ik vind het idd. erg Mis en riekt naar verplichte winkelnering. Dat is als ik mij niet vergis in de vorige eeuw al verboden. Wetgeving op dit gebied zou helpen....maar, de Kamer en de Politiek is vergeven van de BOUW lobby.
Wetgeving is zeer duidelijk over het meer- en minderwerk welk immer verrekend mag worden conform het UAV, de meer en minderwerkprijzen zijn dus niet "uit de lucht gegrepen" en volkomen legaal.
Het enige waar een vraagteken bij gezet kan worden is de koppelverkoop van een aannemer via een keukenzaak....
Het UAV (uniforme administratieve voorwaarden) zegt het volgende over meer-en minderwerk:
§ 35. Verrekening van meer en minder werk
1. Verrekening van meer en minder werk vindt plaats:
a. ingeval van bestekswijzigingen (§ 36);
b. ingeval van afwijkingen van de bedragen van de stelposten (§ 37);
c. ingeval van afwijkingen van geschatte hoeveelheden (§ 38, tweede lid);
d. ingeval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden (§ 39);
e. in de gevallen waarin verrekening als meer en minder werk in deze UAV of in de overeenkomst is voorgeschreven. In deze gevallen is het bepaalde in par. 36 lid 1a van overeenkomstige toepassing.
Aanspraken van de aannemer en de opdrachtgever op hetgeen overigens ter zake van de overeenkomst verschuldigd is blijven onverlet.
2. De verrekening van het meer werk geschiedt door bijbetaling, die van het minder werk door inhouding op de aannemingssom. De opdrachtgever en de aannemer komen overeen op welke wijze – ineens of in gedeelten – en wanneer de verrekening geschiedt van het meer en het minder werk of, indien er zowel van meer als van minder werk sprake is, van het saldo daarvan.
3. Indien omtrent wijze en tijdstip van de verrekening van het meer werk niets is overeengekomen, geschiedt deze verrekening ineens na de voltooiing van het meer werk.
4. Indien omtrent wijze en tijdstip van de verrekening van het minder werk niets is overeengekomen, geschiedt deze verrekening, met inachtneming van het bepaalde in § 40, zevende lid, ineens bij de eindafrekening van het werk.
5. Indien bij de eindafrekening van het werk blijkt, dat het totaal van het reeds verrekende en het nog te verrekenen minder werk dat van het reeds verrekende en het nog te verrekenen meer werk overtreft, heeft de aannemer recht op een bedrag gelijk aan 10% van het verschil van deze totalen. Het in dit lid bepaalde lijdt uitzondering, voor zover het minder werk het gevolg is van een verzoek van de aannemer om minder te mogen uitvoeren dan in de overeenkomst is bepaald.
6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt onder het werk verstaan:
a. bij aanneming in massa, de werken van de percelen gezamenlijk;
b. bij meerjarige onderhoudsbestekken de werken van de onderhoudsjaren gezamenlijk.