LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Ongelijkheid in pensioenopbouw
Ongelijkheid in pensioenopbouw
Mensen die via een premieregeling pensioen opbouwen komen er vaak bekaaid vanaf. Als de pensioendatum eenmaal is bereikt, blijkt de uitkering namelijk flink tegen te vallen. En dat komt niet alleen doordat de consument bij deze regeling al het risico draagt. Ook de fiscus heeft een flinke vinger in de pap.
Door belastingregels kunnen deze premiepensioenen nooit dezelfde uitkomst hebben als andere pensioenregelingen. We bekijken waarom qua pensioen niet iedereen gelijk is.
Maandag 14 oktober om 20:30 bij de TROS op Nederland 1
Door belastingregels kunnen deze premiepensioenen nooit dezelfde uitkomst hebben als andere pensioenregelingen. We bekijken waarom qua pensioen niet iedereen gelijk is.
Maandag 14 oktober om 20:30 bij de TROS op Nederland 1
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Vrij simpel. Vooral sommige zelfstandigen of ondernemers willen tot de grens gaan om zo veel mogelijk geld fiscaal gunstig 'buiten de onderneming' te krijgen. Die willen dus ook zo veel mogeljk pensioenkapitaal storten, vaak in de vorm van een beschikbare premie regeling. Om te voorkomen dat ze de regels al te veel misbruiken, moet deze premie na het rendement totaan de pensioendatum (en het inkomen dat dat zou opleveren) in verhouding liggen met wat je bij een gewone regeling met pak 'm beet 2% opbouw zou krijgen. En dat betekent een relatief lage beschikbare premie.
Dus om zulke uitwassen te voorkomen, zijn er maximale beschikbare premiepercentage-tabellen ontwikkeld die er voor de 'gewone' mens toe leiden dat ze uiteindelijk minder pensioen hebben dan bij een 'gewone' pensioenregeling.
Dus om zulke uitwassen te voorkomen, zijn er maximale beschikbare premiepercentage-tabellen ontwikkeld die er voor de 'gewone' mens toe leiden dat ze uiteindelijk minder pensioen hebben dan bij een 'gewone' pensioenregeling.
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Dekkingsgraad van pensioenfondsen wordt verlaagd door CAO Partners
In het regeerakkoord tussen de VVD en de PvdA is een bezuinigingsvoorstel opgenomen om op termijn drie miljard euro op de begroting te bezuinigen. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd door het verlagen van het jaarlijkse opbouwpercentage over de pensioengrondslag (PG) waardoor de franchise wordt verhoogd en de fiscaal vriendelijke pensioenopbouw wordt verlaagd. Een goed alternatief voor de bezuiniging kan een fiscale heffing van maximaal twee procent over de maandelijks af te dragen pensioenpremie zijn.
De CAO partners van de Rijksoverheid stellen voor het pensioenopbouwpercentage te verlagen van 2,05 naar 1,95 procent over de pensioengrondslag (PG) en tevens ook de pensioenpremie te verlagen met 3,8 procent over de pensioengrondslag. Door deze premieverlaging zal de koopkracht voor werkende pensioendeelnemers met ongeveer 2 procent toenemen. Met andere woorden de koopkrachtverbetering zal op termijn ten laste gaan van het vermogen van het Pensioenfonds ABP waardoor de dekkingsgraad automatisch wordt verlaagd.
Het is juridisch onbegrijpelijk dat de verantwoordelijkheid voor de kostendekkende pensioenpremie wordt vastgesteld door de CAO partners in plaats van het pensioenfondsbestuur. Juridisch moeten CAO partners uitsluitend aanspreekbaar worden voor het pensioenpremiepercentage over de PG en het pensioenfondsbestuur over pensioenopbouwpercentages. Waarmee generatieconflicten tijdens CAO onderhandelingen over collectieve pensioenen tot het verleden gaan behoren.
