ClaimConcept schreef: ↑04 sep 2024 12:34
In de jongste zaak over effectenlease Aegon Spaarbeleg SprintPlan stelt
ASR/Aegon nu dat we bij de verkeerde partij aankloppen, we moeten kennelijk bij dochter Knab NV zijn die bovendien is/wordt verkocht aan de
Oostenrijkse bank BAWAG. Dit is alleen nog wel afhankelijk van goedkeuring door de relevante toezichthouders...
Ook verjaring wordt uiteraard weer van stal gehaald, waarbij ASR/Aegon in alle talen zwijgt over de collectieve stuiting van Vereniging Consument & Geldzaken VCG tot 2019 en daarna Platform Aandelenlease PAL samen met
ConsumentenClaim/Leaseproces op 3 augustus 2020. Verjaring, daar maakte de kantonrechter eerder in de zaak bij de Hoge Raad al korte metten mee:
Rechtbank Noord-Nederland 10 november 2020, ECLI:NL:RBNNE: 2020:3821 rechtsoverweging 4.1 tot 4.10. Wordt vervolgd!
Interessant te lezen dat door de rechter in bovengenoemde uitspraak is aangegeven dat van verjaring geen sprake is.
Overigens vind ik het in deze sprintplan uitspraak, maar ook in andere sprintplan uitspraken inmiddels belachelijk worden in welke kromme zinnen de zich uitsprekende (maar toch ook weer niet) rechters halfbakken en slappe vonnissen uitspreken. Hoe langer en hoe cryptischer de zinnen in de uitspraken, hoe minder men er aan vast kan knopen en zich verward voelt. Het produceren van cryptische zinnen vol koppelingen naar uitspraken begint inmiddels tekenen van een behoorlijk effectieve afleidingsmechanisme te vertonen.
Een voorbeeld:
Een enkele zin uit bovengenoemd vonnis luidt:
"In 2016 heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 2 september 2016 ( [C] /Dexia, ECLI:NL:HR
2012) onder meer geoordeeld, samengevat weergegeven, dat indien een cliëntenremisier zich niet beperkt tot het aanbrengen van potentiële cliënten bij een beleggingsinstelling of effecteninstelling, maar hij die belegger tevens in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf adviseert, de aldus handelende cliëntenremisier over een vergunning dient te beschikken."
en:
"Indien de cliëntenremisier geen vergunning heeft en zich niet heeft beperkt tot het aanbrengen van de cliënt, maar ook jegens de afnemer als financieel adviseur is opgetreden en de aanbieder van het effectenleaseproduct hiervan op de hoogte was of behoorde te zijn, schendt de aanbieder van het effectenleaseproduct niet alleen haar zorgplicht, maar handelt zij ook in strijd met artikel 41 NR 1999. Dit levert volgens de Hoge Raad een (extra) onrechtmatigheidsgrond op, die de aanbieder van het effectenleaseproduct zwaar wordt aangerekend. "
Voor een niet-jurist inmiddels geen touw meer aan vast te knopen.
Rechters: dit kan beter en helderder !!!