alfatrion schreef:Voor wat de betreft het oppervlakkige verwijzing naar het verschil in benamingen... Arnoud geeft aan dat een cadeaubon minstens een jaar na de verkoop geldig moet zijn, omdat dit een vordering jegens de winkelier is. Hij baseert zich hierbij op art. 6:236 sub g BW. Hoe je het ook wend of keert de dagkaart van de NS geeft de houder er van een vordering op de NS, die moet dus ook minstens een jaar na de verkoop geldig zijn.
Jaja, Het gras is groen, dus alles wat groen is zal ook wel gras zijn ....
Voor alles wat u vooraf betaalt, krijgt u immers een vordering op de verkoper, maar dit betekent niet dat de afspraak over de geldigheid of de feitelijke levering van het goed niet tot minder dan een jaar na aanschaf mag zijn beperkt.
Overigens klopt ook uw verwijzing naar het wetboek niet :
BW 6:236-g schreef:Bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemene voorwaarden voorkomend beding
Ariktel 236 sub g. dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de wederpartij enig recht moet geldend maken, tot een verjarings- onderscheidenlijk vervaltermijn van minder dan een jaar verkort;
Verschillende posters hebben u er al op gewezen dat de geldigheid van het treinkaartje
niet in de Algemene voorwaarden is beschreven, maar gewoon in het aanbod is beschreven. U kiest er echter voor om dit feit constant te negeren en door te blijven gaan op uw algemene-voorwaarden-stokpaardje