KERSTKRAKER
Waarom ontbreekt het officiele bewijs van juiste (af)levering en verpanding?
Denkt u even mee met het volgens de geldende Wge-regelgeving (Art.17) aankopen van aandelen bij de WinstVerdrieDubbelaar als voorbeeld.
1. Er dienen contractueel drie tranches aandelen aangekocht en aan de klant (af)geleverd te worden in drie opeenvolgende jaren.
1 a.
Er werd echter alleen een eerste tranche aandelen gekocht EN AAN HET BKR GEMELD. *
Men beweerd nu dat alle aandelen tegelijk zijn aangekocht met recht van terugkoop voor levering later. Van een eventuele latere levering aan de klant is niets gebleken en is hiervan ook geen opgave aan het BKR gedaan.
2. Er werd niet terstond een apart gespecificeerd bericht van (af)levering van die aandelen-aanko(o)p(en) aan mij als klant verstuurd over deelname in het door de bank aan te houden verzameldepot. (Art 20 Wge)
2 a. Men beweerd nu dat het contract alle aankoopgegevens bevat. Maar aankoop en
levering heeft voorafgaand aan betekening van het contract aan Dexia zelf en voor eigen risico plaatsgevonden. Bovendien kan dat niet als bewijs gelden voor de nog toekomstige aankopen voor de tweede en derde tranche.
De klant heeft van een eventuele latere levering geen bewijs ontvangen (hiervan is ook geen opgave aan het BKR gedaan).
4. Er is geen bericht aan de klant verstuurd over de de eerste verpanding van de aandelen en geen melding gemaakt van een tweede verpanding aan SPV’s ter securitisatie.
5. Het dividend werd gedurende de looptijd niet aan de klant uitgekeerd maar wel ingehouden. Ook hiervan werd niet terstond een gespecificeerd bericht als bewijs aan de klant verstuurd.
* zie hiervoor als bewijs het antwoord op een BKR klacht. Geannonimiseerd bij PAL. Het (doelbewust) niet aan het BKR melden van de tweede en derde tranche ondersteund het bewijs dat er geen verdere aankopen en/of leveringen aan de klant zijn gedaan.
PRETTIGE FEESTDAGEN
Okerene
Bij het aangaan van de contracten waren de meeste gedupeerden in het geheel niet bekend met enig risico dat beleggen met zich brengt. Men wist niet eens wat opties waren en hadden zich voordien nooit in beleggen verdiept. Zij verlieten zich dan ook op de professionaliteit van Legio(-Lease) met Bank Labouchère als 100% betrouwbare dochteronderneming van AEGON. Het was daarmee een kwestie van vertrouwen zoals men dat zelf al aangaf in hun corespondentie en informatiemateriaal. Er is steeds gezegd dat men een goede investering zou doen. (In een vergelijking zelfs beter dan een koopsompolis).
Pas na de uitzending van Tros RADAR in maart 2002, toen melding werd gemaakt van allerlei misstanden bij aandelenlease, hebben velen zich wel moeten verdiepen in deze materie. Vanaf dat moment probeerde men te achterhalen waarom er zo velen hadden meegedaan en gedupeerd waren.
Er werd veelal gesproken over DEELNAME aan een soort contract met sluitingsdatum en een miljoenenbedrag. Er was slechts sprake van een
“éénmalige betaling” (ineens of maandbetaling) als je er aan meedeed. Waaruit geconcludeerd mocht worden dat door de vele deelnemers aan een soort contract er ook meer voordeel te behalen viel. Van dat “gemeenschappelijke voordeel” zoals dat in de brochures werd voorgespiegeld wilde men ook van meeprofiteren. Men Kreeg vaak het volgende bericht :
“Gefeliciteerd met uw besluit om deel te nemen aan de Legio-Lease WinstVerDriedubbelaar.. ” MAAR OOK HIERIN WERD NERGENS ER MELDING GEDAAN DAT HET EVENEENS EEN BETALING VOOR EEN PERSOONLIJKE LENING INHIELD.
Daarbij valt op dat het wel heel gemakkelijk werd gemaakt om "deel te nemen", aangezien de formulieren grotendeels al machinaal met persoonlijke gegevens ingevuld waren. Slechts één handtekening volstond.
