alfatrion schreef:I'll be back! schreef:Mijn bron is de wetboek zelf, de Europese richtlijn en de publicaties van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer weet heel goed hoe de wetsregels in elkaar zitten, omdat zij de regels zelf in elkaar hebben gezet. Bij het omzetten van de Europese richtlijn naar de Nederlandse wetgeving is daar ook uitleg van.
Dus als jij aangeeft dat ik lieg, dan liegt de Tweede Kamer ook.
Die vereenzelviging met de tweede kamer is toch een beetje misselijk makend. De Tweede Kamer geeft duidelijk een andere uitleg dan jij. En je interpretatie van de wet sluit niet aan bij de vaste rechtspraak. Er valt dus nog behoorlijk wat op af te dingen.
Met alle respect, maar de Tweede Kamer heeft de wetsteksten gemaakt. Ten tweede bepaalt de Tweede Kamer de regels, niet de rechters of wie dan ook.
Lees aub de regels omtrent die "wettelijke garantie" en je zult zien dat ze niet gaan over de garantie die de fabrikant en winkelier verstrekken, maar betrekking hebben op de overeenkomst tussen de koper en verkoper. De wettelijke garantie is dat het product aan de overeenkomst dient te beantwoorden. Dat is de waarborg.
Simpel.
Het is niet de zaak dat een product een x tijd probleemloos mee dient te gaan. Het is de zaak dat het product aan de overeenkomst dient te beantwoorden welke tussen de koper en verkoper is overeengekomen. En die overeenkomst gaat verder dan menigeen denkt.
De publicatie van de Tweede Kamer: "Aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen" kan dus aan de kant worden geschoven?
Er wordt steeds beweerd dat ik lieg en dat men keihard beweerd dat er een Europese regel bestaat die bepaald dat de verkopende partij minimaal twee jaar garantie dient te verstrekken. Met alle respect, die betreffende regel gaat over de non-conformiteit, niet over de garantie. En ja, ook de rechtsspraak dient aan die lettertjes van de wetgeving te houden. Dus de uitspraak van de Italiaanse rechter slaat totaal nergens op.
Artikel 3 tot en met 5 van de Europese Richtlijn gaat over non-conformiteit en artikel 6 gaat over de garantie.
Punt.
Dus dat die rechter vervolgens bepaalde uitspraken doet dat volgens de Europese richtlijn een "wettelijke garantie" bestaat van minimaal twee jaar, klopt, maar dat de verkopende partij en de fabrikant minimaal twee jaar garantie dienen te geven klopt dus niet. De rechter haalt non-conformiteit en garantie door elkaar.
Natuurlijk staat "wettelijke garantie" voor waarborg: dat de zaak aan de overeenkomst beantwoord.
Een rechter heeft niet de bevoegdheid om te oordelen dat met "wettelijke garantie" de garantie wordt bedoeld welke de verkopende partij wettelijke verplicht is te verstrekken.
De regels in de Europese Richtlijn en Nederlandse wetboeken zijn daar heel duidelijk in: de fabrikant en verkopende partij bepalen zelf hoelang dat zij garantie geven, tegen welke condities en welke rechten zij de koper toekennen. Staat in artikel 6a van wetboek 7 en artikel 6 van de Europese richtlijn. Ook een rechter dient daaraan te houden.
Ook over de regels omtrent wanneer de verkopende partij het aanspreekpunt is voor de consument is ook in de regels vastgelegd: in geval van een non-conformiteitsclaim is de verkopende partij het aanspreekpunt en mag de verkopende partij de consument niet doorverwijzen naar de fabrikant (maar mag wel de fabrikant inschakelen).
Bij een garantieclaim geldt dat niet en mag de verkopende partij de consument wel doorverwijzen naar de fabrikant. Immers heeft de consument ook bij garantie een overeenkomst met de fabrikant.
Helaas halen veel mensen conformiteit en garantie door elkaar. "wettelijke garantie" is een andere benaming voor conformiteit. Echter mag een uitspraak van wie dan ook nooit in tegenstrijd zijn met de regels van de wet.
Een opmerking: in bepaalde landen kent men geen wetboeken en is de gehele wetgeving gebaseerd op uitspraken van de rechters. Nederland behoort daar niet toe.