LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Door een systeemfout van opbouwrechten van pensioenfondsen worden pensioengerechtigden gedupeerd. De lage dekkingsgraad waardoor pensioenfondsen nu moeten korten op de uitkering is een gevolg van de invoering van de middelloonregeling.
Met het omstreeks 2004 *) invoeren van de middelloonregeling voor het opbouwen van pensioenen, werd algemeen besloten het opbouwpercentage te verhogen van standaard 1,75 naar 2,25 procent. Dat was bedoeld om ervoor te zorgen dat op de pensioendatum alsnog structurele- en loonschaalverhogingen zouden worden gecompenseerd.
Concreet betekent dit dat over het middelloon op de pensioendatum verhoogd wordt van gemiddeld 70 procent naar 90 procent van het voorwaardelijk geïndexeerde middelloon. Door echter geen premie verhogingspercentage over de pensioengrondslag door te voeren, heeft het verhoogde opbouwpercentage de pensioenfondsen echter in problemen gebracht.
Bij doorberekening (na het verhogen van het opbouwpercentage) blijkt dat verhoogde pensioenpremie percentage onvoldoende is om toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen affinancieren. Het verlengen van de levensverwachting heeft minder invloed dan wordt gesuggereerd door de pensioenfondsen mede omdat geïndexeerde pensioenen bijna rente onafhankelijk kunnen worden aangeboden indien de kostendekkende premie juist wordt vastgesteld. Indien de geconstateerde systeemfout niet wordt gecorrigeerd profiteren de jongeren extra omdat zij bij aanvang teveel pensioenrechten opbouwen die niet kostendekkend zijn.
Het probleem van de systeemfout wordt aangetoond met het navolgende voorbeeld:
Uitgaande van een pensioengrondslag van 10.000 euro wordt (als voorbeeld) 24 procent pensioenpremie over de pensioengrondslag in rekening gebracht zijnde 2.400 euro pensioenpremie voor de toegezegde pensioenaangroei met respectievelijk 1,75 - 2,00 - 2,25 procent opbouw (175, 200 en 225 euro per jaar) over de pensioengrondslag om op de pensioendatum te kunnen uitbetalen. Bij een pensioenpremie van 24 procent zal de dekkingsgraad onvoldoende zal zijn om toekomstige voorwaardelijke geïndexeerde pensioenuitkeringen te kunnen garanderen.
De pensioenpremie moet namelijk 32 procent zijn bij een opbouwpercentage 1,75 procent over de pensioengrondslag.
Het systeemfout probleem kan generatie bestendig worden opgelost door:
De pensioengrondslag die standaard wordt gebruikt voor het berekenen van de pensioenpremie, de opbouwrechten en de pensioenuitkeringen zoals overeengekomen door CAO partijen te wijzigen in:
a) Pensioengrondslag voor het innen van de pensioenpremie ( Uitsluitend in overeenkomst tussen CAO partijen).
b) Opbouwgrondslag die gerelateerd is aan de standaard opbouwpremie van 32 procent. ( Pensioenfondsbestuur )
c) Uitkeringsgrondslag die wordt vastgesteld voor de nog op 63,5 jaar (CBS) in leven zijnde werknemer met een aanvangsleeftijd 25 jaar CBS statistiek.
De pensioenpremie moet verhoogd worden voor een voorwaardelijk geïndexeerde pensioentoezegging van 24 procent naar 32 procent over de pensioengrondslag met een opbouwpercentage van 1,75 procent over de pensioengrondslag. Er kan ook worden gekozen om de pensioengrondslag van 10.000 euro á 24 procent te verlagen naar een gewijzigd opbouwgrondslag van 7.500 euro á 32 procent. Anders zullen de dekkingsgraden helaas dramatisch worden bij een opbouwpercentage boven 1,75 procent.
http://www.vdab-talent.nl/RADAR/Pensioen.pdf
http://www.vdab-talent.nl/RADAR/Kassa/Pensioenen.pdf
Met het omstreeks 2004 *) invoeren van de middelloonregeling voor het opbouwen van pensioenen, werd algemeen besloten het opbouwpercentage te verhogen van standaard 1,75 naar 2,25 procent. Dat was bedoeld om ervoor te zorgen dat op de pensioendatum alsnog structurele- en loonschaalverhogingen zouden worden gecompenseerd.