Dat dit nu juist onder een vooropgezet plan viel is te lezen in het interview met de bankdirecteur Wim Brouwer van Bank Labouchere in FiscAlert Magazine juni 1998 blz 8,9 en 10:
''Voor de toekomstige producten zullen we vasthouden aan de bekende uitgangspunten: laagdrempelig, gemak [hier staat lettelijk tussen haken achter:]
(met één handtekening alles regelen ) en helderheid...'' zie:
http://www.platformaandelenlease.nl/Doc ... ni98+3.htm
Bovendien werden sommige contracten als
unieke leaseplannen, exclusief en “uitsluitend aan haar directe cliënten en relaties “ aangeboden. Hetgeen niet eens juist is. De tekst was gewoon verzonnen om bestaande klanten te verleiden tot het afsluiten van nieuwe contracten.
In de folder van een WV3D uit juni 1999 staat:
“Speciaal voor u heeft Legio-Lease een uniek nieuw plan ontwikkeld: de WinstVerDriedubbelaar. U kunt al na slechts drie jaar de driedubbele winst uitbetaald krijgen. ..”
(sommigen kregen na telefonisch contact met een callcenter als VERO, alleen bij het contract een brief met de tekst:
“Gefeliciteerd met uw besluit om deel te nemen aan de Legio-Lease WinstVer Driedubbelaar…”)
In de wervingsbrieven in september 1999 met apart aanhefkader
“EXCLUSIEF AANBOD” van Korting Kado staat:
“U bent sinds xxxx cliënt van Legio-Lease. Een uitstekende beslissing.want de belastingvrije koerswinst op uw aandelen bedraagt momenteel maar liefst f xx.xxx,.xx (peildatum koersen ….). U kunt nu een nog hogere winst behalen door gebruik te maken van ons nieuwste aanbod: Korting Kado. Dit unieke plan wordt exclusief aangeboden aan onze cliënten. Hiermee kunt u bij een maandbedrag van f 500.- een uitbetaling na 10 jaar ontvangen van maar liefst f 146.516,26. En dat terwijl u al na 3 jaar een korting op uw maandbedrag kunt krijgen tot 100%!"
In de begeleidende brief bij zo’n contract van Korting Kado staat:
“.. Hierbij ontvangt u de gewenste overeenkomst voor Korting Kado, het unieke leaseplan dat Legio-Lease uitsluitend aan haar directe cliënten en relaties aanbiedt. U heeft een goede keuze gemaakt, want met Korting Kado kunt u al na drie jaar tot 100% (!) korting krijgen op uw maandelijkse inleg. … Dat is dus 3 jaar investeren, en maar liefst 10 jaar profiteren! ..."
De in drie jaar ingelegde bedragen van deze unieke leaseplannen die uitsluitend aan cliënten en relaties zouden zijn aangeboden werden dus aangeduid als een investering! Nergens werd gesproken over aflossing(en) en/of over het aangaan van een LENING!
DE AAN DE “INLEG” VERBONDEN LENING WERD GEWOON NIET VERMELD!
Vaak wilde men alleen iets regelen voor hun ‘oude dag’. De rekenvoorbeelden uit de reclame-uitingen van Legio-Lease gaven al helemaal geen negatieve scenario’s die de klant duidelijk zouden maken wat er kon gebeuren als de koersen aanzienlijk zouden dalen. Voor velen zou dan het risico zeker te groot zijn geweest en geen enkel contract hebben afgesloten.
Achteraf blijkt dat dit ook precies zo ging als wat Mr. Paul de Vries van de beleggersvereniging VEB tegenover de directeur van Dexia hierover, tijdens het tv-debat op 28 jan.2007 in het programma Buitenhof zei: “Het was een goed doordachte MARKETINGSTRUC waarmee vele argeloze cliënten zijn misleid.”
Hij was verder van mening dat:
- Er wel degelijk opzet aanwezig was in de verkoop van leaseproducten
- De gedupeerden er willens en wetens in zijn geluisd
- Hij ontkent categorisch iedere eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers [Dexia c.s. moet informeren]
- De verkopers hebben de woorden, “verlies”en “schuld”et cetera vermeden
Dat het met een eraan gekoppelde LENING ging en er grote financiële risico’s aan verbonden waren, bleek pas achteraf.
Men had een ieder moeten waarschuwen dat aan alle contracten van Legio-Lease een lening was gekoppeld. Daarom is er voorafgaand aan dit contract reeds sprake van misleiding en ligt er dwaling aan ten grondslag.
Het is toch op zijn minst vreemd dat na alle vertragingen, nu nog steeds en nadat vele ’professionals’ zich met deze aandelenleaseaffaire hebben bemoeid, geen echt eensluidend antwoord kan worden verschaft op de vele rechtsvragen. De complexiteit zou dat verhinderen. Dan is het toch vanzelfsprekend dat je dat begrip niet kan verwachten van gewone burgers. Mogelijk zelfs zonder enige (beleggers-)ervaring.
