Ik ben in het bezit van een sprintplan uit '99. Deze is afgesloten met tussenkomst van een bemiddelaar. Dit staat ook zo bevestigd in de correspondentie van Spaarbeleg. In afschriften wordt ook verwezen naar de "adviseur".
Is dit een casus die bij Aegon, of met tussenkomst kifid/geschillencommissie kans maakt?
Aegon reageert helemaal nergens meer op, die wacht op mijn zaak bij de Hoge Raad. De Geschillencommissie Klachteninstituut Financiële Dienstverlening Kifid behandelt klachten tegen Aegon over SprintPlan allang niet meer, met de drogreden dat er al collectieve gerechtelijke uitspraken liggen.
Alleen een brief of afschrift van Spaarbeleg met verwijzing naar de tussenpersoon is nog onvoldoende bewijs voor daadwerkelijke persoonlijke advisering van het SprintPlan, waarmee Aegon dan ook nog aantoonbaar bekend moet zijn geweest. Heb je meer, dan maak je kans bij de rechter. Kun je ook nog putten uit dossiers van de vele lotgenoten, dan heb je nog alle kans. Meer dan ooit...
De aanhouder wint! Jelle Terpstra (Het ClaimConcept ® sinds 2011)
Dank voor uw respons.
Ik vind het bevreemdend dat een bankafschrift van Aegon Spaarbeleg, waarom onderaan het bankafschrift duidelijk een aanbieding staat, en dat je voor verdere informatie contact moet opnemen met je adviseur ( H.J. Boer Ommen). Voorts een bevestiging van de gegevens in goede orde zijn ontvangen door de bemiddeling van bovengenoemde. Dan is het toch buitengewoon aannemelijk dat deze geadviseerd heeft? Anders zou de bemiddelaar niet de gegevens aan Aegon hebben doorgespeeld..
Zijn er nog datums of andere zaken die ik in de gaten moet houden?
Ik vind het bevreemdend dat een bankafschrift van Aegon Spaarbeleg, waarom onderaan het bankafschrift duidelijk een aanbieding staat, en dat je voor verdere informatie contact moet opnemen met je adviseur ( H.J. Boer Ommen). Voorts een bevestiging van de gegevens in goede orde zijn ontvangen door de bemiddeling van bovengenoemde. Dan is het toch buitengewoon aannemelijk dat deze geadviseerd heeft? Anders zou de bemiddelaar niet de gegevens aan Aegon hebben doorgespeeld..
Zijn er nog datums of andere zaken die ik in de gaten moet houden?
De tussenpersoon mocht wel gegevens aan Aegon doorspelen, maar niet specifiek het SprintPlan adviseren. Maar wat is advisering? Daar heeft de Hoge Raad wel richtlijnen voor gegeven voor Dexia en effectenlease in het algemeen, maar nog niet voor Spaarbeleg SprintPlan. Op de rekeningafschriften staat reclame, dat is nog geen bewijs van advisering. Bemiddeling is een indicatie, maar geen hard bewijs van advisering vóór de ingangsdatum.
In mijn verst gevorderde zaak tegen Aegon hebben we vooralsnog aan het kortste eind getrokken, over een SprintPlan op advies van tussenpersoon VKB Barneveld. Na eerst tevergeefs pogingen bij Kifid om de klacht tegen Aegon inhoudelijk behandeld te krijgen, oordeelde gerechtshof Leeuwarden op 10 januari 2023 in ECLI:NL:GHARL: 2023:267 dat - ondanks het gefaxte aanvraagformulier, reclame, brieven, website en het relaas van de klant - onvoldoende bewijs was geleverd voor de advisering (zie rechtsoverweging rov. 3.15). Lichtpuntje: geen verjaring!
Wat betekent dit verder voor Aegon Spaarbeleg SprintPlan?
