LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Weer verneukt door Dexia
Weer verneukt door Dexia
Weer verneukt door Dexia en verraden door onze zogenaamde belangenbehartigers
Dexia heeft het spel slim gespeeld.
De zogenaamde belangenbehartigers Leaseverlies en Eegalease zijn commercieel ingestelde partijen.
Geld verdienen stond boven het behartigen van belangen van diegene waar deze clubs zogenaamd voor opkwamen.
Hier heeft Dexia dankbaar gebruik van gemaakt.
De Duisenberg regeling was hier het gevolg van.
Het was zo mooi gebracht doos Leaseverlies en Eegalease.
Een geweldige regeling wat de oplossing was voor het conflict tussen de gedupeerden en Dexia
JA stemmen betekende dat je het geld terugkreeg wat je betaald had aan deze stichting.
JA stemmen was ook vrijblijvend, je was immers nergens toe verplicht?
JA stemmen betekende ook dat 2/3 van je restschuld werd kwijtgescholden
Leaseverlies en Eegalease wisten echter toen al dat dit niet zo was, de Duisenberg regeling zou verplicht worden voor iedereen en zelfs een gewonnen zaak als de eegalease zaak werd prijsgegeven voor eigen voordeel en ten koste van de gedupeerden.
Dezelfde stichtingen met Schonewille, Lemstra en Hooft Graafland aan het roer, wisten toen al wat dit daadwerkelijk betekende voor de gedupeerden.
Zij hebben ook bewust ingestemd met de regel dat iemand, die al voor 1 augustus 2007 een restschuld had, en die niet voor 25 januari 2009 met een verzoek kwam om in aanmerking te komen voor een vergoeding, geen recht meer had op deze vergoeding.
Oftewel, iedereen die vóór 1augustus 2007 met een restschuld zat en niet vóór 25 januari 2009 heeft aangegeven gebruik te willen maken van de Duisenberg regeling, krijgt geen korting meer!!!!
Dit betekent dat Dexia miljoenen in eigen zak steekt, want wie weet dit?????
Het trio Schonewille, Lemstra en Hooft Graafland zijn inmiddels groot nieuws door de grote sommen geld die zij van verzekeraars krijgen om “regelingen” te treffen met gedupeerden in de Woekerpolis affaire. Of zij dit ook van Dexia hebben gekregen om de Duisenberg regeling door te drukken is eigenlijk geen vraag meer.
Het gaat om gedupeerden die nooit inspraak hebben gehad bij wat deze “belangenbehartigers” besproken hebben met Dexia of de verzekeraars die de woekerpolissen hebben afgesloten.
Deze “belangenbehartigers” hebben NOOIT gesproken met een gedupeerde om beleid te bepalen, zij hebben slechts hun eigen belangen behartigd.
Wat een gedupeerde wilde, was van geen belang.
Daarom mochten deze er ook nooit bij zijn.
Wat de stichting zelf voor ogen stond, daar ging het om.
Dus voor de duidelijkheid.
Is jouw contract vóór 1 augustus 2007 beëindigd en heb je vóór 25 januari 2009 geen verzoek ingediend om teruggave conform de Duisenbeerg regeling, dan ben je de pineut, want dan kun je nooit meer iets terugkrijgen.
En weet je wat het “leukste” is ?
Dexia heeft dit pas recent op hun website gezet
En de stichtingen Leaseverlies en Eegalease?
In de gezamenlijke brief en de advertentie in een paar kranten is ergens in een regel te lezen dat vóór 25 januari 2009 een verzoek ingediend moet zijn om teruggave van betaalde restschulden van contracten die vóór 1 augustus 2007 zijn beëindigd.
Maar ja, wie las toevallig op die ene dag die advertentie en de krant of had de brief van Dexia gekregen?
Het is gebleken dat het adressenbestand van Dexia niet echt up to date te noemen is.
Dexia heeft in 2007 middels een brief alle cliënten op de hoogte gebracht van de uitspraak door het gerechtshof Amsterdam omtrent de Duisenberg regeling.
Daarvoor was de Duisenberg regeling en de inhoud hiervan al aangekondigd door Dexia en hun vazallen, Leaseverlies en Eegalease.
In de Duisenberg regeling zelf is niets te vinden over een regel met einddata
En wie heeft er wel wat aan de Duisenberg regeling?
Juist, slechts een enkeling.
Het lijkt er zeer sterk op dat het altijd de bedoeling van Dexia en de stichtingen Leaseverlies en Eegalease is geweest om de gedupeerden op het verkeerde been te zetten, en zij zijn er nog in geslaagd ook!
Groeten,
Piet
Dexia heeft het spel slim gespeeld.
De zogenaamde belangenbehartigers Leaseverlies en Eegalease zijn commercieel ingestelde partijen.
Geld verdienen stond boven het behartigen van belangen van diegene waar deze clubs zogenaamd voor opkwamen.
Hier heeft Dexia dankbaar gebruik van gemaakt.
De Duisenberg regeling was hier het gevolg van.
Het was zo mooi gebracht doos Leaseverlies en Eegalease.
Een geweldige regeling wat de oplossing was voor het conflict tussen de gedupeerden en Dexia
JA stemmen betekende dat je het geld terugkreeg wat je betaald had aan deze stichting.
JA stemmen was ook vrijblijvend, je was immers nergens toe verplicht?
JA stemmen betekende ook dat 2/3 van je restschuld werd kwijtgescholden
Leaseverlies en Eegalease wisten echter toen al dat dit niet zo was, de Duisenberg regeling zou verplicht worden voor iedereen en zelfs een gewonnen zaak als de eegalease zaak werd prijsgegeven voor eigen voordeel en ten koste van de gedupeerden.
Dezelfde stichtingen met Schonewille, Lemstra en Hooft Graafland aan het roer, wisten toen al wat dit daadwerkelijk betekende voor de gedupeerden.
Zij hebben ook bewust ingestemd met de regel dat iemand, die al voor 1 augustus 2007 een restschuld had, en die niet voor 25 januari 2009 met een verzoek kwam om in aanmerking te komen voor een vergoeding, geen recht meer had op deze vergoeding.