Concreet betekent dit dat over het middelloon op de pensioendatum verhoogd wordt van gemiddeld 70 procent naar 90 procent van het voorwaardelijk geïndexeerde middelloon. Door echter geen premie verhogingspercentage over de pensioengrondslag door te voeren, heeft het verhoogde opbouwpercentage de pensioenfondsen echter in problemen gebracht.
Bij doorberekening (na het verhogen van het opbouwpercentage) blijkt dat verhoogde pensioenpremie percentage onvoldoende is om toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen affinancieren. Het verlengen van de levensverwachting heeft minder invloed dan wordt gesuggereerd door de pensioenfondsen mede omdat geïndexeerde pensioenen bijna rente onafhankelijk kunnen worden aangeboden indien de kostendekkende premie juist wordt vastgesteld. Indien de geconstateerde systeemfout niet wordt gecorrigeerd profiteren de jongeren extra omdat zij bij aanvang teveel pensioenrechten opbouwen die niet kostendekkend zijn.
Het probleem van de systeemfout wordt aangetoond met het navolgende voorbeeld:
Uitgaande van een pensioengrondslag van 10.000 euro wordt (als voorbeeld) 24 procent pensioenpremie over de pensioengrondslag in rekening gebracht zijnde 2.400 euro pensioenpremie voor de toegezegde pensioenaangroei met respectievelijk 1,75 - 2,00 - 2,25 procent opbouw (175, 200 en 225 euro per jaar) over de pensioengrondslag om op de pensioendatum te kunnen uitbetalen. Bij een pensioenpremie van 24 procent zal de dekkingsgraad onvoldoende zal zijn om toekomstige voorwaardelijke geïndexeerde pensioenuitkeringen te kunnen garanderen.
De pensioenpremie moet namelijk 32 procent zijn bij een opbouwpercentage 1,75 procent over de pensioengrondslag.
Het systeemfout probleem kan generatie bestendig worden opgelost door:
De pensioengrondslag die standaard wordt gebruikt voor het berekenen van de pensioenpremie, de opbouwrechten en de pensioenuitkeringen zoals overeengekomen door CAO partijen te wijzigen in:
a) Pensioengrondslag voor het innen van de pensioenpremie ( Uitsluitend in overeenkomst tussen CAO partijen).
b) Opbouwgrondslag die gerelateerd is aan de standaard opbouwpremie van 32 procent. ( Pensioenfondsbestuur )
c) Uitkeringsgrondslag die wordt vastgesteld voor de nog op 63,5 jaar (CBS) in leven zijnde werknemer met een aanvangsleeftijd 25 jaar CBS statistiek.
De pensioenpremie moet verhoogd worden voor een voorwaardelijk geïndexeerde pensioentoezegging van 24 procent naar 32 procent over de pensioengrondslag met een opbouwpercentage van 1,75 procent over de pensioengrondslag. Er kan ook worden gekozen om de pensioengrondslag van 10.000 euro á 24 procent te verlagen naar een gewijzigd opbouwgrondslag van 7.500 euro á 32 procent. Anders zullen de dekkingsgraden helaas dramatisch worden bij een opbouwpercentage boven 1,75 procent.
http://www.vdab-talent.nl/RADAR/Pensioen.pdf
http://www.vdab-talent.nl/RADAR/Kassa/Pensioenen.pdf
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Enkele opmerkingen.
1. De stijging van het opbouwpercentage vanwege de overgang naar een middelloonregeling is in het algemeen niet zo groot geweest als je suggereert. Een overgang van 1,75% naar 2% is realistischer.
Een aantal fondsen heeft daarnaast vanwege o.a. de wet VPL in 2006 gekozen voor een hoger opbouwpercentage, maar dit is ter compensatie van het afschaffen van prepensioen. Tot de wet VPL bouwden veel mensen naast het ouderdomspensioen ook prepensioen op. Dat mocht na invoering van de wet VPL (in het algemeen) niet meer. Om mensen toch in de gelegenheid te stellen om met vervroeging van de pensioeningangsdatum een soort prepensioenregeling te krijgen, is er vaak voor een hoger opbouwpercentage gekozen. Maar die verhoging wordt dus betaald uit de vrijgekomen prepensioenpremie, vanwege de afschaffing van de prepensioenopbouw, en komt er dus niet éxtra bij.