Is het allemaal voor SprintPlan kommer en kwel? Absoluut niet, alleen kwamen de uitspraken van ’s-Hertogenbosch en Arnhem-Leeuwarden over SpaarSelect, SpaarAdvies en vele anderen pas na onze hoorzitting, waardoor we ze niet net als bij Dexia hebben kunnen benutten voor pleidooi. De gehele rechtsgang heeft ons vele uren en ca. € 6.000 gekost, wat gelukkig in twee rondes via donaties van zo’n 60 gedupeerden voor een deel kon worden gefinancierd. Met de kanttekening dat bijvoorbeeld de Facebookgroep ‘Sprintplandeelnemers gaan door’ inmiddels uit maar liefst 235 leden bestaat…
De kost gaat voor de baat uit. Ook een verloren individuele zaak is een leermoment en geeft altijd weer nieuwe aanknopingspunten hoe we beter kunnen/moeten procederen. De vele jurisprudentie over Dexia in 2023 heeft mij ertoe gezet om toch in cassatie te gaan bij de Hoge Raad, op eigen kosten. Gelukkig met dezelfde voortreffelijke cassatieadvocaat als tegen Dexia, zijn we inmiddels wel weer bijna € 10.000 verder. Aangezien deze proefprocedure pas eind 2023 een vervolg krijgt met op z’n vroegst een uitspraak in 2024, heb ik ondertussen toch bij Aegon/ASR met enkele (redelijk) complete dossiers alvast een aantal nieuwe claims ingediend in lijn met de Hoge Raad.
Aegon heeft bij de Hoge Raad inmiddels verweer gevoerd, maar komt eigenlijk niet verder dan het herhalen van het bestreden arrest. Aegon heeft wederom niet de stelling betwist dat de tussenpersoon specifiek het SprintPlan heeft voorgesteld als geschikt voor zijn cliënt, te weten het opbouwen van kapitaal voor de toekomstige aanschaf van een woning. Het hof had dit vaststaand feit aan zijn beslissing ten grondslag moeten leggen, er is geen enkele reden om SprintPlan anders te behandelen dan aandelenlease/effectenlease van Dexia (Bank Labouchere, voorheen Aegon).
Inmiddels staat de teller op € 12.000 aan kosten en - helaas - slechts €1.675 uit 36 donaties vanuit de Facebookgroep ‘Sprintplandeelnemers gaan door’ met 259 leden.
259 van de 1.000 overgebleven lotgenoten die niet akkoord zijn gegaan met de fooi van €750 van ConsumentenClaim. Waar zijn ze gebleven? Waar wachten ze op?
Effectenlease anno nu: in dat hoofdonderwerp gaat het over effectenlease in het algemeen en Dexia in het bijzonder.
Hier gaat het specifiek over effectenlease Aegon Spaarbeleg SprintPlan, maar vaak wel met dezelfde adviseurs. Zo ook tussenpersoon Verzekerd Spaarplan Nederland BV uit Enschede. Wie van u is ooit ook een SprintPlan gestart via VSN?
Hoger beroep Dexia met Spaar Select, over een vonnis uit 2008 ! Gerechtshof Amsterdam, op 17-10-2023 in ECLI:NL:GHAMS:2023:2564 schreef: 5.13. Y was bij het sluiten van de overeenkomst (1998) 26 jaar oud, werkzaam als bloembindster en woonachtig bij haar ouders. De overeenkomst is tot stand gekomen na bemiddeling door [naam] van Spaar Select. B.V. [tp] kwam bij Y aan huis. De doelstelling van Y was het kopen van een huis, waarbij het hof begrijpt dat dit doel ook kenbaar is gemaakt aan de adviseur. Y heeft haar spaargeld gebruikt om de inleg van deze overeenkomst te financieren. De verkoper heeft Y voorgehouden dat zij fl. 20.000 van haar gespaarde kapitaal op een rekening moest storten waarmee vervolgens aandelen zouden worden gekocht. De verkoper presenteerde het contract als zijnde een spaarplan, waarbij het gespaarde bedrag voor vijf jaar vaststond.
(..)
5.15. (..) Uit haar stellingen volgt immers dat (i) de adviseur van Spaar Select heeft geïnformeerd naar de wensen en financiële situatie van Y, (ii) Y haar financiële doel om te sparen voor de aankoop van een huis aan de adviseur kenbaar heeft gemaakt, (iii) de adviseur vervolgens een specifiek effectenleaseproduct van een specifieke aanbieder, te weten Direct Rendement Effect van (de rechtsvoorganger van) Dexia, heeft geadviseerd, (iv) met welk product volgens de adviseur een goede aanvulling op haar spaargeld voor het kopen van een huis kon worden gerealiseerd.