In dit verband wil ik nogmaals wijzen op het zogenaamde
“Yoghurt pleidooi” dat te lezen valt op de hoofdpagina van de site van Platformaandelenlease. – onder: wie is dan die gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument?
http://www.platformaandelenlease.nl/PleitnotaRS.htm (mr. Rob Silvertand, Van Ewijk Van de Wouw advocaten). Hierin wordt gemeld:
“.. In de 27april-uitspraken hanteert uw rechtbank het instrument van de referentieconsument bij de beoordeling of de cliënt van de bank is misleid. De referentieconsument is de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument. Dat instrument dient niet gebruikt te worden in de beoordeling van deze zaak. ..”
De ingewikkelde financiële producten van Dexia c.s., waarbij zelfs buitengewoon risicovolle opties worden aangewend, zijn duidelijk anders dan de normale huishoudelijke aankopen van boodschappen. Het gaat hier niet om een consument die misleid is bij het kopen van een reep chocolade, een pak yoghurt of een pot jam van geringe waarde. Ik meen daarom dat uw rechtbank in de situatie waarin gedupeerden hun contract afsloten het instrument van de referentieconsument dan ook niet moet gebruiken.
Hoewel ik besef dat door de tijdige vernietiginginroeping door echtelieden van sommige contracten dit gegeven mogelijk niet meer beoordeling behoeft, is het misschien toch verstandig het onderstaande uit het “Yoghurt pleidooi” ter harte te laten nemen, mochten er onverhoopt ook andere overwegingen zoals dwaling meegewogen moeten worden..
“12. Als de norm van de referentieconsument dan niet de juiste is, welke norm is dan wel de juiste? Uw rechtbank kan de norm gebruiken die volgt uit de Nissan zaak (C373/90). In die zaak oordeelde het HvJ dat het geoorloofd was om ook een andere maatstaf aan te leggen: namelijk dat misleiding pas dan aanwezig is wanneer vaststaat dat een aanmerkelijk aantal consumenten het product niet had gekocht als ze hadden geweten van de niet vermelde gegevens. Gelet op het grote aantal rechtsvorderingen dat tegen de bank is ingesteld lijkt mij dat vaststaat dat een aanmerkelijk aantal consumenten het product niet had gekocht als ze geweten hadden van de grote risico’s”.
Als uw zaak er zich voor leent u en u daarvoor nog in de gelegenheid bent, is het wellicht goed aandacht te schenken aan het door de Rechtbank Amstedam gehanteerde
verjaringsartikel in eegaleasezaken. Hierbij wordt verwezen naar het arrest van de Hoge Raad d.d. 5 januari 2007. Daarbij gaat het over bevrijdende verjaring in de zin van
artikel 3:110 BW. Dit is een geheel andere verjaringsgrond dan artikel 3:52 aanhef en onder b BW. De Hoge Raad hanteert bij deze verjaring het zogenaamde “dubbele subjectiviteits-criterium”: de betrokken persoon dient zowel bekend te zijn met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon. Een geheel ander criterium is vastgelegd in artikel 3:52 aanhef en onder d BW dat in ons verweer reeds is ingebracht.
Met alle respect kan er niet zomaar 'naadloos' worden aangesloten bij deze jurisprudentie inzake bevrijdende verjaring waarnaar de Rechtbank verwijst. Belangrijke argumentatie hieromtrent is te lezen in de toelichting op het beroep op artikelen 1:88 en 1:89 BW. Onder “d. verjaring” uitgesproken tijdens de hoorzitting in een Dexia zaak op 26 oktober 2007 door mw. mr. M.M.G. Crompvoets van Hogervorst en Wudka advocaten uit Maastricht.
http://www.platformaandelenlease.nl/Doc ... erweer.htm
Het kennen van de hierin besproken bevoegdheid, die ingevolge artikel 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW aan uw gehuwde partner ten dienste is komen te staan, houdt echter in het dit geval in dat de partner niet alleen wist van de door u gesloten overeenkomst(en), maar ook dat hij/zij de aard van de overeenkomst wist te duiden als huurkoop. De aard van de overeenkomsten was immers bepalend voor het bestaan van de op artikel 1:89 BW berustende bevoegdheid tot vernietiging van de overeenkomst. (Vergelijk de uitspraak Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton d.d. 9 december 2004,
ljn: AR8788).