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2013/10/11/I006.htm
http://www.vdab-talent.nl/Pers/Dekkings ... rs-ABP.pdf
In het regeerakkoord tussen de VVD en de PvdA is een bezuinigingsvoorstel opgenomen om op termijn drie miljard euro op de begroting te bezuinigen. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd door het verlagen van het jaarlijkse opbouwpercentage over de pensioengrondslag (PG) waardoor de franchise wordt verhoogd en de fiscaal vriendelijke pensioenopbouw wordt verlaagd. Een goed alternatief voor de bezuiniging kan een fiscale heffing van maximaal twee procent over de maandelijks af te dragen pensioenpremie zijn.
De CAO partners van de Rijksoverheid stellen voor het pensioenopbouwpercentage te verlagen van 2,05 naar 1,95 procent over de pensioengrondslag (PG) en tevens ook de pensioenpremie te verlagen met 3,8 procent over de pensioengrondslag. Door deze premieverlaging zal de koopkracht voor werkende pensioendeelnemers met ongeveer 2 procent toenemen. Met andere woorden de koopkrachtverbetering zal op termijn ten laste gaan van het vermogen van het Pensioenfonds ABP waardoor de dekkingsgraad automatisch wordt verlaagd.
Het is juridisch onbegrijpelijk dat de verantwoordelijkheid voor de kostendekkende pensioenpremie wordt vastgesteld door de CAO partners in plaats van het pensioenfondsbestuur. Juridisch moeten CAO partners uitsluitend aanspreekbaar worden voor het pensioenpremiepercentage over de PG en het pensioenfondsbestuur over pensioenopbouwpercentages. Waarmee generatieconflicten tijdens CAO onderhandelingen over collectieve pensioenen tot het verleden gaan behoren.
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2013/10/11/I006.htm
http://www.vdab-talent.nl/Pers/Dekkings ... rs-ABP.pdf
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Onzin. De dekkingsgraad is nl. afhankelijk van het vermogen én de verplichtingen. Bij een lagere opbouw zoals genoend nemen zowel het vermogen als de verplichtingen minder toe en zal er dus geen verandering in de dekkingsgraad zijn.Met andere woorden de koopkrachtverbetering zal op termijn ten laste gaan van het vermogen van het Pensioenfonds ABP waardoor de dekkingsgraad automatisch wordt verlaagd.
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Beste Kweenie
Ik weet dat je heel goed kan rekenen. Maar hoe verklaar je dat 0,1 procent opbouw verlaging een premie voordeel geeft van 3,8 procent over de Pensioengrondslag. M.a.w. het premie percentage is dus bij 2,05 procent over de (PG) uitgaande van de stelling dat de CAO partijen juist zou zijn dus (2,05/0,1)*3,8 = 77,9 procent. Dat kan gewoon niet waar zijn.
Ik weet dat je heel goed kan rekenen. Maar hoe verklaar je dat 0,1 procent opbouw verlaging een premie voordeel geeft van 3,8 procent over de Pensioengrondslag. M.a.w. het premie percentage is dus bij 2,05 procent over de (PG) uitgaande van de stelling dat de CAO partijen juist zou zijn dus (2,05/0,1)*3,8 = 77,9 procent. Dat kan gewoon niet waar zijn.
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Daar zijn meerdere redenen voor.
Ten eerste is de pensioenleeftijd ook naar 67 jaar gegaan. De verandering van 2,05% OP65 opbouw naar 1,95% OP67 opbouw komt in feite overeen met en daling van de opgebouwde waarde van ongeveer 16%.
Ten tweede gaat het over de kostendekkende premie. Die anders kan zijn dan de werkelijk te betalen premie. Dat blijkt ook wel, want er zit bovenop de kostendekkende premie voor 2014 o.a. ook een extra herstelpremie van drie procentpunten.
Ten derde is er voor de bepaling van de kostendekkende premie niet een formule die alleen afhankelijk van het opbouwpercentage is. De kostendekkende premie is namelijk sterk afhankelijk van de rentestand en de samenstelling van het deelnemersbestand (man/vrouw, leeftijdsopbouw/duration etc.). Nu zal het deelnemersbestand niet in zo'n korte tijd veranderen, maar de rente wel.
