelling vallend onder artikel 6. Dit is conform artikel 52, tweede lid, onder a. Derhalve beschikt Dexia niet automatisch over een vergunning voor de Wck. Dit als rectificatie op mijn eerdere bericht. Dexia staat niet ingeschreven in afdeling 3 (instelling vallend onder artikel 31).
Opgemerkt dient te worden dat ten tijde van de overgang in 1992 WTK-instellingen
onder het regime van de WCK gebracht werden en hen dit zeer makkelijk werd gemaakt.
Vragen, verzoeken en aanvragen zijn dus cruciaal gebleken bij het verkrijgen van een wck-vergunning.
Dat Dexia (voor 12-4-2003)/Labouchere/Legio(-Lease) en andere aanbieders dat niet gedaan schijnen te hebben zal hen bij bepaalde rechters opbreken. De Minister van Financiën zou hier ook nog debet aan zijn zo kan men afleiden uit de conclusie van de rechter die vindt dat aandelenlease onder de Wck wetgeving valt.
http://zoeken.rechtspraak.nl/zoeken/dtl ... ljn=AR2581
De rechter:
Naar het voorlopige oordeel van de rechtbank is het begrip “geldkrediet” in artikel 1 aanhef en onder a, 1° Wck echter zodanig ruim geformuleerd dat daaronder naar de letter
ook een krediet valt, dat ter beschikking wordt gesteld om daarmee te beleggen in aandelen. In het kader van een richtlijnconforme uitleg van dit artikelonderdeel mag geen doorslaggevende betekenis worden gegeven aan de toelichting op de definitie van het begrip ”
geldkrediet”, vooral niet omdat men destijds onbekend was met het fenomeen
effectenlease. Dit betekent naar het voorlopige oordeel van de rechtbank dat de WinstVerDriedubbelaar een geldkrediet in de zin van artikel 1 aanhef en onder a, 1° en d Wck is en dat de bepalingen van de Wck en de daarop gebaseerde besluiten op de WinstVerDriedubbelaar van toepassing zijn.
Wat de Minister heeft gezegd is fout.
De mededeling van de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer, dat effectenleaseconstructies niet onder de Wck vallen, leidt niet tot een ander oordeel. De beantwoording door de Minister van Financiën op 6 juli 1998 van enkele kamervragen over effectenlease en de Wck, luidde als volgt:
“Zoals reeds bij de vraag is aangegeven vallen beleningen van effecten niet onder de Wet op het consumentenkrediet (WCK) indien: “die bestaan uit belenig van ter beurze genoteerde effecten dan wel niet ter beurze genoteerde effecten, voor zover de waarde daarvan door middel van een openbare prijsaanduiding voor een ieder kenbaar is, mits de kredietsom de waarde van de betrokken effecten op het tijdstip van het aangaan van de transactie niet te boven gaat” (artikel 4, eerste lid, onder h van de WCK).
Indertijd was de reden van uitsluiting dat de wetgever er van uit ging dat deze vorm van kredietverstrekking alleen werd toegepast op kredieten met bestaande portefeuilles als onderpand en in die situaties was het gebruikelijk dat financiële instellingen niet verder gingen dan het verstrekken van een krediet tot ca 70% van de waarde van de portefeuille. De huidige effectenlease-constructies bestonden toen nog niet.
Daarnaast werd overwogen dat hier sprake is van transacties die meer in de vermogenssfeer liggen dan in de consumptieve sfeer (zie Kamerstuk 1986/1987, 19 785, paragraaf 4.1.2.9). Het laatstgenoemde argument is ook nu van toepassing. Ik acht dan ook geen reden aanwezig om de effectenlease onder de WCK te brengen, te meer daar de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) van toepassing is” (Aanhangsel TK 1997-1998, nr. 1470, p. 3015-3016).
Deixia zal dit ongetwijfeld als reden opgeven waarom zij geen Wck-vergunning hebben aangevraagd.
Ik ben benieuwd.
Okerene
Je zou er haast "grijze" haren van krijgen. Kijk nog even terug naar de postings van zirkoon en Job68 voor een goede uitleg en samenvatting.