In dat licht bezien is het enkele feit dat de (maand)termijnen zijn afgeschreven van een gezamenlijke en/of-rekening ten eerste onvoldoende om aan te nemen dat de echtgeno(o)t(e) op de hoogte was van de overeenkomst. In tegenstelling tot hetgeen Dexia beweert, zijn veel partners op geen enkele wijze betrokken geweest bij het tot stand komen van de overeenkomst(en), zoals dat in een 'normaal Nederlands gezin' volgens Dexia wel zou gebeuren. Daarbij komt dat deze stelling van Dexia vaak onvoldoende wordt onderbouwd en er alleen maar vage vermoedens worden geuit.
Dexia c.s. heeft (ook naar de mening van bromtol) niets te maken met de mogelijke tekortkoming van een echtgeno(o)t(e) om de afschriften te controleren. Dat gaat eventueel alleen de bank aan waar zijj een gezamenlijke rekening hebben. De (taak)verdeling is nu eenmaal vaak zo dat velen zelf alle financiële zaken regelen en de echtgeno(o)t(e) geen enkele weet had van de contracten waarvan nu schadevergoeding wordt geëist.
Dexia heeft geen wettelijke (door)levering van via verzamelorders verkregen aandelen verricht
Op pagina’s 18 en 19 van van het AFM-rapport (2006) staat uitdrukkelijk vermeld dat enkel te traceren valt dat Dexia (c.s.) verzamelorders heeft geplaatst en dat deze orders ook aan Dexia zijn geleverd. Echter: over de (door)levering van deze aandelen aan cliënten heeft het AFM zich niet uitgelaten. Misschien heeft u Dexia daarom o.m. ex artikel 25 lid 1 en 2 Wge per aangetekend schrijven om een afschrift van zo’n kennisgeving over deze (door)levering aan u in het daartoe aangehouden verzameldepot verzocht. Dexia heeft dit naar mijn weten tot op heden niet gedaan. Ik ben daarom van mening dat de doorlevering onjuist dan wel helemaal niet heeft plaatsgevonden. Althans niet op de wettelijk voorgeschreven wijze.
Met name bij de Winstverdriedubbelaar is duidelijk dat Dexia de effecten niet op de vereiste wijze van artikel 17 Wge heeft geleverd. Immers de aandelen te leveren voor de tweede en derde tranche komen van Dexia zelf en worden zo niet tegen de beste prijs aangekocht. (bovendien zou er sprake zijn van verwerving door middel van otc-opties). Aangezien velen niet, zelfs ook niet op aanvraag een kennisgeving ex artikel 25 lid 1 Wge alsook die in naleving op de Nadere Regeling Effectenverkeer (NR art 34,j 28 leden 1- 4, 35 en 36) hebben verkregen, is het niet verifieerbaar hoe de effecten uit de tweede en derde tranche aan gedupeerden geleverd zijn.*
Indien Dexia (zoals zij onlangs in een comparitie heeft gesteld – 4e hoorzitting 28-11-2007), vooraf reeds de aankopen bij aanvang van elk contract voor eigen risico heeft aangekocht en er geen wettige doorlevering met kennisgeving hiervan heeft plaatsgevonden, is er in feite geen schade aan de zijde van Dexia c.s. te melden en hebben wij allemaal voor een groot gedeelte voor niets betaald.
Ongewilde blootstelling aan risico’s bij dubbele verpanding.Ook is nimmer een schriftelijk bewijs (ex Artikel 20 en 25 Wge) verstrekt, waaruit blijkt dat een eerste pandrecht aan de klant was verstrekt en een tweede ter securisatie aan zogenaamde SPV’s, zoals nadere bestudering van het AFM-rapport (par.5.2. pag. 25) leert. Ongewild hebben velen daarmee blootgestaan aan enorme financiële risico’s als er op één of andere manier iets mis zou zijn gegaan met deze extra verpanding van vorderingsrechten. In dit kader hebben velen eveneens gedwaald en zouden bij wetenschap hiervan nooit de overeenkomst(en) zijn aangegaan.
- Dit artikel is mede samengesteld uit ontvangen materiaal van medegedupeerden.
* Een verdere aanwijzing kan zijn dat bv bij WV3D voor de overige tranches speciale opties zijn gebruikt ipv aankoop aandelen. (Het Platform Aandelelease (PAL) heeft al geruime tijd een geanonimiseerd afschrift van een antwoord van het BKR waarbij in antwoord op een klacht dat Dexia c.s. in overtreding was door alleen de eerste aankooptranche aan hen te melden).
Met vriendelijke groet,
EN HOPELIJK EEN TEVREDEN 2008
Okerene