2. Je zegt dat het “middelloon op de pensioendatum verhoogd wordt van gemiddeld 70 procent naar 90 procent van het voorwaardelijk geïndexeerde middelloon.” Dat is natuurlijk onzin. Er vindt een verandering plaats van 70% van het eindloon naar 80 of 90% van het middelloon. Per saldo is dat vaak zeker niet meer dan in de eindloonsituatie.
In je rekenvoorbeeld ga je uit van een gelijk blijvende pensioengrondslag van 10.000. In dat geval maakt eindloon of middelloon natuurlijk niet uit. Maar in de praktijk zal je loon en je pensioengrondslag op de lange duur stijgen. Als je van een conservatieve stijging van 1,5% uitgaat, dan ben je met eindloon al beter uit dan met middelloon. Ook als je bij middelloon 2,25% opbouw zou hebben. Maar veel mensen zullen aan het eind van de rit veel meer zijn gestegen dan alleen die 1,5%, o.a. vanwege verandering van functie. Als er geen indexatie zou zijn, dan zullen de totale opgebouwde aanspraken bij een middelloonregeling dus een stuk lager zijn dan bij een eindloonregeling.
En dat is nu juist het voordeel van een middelloonregeling. Bij een zelfde premiestelling heb je aan het eind van de rit even veel geld in de pot. De verplichtingen verschillen echter. Het streven van een middelloonregeling is om de toegezegde verplichtingen uiteindelijk net zo hoog te krijgen als bij een eindloonregeling. Maar zolang er geen indexatie is geweest, zullen de toezeggingen bij een middelloonregeling achter blijven bij die van een eindloonregeling. Een pensioenfonds heeft op deze manier dus meer ruimte/lucht om eventuele tegenslagen op te vangen; de indexatie kan immers afhangen van hoeveel geld er in de pot zit.
Samengevat, als de premiestelling van een eindloonregeling zodanig was dat deze op de lange termijn zijn verplichtingen zou kunnen voldoen, dan zou je bij een zelfde premiestelling met een middelloonregeling gemiddeld, dankzij de indexaties, op zijn minst op de zelfde aanspraken uitkomen. En dan zonder het risico dat mensen misbruik van de eindloonsituatie proberen te maken.
1. De stijging van het opbouwpercentage vanwege de overgang naar een middelloonregeling is in het algemeen niet zo groot geweest als je suggereert. Een overgang van 1,75% naar 2% is realistischer.
Een aantal fondsen heeft daarnaast vanwege o.a. de wet VPL in 2006 gekozen voor een hoger opbouwpercentage, maar dit is ter compensatie van het afschaffen van prepensioen. Tot de wet VPL bouwden veel mensen naast het ouderdomspensioen ook prepensioen op. Dat mocht na invoering van de wet VPL (in het algemeen) niet meer. Om mensen toch in de gelegenheid te stellen om met vervroeging van de pensioeningangsdatum een soort prepensioenregeling te krijgen, is er vaak voor een hoger opbouwpercentage gekozen. Maar die verhoging wordt dus betaald uit de vrijgekomen prepensioenpremie, vanwege de afschaffing van de prepensioenopbouw, en komt er dus niet éxtra bij.
2. Je zegt dat het “middelloon op de pensioendatum verhoogd wordt van gemiddeld 70 procent naar 90 procent van het voorwaardelijk geïndexeerde middelloon.” Dat is natuurlijk onzin. Er vindt een verandering plaats van 70% van het eindloon naar 80 of 90% van het middelloon. Per saldo is dat vaak zeker niet meer dan in de eindloonsituatie.
In je rekenvoorbeeld ga je uit van een gelijk blijvende pensioengrondslag van 10.000. In dat geval maakt eindloon of middelloon natuurlijk niet uit. Maar in de praktijk zal je loon en je pensioengrondslag op de lange duur stijgen. Als je van een conservatieve stijging van 1,5% uitgaat, dan ben je met eindloon al beter uit dan met middelloon. Ook als je bij middelloon 2,25% opbouw zou hebben. Maar veel mensen zullen aan het eind van de rit veel meer zijn gestegen dan alleen die 1,5%, o.a. vanwege verandering van functie. Als er geen indexatie zou zijn, dan zullen de totale opgebouwde aanspraken bij een middelloonregeling dus een stuk lager zijn dan bij een eindloonregeling.
