Op 16 juli zijn er 2 uitspraken gepubliceerd van het gerechtshof Amsterdam.
De eerste is van 9 maart en is een eegalease zaak.
De rechtbank Amsterdam had de vernietiging wegens ontbreken tweede handtekening verworpen wegens verjaring en de gedupeerden hebben hoger beroep aangetekend.
Maar ook het gerechtshof wijst de vernietiging af wegens verjaring.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM9949
De tweede uitspraak is van 28 april en is ook een eegalease zaak.
De rechtbank had de vernietiging van één van de eisers toegewezen en Dexia veroordeeld om o.a. de rente over de betaalde rentebedragen ná vernietiging contract te betalen, maar ook:
In het eindvonnis heeft de kantonrechter Dexia veroordeeld tot terugbetaling aan de echtgenoten van [appellante sub 1] c.s. van de rentebedragen die volgens opgaaf van [appellante sub 1] c.s. ná de respectievelijke vernietigingsverklaringen zijn betaald.
Het vonnis uit 2005 van de rechtbank is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 112005.htm
De rechter in deze zaak was Strengers.
Je weet wel, die van de rare uitspraken in 2005.
De gedupeerden hebben hier hoger beroep tegen aangetekend en eisen nu rente over de betaling vanaf het moment van afsluiten en ook teruggave van alle betalingen vanaf afsluiten contracten en niet alleen vanaf de vernietiging.
Het ene punt wordt echter afgewezen:
Dexia is daarover eerst de wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van verzuim (niet: de data van betaling zoals [appellante sub 1] c.s. aannemen)
En het andere punt wordt toegewezen:
4.10 De vernietiging van een overeenkomst werkt krachtens art. 3:53 lid 1 BW terug tot het tijdstip waarop zij is aangegaan. Door de vernietiging ontvalt vanaf dit tijdstip de rechtsgrond aan de prestaties die partijen op grond van de overeenkomst hebben verricht, zodat die prestaties moeten worden geacht zonder rechtsgrond te zijn verricht. De partijen zijn daarom gerechtigd hetgeen zij ter voldoening aan de overeenkomst jegens elkaar hebben gepresteerd, als onverschuldigd betaald terug te vorderen. Hierin voorziet art. 6:203 BW.
4.11 Het bovenstaande brengt mee dat de echtgenoten van [appellante sub 1] c.s. gerechtigd zijn al hetgeen zij op grond van de overeenkomsten aan Dexia hebben betaald, dat wil zeggen de betaalde rente, van Dexia terug te vorderen. De desbetreffende vorderingen kunnen krachtens art. 1:89 lid 5 BW ook door [appellante sub 1] c.s. worden ingesteld, hetgeen zij hebben gedaan.
De uitspraak van het Hof is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN1435
Eindelijk, na ruim 4 jaar wachten op het Hof, gerechtigheid voor deze gedupeerden.
Groeten,
Piet