Oftewel, iedereen die vóór 1augustus 2007 met een restschuld zat en niet vóór 25 januari 2009 heeft aangegeven gebruik te willen maken van de Duisenberg regeling, krijgt geen korting meer!!!!
Dit betekent dat Dexia miljoenen in eigen zak steekt, want wie weet dit?????
Het trio Schonewille, Lemstra en Hooft Graafland zijn inmiddels groot nieuws door de grote sommen geld die zij van verzekeraars krijgen om “regelingen” te treffen met gedupeerden in de Woekerpolis affaire. Of zij dit ook van Dexia hebben gekregen om de Duisenberg regeling door te drukken is eigenlijk geen vraag meer.
Het gaat om gedupeerden die nooit inspraak hebben gehad bij wat deze “belangenbehartigers” besproken hebben met Dexia of de verzekeraars die de woekerpolissen hebben afgesloten.
Deze “belangenbehartigers” hebben NOOIT gesproken met een gedupeerde om beleid te bepalen, zij hebben slechts hun eigen belangen behartigd.
Wat een gedupeerde wilde, was van geen belang.
Daarom mochten deze er ook nooit bij zijn.
Wat de stichting zelf voor ogen stond, daar ging het om.
Dus voor de duidelijkheid.
Is jouw contract vóór 1 augustus 2007 beëindigd en heb je vóór 25 januari 2009 geen verzoek ingediend om teruggave conform de Duisenbeerg regeling, dan ben je de pineut, want dan kun je nooit meer iets terugkrijgen.
En weet je wat het “leukste” is ?
Dexia heeft dit pas recent op hun website gezet
En de stichtingen Leaseverlies en Eegalease?
In de gezamenlijke brief en de advertentie in een paar kranten is ergens in een regel te lezen dat vóór 25 januari 2009 een verzoek ingediend moet zijn om teruggave van betaalde restschulden van contracten die vóór 1 augustus 2007 zijn beëindigd.
Maar ja, wie las toevallig op die ene dag die advertentie en de krant of had de brief van Dexia gekregen?
Het is gebleken dat het adressenbestand van Dexia niet echt up to date te noemen is.
Dexia heeft in 2007 middels een brief alle cliënten op de hoogte gebracht van de uitspraak door het gerechtshof Amsterdam omtrent de Duisenberg regeling.
Daarvoor was de Duisenberg regeling en de inhoud hiervan al aangekondigd door Dexia en hun vazallen, Leaseverlies en Eegalease.
In de Duisenberg regeling zelf is niets te vinden over een regel met einddata
En wie heeft er wel wat aan de Duisenberg regeling?
Juist, slechts een enkeling.
Het lijkt er zeer sterk op dat het altijd de bedoeling van Dexia en de stichtingen Leaseverlies en Eegalease is geweest om de gedupeerden op het verkeerde been te zetten, en zij zijn er nog in geslaagd ook!
Groeten,
Piet
Laatst gewijzigd door Piet op 10 jun 2009 09:37, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Weer verneukt door Dexia
Wij zijn blij dat we mensen in nood konden helpen als particulieren en wat denk je ?
Laatst gewijzigd door Ikke niet meer begrijp op 13 jun 2009 01:33, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Weer verneukt door Dexia
weet je.. wij oudjes worden hier ziek van. Na de schrik van "beleggen met geleend geld" word je blij gemaakt met de zorgplicht. Nu blijkt die weer bij ons te liggen. Dan zijn de aandelen bijna zeker niet aangekocht, dáár zal vast wel een onderzoek naar komen (dus niet..). De tweede handtekening ontbrak, dan is de overeenkomst niet rechtsgeldig (zo makkelijk gaat dat niet). Allemaal blij gemaakt met dooie mussen... We geven het op, we wachten nog even wat Leaseproces te zeggen heeft en dan gaan we maar gewoon onze wonden likken...
-
- Berichten: 24
- Lid geworden op: 08 apr 2008 23:45
Re: Weer verneukt door Dexia
Dit had je kunnen verwachten van dit stelletje aasgieren !!!!!!!!!!!!
Re: Weer verneukt door Dexia
En zo zal het ook gaan bij de advocaten van met name groepsprocedures, ook zij zullen benaderd worden door dexia met een zak geld om zo goedkoop van de procedures af te komen, let maar op!
Advocaten zijn er echt niet om voor de gewone man op te komen, ze hebben maar een doel, en dat is zoveel mogelijk geld aan deze zaken te verdienen, (uitzonderingen daar gelaten). Zolang dit soort mensen alleen maar aan zelfverijking denken zal er niks veranderen in dit land en van de politiek hoef je helemaal niks te verwachten want die denken ook alleen maar aan het eigenbelang. Maar ja, zolang het nederlandse volk zich schuldig maakt om te stemmen uit b.v. geloofsovertuiging en zich dan lekker in de maling laat nemen door die valse beloftes zal er niks veranderen in ons nederland. Mijn proteststem zal gaan naar Geert wilders, immers slechter kan het niet worden in nederland.
Advocaten zijn er echt niet om voor de gewone man op te komen, ze hebben maar een doel, en dat is zoveel mogelijk geld aan deze zaken te verdienen, (uitzonderingen daar gelaten). Zolang dit soort mensen alleen maar aan zelfverijking denken zal er niks veranderen in dit land en van de politiek hoef je helemaal niks te verwachten want die denken ook alleen maar aan het eigenbelang. Maar ja, zolang het nederlandse volk zich schuldig maakt om te stemmen uit b.v. geloofsovertuiging en zich dan lekker in de maling laat nemen door die valse beloftes zal er niks veranderen in ons nederland. Mijn proteststem zal gaan naar Geert wilders, immers slechter kan het niet worden in nederland.
Re: Weer verneukt door Dexia
Ja, die vermaledijde Duitenbergregeling stelt helemaal niks voor. Volgens deze regeling had ik aan Dexia ongeveer 12.500 euro moeten betalen. Maar gelukkig heeft het Dutch Securities Institute (DSI) een voor mij veel gunstigere uitspraak gedaan, die erop neer komt dat ik slechts ongeveer 500 euro aan Dexia heb hoeven te betalen. Bovendien heeft Dexia aan het BKR moeten mededelen dat er geen schuld meer bestaat! Wel ben ik mijn inleg kwijt. Maar ik ben voor eeuwig en altijd van het Dexia-gezeur af !!!!
