Als we de uitspraak lezen, dan lezen we het volgende:Erthanax schreef: ↑30 jul 2024 10:28Gisteren zag ik deze recente uitspraak over een huisuitzetting. Het gaat weliswaar niet over overlast maar om wel of niet het hoofdverblijf, maar het geeft inzicht in de manier waarop de rechter de argumenten en bewijsmiddelen van beide partijen weegt.
Een woningbouwvereniging heeft ervaring met dit soort zaken en gaat zo’n traject echt niet in om een bagatel. Ik hoop voor dagkoers dat het meevalt, maar ik maak me toch wel zorgen over de afloop.
De WBV heeft in deze casus dus een hoop hard bewijsmateriaal ingebracht wat lastig te weerleggen is. Variërend van getuigen verslagen dat de bewoner zelden thuis is, zelf 33 keer langs geweest en 32 keer voor een dichte deur gestaan en een onverklaarbaar extreem laag water verbruik over een periode van negen maanden.5.4
Wooncompagnie heeft de stelplicht en eventuele bewijslast van het niet hebben van het hoofdverblijf in het gehuurde. Daarbij is het wel zo dat -in een zaak als deze- het voor de verhuurder moeilijk is om feiten en omstandigheden naar voren te brengen die iets kunnen zeggen over het hoofdverblijf van de huurder, omdat die feiten en omstandigheden zich grotendeels in het domein van de huurder bevinden. Het gaat hier dan om verblijfs- en financiële gegevens en andere administratie. Dit brengt mee dat voor de huurder een verzwaarde motiveringsplicht kan worden aangenomen ten aanzien van de betwisting van het niet hebben van het hoofdverblijf in het gehuurde. De kantonrechter oordeelt dat daarvoor ook in deze zaak aanleiding is.
Wooncompagnie heeft gemotiveerd dat [rechthebbende] zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde heeft
5.5.
Wooncompagnie heeft ter onderbouwing van haar stelling dat [rechthebbende] sinds 2021 niet zijn hoofdverblijf heeft in de gehuurde woning verslagen overgelegd van bezoeken aan het gehuurde, verbruiksgegevens water van PWN betreffende het gehuurde, een krantenartikel over [rechthebbende] geplaatst op 8 augustus 2023 in het Noordhollands Dagblad, een whatsapp bericht van [vriendin] van op of rond 16 augustus 2023 en een aantal schermafdrukken van Streetsmart en Google Maps.
5.6.
In de overgelegde verslagen is te lezen dat Wooncompagnie in de periode 4 september 2023 tot en met 12 juni 2024 het gehuurde 33 maal heeft bezocht en daarbij iedere keer (herhaaldelijk) heeft aangebeld. [rechthebbende] heeft tijdens al deze bezoeken slechts één keer de deur geopend en vervolgens direct weer gesloten (op 6 oktober 2023). Op de bij deze verslagen overgelegde foto’s is te zien dat de ramen van de woning zijn bedekt. Bij een bezoek aan de woning (op 12 september 2023) is opgemerkt dat [rechthebbende] volgens een buurman de twee weken ervoor ongeveer vier dagen thuis is geweest om zijn tuin op te knappen, maar hij zou weer naar [provincie] zijn vertrokken. Tijdens een ander bezoek (op 24 mei 2024) heeft een medewerker van Wooncompagnie een buurvrouw gesproken die verklaarde dat [rechthebbende] ‘af en toe eens komt’, soms met zijn vriendin, ‘maar dan hooguit voor een aantal dagen’.
5.7.
In de door Wooncompagnie overgelegde verbruiksgegevens van (volgens haar) PWN is te lezen dat in het gehuurde over de periode 17 november 2022 tot 16 augustus 2023 (dus 9 maanden) in totaal 10 m³ water is verbruikt. Ter vergelijking heeft Wooncompagnie een overzicht van het Nibud in de dagvaarding vermeld, waarin te lezen is dat een eengezinshuishouden een gemiddeld waterverbruik heeft van 68 m³ per jaar, wat betekent dat in 9 maanden gemiddeld zo’n 51 m³ wordt verbruikt.
Of de WBV in de casus Dagkoers ook dergelijk hard bewijsmateriaal kan overleggen, is echt maar de vraag. Als Dagkoers de waarheid heeft gesproken, lijkt het mij zeer lastig voor de WBV.