Het verschil met de casus in dit topic is dat de apotheek in dit topic niet hetzelfde alternatief verstrekt als waar TS voorheen negatief op reageerde, maar een ánder alternatief. Dat is cruciaal - want dat is in de aangehaalde jurisprudentie niet het geval.Blijkens het zogenaamde Besluit Zorgverzekering, en overigens ook blijkens de verzekeringsvoorwaarden van [gedaagde] behoudt de verzekerde aanspraak op een ander geneesmiddel als het medisch niet verantwoord is de verzekerde slechts toegang te geven tot het aangewezen middel. Volgens de onvoldoende weersproken stelling van [eiser] kreeg [eiser] na gebruik van de merkloze variant Atorvastatine last van bijwerkingen in de vorm van spierpijnen en pijn in de benen en volgens de cardioloog werden deze klachten veroorzaakt door gebruik van Atorvastatine. Om verdere klachten en stijging van het cholesterol te voorkomen schreef de cardioloog om die reden na enkele maanden weer het middel Lipitor voor, aangezien [eiser] hier al jaren goed op reageerde en geen last had van bijwerkingen. Door de behandelend cardioloog werd aangegeven dat er sprake was van “een medische noodzaak” voor afwijking van preferente en voor levering van het spécialité Lipitor, zoals hiervoor uitvoerig aangegeven.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het in beginsel slechts de arts die bepaalt of er sprake is van medische noodzaak als hier aan de orde. Indien een zorgverzekeraar meent dat de “verklaring medische noodzaak” ten onrechte is verstrekt, dan wel twijfels heeft terzake, dient zij zich te wenden tot de arts die de verklaring heeft afgegeven. Desgewenst of zonodig zou de zorgverzekeraar daarbij een andere arts kunnen inschakelen voor een second opinion. Niet gesteld of gebleken is dat zulks in casu is geschied. Het gaat dan ook niet aan om in casu de juistheid van de verklaring te betwisten en zonder meer het aanbevolen medicijn te weigeren.
Hoewel ik zeer goed begrijp dat TS niet zit te wachten op een "test met mogelijke bijwerkingen", zijn de nogal absolute stellingen in dit topic dat de apotheker fout zit, te kort door de bocht.
Jurisprudentie uit een specifieke zaak van toepassing verklaren op andere zaken is niet altijd een goed idee.
Overigens gaat de Kantonrechter wat mij betreft zijn boekje te buiten waar hij overweegt:
Of de Kantonrechter nu degene is die ambtshalve moet beoordelen of er sprake is van placebo-achtige effecten...Voor wat betreft de stelling van [gedaagde] dat er geen verschil is tussen het middel Lipitor van Pfizer en Atorvastatine van Pfizer wat betreft werkzame stof en hulpstoffen en dat het enige verschil is de verpakking, overweegt de kantonrechter dat het van algemene bekendheid is dat ook in dat geval het zeer wel mogelijk is dat bij het ene middel bijwerkingen kunnen optreden en bij het andere merk niet of minder, zulks afhankelijk van de gebruiker.
Maar goed, het is natuurlijk ook "maar" de Kantonrechter