@JvandeW: Ik ga er vanuit dat de rechter in het vonnis ECLI:NL:RBLIM:2015:9307 uitgaat van een verkeerde rechtsopvatting. Volgens mij gaat het om de situatie ten tijden van de koop en beschermd het vermoeden de verkoper.
Nijogeth schreef:Overigens zeg je zelf al 'wie stelt bewijst', maar vervolgens zeg je dat het bedrijf stelt dat er een overeenkomst is en dat niet kan bewijzen. Dat is de verkeerde insteek. Het bedrijf heeft gewoon een deal gemaakt en er is geleverd en betaald.
Daar heb je een punt. TS moet dan stellen dat de betaling onverschuldigd heeft plaats gevonden.
Hoewel het aardig in de buurt komt, geef ik uitdrukkelijk niet aan "wie stelt bewijst". Bewijs hoeft alleen geleverd te worden als de wederpartij het standpunt voldoende gemotiveerd heeft betwist.
Nijogeth schreef:De eerste die iets stelt is in dit geval TS, namelijk dat de deal niet geldig zou zijn, omdat er geen toestemming is gegeven.
Neen. De ouder en het kind hebben beiden een eigen vermogen. Het vermogen van de een mag niet aangesproken worden, wanneer een ander een overeenkomst sluit. De ouder hoeft alleen te stellen dat er met hem geen overeenkomst is gesloten.
De ouder kan zijn verhaal motiveren. De ouder kan aangegeven dat hij voor zijn zoon een app heeft gedownload en bij de betaling daarvan zijn creditcard gegevens heeft gebruikt. De ouder kwam er achter dat de creditcard gegevens in de telefoon waren opgeslagen, nadat de zoon vervolgens in app aankopen deed.
De rechter komt vervolgens niet tot de bewijslast toe, omdat de verkoper eerst dit verhaal verhaal gemotiveerd moet betwisten. Dat is iets wat de verkoper niet kan doen, omdat hij geen controle heeft uitgevoerd bij de latere overeenkomsten.
Nijogeth schreef:Het enige bewijs dat voor TS kan spreken, is een aangifte tegen de persoon die zich voor TS heeft uitgegeven en zijn creditcard gebruikt heeft.
De ouder heeft veel meer aan een verklaring van het kind. Aangifte van diefstal is geen bewijs dat een ander diefstal heeft gepleegd. De zoon verklaard dat hij de app heeft gebruikt en niet wist dat er voor betaald moest worden. De ouder wint het daarmee en de verkoper moet het geld terugbetalen, omdat de verkoper het eigen vermogen van het kind had moeten aanspreken.