LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd.

[ archief ] Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Hier kan je jouw opmerkingen en klachten kwijt over LegioLease.
Hans A
Berichten: 1019
Lid geworden op: 05 sep 2003 21:31

Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Ongelezen bericht door Hans A »

In de uitspraak van 1 sept 2005 http://www.platformaandelenlease.nl/Uit ... 092005.htm komt Mr Strengers wederom met art 3:120 op de proppen.
Hierdoor zou de kromme situatie ontstaan dat men gelijk krijgt en dus terecht vernietigd heeft maar alsnog alle betalingen kwijt is!
Wat moeten we hier mee?
Misschien dat er mensen zijn die beter met deze wetten overweg kunnen dan ik.
Hierbij hetgeen Sprengers zegt en vervolgens de wetsartikelen die hij nu en in eerdere uitspraken ivm art 3:120 aanhaalde en artikelen waarna verwezen wordt.
voor de gene die er zin in hebben: duik er eens in en kijk eens wat je er van denkt. Ook huurkoop, zorgplicht en Wck zijn via dit forum op de rit gezet!
48. Dit betekent nog niet dat eisers en eiseressen recht erop hebben dat Dexia terugbetaalt al hetgeen zij na de vemietiging van de betrokken overeenkomsten onverschuldigd uit hoofde van die overeenkomsten van deze eisers en eiseressen ontvangen mocht hebben en tevens al hetgeen vóór de vernietiging op grond van die overeenkomsten door hen aan haar betaald is. Mede gezien het beroep van Dexia op artikel 6:278 BW dient de kantonrechter ambtshalve te bezien of ten aanzien van wat vóór de vernietiging van de overeenkomsten terzake rente aan haar betaald is, Dexia niet beschouwd moet worden als een ontvanger te goeder trouw. Als dat zo is, behoren die rentetermijnen haar krachtens artikel 6:206 juncto artikel 3:120 BW toe.

49. In geval van onverschuldigde betaling maakt de wet onderscheid tussen de ontvanger te goeder trouwen te kwader trouw. Op grond van artikel 6:206 BW is onder meer artikel 3:120 BW van overeenkomstige toepassing omtrent de afgifte van vruchten. In artikel 3:120 BW lid 1
is bepaald dat aan een bezitter te goeder trouw de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten toebehoren. Burgerlijke vruchten zijn volgens de definitie van artikel 3:9 BW rechten die volgens verkeersopvattingen als vruchten van goederen worden aangemerkt.
Artikel 6:203 Onverschuldigde betaling
1.Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.
2.Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.
3.Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.

Artikel 6:206 Onrechtmatige daad
De artikelen 120, 121, 123 en 124 van Boek 3 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot hetgeen daarin is bepaald omtrent de afgifte van vruchten en de vergoeding van kosten en schade.

Artikel 3:9 Begripsbepalingen
1.Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt.
2.Burgerlijke vruchten zijn rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt.
3.De afzonderlijke termijnen van een lijfrente gelden als vruchten van het recht op de lijfrente.
4.Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden.

Artikel 3:118 Bezit en houderschap
1. Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.
2. Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
3. Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.

Artikel 3:120 Bezit en houderschap
1.Aan een bezitter te goeder trouw behoren de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten toe.
2.De rechthebbende op een goed, die dit opeist van een bezitter te goeder trouw of die het van deze heeft terugontvangen, is verplicht de ten behoeve van het goed gemaakte kosten alsmede de schade waarvoor de bezitter op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde uit hoofde van zijn bezit jegens derden aansprakelijk mocht zijn, aan deze te vergoeden, voor zover de bezitter niet door de vruchten van het goed en de overige voordelen die hij ter zake heeft genoten, voor het een en ander is schadeloos gesteld. De rechter kan de verschuldigde vergoeding beperken, indien volledige vergoeding zou leiden tot onbillijke bevoordeling van de bezitter jegens de rechthebbende.
3.Zolang een bezitter te goeder trouw de hem verschuldigde vergoeding niet heeft ontvangen, is hij bevoegd de afgifte van het goed op te schorten.
4.Het in dit artikel bepaalde is ook van toepassing op hem die meent en mocht menen dat hij het bezit rechtmatig heeft verkregen, ook al weet hij dat de handelingen die voor de levering van het recht nodig zijn, niet hebben plaatsgevonden.

Artikel 3:121 Bezit en houderschap
1.Een bezitter die niet te goeder trouw is, is jegens de rechthebbende behalve tot afgifte van het goed ook verplicht tot het afgeven van de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten, onverminderd zijn aansprakelijkheid op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde voor door de rechthebbende geleden schade.
2.Hij heeft tegen de rechthebbende alleen een vordering tot vergoeding van de kosten die hij ten behoeve van het goed of tot winning van de vruchten heeft gemaakt, voor zover hij deze vergoeding van de rechthebbende kan vorderen op grond van het bepaalde omtrent ongerechtvaardigde verrijking.
3.Het in dit artikel bepaalde is ook op de bezitter te goeder trouw van toepassing vanaf het tijdstip waarop de rechthebbende zijn recht tegen hem heeft ingeroepen.

Artikel 3:123 Bezit en houderschap
Heeft de bezitter van een zaak daaraan veranderingen of toevoegingen aangebracht, dan is hij bevoegd om, in plaats van de hem op grond van de artikelen 120 en 121 daarvoor toekomende vergoeding te vorderen, deze veranderingen of toevoegingen weg te nemen, mits hij de zaak in de oude toestand terugbrengt.

