De scooterrijder heeft wel verhaalrecht. (reflexwerking van art 185 wvw)
Artikel 185 WvW is van toepassing als er een ongeval op de weg heeft plaatsgevonden tussen een gemotoriseerde en een ongemotoriseerde
In zo'n situatie moet je de schade van de ongemotoriseerde en de schade van de ongemotoriseerde goed uit elkaar houden.
Schade van de ongemotoriseerde:
De ongemotoriseerde heeft de leeftijd van 14 jaar nog niet bereikt. Mocht de ongemotoriseerde (letsel)schade hebben opgelopen, dan is de scooterrijder aansprakelijk voor de (letsel)schade van de ongemotoriseerde. Als de scooterrijder opzet of aan opzet aangrenzende roekeloosheid kan aantonen is hij geen schadevergoeding verschuldigd. Dit lukt vrijwel nooit. Dus als er schade aan de ongemotoriseerde is, moet de scooterverzekeraar de ongemotoriseerde volledig schadeloosstellen.
Schade van de scooter:
Als de scooterrijder opzet (etc) kan aantonen, krijgt hij zijn volledige schade vergoed. Opzet (etc) is vrijwel nooit aantoonbaar. Dit wil niet zeggen dat er geen recht is op schadevergoeding. Dit is de zgn reflexwerking van 185 WvW. De scooterrijder krijgt hooguit een gedeeltelijke vergoeding. Die is o.a. afhankelijk van de causaleverdeling. De ongemotoriseerde steekt plotseling over tussen 2 geparkeerde auto's. De scooterrijder wijkt uit en remt en komt ten val. Ik zie hier weldegelijk een fout van de ongemotoriseerde.
De vraag van de scooterrijder: "Hoe moet ik dit oplossen?" is lastig te geven , nu de vader van het kind heeft aangegeven niet wil meewerken. Bij het oplossen heb je wel de medewerking nodig van de tegenpartij. (of je zal rechtsmaatregelen moeten gaan treffen)
Succes.
Bij het uitgeven van het spoorboekje 185 wvw heeft het PIV (Stichting Personenschade Instituut Van Verzekeraars) in 2002 nog een aardige uitwerking/ toelichting gegeven op art 185 wvwv.
http://stichtingpiv.nl/fileadmin/user_u ... 2002_7.pdf
4.1 Casus volwassen fietser
Op 22 december 2001 reed een 30-jarige fietser binnen de bebouwde kom van de gemeente Arnhem.
Het was 19:00 uur en het regende. Bij een met verkeerslichten beveiligde kruising negeerde hij het
rode verkeerslicht, omdat hij zijn aandacht niet bij het verkeer had. Midden op de kruising kwam de
man in botsing met een kruisende personenwagen, die met groen licht de kruising was opgereden. De
fietser kwam door de botsing ten val en de automobilist – die met een snelheid van 60 km/u de
kruising was opgereden – botste tegen een boom, omdat hij een ultieme uitwijkmanoeuvre uitvoerde.
Zowel fietser als automobilist raakten gewond en werden met de ambulance afgevoerd naar het
ziekenhuis.
4.2 Casus fietser jonger dan 14 jaar
Nu dezelfde casus maar dan met een twaalf jarige fietser. De stappen 1 en 2 blijven gelijk zodat alleen
stil gestaan behoeft te worden bij een nadere invulling van stap 3, de billijkheidscorrectie.
- Fietser vordert schadevergoeding van automobilist (WAM-verzekeraar)
De 100 %-regel is van toepassing zodat aan de fietser een volledige schadevergoeding toekomt. Er is
geen sprake van opzet of daaraan grenzende roekeloosheid.
- Regresnemer vordert schadevergoeding van automobilist (WAM-verzekeraar)
Deze vordering wordt op gelijke wijze beoordeeld als in de situatie met een volwassen fietser. Met
dien verstande dat een eventuele beperkte mate van verwijtbaarheid nog een grond kan zijn om de
billijkheidscorrectie in het voordeel van de regresnemer toe te passen.
-
Automobilist vordert schadevergoeding van fietser (AVP-verzekeraar)
Het kind zelf is niet aansprakelijk, 6:164 BW, maar diens ouders, 6:169 lid 1 BW. Verder gelijk aan de
situatie met een volwassen fietser.
- Regresnemer vordert schadevergoeding van fietser (AVP-verzekeraar)
De TRV, 6:197 BW, staat een dergelijke vordering in de weg.
en een stukje jurisprudentie
https://www.verkeersrecht.nl/jurisprude ... rking-ar-0