Ten eerste is de pensioenleeftijd ook naar 67 jaar gegaan. De verandering van 2,05% OP65 opbouw naar 1,95% OP67 opbouw komt in feite overeen met en daling van de opgebouwde waarde van ongeveer 16%.
Ten tweede gaat het over de kostendekkende premie. Die anders kan zijn dan de werkelijk te betalen premie. Dat blijkt ook wel, want er zit bovenop de kostendekkende premie voor 2014 o.a. ook een extra herstelpremie van drie procentpunten.
Ten derde is er voor de bepaling van de kostendekkende premie niet een formule die alleen afhankelijk van het opbouwpercentage is. De kostendekkende premie is namelijk sterk afhankelijk van de rentestand en de samenstelling van het deelnemersbestand (man/vrouw, leeftijdsopbouw/duration etc.). Nu zal het deelnemersbestand niet in zo'n korte tijd veranderen, maar de rente wel.
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Kweeniekweenie schreef:Daar zijn meerdere redenen voor.
Ten eerste is de pensioenleeftijd ook naar 67 jaar gegaan. De verandering van 2,05% OP65 opbouw naar 1,95% OP67 opbouw komt in feite overeen met en daling van de opgebouwde waarde van ongeveer 16%.
Ten tweede gaat het over de kostendekkende premie. Die anders kan zijn dan de werkelijk te betalen premie. Dat blijkt ook wel, want er zit bovenop de kostendekkende premie voor 2014 o.a. ook een extra herstelpremie van drie procentpunten.
Ten derde is er voor de bepaling van de kostendekkende premie niet een formule die alleen afhankelijk van het opbouwpercentage is. De kostendekkende premie is namelijk sterk afhankelijk van de rentestand en de samenstelling van het deelnemersbestand (man/vrouw, leeftijdsopbouw/duration etc.). Nu zal het deelnemersbestand niet in zo'n korte tijd veranderen, maar de rente wel.
Je heb gelijk dat de kostendekkende pensioenpremie niet altijd in rekening wordt gebracht. Echter de conclusie dat de herstelpremie hiervan een bewijs is omdat de pensioenpremie nu te hoog blijkt te zijn is onjuist. Het feit dat er nu wel een herstelpremie in rekening wordt gebracht in de pensioenpremie geeft juist aan dat er te weinig pensioenpremie in het verleden is voldaan of dat het opbouwpercentage over de pensioengrondslag te hoog is geweest.
Ook kan de levensverwachting per beroepsgroep verschillen.
Het CBS heeft levensverwachting globaal gekoppeld aan het opleidingsniveau en aan het geslacht man – vrouw.
Een conversietabel treft je aan op:
http://vdab-talent.nl/Kostendekkend/Con ... entage.pdf
Re: Ongelijkheid in pensioenopbouw
Ik concludeer nergens dat de herstelpermie een bewijs is van dat de kostendekkende pensioenpremie niet altijd in rekening wordt gebracht. Volgens mij leg je met nu woorden in de mond die ik niet heb gezegd.
Je tweede deel, over onder meer de levensverwachting gerelateerd aan beroepsgroep, is juist een bevestiging van mijn derde punt, namelijk dat je een verandering van het opbouwpercentage niet een-op-een kunt vertalen naar een verandering in de kostendekkende premie.
Net als dat er niet een 'vaste' tabel kan zijn waarbij je kunt zien hoeveel pensioenopbouw er 'hoort' bij een bepaald premiepercentage. (Iets waar je in het verleden volgens mij wel eens naar hebt verwezen?)
Je tweede deel, over onder meer de levensverwachting gerelateerd aan beroepsgroep, is juist een bevestiging van mijn derde punt, namelijk dat je een verandering van het opbouwpercentage niet een-op-een kunt vertalen naar een verandering in de kostendekkende premie.
Net als dat er niet een 'vaste' tabel kan zijn waarbij je kunt zien hoeveel pensioenopbouw er 'hoort' bij een bepaald premiepercentage. (Iets waar je in het verleden volgens mij wel eens naar hebt verwezen?)