En dat is nu juist het voordeel van een middelloonregeling. Bij een zelfde premiestelling heb je aan het eind van de rit even veel geld in de pot. De verplichtingen verschillen echter. Het streven van een middelloonregeling is om de toegezegde verplichtingen uiteindelijk net zo hoog te krijgen als bij een eindloonregeling. Maar zolang er geen indexatie is geweest, zullen de toezeggingen bij een middelloonregeling achter blijven bij die van een eindloonregeling. Een pensioenfonds heeft op deze manier dus meer ruimte/lucht om eventuele tegenslagen op te vangen; de indexatie kan immers afhangen van hoeveel geld er in de pot zit.
Samengevat, als de premiestelling van een eindloonregeling zodanig was dat deze op de lange termijn zijn verplichtingen zou kunnen voldoen, dan zou je bij een zelfde premiestelling met een middelloonregeling gemiddeld, dankzij de indexaties, op zijn minst op de zelfde aanspraken uitkomen. En dan zonder het risico dat mensen misbruik van de eindloonsituatie proberen te maken.
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Het is onjuist om de discussie over Prépensioen te betrekken in deze stelling omdat:
a) Prépensioen werd via omslagstelsel tot 1995 gefinancierd buiten de pensioenopbouw.
b) Prépensioen na 1995 werd hierna individueel gefinancierd met een uitloop via omslagstelsel.
M.a.w. heeft de pensioenopbouwpremie niets te maken met prépensioen en VPL.
Indien er dus geen structurele loonverhogingen worden verstrekt, is het opbouwen van pensioen
voor het geïndexeerd middelloon = eindloonstelsel als aan de voorwaarden voldaan aan:
Looninflatie ( verhoging ) = AOW inflatie (verhoging) = marktrente.
Om voor de lezer geen pensioentechnisch stuk te zijn werd in het voorbeeld 40*175 (7000) genomen.
Echter zijn indexatie / correctie aanpassingen wel in de uitwerkingstabellen meegenomen en zichtbaar gemaakt in de premieberekening bij de leeftijd 25 jaar en de premie bij 64 jaar met de daarbij aangegeven voorwaardelijk pensioentoezegging ( bij 3%)
a) Prépensioen werd via omslagstelsel tot 1995 gefinancierd buiten de pensioenopbouw.
b) Prépensioen na 1995 werd hierna individueel gefinancierd met een uitloop via omslagstelsel.
M.a.w. heeft de pensioenopbouwpremie niets te maken met prépensioen en VPL.
Indien er dus geen structurele loonverhogingen worden verstrekt, is het opbouwen van pensioen
voor het geïndexeerd middelloon = eindloonstelsel als aan de voorwaarden voldaan aan:
Looninflatie ( verhoging ) = AOW inflatie (verhoging) = marktrente.
Om voor de lezer geen pensioentechnisch stuk te zijn werd in het voorbeeld 40*175 (7000) genomen.
Echter zijn indexatie / correctie aanpassingen wel in de uitwerkingstabellen meegenomen en zichtbaar gemaakt in de premieberekening bij de leeftijd 25 jaar en de premie bij 64 jaar met de daarbij aangegeven voorwaardelijk pensioentoezegging ( bij 3%)
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Wat je zelf al aangeeft, bij heel veel pensioenfondsen werd er juist wél tot 2005 prepensioen opgebouwd binnen de pensioenregeling. Dan had je dus een stuk opbouw levenslang ouderdomspensioen en een stuk opbouw prepensioen (bv. van 62-65). Daarnaast had je als aanvulling VUT-regelingen via een omslagstelsel.
Veel mensen bouwden op zo'n manier dus niet alleen een ouderdomspensioen vanaf 65 jaar op van bv. 1,75%, maar in totaal bv 1,75% vanaf bijvoorbeeld 62 jaar. Wat in waarde vergelijkbaar is met een pensioenopbouw van meer dan 2% vanaf 65 jaar.
Als je die prepensioen-opbouw afschaft en vervangt door een hogere opbouw vanaf 65, dan kun je aan lasten en aan waarde dus gelijk uitkomen.
