Ondertussen heeft het BSR een min of meer sluitende verklaring gegeven voor de nog open staande bedragen.
Doordat er een termijn van een aanslag op mijn naam geboekt is op een aanslag op naam van de woonvereniging is die aanslag van de woonvereniging volledig afgeboekt.
Hoewel de woonvereniging alle termijnen van die bewuste aanslag volledig heeft betaald, heeft het BSR een gedeelte van dat bedrag weer terug gestort aangezien de bewuste aanslag al als betaald werd beschouwd door het BSR.
Het telraam mogen ze daar wel vervangen aangezien de verkeerde boeking een stuk lager was dan de totale som van de aanslag.
Maar nu moet de woonvereniging dus de teruggestorte bedragen weer overmaken aan het BSR en dan is alles weer in in kannen en kruiken wat betreft het BSR.
Voor mij begint echter deel twee, de schade vergoeding.
Alhoewel door een fout van mij (aanslag nummer niet vermeld bij de storting van twee termijnen) de administratieve machine begon te haperen, heb ik toch meerdere malen mijn best gedaan om dat in een vroeg stadium te herstellen.
Het BSR heeft toen echter niks van zich laten horen.
Door dit laatste feit is het uiteindelijk tot een dwangbevel gekomen.
Ook dit dwangbevel is, tegen de intentie van de Invorderingswet 1990 en tegen de door het BSR zelf opgestelde beleidsstukken in, te vroeg verstuurd.
Ik had immers bezwaar aangetekend tegen de aanmaning, en in zo'n geval zal eerst dat bezwaar moeten worden afgehandeld alvorens over te gaan tot een dwangbevel.
Toen werd ik gedwongen om tijd te besteden aan deze zaak, tijd die ik niet aan mijn bedrijf kon spenderen.
Ook heb ik een advocaat in moeten schakelen om met als doel het verzet tegen het dwangbevel.
De advocaat kreeg het wel voor elkaar dat het BSR ging kijken naar hun administratie.
Hierdoor zijn de kosten nog binnen de perken gebleven, dat had helemaal niks kunnen zijn als het BSR wel op mijn bezwaren had gereageerd.
Daarnaast heb ik ook een stressvolle tijd achter de rug.
En nog dit:
Het dwangbevel zelf voldoet ook niet aan de wettelijk regels:
- * de bewuste vordering was al lang betaald, er was dus geen reden om dit dwangbevel te vervaardigen (Volgens de Invorderingswet 1990, artikel 11, zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0004770/#HoofdstukIII)
* het bevat geen melding van de mogelijkheid tot verzet tegen het dwangbevel (Volgens de Invorderingswet 1990, artikel 13, lid 1, zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0004770/#HoofdstukIII)
* het is niet ondertekend
* de functie van de opsteller van de tekst als vermeld in het dwangbevel is "invorderingsambtenaar", en dat is niet hetzelfde als een deurwaarder. Het feit dat het BSR de functieomschrijvingen als genoemd in de wet vervangt door haar eigen terminologie maakt het wat moeilijker om dit vast te stellen.
* de feitelijke beslissing tot en de productie van het dwangbevel is automatisch tot stand gekomen, er is geen beslissingsbevoegd persoon aan te pas gekomen en voor zover ik weet kunnen computers niet de titel deurwaarder voeren.
Naar mijn mening opereert het BSR dan ook buiten het mandaat van de koningin, als beschreven in de wet. Naar mijn mening vervalt dan ook het recht tot het mogen gebruiken van de aanhef "
IN NAAM DER KONINGIN". Ik ben benieuwd hoe onze lieve Bea hier over denkt. Een door het BSR uitgevaardigd dwangbevel nietig verklaren, volgens de regels van de wet, lijkt mij dan ook peanuts. De wet voorziet hier echter wel in door de mogelijkheid tot herstel aan te bieden. Bovenstaande tekortkomingen leveren dus alleen maar tijdwinst op voor de gevorderden en extra werk voor het BSR.
Wel gek, al deze tekortkomingen, aangezien het hier een specialisme van het BSR betreft. Ik ben naar aanleiding van bovenstaande redenatie wel overgegaan tot het bestuderen van de term en definities van "valsheid in geschrifte".
Naar mijn mening mag het BSR wel blij zijn dat ik hun terugstortingen ongedaan zal maken. Volgens de letter van de wet zou ik dat niet hoeven te doen. Ik heb immers alle vorderingen bewijsbaar betaald aan het BSR. Dat zij vervolgens geld gaan terugstorten is hun probleem. Ik heb niks kunnen vinden in de wet waaruit blijkt dat ik of de woonvereniging verplicht is deze terugstortingen ongedaan te maken. Maar ik ben slechts een geschoolde leek, ik heb de wet teksten nog niet van kaft tot kaft en boek tot boek gelezen. Dus ik kan er hier naast zitten.