Gisteren stond er een interessante brief in
Trouw over de juridische aspecten van de huidige maatregelen. Een flink citaat uit die brief:
Christiaan Roorda in Trouw schreef:Het wonderlijke is: de meest ingrijpende maatregelen die het kabinet neemt, berusten niet op een wettelijke grondslag en worden niet in de officiële publicatiebladen bekendgemaakt; dat gebeurt via moderne communicatiemiddelen, via televisie en internet. Het is niet duidelijk wat voor rechtsvorm deze maatregelen hebben, er staan geen sancties in en er komen geen politieagenten om boetes uit te delen.
Ik zal uitleggen wat dit is. Het is ongeschreven noodrecht. Het kabinet doet wat gedicteerd wordt door de omstandigheden, en het heeft daarvoor een eigen manier gevonden: het formuleert in feite alleen krachtige aanbevelingen. De bevolking aanvaardt ze, mits de maatregelen goed te volgen zijn. Bij het besluit van vorige week donderdag om de scholen open te houden ging het even mis: dat begrepen de mensen niet, maar dat besluit werd zondag gecorrigeerd.
Het kabinet heeft voorlopig nog geen noodtoestand uitgeroepen omdat dat niks oplevert. Ook in een noodtoestand is het bijvoorbeeld niet toegestaan om kerkdiensten te verbieden. Met de nu getroffen 'maatregelen' zijn die ook niet verboden, wel dringend ontraden. En dat was ook precies genoeg.
Dit heeft een grote schoonheid: de overheid neemt besluiten op basis van gezag en verstand. Dat verschaft legitimiteit en dan is legaliteit niet nodig. De maatregelen van het kabinet vormen geen dwingend recht, maar dringend recht. Krachtiger kan het niet.
Niet onbelangrijk: Christiaan Roorda is wetgevingsjurist bij de Raad van State en sinds januari gedetacheerd als secretaris bij de Onderzoeksraad voor veiligheid.