Waarom wordt er op dit forum zo weinig aandacht besteed aan de uitspraken van DSI, die veelal veel gunstiger uitpakken voor de gedupeerden dan Duitenbergregelingen en gerechtelijke uitspraken?
Waarom wordt er op dit forum zo weinig aandacht besteed aan de uitspraken van DSI, die veelal veel gunstiger uitpakken voor de gedupeerden dan Duitenbergregelingen en gerechtelijke uitspraken?
Re: Weer verneukt door Dexia
Na jaren(vanaf 2000) lid geweest van St leasverlies en eagalies ben ik overgestapt naar Leaseproces. St. Leaseverlies heeft ons rad voor ons ogen gedraaid. Op het laatste moment hebben ze de uitspraak van eagalease afgeblazen. Als ze echt door hadden gezet en tot aan de hogeraad was gegaan, dan was dit ellende velen bespaard gebleven.
Ja ze hebben hun zakken gevuld. Ook soort van oplichters.
Velen zijn beter af geweest bij Leaseproces. Stichting Leaseverlies
moet nu ook kunnen zeggen dat ze een fout hebben gemaakt,
maar nee daar hoor je niets van.
Nu zijn er stichtingen voor woekerpolissen en ze gaan maar door met de zelfde praktijken. Wij gewone mensen zien het gebeuren en kunnen niets bewijzen. Enerzijds ben je wel blij dat iemand of een stichting die iets teweeg of onder aandacht brengt wat in het maatschappij gebeurt, maar verrijken zicht zelf ook hiervan. Want wat een stichting of een instantie iets doet wordt breed in de media aandacht aangegeven.
Een individu kan dit over het algemeen niet.
Dan vraag je af welke Stichting zal er weer opstaan nu en voor wat.
Wie moet je vertrouwen. Als je een advocaat moet nemen ben je heel veel geld kwijt.
Bij Leaseproces ben ik gunstig vanaf gekomen. Ik heb mijn inleg en mijn betaalde restschuld ontvangen. Natuurlijk met een verlies door aan Leaseproces te betalen en de dure incassokosten heb ik ook nooit vergoed gekregen. Maar ik ben er ook vanaf.
Ik ben Piet zeer dankbaar. Wij gewone mensen zien het gebeuren, maar Piet zet nog steeds in voor dit leasedrama voor velen.
Ja ze hebben hun zakken gevuld. Ook soort van oplichters.
Velen zijn beter af geweest bij Leaseproces. Stichting Leaseverlies
moet nu ook kunnen zeggen dat ze een fout hebben gemaakt,
maar nee daar hoor je niets van.
Nu zijn er stichtingen voor woekerpolissen en ze gaan maar door met de zelfde praktijken. Wij gewone mensen zien het gebeuren en kunnen niets bewijzen. Enerzijds ben je wel blij dat iemand of een stichting die iets teweeg of onder aandacht brengt wat in het maatschappij gebeurt, maar verrijken zicht zelf ook hiervan. Want wat een stichting of een instantie iets doet wordt breed in de media aandacht aangegeven.
Een individu kan dit over het algemeen niet.
Dan vraag je af welke Stichting zal er weer opstaan nu en voor wat.
Wie moet je vertrouwen. Als je een advocaat moet nemen ben je heel veel geld kwijt.
Bij Leaseproces ben ik gunstig vanaf gekomen. Ik heb mijn inleg en mijn betaalde restschuld ontvangen. Natuurlijk met een verlies door aan Leaseproces te betalen en de dure incassokosten heb ik ook nooit vergoed gekregen. Maar ik ben er ook vanaf.
Ik ben Piet zeer dankbaar. Wij gewone mensen zien het gebeuren, maar Piet zet nog steeds in voor dit leasedrama voor velen.
Re: Weer verneukt door Dexia
Ja, ik had ook een advocaat (van RRA) ingeschakeld en die zou voor mij gaan bemiddelen teneinde te komen tot een schikking met Dexia. Liep (gelukkig) op niets uit, maar wel weer ruim 850 euro kwijt en ze wilden nog meer dan het afgesproken honorarium. Heb ik dus niet betaald. Kreeg ik een interne mail waarin men zich zeer laatdunkend over mij uitliet. Hierdoor werd mijn indruk bevestigd dat het in de advocatuur vaak meer om de centen dan om de cliënten gaat. Ik heb de procedure bij DSI geheel zelfstandig voortgezet met het eerder door mij vermelde resultaat. Bleek achteraf ook nog dat het advies van de raadsvrouwe gebaseerd was op een tweetal uitspraken van DSI die niet te vergelijken waren met mijn zaak.
Ja, als je met advocaten in zee gaat ben je veelal aan de goden en de geldwolven overgeleverd, zeker als je zelf geen enkel verstand van zaken hebt. Elke seconde wordt geteld!
Ja, als je met advocaten in zee gaat ben je veelal aan de goden en de geldwolven overgeleverd, zeker als je zelf geen enkel verstand van zaken hebt. Elke seconde wordt geteld!
Re: Weer verneukt door Dexia
Piet,
Zo eenvoudig kan Dexia, lijkt mij, hier een vermeend verval van rechten per 25 januari 2009 niet tegen gedupeerden gebruiken.
Naar mijn voorlopig oordeel valt dit beding onder de grijze lijst van vermoedelijk onredelijk bezwarende bedingen van de Wet Algemene Voorwaarden (Zie de artikelen 233 en verder van Boek 6 Burgerlijk Wetboek).
Zie de tekst hieronder van sub H van de zg. grijze lijst van vermoedelijke onredelijk bezwarende bedringen
Kortom, werk aan de winkel voor PAL
Wanneer Dexia (of Varde) met negeren van de Duisenberg-regeling een hoger bedrag claimt (dan bij wel toepassing van de Duisenberg-regeling) van een gedupeerde, kan ook de gedupeerde zich bij de rechter verweren met verwijzing naar dit onredelijk bezwarend beding. De kantonrechter of Rechtbank zal dan ambtshalve moeten toetsen. Naast de Wet Algemene Voorwaarden geldt ook nog de Europese Richtlijn inzake Oneerlijke bedingen in overeenkomst (clauses abusives) uit 1993. Richtlijn 1993/13. Zie met name ''Clause Abusives'' onder sub i van de Bijlage van deze Richtlijn.