Artikel 3:124 Bezit en houderschap
Wanneer iemand een goed voor een ander houdt en dit door een derde als rechthebbende van hem wordt opgeëist, vindt hetgeen in de voorgaande vier artikelen omtrent de bezitter is bepaald, te zijnen aanzien toepassing met inachtneming van de rechtsverhouding waarin hij tot die ander stond.

Gr Hans A
Laatst gewijzigd door Hans A op 25 sep 2005 18:15, 2 keer totaal gewijzigd.

Hans A
Berichten: 1019
Lid geworden op: 05 sep 2003 21:31

Re: Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Ongelezen bericht door Hans A »

Een paar dingen die mij opvallen:

Artikel 6:203 Onverschuldigde betaling
2.Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.

En verder:

Artikel 3:118 Bezit en houderschap
1. Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.
2. Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
3. Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.


Dexia beweerd vanaf het moment dat de bekende kat uit de zak kwam dat het geen huurkoop betrof, negeerde de vernietiging en weigerde terug te betalen.
Echter!!!!: Dexia en BKR hebben destijds besloten de overeenkomsten als huurkoop te registreren. Dexia heeft er dus bewust er een huurkoop-constructie van gemaakt.
Bovendien werkte Dexia zonder vergunning.
Zie http://www.bkr.nl/pdf_2309/advies%20Ges ... %20BKR.pdf
Het is aannemelijk dat indertijd de rechtsvoorgangers van Dexia zonder vergunning hebben geopereerd, deels vanwege de onzekerheid over de toepasselijkheid van de Wck, deels vanwege gebrek aan gecoördineerd overheidstoezicht van de Ministeries van Financiën en van EZ.

Begin 2000 heeft Dexia een aanvang gemaakt met het registreren van nieuw afgesloten overeenkomsten. Met BKR is om afgesproken deze nieuwe kredieten in het systeem te registreren onder de destijds bestaande categorie ‘huurkoopovereenkomsten’.
Dit lijkt mij voldoende om aan te tonen dat Dexia ter kwader trouw was.

Hans A
Berichten: 1019
Lid geworden op: 05 sep 2003 21:31

Re: Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Ongelezen bericht door Hans A »

Nog een reden waarom artikel 3:120 volgens mij niet kan worden toegepast is de volgende:
Artikel 1:88 en 1:89 zijn gezinsbeschermende bepalingen. Deze beschermenen niet de gedupeerde maar de partner in het belang van het gezin. Aangezien deze partner niet betaalde maar wel beschemd is kan het niet zo zijn dat deze partner zou moeten betalen ivm artikel 3:120. Hierdoor zou de bescheming juist komen te vervallen wat haaks staat op het geen deze wet beoogt!

E.e.a. is terug te vinden in een uitspraak van de Hoge Raad uit 2004.
http://zoeken.rechtspraak.nl/zoeken/dtl ... ljn=AO6013
De artt. 1:88 en 89 BW worden wel "gezinsbeschermende" bepalingen genoemd; zie Asser-De Boer, Personen- en familierecht, 2002, nr. 238, die deze aanduiding als niet geslaagd kwalificeert nu art. 1:88 BW naar de huidige rechtspraak - anders dan de artt. 164 en 164a BW (oud) - niet beoogt de echtgenoten in het belang van het gezin tegen zichzelf en tegen elkaar te beschermen, doch strekt tot bescherming van de andere echtgenoot; zie HR 19 maart 1993, NJ 1994, 92, m.nt. EAAL; HR 19 november 1993, NJ 1994, 259, m.nt. WMK en HR 22 september 1995, NJ 1996, 521, m.nt. WMK. Zie overigens voor kritiek op deze rechtspraak: Stille, losbladige Personen- en Familierecht, art. 88, aant. 1, die voorts erop wijst dat de handelende echtgenoot via het met zijn belang onlosmakelijk verbonden belang van het gezin wel degelijk door deze bepaling ook tegen zichzelf wordt beschermd. Zie over de voorgeschiedenis van de artt. 1:88 en 89 BW Asser-De Boer, a.w., nr. 236, die uiteenzet dat de wettelijke regeling van de problematiek is ingezet in 1936 met art. 162a lid 1 BW (oud), het zogenaamde "pantoffelheld-artikel". Zie over deze voorgeschiedenis ook Stille, t.a.p., en Nuytinck, Bevoegdheid van echtgenoten in het huwelijksvermogensrecht, diss. Nijmegen, 1987, p. 126 e.v.
Verder zegt artikel 3:118: Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.

Dexia inde rentebetalingen over kredieten die ze zonder vergunning afsloot. Dexia kan dus onmogelijk stellen dat ze dacht rechthebbende te zijn! :wink:
Laatst gewijzigd door Hans A op 25 sep 2005 19:41, 1 keer totaal gewijzigd.

normaal
Berichten: 66
Lid geworden op: 27 aug 2005 19:08

Re: Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Ongelezen bericht door normaal »

Hans A heeft gelijk lees dit artikel maar eens:

http://voxviva.dominee.co.za/PREEK%20NGB%2033.htm

Belegger+
Berichten: 699
Lid geworden op: 24 jun 2005 15:54

Re: Onrecht! Is artikel 3:120 van toepassing?

Ongelezen bericht door Belegger+ »

http://voxviva.dominee.co.za/PREEK%20NGB%2033.htm



Schitterend, die link !

Absolute klasse.

Geeft goed de zinloosheid weer van deze lappen tekst.
Naar ' t PAL forum met die wetboeken, mars !

Ik lach me slap.

B+

Gesloten