Veel mensen bouwden op zo'n manier dus niet alleen een ouderdomspensioen vanaf 65 jaar op van bv. 1,75%, maar in totaal bv 1,75% vanaf bijvoorbeeld 62 jaar. Wat in waarde vergelijkbaar is met een pensioenopbouw van meer dan 2% vanaf 65 jaar.
Als je die prepensioen-opbouw afschaft en vervangt door een hogere opbouw vanaf 65, dan kun je aan lasten en aan waarde dus gelijk uitkomen.
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Maar ik ben het met je eens dat de overgang van eindloon naar middelloon zeker niet de oplossing was die nodig was. Maat het heeft het ook niet verergerd.
Een van de problemen was dat de eindloonregelingen onbetaalbaar werden. Dus de verhouding tussen wat er wordt betaald en wat je daar voor terugkrijgt ligt verkeerd. Je kunt niet verwachten dat je, alleen door over te stappen op middelloon, met de zelfde premie een zelfde pensioen opgebouwd zou kunnen krijgen aan het eind van de rit. Het enige is dat er een boekhoudkundige truc wordt uitgehaald, waardoor de zekere 'indexatie' (volgen van het inkomen) wordt ingeruild voor een voorwaardelijke indexatie, met een 'ambitie' dat je aan het eind van de rit uitkomt op het zelfde bedrag. Maar als de pensioenen al veel te onbetaalbaar zijn, dan kun je er al bij voorbaat vanuit gaan dat die ambitie niet wordt gehaald.
Gevolg: de opgebouwde aanspraken worden, door het gebrek aan indexatie, elk jaar minder waard. En diegenen die de meeste indexaties missen, gaan er het meeste op achteruit. Dat zijn de jongeren, die nu al weten dat wat ze nu opbouwen bij het pensioneren nog maar de helft waard is. En dat is een grote bom onder de solidariteit van het systeem.
Wat zou je beter kunnen doen? Maak het opbouwpercentage drastisch lager, maar combineer dat met een (nagenoeg) zekere koppeling van de aanspraken met de inflatie. Bij jaarlijks gemiddeld 2% inflatie betekent zelfs een extreem laag opbouwpercentage van 1% dat dat na 40 jaar meer waard is dan een opbouw van 2% zonder enige indexatie. En je hebt de zekerheid dat die 1% van je inkomen ook over 40 jaar nog 1% van een inkomen waard is en dat je niet een pensioen overhoudt waarvan je nog slechts een brood kunt kopen. En nu heb je een situatie waarin jong en oud aan het eind van de rit ook voor elk gewerkt jaar 1% van de waarde van het inkomen aan pensioen krijgt. Daarmee is de verdeling over generaties veel eerlijker dan in een middelloonsysteem zonder indexaties.
In werkelijkheid zou je het opbouwpercentage natuurlijk wel iets hoger kunnen nemen. Hoe hoog precies is nog uit te zoeken.
Zo'n inflatie-gerelateerd pensioen is prima door een pensioenfonds te realiseren. In tegenstelling tot aandelen is de kapitaalmarkt rente op de lange termijn namelijk behoorlijk gekoppeld aan de inflatie. Er zijn daarom prima investeringen te doen die op de lange termijn een redelijk zekere opbrengst bovenop de inflatie opleveren. Sterker nog, er zijn zelfs inflatie-gekoppelde obligaties van zeer degelijke instellingen die een rendement geven gelijk aan de inflatie plus bijbvoorbeeld 1½%. Daarmee is een inflatie-gekoppelde uitkering helemaal gegarandeerd.
Voordelen zijn dus dat je weer solidariteit tussen generaties krijgt en dat iedereen ook weet waar hij aan toe is. Het is niet meer zo dat je een abstract pensioen in het vooruitzicht hebt dat misschien wat waard is maar misschien door de inflatie ook wel helemaal niets meer waard is.
Nadelen? Natuurlijk dat je een lager opbouwpercentage hebt dan nu. Dat is vooral vervelend als je weinig last hebt van inflatie. Dus met name de groep oudere mensen, want voor hen is er weinig tijd tussen de huidige opbouw en de toekomstige uitkering, dus is er ook weinig verlies als er geen indexaties zijn. Maar die oudere mensen hebben in het verleden al heel veel (kunnen) opbouwen met een hoger percentage. Dus zij zullen een groot deel met een hoog percentage hebben en een klein deel met een laag percentage. Per saldo is de 'schade' dan dus klein. Voor jongeren geldt het tegenovergestelde, zij hebben nog niet zo veel 'hoge' opbouw, maar zien de waarde van die aanspraken door de inflatie, bij gebrek aan indexaties, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Zij hebben veel meer aan een lagere aanspraak die wél waardevast is.
