alfatrion schreef: ↑30 mei 2020 17:30
Moneyman schreef: ↑30 mei 2020 12:04
[...]Ik ben ook wel benieuwd naar de concrete onderbouwing waarom het thuisonderzoek verder mag gaan dan het winkelonderzoek. Ik haal dat niet uit het door Alfatrion geciteerde deel van Richtlijn 14.
Stel je voor:
1. Product X een product waarop artikel 6:230o BW van toepassing is, maar geen van de uitzonderingen uit artikel 6:230p BW opgaan;
2. Product X mag je nergens in een fysieke winkel testen om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen vast te stellen;
3. De gedacht is nu dat je dat het product ook niet thuis mag testen;
4. Waarom staat het volgende dan in de wet?
Artikel 14 lid 2 Richtlijn 2011/83/EU Consumentenrechten
De consument is alleen aansprakelijk voor de waardevermindering van de goederen die het gevolg is van het behandelen van de goederen dat verder gaat dan nodig was om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen vast te stellen. De consument is in geen geval aansprakelijk voor waardevermindering van de goederen wanneer de handelaar heeft nagelaten om overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder h), informatie over het herroepingsrecht te verstrekken.
Ingewikkeld hoor.
Ik begrijp het als volgt: als punt 3 de juiste gevolgtrekking is uit de punten 1 en 2, dat is het niet logisch om in dat geval de aansprakelijkheid van de consument voor waardevermindering te beperken tot alleen de waardevermindering die het gevolg is van verder gaan dan nodig om de aard, kenmerken en werking het product thuis te testen. Als de conclusie van punt 3 klopt. is het niet logisch de consument ook te vrijwaren van aansprakelijkheid voor (eventuele) waardevermindering die het gevolg is van het
binnen de grenzen van wat nodig is om de aard, kenmerken en werking het product thuis te testen.
Logisch zou zijn ook die waardevermindering dan (bij herroeping) voor rekening van de consument te laten komen.
Dat de wet dat niet doet, is inderdaad een aanwijzing hoe één en ander begrepen moet worden.
Verder spreekt die tekst van Artikel 14 lid 2 Richtlijn 2011/83/EU Consumentenrechten voor zich: wat je in een winkel wel of niet met een product kunt of mag doen speelt geen rol bij de beoordeling in welke gevallen bij (bijvoorbeeld) een online-aankoop de consument voor waardevermindering aansprakelijk is.
Dat het mogelijk is om te stellen dat bepaalde overwegingen bij deze Richtlijn (overweging 37 en 47 zijn hier genoemd) op gespannen voet staan met elkaar, doet daar niets aan af.
Overweging 14 Richtlijn 97/7/EU Consumentenrechten (
niet 'Richtlijn 14), werd door Alfatrion volgens mij aangehaald om door snuffel1 gedane onware uitspraak over
de oorspronkelijke bedoeling bij introductie van de wetgeving in kwestie te weerleggen. Dat 'thuisonderzoek verder mag gaan dan winkelonderzoek' vind je daarin dan inderdaad niet terug. Zou dat wel het geval geweest zijn, dan was dat niet relevant geweest voor beoordeling van
de actuele stand van wetgeving op dit gebied: Richtlijn 97/7/EU is immers niet meer van kracht.