Zie verder ook het zg. COFIDIS arrest van het Europees HoF van Justitie.
Wanneer dit beding (verval van rechter per eind januari 2009) geen onderdeel uitmaakte van de algemeen Verbindendverklaarde Duisenberg Regeling, en Dexia deze clausule min of meer verborgen heeft gehouden, dan zijn er vermoedelijk nog wel MEER elementen uit de Wet Algemene Voorwaarden (onderdeel Burgerlijk Wetboek) tegen Dexia in stelling te brengen.
De strijd gaat verder........ NO PASSERAN
Zo eenvoudig kan Dexia, lijkt mij, hier een vermeend verval van rechten per 25 januari 2009 niet tegen gedupeerden gebruiken.
Naar mijn voorlopig oordeel valt dit beding onder de grijze lijst van vermoedelijk onredelijk bezwarende bedingen van de Wet Algemene Voorwaarden (Zie de artikelen 233 en verder van Boek 6 Burgerlijk Wetboek).
Zie de tekst hieronder van sub H van de zg. grijze lijst van vermoedelijke onredelijk bezwarende bedringen
Geschillen over de zg. zwarte en grijze lijsten van onredelijke bezwarende bedingen dienen door belangenorganisaties voor het Gerechtshof in Den Haag gebracht te worden.H. Verval van rechten voor wederpartjVermoedelijk onredelijk bezwarend is een beding dat als sanctie op bepaalde gedragingen van de wederpartij, nalaten daaronder begrepen, verval stelt van haar toekomende rechten of van de bevoegdheid bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die rechten of verweren rechtvaardigen
Kortom, werk aan de winkel voor PAL
Wanneer Dexia (of Varde) met negeren van de Duisenberg-regeling een hoger bedrag claimt (dan bij wel toepassing van de Duisenberg-regeling) van een gedupeerde, kan ook de gedupeerde zich bij de rechter verweren met verwijzing naar dit onredelijk bezwarend beding. De kantonrechter of Rechtbank zal dan ambtshalve moeten toetsen. Naast de Wet Algemene Voorwaarden geldt ook nog de Europese Richtlijn inzake Oneerlijke bedingen in overeenkomst (clauses abusives) uit 1993. Richtlijn 1993/13. Zie met name ''Clause Abusives'' onder sub i van de Bijlage van deze Richtlijn.
Zie verder ook het zg. COFIDIS arrest van het Europees HoF van Justitie.
Wanneer dit beding (verval van rechter per eind januari 2009) geen onderdeel uitmaakte van de algemeen Verbindendverklaarde Duisenberg Regeling, en Dexia deze clausule min of meer verborgen heeft gehouden, dan zijn er vermoedelijk nog wel MEER elementen uit de Wet Algemene Voorwaarden (onderdeel Burgerlijk Wetboek) tegen Dexia in stelling te brengen.
De strijd gaat verder........ NO PASSERAN
Laatst gewijzigd door peewee op 12 jun 2009 10:59, 2 keer totaal gewijzigd.
Re: Weer verneukt door Dexia
Hallo Peewee.
Het staat niet in de Duisenberg regeling, maar wel in de Wcam overeenkomst, punt 13.3 c:
M.b.t. de relatie bank en klant is het altijd éénrichtingverkeer.
de bank bepaalt en de klant betaalt
De klant is koning, maar de bank is keizer én admiraal tegelijk.
Groeten,
Piet
Het staat niet in de Duisenberg regeling, maar wel in de Wcam overeenkomst, punt 13.3 c:
Artikel 13 - Tijdstip en wiize van uitbetaling van de Vergoeding
13.1 De Vergoeding waarop een Gerechtigde uit hoofde van deze Overeenkomst in verband met een bepaalde Effectenlease-Overeenkomst recht heeft, wordt voor zo veel mogelijk verrekend met (i) de Restschuld die bij de Beëindiging van die Overeenkomst ontstaat, en (ii) eventuele (andere) Openstaande Posten. Op de Vergoeding terzake van een bepaalde Effectenlease-overeenkomst kan niet eerder dan ten tijde van de Beëindiging van die overeenkomst aanspraak worden gemaakt. De Gerechtigde is geen rente of andere vertragingsvergoeding verschuldigd terzake van verplichtingen die aldus worden verrekend. Dexla zal deze verrekening ook zonder daartoe strekkend verzoek van de Gerechtigde toepassen. Dexia kan en zal deze verrekening alleen toepassen terzake van Effectenlease-overeenkomsten en Vergoedingen die daarop betrekking hebben die op dezelfde naam of namen staan.
13.2 Hetgeen na de in artikel 13.1 bedoelde verrekening resteert zal op schriftelijk verzoek van de Gerechtigde uiterlijk 6 weken na ontvangst van dat verzoek door Dexia worden voldaan. Over een Vergoeding is geen rente verschuldigd, behoudens bij overschrijding van de in deze bepaling genoemde betalingstermijn en over het tijdvak van die overschrijding in overeenstemming met het in de wet bepaalde terzake van wettelijke rente.
13.3 Het schriftelijk verzoek bedoeld in artikel 13.2 dient:
(a) gericht te worden tot Dexia;
(b) een opgave te bevatten van de contractnummers van alle Effectenlease-Overeenkomsten die door de Gerechtigde zijn gesloten;
(c) door Dexia ontvangen te worden voorafgaand aan de laatste van de navolgende drie data: (i) 1 juli 2008, (il) de dag gelegen 12 maanden nadat de Gerechtigde met de opeisbaarheid van de Vergoeding bekend is geworden, en (ili) de dag gelegen 24 maanden na de datum van de Beschikking;
(d) ondertekend te zijn door de Contractant en, indien van toepassing, zijn Eega, of de verklaring te bevatten dat er met betrekking tot geen van de Effectenlease-overeenkomsten sprake was van een Eega, en
(e) een opgave te bevatten van het rekeningnummer waarop de betaling dient te worden voldaan.
M.b.t. de relatie bank en klant is het altijd éénrichtingverkeer.
de bank bepaalt en de klant betaalt
De klant is koning, maar de bank is keizer én admiraal tegelijk.
