Bassen schreef:Graag zou ik advies willen voor het bezwaar maken tegen een bekeuring. En of er een kans van slagen is met mijn bezwaar.
De situatie is als volgt:
Ik heb een parkeer vergunning voor de binnenring van Groningen, en maag om die reden in de gehele binnenstad parkeren waar een betaalautomaat staat.
Vandaag had ik mijn auto geparkeerd in een straat vlakbij mijn huis, een plek waar ik al 2 jaar lang de auto neer zet (soms ook 14 dagen onafgebroken) en tot mijn grote verbazing zat hierop vandaag een boete, iets wat ik bij andere auto's ook nog nooit eerder had gezien.
Op de bekeuring staat vermeld dat de overtreding was "
het hinderen van het verkeer dan wel gevaar veroorzaken" waar een bedrag van 100 euro voorstaat en volgens de boete zelfs een wegsleep regeling.
De straat waar ik in reed.
De auto stond geparkeerd met de achterwielen nog niet op de rijplaat.
Alvast bedankt voor de eventuele reacties.
"Hinderen van het verkeer/gevaar veroorzaken" is de omschrijving van de bekeuring. Ik ben benieuwd naar het feitnummer op de bekeuring. Maar de omschrijving riekt naar het 'kapstokartikel' artikel 5 Wegenverkeerswet 1994:
"Artikel 5
Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd."
Ik vermoed dat het feitnummer van de bekeuring mR395 is. De omschrijving daarvan luidt: "een voertuig op een zodanige wijze
laten staan waardoor op de weg
gevaar wordt/kan worden veroorzaakt,
dan wel het verkeer wordt/kan worden
gehinderd"
De verbalisant is volgens het Feitenboekje verplicht daarbij het gevaar en de situatie te omschrijven.
Het gaat in ieder geval niet om een eventueel inrijverbod (dat pas na 50 meter inging) en ook niet over het staan op de rijplaten (dat is niet verboden). Als bij een parkeermeter werd geparkeerd, stond je ook nog eens op een voor het parkeren bestemde plek.
"Hinder voor het verkeer/gevaar veroorzaken" is een vaag begrip waarvan de invulling van een waardeoordeel/interpretatie af hangt. In het door de verbalisant opgemaakt proces-verbaal moet staan waarom hij vindt dat er sprake is van zulk een hinder of gevaar. Vraag dat ter inzage.
Op dit punt moet je je verweer richten.
Laat anders de bekeuring maar thuis komen. Er staat bij vermeld hoe je moet handelen als je het er niet mee eens bent.
Feitnummer mR395 is een "Wet Muldergedraging". Dat betekent dat je tegen de acceptgiro eerst een bezwaarschrift moet schrijven aan de officier van justitie en als zijn antwoord onbevredigend is, je in beroep kunt gaan bij de kantonrechter. Wees niet bang voor de kantonrechter als het daar terecht komt. De rechter is geen boeman en is zeker niet bevooroordeeld. Doe daar gewoon je verhaal en toon de situatie zoveel mogelijk aan met foto's e.d. en waarom jij vindt dat de bekeuring niet terecht is.
Het is belangrijk dat je deze zekerheid krijgt, zodat je niet ófwel weer in de fout gaat (als je fout zat), ófwel niet wéér ten onrechte een bekeuring krijgt.
Zeker nu de politie, die nota bene zelf geverbaliseerd heeft, je geen uitleg kan of wil geven.