Een van de problemen was dat de eindloonregelingen onbetaalbaar werden. Dus de verhouding tussen wat er wordt betaald en wat je daar voor terugkrijgt ligt verkeerd. Je kunt niet verwachten dat je, alleen door over te stappen op middelloon, met de zelfde premie een zelfde pensioen opgebouwd zou kunnen krijgen aan het eind van de rit. Het enige is dat er een boekhoudkundige truc wordt uitgehaald, waardoor de zekere 'indexatie' (volgen van het inkomen) wordt ingeruild voor een voorwaardelijke indexatie, met een 'ambitie' dat je aan het eind van de rit uitkomt op het zelfde bedrag. Maar als de pensioenen al veel te onbetaalbaar zijn, dan kun je er al bij voorbaat vanuit gaan dat die ambitie niet wordt gehaald.
Gevolg: de opgebouwde aanspraken worden, door het gebrek aan indexatie, elk jaar minder waard. En diegenen die de meeste indexaties missen, gaan er het meeste op achteruit. Dat zijn de jongeren, die nu al weten dat wat ze nu opbouwen bij het pensioneren nog maar de helft waard is. En dat is een grote bom onder de solidariteit van het systeem.
Wat zou je beter kunnen doen? Maak het opbouwpercentage drastisch lager, maar combineer dat met een (nagenoeg) zekere koppeling van de aanspraken met de inflatie. Bij jaarlijks gemiddeld 2% inflatie betekent zelfs een extreem laag opbouwpercentage van 1% dat dat na 40 jaar meer waard is dan een opbouw van 2% zonder enige indexatie. En je hebt de zekerheid dat die 1% van je inkomen ook over 40 jaar nog 1% van een inkomen waard is en dat je niet een pensioen overhoudt waarvan je nog slechts een brood kunt kopen. En nu heb je een situatie waarin jong en oud aan het eind van de rit ook voor elk gewerkt jaar 1% van de waarde van het inkomen aan pensioen krijgt. Daarmee is de verdeling over generaties veel eerlijker dan in een middelloonsysteem zonder indexaties.
In werkelijkheid zou je het opbouwpercentage natuurlijk wel iets hoger kunnen nemen. Hoe hoog precies is nog uit te zoeken.
Zo'n inflatie-gerelateerd pensioen is prima door een pensioenfonds te realiseren. In tegenstelling tot aandelen is de kapitaalmarkt rente op de lange termijn namelijk behoorlijk gekoppeld aan de inflatie. Er zijn daarom prima investeringen te doen die op de lange termijn een redelijk zekere opbrengst bovenop de inflatie opleveren. Sterker nog, er zijn zelfs inflatie-gekoppelde obligaties van zeer degelijke instellingen die een rendement geven gelijk aan de inflatie plus bijbvoorbeeld 1½%. Daarmee is een inflatie-gekoppelde uitkering helemaal gegarandeerd.
Voordelen zijn dus dat je weer solidariteit tussen generaties krijgt en dat iedereen ook weet waar hij aan toe is. Het is niet meer zo dat je een abstract pensioen in het vooruitzicht hebt dat misschien wat waard is maar misschien door de inflatie ook wel helemaal niets meer waard is.
Nadelen? Natuurlijk dat je een lager opbouwpercentage hebt dan nu. Dat is vooral vervelend als je weinig last hebt van inflatie. Dus met name de groep oudere mensen, want voor hen is er weinig tijd tussen de huidige opbouw en de toekomstige uitkering, dus is er ook weinig verlies als er geen indexaties zijn. Maar die oudere mensen hebben in het verleden al heel veel (kunnen) opbouwen met een hoger percentage. Dus zij zullen een groot deel met een hoog percentage hebben en een klein deel met een laag percentage. Per saldo is de 'schade' dan dus klein. Voor jongeren geldt het tegenovergestelde, zij hebben nog niet zo veel 'hoge' opbouw, maar zien de waarde van die aanspraken door de inflatie, bij gebrek aan indexaties, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Zij hebben veel meer aan een lagere aanspraak die wél waardevast is.