Groeten,
Piet
Re: Weer verneukt door Dexia
Piet,
Het Hof Amsterdam heeft de WCAM overeenkomst ''marginaal'' getoetst, volgens de regels van de Wet CAM. Ofschoon wellicht theoretisch valt toch niet uit te sluiten dat het beding van verval van rechten door het Hof Den Haag als onredelijke bezwarend zou kunnen worden beschouwd. Rechters zijn, zoals bekend, het wel vaker onderling niet met elkaar eens. Bovendien gaat het om uiteenlopende rechterlijke toetsingen. Voor zover ik mij kan herinneren heeft ook geen van de verweerders (PAL, VCG etc.) zich destijds specifiek verzet bij het Hof Amsterdam tegen dit specifieke beding. Het verweer was meer algemeen gericht tegen de Algemeen Verbindend Verklaring.
Ik vraag mij overigens wel af hoeveel Dexia klanten, door passief te blijven, nu feitelijk naast de Duisenberg schikking grijpen, zonder dat zij het in de gaten hebben. Honderden, duizenden, tienduizenden ? In het laatste geval kan hierover nog een aardige rel ontstaan. De passievelingen onder de gedupeerden worden dan (een beetje laat) toch nog wakker.
Het Hof Amsterdam heeft de WCAM overeenkomst ''marginaal'' getoetst, volgens de regels van de Wet CAM. Ofschoon wellicht theoretisch valt toch niet uit te sluiten dat het beding van verval van rechten door het Hof Den Haag als onredelijke bezwarend zou kunnen worden beschouwd. Rechters zijn, zoals bekend, het wel vaker onderling niet met elkaar eens. Bovendien gaat het om uiteenlopende rechterlijke toetsingen. Voor zover ik mij kan herinneren heeft ook geen van de verweerders (PAL, VCG etc.) zich destijds specifiek verzet bij het Hof Amsterdam tegen dit specifieke beding. Het verweer was meer algemeen gericht tegen de Algemeen Verbindend Verklaring.
Ik vraag mij overigens wel af hoeveel Dexia klanten, door passief te blijven, nu feitelijk naast de Duisenberg schikking grijpen, zonder dat zij het in de gaten hebben. Honderden, duizenden, tienduizenden ? In het laatste geval kan hierover nog een aardige rel ontstaan. De passievelingen onder de gedupeerden worden dan (een beetje laat) toch nog wakker.
Laatst gewijzigd door peewee op 12 jun 2009 08:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Weer verneukt door Dexia
Dan ben je dus echt wel dom als je nu nog in aktie moet komen.
Laatst gewijzigd door Ikke niet meer begrijp op 13 jun 2009 01:32, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Berichten: 1701
- Lid geworden op: 07 jul 2003 16:29
Re: Weer verneukt door Dexia
Op zich niet zo vreemd.De passievelingen onder de gedupeerden worden dan laat wakker.
De afnemers die de Duisenbergregeling hebben geaccepteerd en de
restschuld meestal nog niet betaald hadden kregen 2/3 kwijtgescholden moesten dus nog 1/3 betalen.
Als je geen rekening van Dexia krijg, wie gaat er dan vragen of je alsjeblief mag betalen?
Door geen opt-out aan te vragen waren zij immers verplicht tot de Duisenbergschikking?
Die rekening komt wel een keer zou ik zo denken...........en anders maar niet.
Als ik Piet goed begrijp dacht Dexia daar anders over en stuurde de nota pas na jan. 2009, en wel met de volledige restschuld.......
Als het zo gegaan is toont dat weer eens de hebberigheid van Dexia aan
maar deze keer zijn ze dan wel erg goedkoop bezig geweest.
Eerst een ondermaatse schikking aanbieden en vervolgens ook nog eens proberen er onderuit te komen.
Als je een tegenstander met open vizier kan bestrijden is het een eerlijk
gevecht. Maar Dexia is vanaf de eerste confrontatie op een
gemene en laffe manier bezig geweest om haar gelijk te krijgen.
Niets heeft haar in de weg gestaan de gedupeerde de laatste cent afhandig te maken.
Zo is het wel haast zeker dat ze SLV heeft omgekocht.
En wat er tijdens het AFM-onderzoek naar de gekochte aandelen precies is gebeurd weet niemand, maar Dexia kwam wel als winnaar uit de bus.
En de dreigementen met deurwaarders via de incassobureaus zonder
rechtelijke goedkeuring sloegen ook nergens op, maar hoeveel mensen zijn daardoor bang geworden en zijn toch blijven betalen?
En dan alle vertragingen bij de rechtbank de afgelopen jaren........allemaal bedoeld de gedupeerde murm te maken.
En altijd mooie woorden in de pers dat ze haar maatschappelijke verantwoordelijkheid niet uit de weg wil gaan en ook graag van alles af wil zijn en graag wil schikken ook al heeft ze geen schuld.
Nee, Dexia is niet mijn vriend en zal het ook nooit worden, ook al heeft ze mij goed moeten betalen. Ik haat ze.
Re: Weer verneukt door Dexia
Piet en andere belanghebbenden.
