John, je moet het spoorboekje wel goed lezen.
Als jij schrijft:" Ts zal opzet of opzet grenzende roekeloosheid moeten bewijzen wilt hij een vordering tegen de ouders van de fietsers kunnen maken. En dat kun je bijna niet of heel moeilijk.", dan verwar jij de schade van de gemotoriseerde met de ongemotoriseerde.
Als TS opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid kan aantonen, dan is TS geen schadevergoeding verschuldigd aan de fietser < 14 jaar.
Maar in het geval van TS gaat het om de vordering van een gemotoriseerde op de ouders van de ongemotoriseerde < 14 jaar. Het kind zelf is niet aansprakelijk (art. 6:164 BW), maar diens ouders (art. 6:169 BW). De 100%-regel reflecteert niet zodat er ruimte voor de gemotoriseerde is om schade te verhalen. De causale
verdeling moet worden vastgesteld en vervolgens de billijkheidscorrectie. Elementen die hierbij een rol spelen zijn het ‘Betriebsgefahr’ (in het nadeel van de gemotoriseerde), de wederzijdse ernst van de gemaakte fouten, de beperkte verwijtbaarheid, de ernst van het eventueel door de gemotoriseerde
opgelopen letsel en andere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld het al dan niet verzekerd zijn van de aansprakelijkheid van de ouders.
TS kan gewoon een vordering indienen bij (de ouders van) de fietser < 14 jaar.
In de bijlage tref je een stukje jurisprudentie aan waarin de gemotoriseerde geen opzet of aan opzet aangrenzende roekeloosheid kan aantonen. Daarom krijgt hij geen volledige schadevergoeding, maar een gedeeltelijke schadevergoeding.
p.s omdat ik kennelijk geen bijlage kan toevoegen, hierbij een korte link
https://www.verkeersrecht.nl/jurisprude ... rking-ar-0