Hier het laatste hoofdstuk over hoe KiFiD de klacht over onze vermogensbeheerhypotheek van één WestlandUtrecht heeft behandeld (via De Hypotheekshop afgesloten, waarbij WestlandUtrecht Effectenbank tegenwoordig van NN is (en WestlandUtrecht Hypotheekbank nog steeds van ING is)).
Voor details zie o.a. Uitspraken 2020-093, 2018-068 (CvB), 2018-365, 2018-366, 2016-206, 2016-207, 2016-208.
Paar belangrijke feiten:
- Gedurende gezamenlijke hoorzitting op 17 Februari 2016 leest mijn nieuwe adviseur voor uit voor mij nieuwe stukken, waaronder de vragenlijst van NN uit 2007 op basis waarvan het risicoprofiel wordt bepaald (onafhankelijk van eenmalige aanvangsstorting en/of maandelijkse inleg) van het reeds eerder in offerte van ING vastgelegde vermogensbeheer in kader van hypotheek, met in dezelfde offerte ook bevestiging van beoogde netto waardeontwikkeling (onafhankelijk van risicoprofiel), zonder vermogensbeheer gerelateerde kosten te specificeren;
- Wij hebben niet geweigerd om over te stappen; Wij hebben de omzetting niet expliciet goedgekeurd, maar tijdig bezwaar ingediend tegen de door NN voorgenomen beëindiging van het voor consument onlosmakelijke aan de hypotheek van ING (notarieel) verbonden vermogensbeheer; NN heeft onze reeds gespleten vermogensbeheerhypotheek afgebroken en ING heeft dit laten gebeuren (ING (h.o.d.n. WestlandUtrecht) kon geen passende oplossing bieden);
- Mijn nieuwe adviseur weigerde mij te helpen bij deze situatie (en oude adviseur beschikte tot eind 2013 niet over de wettelijk vereiste vergunningen - wat bevestigd is door AFM);
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads ... 20-093.pdfKlacht ongegrond. Het is niet aannemelijk geworden dat de Bank in strijd heeft gehandeld met de vermogensbeheerovereenkomst of dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door de vermogens-beheerovereenkomst te beëindigen.
Ik heb reeds herstelverzoek ingediend, maar Voorzitter van Geschillen Commissie wil deze (vooralsnog) niet in behandeling nemen.
Alle terugkoppeling is welkom.
Groetjes,
Joepie
En eerder (o.a.):
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads ... 18-068.pdfBehandelbaarheid klacht. Klacht niet behandelbaar voor zover die betrekking heeft op onderdelen waarover echtgenoot belanghebbende al eerder heeft geklaagd. Vermogensbeheer in kader hypotheek. Bank niet verantwoordelijk voor vermogensbeheer omdat consument de overeenkomst tot vermogensbeheer heeft gesloten met andere instelling.
https://www.kifid.nl/fileupload/jurispr ... indend.pdfConsument is van mening dat het advies ondeugdelijk is geweest en dat hij onvoldoende en onjuist is geïnformeerd over de kosten. Vermogensbeheerder is niet betrokken geweest bij de advisering en kan derhalve niet verantwoordelijk worden gehouden voor het gegeven advies. Wel was Vermogensbeheerder op grond van de Vermogensbeheerovereenkomst gehouden om Consument voldoende in te lichten over de kosten. Gelet op de destijds geldende wet- en regelgeving heeft Vermogensbeheerder aan haar informatieplicht voldaan. Zij heeft Consument bij het aangaan van de Vermogensbeheerovereenkomst geïnformeerd over de (hoogte van de) directe kosten en de eenmalige kosten zoals de in- en uitstapfee. Daarnaast is onvoldoende gesteld en gebleken dat de kosten buitenproportioneel zouden zijn. De Commissie wijst de vordering af.
En het begon bij de Ombudsman:
De wijze waarop NN u heeft geïnformeerd over de aan het vermogensbeheerproduct verbonden kosten is onvoldoende. Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam financieel dienstverlener mag worden verwacht dat deze een consument voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst in staat stelt zich een goed beeld te kunnen vormen van de eigenschappen, werking, risico’s en kosten van het financiële product. Deze informatieplicht wordt strenger naarmate een financieel product meer complex is.
Gelet op de inhoud van de door NN verstrekte informatie (daarbij de nadruk leggend op de term all-in tarief) ben ik van mening dat u uit mocht gaan aan het product verbonden kosten die 2% per jaar niet te boven zouden gaan.
Met NN bent u een all-in tarief van 0.1666% per maand over het totale eindemaandsvermogen. De indirecte kosten hebben een nadelig effect gehad op de waardeontwikkeling van dit eindemaandsvermogen. Deze verminderde waardeontwikkeling leidde vervolgens weer tot lagere beheerskosten die aan NN moesten worden voldaan. Het is aannemelijk dat beide ontwikkelingen elkaar in stand hebben gehouden zodat van financieel nadeel niet kan worden gesproken.