Inmiddels zijn we in een nieuw jaar beland met nieuwe cijfers en bedragen.
De hondenbelasting is een vaag begrip.
Al zou je jouw hond nooit buiten je eigen terrein hebben lopen toch moet je er voor betalen.
Wat als mijn hond nu zijn behoeftes doet in mijn achtertuin?
Dan is hij toch gelijk aan een kat die binnen blijft?
Mijn kinderen komen wel eens thuis met poep onder de schoenen.
Ergerlijker vind ik het als de kinderen thuis komen met kattenkak verspreid over hun kleren omdat ze in een zandbak oid gespeeld hebben.
Het hebben van een hond en de daaraan gekoppelde belasting is oud, het stamt uit de tijd dat de hond gebruikt werd als werkdier (hondenkar) en omdat de bedenker (ik meen thorbecke) een schijthekel had aan honden.
De wet kent ook geen gelijke behandeling, moet je voor een paard paardenbelasting betalen? Nee die is namelijk afgeschaft (uit de tijd en is wegenbelasting geworden).
Voor een kat hoef je ook geen kattenbelasting te betalen. En op basis daarvan alleen al is de hondenbelasting een duidelijke vorm van ongelijke behandeling.
Hier zomaar wat hersenspinsels:
hersenspinsels schreef:
Leuk om eens te lezen is:
Grondwet Artikel 1:
"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens
godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."
Ofwel het gelijkheidsbeginsel...
Het stukje "op welke grond dan ook" laat ruimte over om levensstijl er aan toe te voegen.
De vraag of Artikel 226 van de Gemeentewet wel strookt met Grondwet Artikel 1 is dus nog maar de vraag.
Even ter verduidelijking:
Gemeentewet Artikel 226
Lid 1. "Ter zake van het houden van een hond kan van de houder een hondenbelasting worden geheven."
Lid 2. "De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden."
Lid 3. "Voor de toepassing van het eerste lid wordt het houden van een hond door een lid van een huishouden
aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden."
Met artikel 231, tweede lid, onderdeel b bedoelen ze: 'de gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.'
Dan hebben we nog de 'Algemene Wet Gelijke Behandeling' welke een uitwerking is van Artikel 1 van de grondwet.
Daarin wordt in Artikel 1 gesproken over indirect onderscheid tussen personen op een andere grond dan:
- godsdienst
- levensovertuiging
- politieke gezindheid
- ras
- geslacht
- nationaliteit
- sexuale geaardheid
- burgerlijke staat
maar welke wel direct onderscheid tot gevolg heeft.
Dus onderscheid tussen mensen met en mensen zonder honden?
Ze kunnen natuurlijk roepen dat een indirect onderscheid niet telt als het objectief gerechtvaardig wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van het doel passend en noodzakelijk zijn.
In Nederland is belasting natuurlijk altijd een legitiem doel, echter moet de gemeente wel aantonen dat het noodzakelijk en passend is. Het geld mag dus niet bedoeld worden om het gat te vullen van de begroting, waarvoor het in de meeste gevallen wel gebruikt wordt.
(Dus misschien eerst maar eens bij de gemeente de begroting / uitgaven opzoeken en kijken of de inkomsten van de hondenbelasting wel gelijk is aan de uitgaven die ze dat jaar gedaan hebben.)
De regering, niet de gemeente, dient echter aan te tonen dat Artikel 226 van de gemeentewet niet in strijd is met de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Waar mijnsinziens dus WEL sprake van is.
Maar misschien kan een jurist daar eens naar kijken.
Overigens mis ik nog de inhoud van Artikelen 22 tot en met 32 van de Algemene Wet Gelijke Behandeling.