Hieronder de tekst van de Europese Richtlijn inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Zie met name de bijlage onderaan SUB i
Hieronder de tekst van de Europese Richtlijn inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Zie met name de bijlage onderaan SUB i
RICHTLIJN 93/13/EEG VAN DE RAAD van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
In samenwerking met het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de maatregelen dienen te worden vastgesteld die ertoe bestemd zijn de interne markt geleidelijk tot stand te brengen in de loop van een periode die op 31 december 1992 afloopt; dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd;
Overwegende dat de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de bedingen van overeenkomsten tussen de verkoper van goederen of de dienstverrichter enerzijds en de consument anderzijds talrijke verschillen vertonen, zodat de nationale markten voor de verkoop van goederen en het aanbieden van diensten aan consumenten onderling uiteenlopen en verstoringen van de concurrentieverhoudingen tussen de verkopers en de dienstverrichters kunnen ontstaan, met name bij het op de markt brengen in andere Lid-Staten;
Overwegende in het bijzonder dat de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten met consumenten aanzienlijke verschillen vertonen;
Overwegende dat het de taak van de Lid-Staten is erop toe te zien dat geen oneerlijke bedingen in overeenkomsten met consumenten worden opgenomen;
Overwegende dat over het algemeen de consument de rechtsregels niet kent die in andere Lid-Staten dan het land waarin hij woont, gelden voor overeenkomsten voor de verkoop van goederen of het aanbieden van diensten; dat dit gebrek aan kennis hem van rechtstreekse transacties van aankoop van goederen of betreffende dienstverrichtingen in een andere Lid-Staat kan afhouden;
Overwegende dat het, ten einde de totstandkoming van de interne markt te vergemakkelijken en de burger in zijn rol als consument bescherming te bieden bij het kopen van goederen en bij dienstverrichtingen op basis van overeenkomsten waarop de wetgeving van een andere Lid-Staat dan de zijne van toepassing is, van essentieel belang is oneerlijke bedingen uit deze overeenkomsten te weren;
Overwegende dat daarmee de verkopers van goederen en de dienstverrichters bij hun activiteit als verkoper van goederen en als dienstverrichter, zowel in het eigen land als elders in de interne markt, zullen worden geholpen; dat aldus de mededinging wordt gestimuleerd, waardoor de burgers van de Gemeenschap als consument betere keuzemogelijkheden worden geboden;
Overwegende dat in de twee Gemeenschapsprogramma's voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) is gewezen op het belang van de bescherming van de consument op het gebied van oneerlijke bedingen in overeenkomsten; dat in deze bescherming moet worden voorzien door middel van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die hetzij op communautair niveau zijn geharmoniseerd, hetzij rechtstreeks op dat niveau zijn vastgesteld;
Overwegende dat, overeenkomstig het beginsel dat onder het hoofd "bescherming van de economische belangen van de consument" in deze twee programma's is vastgelegd, kopers van goederen of dienstenontvangers moeten worden beschermd tegen misbruik van de machtspositie van de verkoper respectievelijk de dienstverrichter, in het bijzonder tegen toetredingsovereenkomsten en de oneerlijke uitsluiting van rechten in overeenkomsten;
Overwegende dat door het vaststellen van eenvormige voorschriften op het gebied van oneerlijke bedingen een doeltreffender bescherming van de consument kan worden bewerkstelligd; dat deze voorschriften van toepassing moeten zijn op alle overeenkomsten tussen verkopers en consumenten; dat bijgevolg met name van deze richtlijn zijn uitgesloten arbeidsovereenkomsten, overeenkomsten betreffende erfrechten, overeenkomsten met betrekking tot de gezinssituatie en overeenkomsten met betrekking tot de oprichting en de statuten van vennootschappen;
Overwegende dat de consument in het kader van een mondelinge overeenkomst dezelfde bescherming moet genieten als in dat van een schriftelijke overeenkomst en, in dat laatste geval, ongeacht het feit dat de voorwaarden daarvan in een of in meer documenten zijn vervat;
Overwegende evenwel dat bij de huidige stand van de nationale wetgevingen slechts een gedeeltelijke harmonisatie in aanmerking komt; dat met name alleen de bedingen in overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld onder deze richtlijn vallen; dat het van belang is de Lid-Staten de mogelijkheid te geven met inachtneming van het Verdrag in een hoger beschermingsniveau voor de consument te voorzien door middel van nationale voorschriften die strenger zijn dan die van deze richtlijn;
Overwegende dat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten waarin bedingen van overeenkomsten met consumenten, direct of indirect, worden vastgesteld, worden geacht geen oneerlijke bedingen te bevatten; dat het bijgevolg niet nodig blijkt bedingen waarin dwingende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen zijn overgenomen dan wel beginselen of bepalingen van internationale overeenkomsten waarbij de Lid-Staten of de Gemeenschap partij zijn, aan de bepalingen van deze richtlijn te onderwerpen; dat in dat verband onder de term "dwingende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen" tevens de regels vallen die volgens de wet van toepassing zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen wanneer er geen andere regeling is overeengekomen;
Overwegende evenwel dat de Lid-Staten erop moeten toezien dat zulke oneerlijke bedingen er niet in voorkomen, met name met het oog op het feit dat deze richtlijn ook van toepassing is op beroepsactiviteiten met een openbaar karakter;
Overwegende dat de criteria voor de beoordeling van het oneerlijke karakter van contractuele bedingen op algemene wijze moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat de beoordeling, aan de hand van de vastgestelde algemene criteria, van het oneerlijke karakter van bedingen, met name met betrekking tot beroepsactiviteiten met een openbaar karakter betreffende collectieve diensten waarbij een solidariteit tussen de gebruikers wordt vooropgesteld, moet worden aangevuld met een middel voor de afweging van de onderscheidene belangen die in het geding zijn; dat dit de goede trouw is; dat er bij de beoordeling van de goede trouw in het bijzonder moet worden gelet op de min of meer sterke respectieve onderhandelingsposities van de partijen en op de vraag of de consument op enigerlei wijze ertoe is aangezet zijn instemming met het beding te betuigen en of de goederen of diensten op speciale bestelling van de consument zijn verkocht of geleverd; dat de verkoper aan de eis van goede trouw kan voldoen door op eerlijke en billijke wijze te onderhandelen met de andere partij, waarvan hij de legitieme belangen in aanmerking dient te nemen;
Overwegende dat in het kader van deze richtlijn de lijst van bedingen in de bijlage slechts indicatief kan zijn en dat zij, gelet op dit minimumkarakter, door de Lid-Staten in het kader van hun nationale wetgeving aangevuld of beperkender geformuleerd kan worden, met name wat de draagwijdte van die bedingen betreft;
Overwegende dat de aard van de goederen of de diensten van invloed moet zijn op de beoordeling van het oneerlijke karakter van de bedingen;