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
De inflatie en correcties maken nu juist het essentiele verschil bij een vergelijking tussen middelloon en eindloon. Door de inflatie en correcties niet expliciet in de discussie mee te nemen, kun je dus nooit een goede discussie daarover voeren.Arnoud schreef: Om voor de lezer geen pensioentechnisch stuk te zijn werd in het voorbeeld 40*175 (7000) genomen.
Echter zijn indexatie / correctie aanpassingen wel in de uitwerkingstabellen meegenomen en zichtbaar gemaakt in de premieberekening bij de leeftijd 25 jaar en de premie bij 64 jaar met de daarbij aangegeven voorwaardelijk pensioentoezegging ( bij 3%)
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Indien er geen structurele loonverhogingen worden verstrekt, is het opbouwen van pensioen voor het geindexeerde middelloon = eindloonstelsel als aan de voorwaarden voldaan aan:kweenie schreef:De inflatie en correcties maken nu juist het essentiele verschil bij een vergelijking tussen middelloon en eindloon. Door de inflatie en correcties niet expliciet in de discussie mee te nemen, kun je dus nooit een goede discussie daarover voeren.Arnoud schreef: Om voor de lezer geen pensioentechnisch stuk te zijn werd in het voorbeeld 40*175 (7000) genomen.
Echter zijn indexatie / correctie aanpassingen wel in de uitwerkingstabellen meegenomen en zichtbaar gemaakt in de premieberekening bij de leeftijd 25 jaar en de premie bij 64 jaar met de daarbij aangegeven voorwaardelijk pensioentoezegging ( bij 3%)
Looninflatie ( verhoging ) = AOW inflatie (verhoging) = marktrente.
Stel dat de (loon) inflatie 3% / jaar is, dan zal de Pensioengrondslag (PG) toenemen met PG * (1,03^40) en ook de pensioenuitkering. Echter zal het uitgekeerde pensioen ook na 40 jaar in waarde zijn gedaald door de inflatie met 1/( 1,03^40).
M.a.w. de pensioenverhoging is gelijk aan de geldwaardedaling
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Dat geldt bij een eindloonregeling. Maar een essentieel punt van de middelloonregeling is dat die onvoorwaardelijke stijging ontbreekt. En dat de stijging in de praktijk nooit de looninflatie bijhoudt, als er überhaupt al geïndexeerd wordt.Arnoud schreef:Stel dat de (loon) inflatie 3% / jaar is, dan zal de Pensioengrondslag (PG) toenemen met PG * (1,03^40) en ook de pensioenuitkering. Echter zal het uitgekeerde pensioen ook na 40 jaar in waarde zijn gedaald door de inflatie met 1/( 1,03^40).
M.a.w. de pensioenverhoging is gelijk aan de geldwaardedaling
Een reëlere situatie is dan dat je loon in die 40 jaar bv. gemiddeld 3% stijgt (inclusief carriëresprongen), de prijzen met 2% en een middelloonpensioen met 1%. Over die 40 jaar is het opgebouwde middelloonpensioen dan gemiddeld ongeveer een kwart gestegen, de prijzen met zo'n 60% en een eindloonpensioen is ongeveer verdubbeld.
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Je vergelijking gaat niet helemaal op. Bij een eindloonregeling had je ook nog een claim van bijstorting. In mijn voorbeeld kan je indexeren echter moet de pensioenpremie wel 32 procent zijn over de PG (Pensioengrondslag) anders krijg je maken met pensioenkorting(en) zie op: http://www.meldpuntpensioen.nl/
Re: Pensioengerechtigden worden gedupeerd door Pensioenfondsen
Een bijstortingsverplichting staat los van het verschil tussen eindloon en middelloon regeling. In beide regelingen kan een bijstortingsverplichting zijn opgenomen. De bijstortingsverplichting zie je ook alleen bij ondernemingspensioenfondsen en niet bij bedrijfstakpensioenfondsen, omdat het bij een bedrijfstakpensioenfonds onmogelijk is om een goede/'eerlijke' verdeling van de extra pensioenlasten over de werkgevers te bepalen.