(..)
concrete aanknopingspunten dat het sluiten van de overeenkomst is gegaan zoals Y stelt. Zo is op het aanvraagformulier dat door Dexia is overgelegd de naam van de adviseur (tp) en het ATP-nummer 170 vermeld en staat op de tussen Y en Dexia gesloten effectenleaseovereenkomst vermeld “Adviseur: ATP170 -Spaar Select B.V.”
Aegon heeft bij de Hoge Raad inmiddels verweer gevoerd, maar komt eigenlijk niet verder dan het herhalen van het bestreden arrest. Aegon heeft wederom niet de stelling betwist dat de tussenpersoon specifiek het SprintPlan heeft voorgesteld als geschikt voor zijn cliënt, te weten het opbouwen van kapitaal voor de toekomstige aanschaf van een woning. Het hof had dit vaststaand feit aan zijn beslissing ten grondslag moeten leggen, er is geen enkele reden om SprintPlan anders te behandelen dan aandelenlease/effectenlease van Dexia (Bank Labouchere, voorheen Aegon).
Inmiddels staat de teller op € 12.000 aan kosten en - helaas - slechts €1.675 uit 36 donaties vanuit de Facebookgroep ‘Sprintplandeelnemers gaan door’ met 259 leden.
259 van de 1.000 overgebleven lotgenoten die niet akkoord zijn gegaan met de fooi van €750 van ConsumentenClaim. Waar zijn ze gebleven? Waar wachten ze op?
De Hoge Raad heeft de datum voor de conclusie van de Advocaat-Generaal (advies aan de Hoge Raad, hoogstwaarschijnlijk door plaatsvervangend Procureur-Generaal Wissink) bepaald op vrijdag 9 februari 2024. Op die dag zal PG Wissink ook concluderen in twee Dexia-zaken waarin de aansprakelijkheid van de financiële instelling voor advisering door een onbevoegde tussenpersoon ter discussie staat.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in 4 cassatiezaken tegen Dexia aangegeven of bij effectenlease de kwaliteit en/of omvang van het advies van belang is. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vond eerder van wel, in ECLI:NL:GHARL: 2021:6960 Niet dus volgens de PG, en ook hier een zaak waar een andere adviseur betrokken was dan Spaar Select: de Geld & Goed Adviesgroep (..)
De Hoge Raad volgt vandaag het advies van de PG in 5 zaken, waaronder deze van 9 juni 2023, ECLI:NL:HR: 2023:889 over de advisering door de Geld & Goed Adviesgroep. Het voor de consument negatieve arrest van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt vernietigd en doorverwezen naar gerechtshof 's-Hertogenbosch:
3.3 De door het hof in zijn oordeelsvorming betrokken stellingen van [eisers] over de betrokkenheid van [A] houden onder meer in dat (i) de adviseur van [A] de financiële situatie van [eisers] heeft besproken, waarbij het ging over de bestaande financiële ruimte, de lopende pensioenvoorzieningen en vaste lasten, (ii) [de Afnemer] de financiële doelen om meer vermogensgroei te realiseren aan de adviseur kenbaar heeft gemaakt, (iii) de adviseur vervolgens, en in verband daarmee, een specifiek effectenleaseproduct van een specifieke aanbieder, te weten Profit Effect van (de rechtsvoorganger van) Dexia, heeft genoemd, (iv) welk product beter paste bij de doelen van [eisers] dan een ander, eveneens besproken, product. In deze stellingen ligt besloten dat de adviseur van [A] het product als geschikt voor de situatie van de [eisers] heeft voorgesteld, te meer omdat [eisers] tevens hebben gesteld dat alleen is gesproken over positieve resultaten en dat negatieve resultaten niet ter sprake zijn geweest. De hiervoor in 3.2.1-3.2.3 weergegeven rechtspraak brengt mee dat [A] aan [eisers] een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan waarvoor een vergunning was vereist. Daarom is verder niet relevant of de overeenkomsten onderdeel uitmaakten van een grotere financiële constructie of totaalplan. Het hof is in rov. 5.8 derhalve van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan. Onderdeel 1 slaagt.