Overwegende dat in het kader van deze richtlijn de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding geen betrekking mag hebben op de bedingen waarin het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of de verhouding kwaliteit/prijs van de levering of dienst wordt omschreven; dat het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst en de verhouding kwaliteit/prijs niettemin in aanmerking kunnen worden genomen bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van andere bedingen; dat hier onder andere uit voortvloeit dat in het geval van verzekeringsovereenkomsten de bedingen die het verzekerde risico en de verbintenis van de verzekeraar duidelijk omschrijven of afbakenen, niet het voorwerp van een dergelijke toetsing zijn wanneer deze beperkingen in aanmerking worden genomen bij de berekening van de door de consument betaalde premie;
Overwegende dat de overeenkomsten in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen moeten worden opgesteld; dat de consument daadwerkelijk gelegenheid moet hebben om kennis te nemen van alle bedingen en dat in geval van twijfel de voor de consument gunstigste interpretatie prevaleert;
Overwegende dat de Lid-Staten de nodige maatregelen dienen te treffen om te voorkomen dat in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument oneerlijke bedingen worden opgenomen; dat, als toch dergelijke bedingen zijn opgenomen, deze de consument niet binden en de overeenkomst de partijen blijft binden indien zij zonder de oneerlijke bedingen kan voortbestaan;
Overwegende dat in sommige gevallen het gevaar bestaat dat de consument de door deze richtlijn geboden bescherming wordt ontzegd door het recht van een derde land aan te wijzen als het op de overeenkomst toepasselijke recht; dat derhalve in deze richtlijn bepalingen moeten worden opgenomen om dit gevaar uit te sluiten;
Overwegende dat personen of organisaties die volgens de wetgeving van een Lid-Staat worden geacht een legitiem belang bij de bescherming van de consument te hebben, in de gelegenheid moeten worden gesteld om tegen met het oog op algemeen gebruik geredigeerde bedingen in overeenkomsten met consumenten, en in het bijzonder oneerlijke bedingen, op te komen, hetzij voor een gerechtelijke, hetzij voor een administratieve instantie, die bevoegd is om over de klacht uitspraak te doen of om de passende gerechtelijke procedures in te stellen; dat zulks evenwel geen voorafgaande toetsing inhoudt van de algemene voorwaarden die in een bepaalde economische sector worden toegepast;
Overwegende dat de gerechtelijke en administratieve instanties van de Lid-Staten over passende en doeltreffende middelen moeten beschikken om een eind te maken aan de toepassing van oneerlijke bedingen in overeenkomsten met consumenten,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Deze richtlijn strekt tot de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument.
2. Contractuele bedingen waarin dwingende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of bepalingen of beginselen van internationale overeenkomsten waarbij de Lid-Staten of de Gemeenschap partij zijn, met name op het gebied van vervoer, zijn overgenomen, zijn niet aan deze richtlijn onderworpen.
Artikel 2
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) oneerlijke bedingen: de bedingen van een overeenkomst zoals die in artikel 3 zijn omschreven;
b) consument: iedere natuurlijke persoon die bij onder deze richtlijn vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
c) verkoper: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij onder deze richtlijn vallende overeenkomsten handelt in het kader van zijn publiekrechtelijke of privaatrechtelijke beroepsactiviteit.
Artikel 3
1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2. Een beding wordt steeds geacht niet het voorwerp van afzonderlijke onderhandeling te zijn geweest wanneer het, met name in het kader van een toetredingsovereenkomst, van tevoren is opgesteld en de consument dientengevolge geen invloed op de inhoud ervan heeft kunnen hebben.
Het feit dat sommige onderdelen van een beding of een afzonderlijk beding het voorwerp zijn geweest van een afzonderlijke onderhandeling sluit de toepassing van dit artikel op de rest van een overeenkomst niet uit, indien de globale beoordeling leidt tot de conclusie dat het niettemin gaat om een toetredingsovereenkomst.
Wanneer de verkoper stelt dat een standaardbeding het voorwerp is geweest van afzonderlijke onderhandeling, dient hij dit te bewijzen.
3. De bijlage bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.
Artikel 4
1. Onverminderd artikel 7 worden voor de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding van een overeenkomst alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het moment waarop de overeenkomst is gesloten in aanmerking genomen, rekening houdend met de aard van de goederen of diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft.
2. De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
Artikel 5
In het geval van overeenkomsten waarvan alle of bepaalde aan de consument voorgestelde bedingen schriftelijk zijn opgesteld, moeten deze bedingen steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de consument gunstigste interpretatie. Deze uitleggingsregel is niet van toepassing in het kader van de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedures.
Artikel 6
1. De Lid-Staten bepalen dat oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument onder de in het nationale recht geldende voorwaarden de consument niet binden en dat de overeenkomst voor de partijen bindend blijft indien de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen kan voortbestaan.
2. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de consument de door deze richtlijn geboden bescherming niet wordt ontzegd door de keuze van het recht van een derde land als recht dat op de overeenkomst van toepassing is, wanneer er een nauwe band bestaat tussen de overeenkomst en het grondgebied van een Lid-Staat.
Artikel 7
1. De Lid-Staten zien erop toe dat er in het belang van de consumenten alsmede van de concurrerende verkopers, doeltreffende en geschikte middelen bestaan om een eind te maken aan het gebruik van oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen consumenten en verkopers.
2. De in lid 1 bedoelde middelen dienen wettelijke bepalingen te omvatten waarbij personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een legitiem belang hebben bij de bescherming van de consument, overeenkomstig het nationale recht een beroep kunnen doen op de rechtbanken of de bevoegde administratieve instanties om te oordelen of contractuele bedingen die zijn opgesteld met het oog op een algemeen gebruik, oneerlijk zijn, en de passende en doeltreffende middelen aan te wenden om een eind te maken aan het gebruik van deze bedingen.
3. Met inachtneming van de nationale wetgeving kunnen de in lid 2 vermelde beroepen, afzonderlijk of gezamenlijk, worden ingesteld tegen verschillende verkopers in dezelfde economische sector of hun verenigingen die gebruik maken dan wel het gebruik aanbevelen van dezelfde of gelijksoortige algemene contractuele bedingen.
Artikel 8
Ter verhoging van het beschermingsniveau van de consument kunnen de Lid-Staten op het onder deze richtlijn vallende gebied strengere bepalingen aannemen of handhaven, voor zover deze verenigbaar zijn met het Verdrag.
Artikel 9
De Commissie brengt uiterlijk vijf jaar na de in artikel 10, lid 1, genoemde datum bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze richtlijn.
Artikel 10
1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1994 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Deze bepalingen zijn van toepassing op alle overeenkomsten die na 31 december 1994 worden gesloten.
2. Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
3. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van de voornaamste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 11
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Luxemburg, 5 april 1993.
Voor de Raad
De Voorzitter
N. HELVEG PETERSEN
(1) PB nr. C 73 van 24. 3. 1992, blz. 7.
(2) PB nr. C 326 van 16. 12. 1991, blz. 108, en PB nr. C 21 van 25. 1. 1993.
(3) PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 34.
(4) PB nr. C 92 van 25. 4. 1975, blz. 1, en PB nr. C 133 van 3. 6. 1981, blz. 1.
BIJLAGE
IN ARTIKEL 3, LID 3, BEDOELDE BEDINGEN 1. Bedingen die tot doel of tot gevolg hebben:
a) de wettelijke aansprakelijkheid van de verkoper uit te sluiten of te beperken bij overlijden of lichamelijk letsel van de consument ten gevolge van een doen of nalaten van deze verkoper;
b) de wettelijke rechten van de consument ten aanzien van de verkoper of een andere partij in geval van volledige of gedeeltelijke wanprestatie of van gebrekkige uitvoering door de verkoper van een van diens contractuele verplichtingen, met inbegrip van de mogelijkheid om een schuld jegens de verkoper te compenseren met een schuldvordering jegens deze, op ongepaste wijze uit te sluiten of te beperken;
c) te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de consument terwijl de uitvoering van de prestaties van de verkoper onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van zijn wil;
d) de verkoper toe te staan door de consument betaalde bedragen te behouden wanneer deze afziet van het sluiten of het uitvoeren van de overeenkomst, zonder erin te voorzien dat de consument een gelijkwaardig bedrag aan schadevergoeding mag verlangen van de verkoper wanneer deze zich terugtrekt;
e) de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen;
f) de verkoper toe te staan de overeenkomst op te zeggen indien zulks niet aan de consument wordt toegestaan, alsmede de verkoper toe te staan de door de consument betaalde voorschotten te behouden ingeval de verkoper zelf de overeenkomst opzegt;
g) de verkoper toe te staan een overeenkomst van onbeperkte duur zonder redelijke opzeggingstermijn eenzijdig op te zeggen, behalve in geval van gewichtige redenen;
h) een overeenkomst van bepaalde duur automatisch te verlengen bij ontbreken van tegengestelde kennisgeving van de consument, terwijl een al te ver van het einde van de overeenkomst verwijderde datum is vastgesteld als uiterste datum voor de kennisgeving van de wil van de consument om de overeenkomst niet te verlengen;
i) op onweerlegbare wijze de instemming vast te stellen van de consument met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst;
j) de verkoper te machtigen zonder geldige, in de overeenkomst vermelde reden eenzijdig de voorwaarden van de overeenkomst te wijzigen;
k) de verkoper te machtigen zonder geldige reden eenzijdig de kenmerken van het te leveren produkt of de te verrichten dienst te wijzigen;
l) te bepalen dat de prijs van de goederen wordt vastgesteld op het ogenblik van levering, dan wel de verkoper van de goederen of de dienstverrichter het recht te verlenen zijn prijs te verhogen, zonder dat de consument in beide gevallen het overeenkomstige recht heeft om de overeenkomst op te zeggen, indien de eindprijs te hoog is ten opzichte van de bij het sluiten van de overeenkomst bedongen prijs;
m) de verkoper het recht te geven te bepalen of de geleverde goederen of de dienst aan de bepalingen van de overeenkomst beantwoorden of hem het exclusieve recht te geven om een of ander beding van de overeenkomst te interpreteren;
n) de verplichting van de verkoper te beperken om de verbintenissen na te komen die door zijn gevolmachtigden zijn aangegaan, of diens verbintenissen te laten afhangen van het naleven van een bijzondere formaliteit;
o) de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet uitvoert;
p) te voorzien in de mogelijkheid van overdracht van de overeenkomst door de verkoper, wanneer hierdoor de garanties voor de consument zonder diens instemming geringer kunnen worden;
q) het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument te beletten of te belemmeren, met name door de consument te verplichten zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden, door de bewijsmiddelen waarop de consument een beroep kan doen op ongeoorloofde wijze te beperken of hem een bewijslast op te leggen die volgens het geldende recht normaliter op een andere partij bij de overeenkomst rust.
2. Draagwijdte van de punten g), j) en l):
a) Punt g) staat niet in de weg aan bedingen waarbij de leverancier van financiële diensten zich het recht voorbehoudt eenzijdig een eind te maken aan een overeenkomst van onbepaalde duur, en dit zonder opzegtermijn in geval van geldige reden, mits de verkoper verplicht wordt hiervan onmiddellijk de andere contracterende partij(en) op de hoogte te stellen.
b) Punt j) staat niet in de weg aan bedingen waarbij de leverancier van financiële diensten zich het recht voorbehoudt de door of aan de consument te betalen rentevoet of het bedrag van alle andere op de financiële diensten betrekking hebbende lasten bij geldige reden zonder opzegtermijn te wijzigen, mits de verkoper verplicht wordt dit zo spoedig mogelijk ter kennis te brengen van de andere contracterende partij(en) en deze vrij is (zijn) onmiddellijk de overeenkomst op te zeggen.
Punt j) staat evenmin in de weg aan bedingen waarbij de verkoper zich het recht voorbehoudt de voorwaarden van een overeenkomst voor onbepaalde tijd eenzijdig te wijzigen, mits hij verplicht is de consument daarvan redelijke tijd vooraf in kennis te stellen en het de laatste vrijstaat de overeenkomst te ontbinden.
c) De punten g), j) en l) zijn niet van toepassing op:
- transacties met betrekking tot effecten, financiële instrumenten en andere produkten of diensten waarvan de prijs verband houdt met de fluctuaties van een beurskoers of een beursindex dan wel financiële marktkoersen waar de verkoper geen invloed op heeft;
- overeenkomsten voor de aankoop of verkoop van vreemde valuta, reischeques of internationale in deviezen opgestelde postmandaten.
d) Punt l) staat niet in de weg aan bedingen van prijsindexering, voor zover deze wettig zijn en de wijze waarop de prijs wordt aangepast hierin expliciet beschreven is.