Consumentenkoop 2001-12-12
Een van de grote vernieuwingen, welke het per 1 januari 1992 ingevoerde Nieuw Burgerlijk Wetboek (B.W.) heeft gebracht, is de invoering van consumentvriendelijke bepalingen. Van groot belang voor het bedrijfsbeleid van winkeliers zijn vooral de bepalingen met betrekking tot de zogenaamde "Consumentenkoop". In dit artikel worden enige opmerkelijke aspecten van dit nieuwe juridische fenomeen besproken.
1. Algemeen
Wanneer is er sprake van een consumentenkoop? Daarvoor moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
- de koop heeft betrekking op een roerende zaak
- de verkoper handelt in de uitoefening van een beroep of een bedrijf
- de koper is een natuurlijk persoon (d.w.z.: geen rechtspersoon), die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Dus: Koopt een wijnhandelaar een doos wijn voor zijn zaak van een importeur, dan is er geen consumentenkoop. Koopt hij een doos wijn bij de slijter voor zijn vrouw, dan is het dat wel.
De bepalingen over de consumentenkoop vormen grotendeels dwingend recht, dat wil zeggen, dat afwijkende afspraken tussen verkoper en koper, welke nadelig zijn voor de koper, op diens verzoek vernietigbaar zijn.
2. Garantie
Vaak houdt een verstrekte garantie, behalve een zekerheid voor de koper, tegelijkertijd een beperking in van zijn rechten, omdat de garantie slechts voor een bepaalde, meestal (vrij) korte termijn, geldt, waarna de verkoper niet meer aansprakelijk is. Bij de consumentenkoop is beperking van de aansprakelijkheid veel lastiger te bereiken dan onder het oude recht het geval was. Als het gekochte niet de eigenschappen bezit, welke een koper ervan mocht verwachten, heeft de koper recht op herstel, ontbinding en/of schadevergoeding.
Een "garantie" kan niet bewerkstelligen dat een consument deze rechten worden ontnomen.
Als de consument op grond van bijvoorbeeld de aard van het product en/of de daarvoor betaalde prijs, en/of de daarvoor gemaakte reclame mag verwachten, dat het gekochte in beginsel twee jaar probleemloos zal functioneren, kan de verkoper zich niet beroepen op de door hem slechts voor één jaar gegeven garantie.
Opmerkelijk is in dit verband de rol van de door anderen dan de verkoper gemaakte reclame van het product.
Op grond van een speciaal wetsartikel gelden mededelingen van bijvoorbeeld de fabrikant of de importeur van het product als mededelingen van de winkelier. Als de fabrikant bij de consument, via advertentie en/of direct mail, bepaalde verwachtingen heeft gewekt met betrekking tot het aangeprezen product, dan mag de consument daarop een beroep doen jegens de winkelier, bij wie hij het product heeft gekocht.
3. Levertijd
Ook met betrekking tot de levertijd moet de winkelier voorzichtiger zijn dan voorheen.
Zelfs aanzienlijke overschrijdingen van de afgesproken levertijd konden onder het oude B.W. worden gepareerd door bedingen als "De opgave van de levertijd geschiedt altijd bij benadering en overschrijding ervan verplicht ons niet tot enige vergoeding".
Naar nieuw B.W. is dit echter niet meer zo eenvoudig.
Hoofdregel is, dat een voor de nakoming van de overeenkomst gestelde termijn in principe "fataal" is: de schuldenaar raakt door het enkele verstrijken van de termijn in verzuim.
Deze regel kan niet worden ondermijnd door de hierboven geciteerde bepaling.
De consument kan namelijk stellen, dat de termijn voor levering ("bij benadering") onvoldoende is bepaald en dat hem tevens het recht op eventuele schadevergoeding wordt ontnomen.
Volgens de wet wordt daarom een zodanige bepaling "vermoed onredelijk bezwarend" en dus "vernietigbaar" te zijn.
Er is slechts één veilige oplossing voor de winkelier voorhanden: hij moet bedingen, dat hij, als de afgesproken levertijd overschreden wordt, eerst schriftelijk in gebreke moet worden gesteld en hem nog "een redelijke termijn" voor levering dient te worden gegeven.
Maar deze termijn zal dan wel strikt in acht moeten worden genomen, gesteld dat deze "redelijk" is, waarover partijen natuurlijk van mening kunnen verschillen.
4. Verjaringstermijn
Met betrekking tot het sluitstuk van de transaktie, de betaling van de koopsom, dwingt de wettelijke regeling van de consumentkoop de winkelier andermaal tot meer oplettendheid dan vroeger. Bij een consumentkoop verjaart de rechtsvordering van de verkoper tot betaling van de koopprijs door verloop van twee jaren.
In beginsel moet de winkelier binnen 2 jaar na afloop van de gestelde betaaltermijn een gerechtelijke procedure aanhangig maken tegen de niet betalende koper; weliswaar kan de verjaring tussentijds worden "gestuit" door schriftelijke aanmaning, maar ook dit vergt een verscherping van de debiteurenbewaking
LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |