LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] over vacineren
Re: over vacineren
me hoela! met je onzin
diegene die het hartste roepen dat inenten niet nodig is zullen wel dierenarts zijn ofzo.
ik hoor nu ineens veel mensen roepen over het spuitje en de pilletjes die hun hondje kreeg om van de kennelhoest af te komen!
en inderdaad, mijn hond is nog NOOIT ziek geweest van kennelhoest terwijl wij op veel plaatsen met veel honden komen.
nee, geen show, gewoon gehoorzaamheidwedstrijden.
hij word gewoon netjes ieder jaar geent en we maken ons geen zorgen.
diegene die het hartste roepen dat inenten niet nodig is zullen wel dierenarts zijn ofzo.
ik hoor nu ineens veel mensen roepen over het spuitje en de pilletjes die hun hondje kreeg om van de kennelhoest af te komen!
en inderdaad, mijn hond is nog NOOIT ziek geweest van kennelhoest terwijl wij op veel plaatsen met veel honden komen.
nee, geen show, gewoon gehoorzaamheidwedstrijden.
hij word gewoon netjes ieder jaar geent en we maken ons geen zorgen.
Re: over vacineren
hij word gewoon netjes ieder jaar geent en we maken ons geen zorgen.
hoezo ''netjes''?
hoezo ''netjes''?
Re: over vacineren
Vaccinaties
N.B. De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.
In de afgelopen 5 jaar heeft wereldwijd de vaccinatie volop ter discussie gestaan. In wetenschappelijke en alternatieve kringen. Wetenschappers zeggen allang niet meer, dat een vaccinatie nooit nadelige gevolgen heeft. Sommige alternatieve therapeuten nemen de gelegenheid te baat de “allopathische” vaccinatie te verketteren. Ze hadden toch al jaren gezegd, dat het spul niet deugde. Ze vergeten echter de ellende die er ontstaat zonder vaccinatie. Ze overschatten schromelijk de mogelijkheden van homeopathische middelen, die bij de agressieve virusinfecties totaal niets kunnen uitrichten.
Voor- en nadelen
In de afgelopen 10 – 20 jaar is zonder enige twijfel vast komen te staan, dat we met deze geweldige uitvinding veel dodelijke (virus)infecties hebben kunnen voorkomen. Ik denk daarbij aan hondenziekte, parvo en kattenziekte.
Jarenlang hebben we gedacht, dat vaccinaties alleen maar voordelen geven en geen bijwerkingen hebben. Echter, meer en meer ontstaat de indruk, dat vaccinaties zij het op zeer beperkte schaal in het geniep toch oorzaak kunnen zijn van soms nare chronische storingen van het afweersysteem. Dat kan zich in de meest uiteenlopende symptomen uiten.
Recente onderzoeken hebben tevens aangetoond, dat we met minder vaccinaties in een veel lagere frequentie toe kunnen.
Kortom, we kunnen niet zonder vaccinaties, maar moeten meer aandacht hebben voor de mogelijke nadelige effecten en deze zoveel mogelijk proberen te voorkomen. De (vermoedelijke) nadelige gevolgen van een vaccinatie zijn lang niet altijd succesvol te behandelen, ook niet met homeopathie! Dus voorkomen is ook hier beter dan genezen.
Wat weten we van vaccinaties
* Onze wetenschappelijke kennis op het gebied van vaccinaties en de nadelige gevolgen ervan zijn nog maar beperkt.
* We hebben vele goede en enkele slechte ervaringen met vaccinaties, die subjectief zijn en niet beproefd. En hoeveel nadelige vaccinatiegevolgen hebben we niet herkend als zodanig?
* Veel beweringen over vaccinatie gevolgen en vaccinatie schema’s zijn gestoeld op veronderstellingen en economisch belang.
De feiten
* Zeker is, dat de universitaire diergeneeskunde tegen een aantal agressieve virusziekten, zoals hondenziekte, hepatitis, parvo en kattenziekte niks kan doen op het moment dat de ziekte uitbreekt en er onvoldoende immuniteit is. Dat geldt ook voor de homeopathie en de isopathie.
* De preventieve werking van entingen is vastgesteld aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken en jarenlange ervaringen.
* De preventieve werking van homeopathische of isopathische middelen, de zogenoemde “nosoden” (gepotentieerd ziektemateriaal) is nog nooit wetenschappelijk vastgesteld en ervaringen berusten op “wishfull-thinking” in een overigens goed gevaccineerde omgeving.
* Een vaccinatie beschermt niet altijd 100%. Een voorbeeld daarvan is de enting tegen niesziekte bij de kat. Het gebeurt dikwijls, dat een goed geënte kat toch nog niezend de cattery verlaat.
* Vaccinatie betekent ook een belasting van de weerstand van een dier. We zien bijvoorbeeld, dat na een vaccinatie een homeopathische behandeling minder goed werkt.
* De laatste jaren worden we ons steeds meer bewust van de andere mogelijke effecten op het immuunsysteem. Behalve vermindering van de weerstand menen we ook in een klein aantal gevallen chronische storingen van de luchtwegen of het maag darmkanaal te zien. We denken dat kwaadaardige tumoren of bepaalde bloedziekten in een klein aantal gevallen manifest worden door een vaccinatie. Er wordt ook gedacht, dat bepaalde degeneratieve ziekten veroorzaakt zouden kunnen worden door vaccinaties.
We gaan er vanuit, dat het nog maar om uitzonderingen gaat, maar we sluiten niet uit, dat er nog veel reacties op vaccinaties “stiekem” verlopen. We zien ze eenvoudigweg niet, of we brengen ze niet in verband met de vaccinaties.
* Ook bij deze ziekten veroorzaakt door vaccinaties (vaccinoses) zijn de reguliere maar ook de homeopathie (en isopathie) lang niet altijd succesvol!
Verstandiger vaccineren
Het is dus niet “zo maar even een prikje”. Er moet per geval over nagedacht worden welke entingen en in welk schema moeten worden uitgevoerd.
Wat is de besmettingskans? Nederland is rabiësvrij, dus een enting tegen rabiës is in dit land niet nodig. Maar in de grensgebieden zou het toch aan te raden zijn.
Hoe agressief is het virus? Kennelhoest en Corona zijn niet zo agressief, maar hondenziekte is dodelijk.
We letten nog veel meer op de gezondheid van een dier; ook de leeftijd speelt een rol
Onze overwegingen op een rij:
* Alleen (echt) gezonde dieren.
Een gedegen klinisch en eventueel aanvullend onderzoek is noodzakelijk. Even nakijken is niet voldoende ( zie Gezondheidscontrole en vaccinatie).
* Niet te jong en niet te oud.
Het liefste de eerste enting op de leeftijd van 12 weken of ouder. De pup is op krachten en de moederlijke antistoffen zijn weg en kunnen niet meer storen.
Daarvoor is het nodig, dat de moeder voldoende immuun en dus voldoende antilichamen overdraagt naar de pups om de eerste 3 maanden veilig te kunnen overbruggen.
Bij twijfel aan de immuniteit van de pups of bij besmettingsgevaar 1 week voordat de pup het nest verlaat vaccineren met de relevante vaccinatie(s); dus op de leeftijd van circa 7 – 8 weken.
Oudere honden, ouder dan 8 – 10 jaar, moeten alleen nog geënt worden als er kans bestaat op besmetting. Omdat gebleken is, dat een vaccinatie veel langer “houdt” dan we vroeger dachten, zal in elk geval de frequentie van enten bij oudere honden veel lager kunnen.
* Dode entstof
We zouden bij jonge pups en kittens, bij oude honden en katten, bij gevoelige dieren (bijvoorbeeld als er voorheen een entreactie optrad) dode vaccins kunnen gebruiken; die zijn minder belastend. Echter, dode vaccins zijn weliswaar op zich veiliger, maar geven toch onvoldoende (lang) immuniteit. Zeker bij pups tussen de 6 en 9 weken wordt een groot deel van de entstof weggevangen. In feite zou er dan toch met levende entstof gevaccineerd moeten worden. Maar dat geeft weer te veel belasting van de afweer van de pup. Wel of niet enten, dood of geïnactiveerd vaccin, het moet per geval bekeken worden. Dode entstof veroorzaakt weliswaar geen ziekteverschijnselen (vaccinatie reactie), maar toch bij katten weten we, dat vaccineren met dode entstof op den duur kwaadaardige gezwellen kan veroorzaken.
* Niet te frequent.
Omdat we de laatste jaren veel meer te weten gekomen zijn over de reactie van het afweersysteem op vaccinaties kunnen we met een gerust hart de entfrequentie tegen ziektes als bijvoorbeeld honden- en kattenziekte verlagen naar 1 x per 2 - 3 jaar. Na 2 - 3 entingen is vaccinatie voor de rest van het leven vrijwel zeker niet meer nodig; vooral niet als de besmettingskans gering is.
* Alleen als nodig
Niet enten tegen ziekten, die geen gevaar vormen of slechts een zeer mild verloop hebben.
* Nauwkeurig de reacties noteren
Het is van belang om de reacties op een enting, bijvoorbeeld in een periode van 3 – 6 weken erna, nauwkeurig vast te leggen. Die informatie kan later van pas komen.
* Bepaalde rassen zijn gevoeliger
Bepaalde rassen lijken gevoeliger te zijn voor entreacties of voor storingen in het immuunsysteem
* Niet naast homeopathie
Gedurende een periode van circa 3 – 6 vóór of ná homeopathie kan er beter niet gevaccineerd worden
Voor het door ons geadviseerde vaccinatie schema zie: Vaccinatie schema 2004 (hond, kat, konijn)
N.B. De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.
In de afgelopen 5 jaar heeft wereldwijd de vaccinatie volop ter discussie gestaan. In wetenschappelijke en alternatieve kringen. Wetenschappers zeggen allang niet meer, dat een vaccinatie nooit nadelige gevolgen heeft. Sommige alternatieve therapeuten nemen de gelegenheid te baat de “allopathische” vaccinatie te verketteren. Ze hadden toch al jaren gezegd, dat het spul niet deugde. Ze vergeten echter de ellende die er ontstaat zonder vaccinatie. Ze overschatten schromelijk de mogelijkheden van homeopathische middelen, die bij de agressieve virusinfecties totaal niets kunnen uitrichten.
Voor- en nadelen
In de afgelopen 10 – 20 jaar is zonder enige twijfel vast komen te staan, dat we met deze geweldige uitvinding veel dodelijke (virus)infecties hebben kunnen voorkomen. Ik denk daarbij aan hondenziekte, parvo en kattenziekte.
Jarenlang hebben we gedacht, dat vaccinaties alleen maar voordelen geven en geen bijwerkingen hebben. Echter, meer en meer ontstaat de indruk, dat vaccinaties zij het op zeer beperkte schaal in het geniep toch oorzaak kunnen zijn van soms nare chronische storingen van het afweersysteem. Dat kan zich in de meest uiteenlopende symptomen uiten.
Recente onderzoeken hebben tevens aangetoond, dat we met minder vaccinaties in een veel lagere frequentie toe kunnen.
Kortom, we kunnen niet zonder vaccinaties, maar moeten meer aandacht hebben voor de mogelijke nadelige effecten en deze zoveel mogelijk proberen te voorkomen. De (vermoedelijke) nadelige gevolgen van een vaccinatie zijn lang niet altijd succesvol te behandelen, ook niet met homeopathie! Dus voorkomen is ook hier beter dan genezen.
Wat weten we van vaccinaties
* Onze wetenschappelijke kennis op het gebied van vaccinaties en de nadelige gevolgen ervan zijn nog maar beperkt.
* We hebben vele goede en enkele slechte ervaringen met vaccinaties, die subjectief zijn en niet beproefd. En hoeveel nadelige vaccinatiegevolgen hebben we niet herkend als zodanig?
* Veel beweringen over vaccinatie gevolgen en vaccinatie schema’s zijn gestoeld op veronderstellingen en economisch belang.
De feiten
* Zeker is, dat de universitaire diergeneeskunde tegen een aantal agressieve virusziekten, zoals hondenziekte, hepatitis, parvo en kattenziekte niks kan doen op het moment dat de ziekte uitbreekt en er onvoldoende immuniteit is. Dat geldt ook voor de homeopathie en de isopathie.
* De preventieve werking van entingen is vastgesteld aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken en jarenlange ervaringen.
* De preventieve werking van homeopathische of isopathische middelen, de zogenoemde “nosoden” (gepotentieerd ziektemateriaal) is nog nooit wetenschappelijk vastgesteld en ervaringen berusten op “wishfull-thinking” in een overigens goed gevaccineerde omgeving.
* Een vaccinatie beschermt niet altijd 100%. Een voorbeeld daarvan is de enting tegen niesziekte bij de kat. Het gebeurt dikwijls, dat een goed geënte kat toch nog niezend de cattery verlaat.
* Vaccinatie betekent ook een belasting van de weerstand van een dier. We zien bijvoorbeeld, dat na een vaccinatie een homeopathische behandeling minder goed werkt.
* De laatste jaren worden we ons steeds meer bewust van de andere mogelijke effecten op het immuunsysteem. Behalve vermindering van de weerstand menen we ook in een klein aantal gevallen chronische storingen van de luchtwegen of het maag darmkanaal te zien. We denken dat kwaadaardige tumoren of bepaalde bloedziekten in een klein aantal gevallen manifest worden door een vaccinatie. Er wordt ook gedacht, dat bepaalde degeneratieve ziekten veroorzaakt zouden kunnen worden door vaccinaties.
We gaan er vanuit, dat het nog maar om uitzonderingen gaat, maar we sluiten niet uit, dat er nog veel reacties op vaccinaties “stiekem” verlopen. We zien ze eenvoudigweg niet, of we brengen ze niet in verband met de vaccinaties.
* Ook bij deze ziekten veroorzaakt door vaccinaties (vaccinoses) zijn de reguliere maar ook de homeopathie (en isopathie) lang niet altijd succesvol!
Verstandiger vaccineren
Het is dus niet “zo maar even een prikje”. Er moet per geval over nagedacht worden welke entingen en in welk schema moeten worden uitgevoerd.
Wat is de besmettingskans? Nederland is rabiësvrij, dus een enting tegen rabiës is in dit land niet nodig. Maar in de grensgebieden zou het toch aan te raden zijn.
Hoe agressief is het virus? Kennelhoest en Corona zijn niet zo agressief, maar hondenziekte is dodelijk.
We letten nog veel meer op de gezondheid van een dier; ook de leeftijd speelt een rol
Onze overwegingen op een rij:
* Alleen (echt) gezonde dieren.
Een gedegen klinisch en eventueel aanvullend onderzoek is noodzakelijk. Even nakijken is niet voldoende ( zie Gezondheidscontrole en vaccinatie).
* Niet te jong en niet te oud.
Het liefste de eerste enting op de leeftijd van 12 weken of ouder. De pup is op krachten en de moederlijke antistoffen zijn weg en kunnen niet meer storen.
Daarvoor is het nodig, dat de moeder voldoende immuun en dus voldoende antilichamen overdraagt naar de pups om de eerste 3 maanden veilig te kunnen overbruggen.
Bij twijfel aan de immuniteit van de pups of bij besmettingsgevaar 1 week voordat de pup het nest verlaat vaccineren met de relevante vaccinatie(s); dus op de leeftijd van circa 7 – 8 weken.
Oudere honden, ouder dan 8 – 10 jaar, moeten alleen nog geënt worden als er kans bestaat op besmetting. Omdat gebleken is, dat een vaccinatie veel langer “houdt” dan we vroeger dachten, zal in elk geval de frequentie van enten bij oudere honden veel lager kunnen.
* Dode entstof
We zouden bij jonge pups en kittens, bij oude honden en katten, bij gevoelige dieren (bijvoorbeeld als er voorheen een entreactie optrad) dode vaccins kunnen gebruiken; die zijn minder belastend. Echter, dode vaccins zijn weliswaar op zich veiliger, maar geven toch onvoldoende (lang) immuniteit. Zeker bij pups tussen de 6 en 9 weken wordt een groot deel van de entstof weggevangen. In feite zou er dan toch met levende entstof gevaccineerd moeten worden. Maar dat geeft weer te veel belasting van de afweer van de pup. Wel of niet enten, dood of geïnactiveerd vaccin, het moet per geval bekeken worden. Dode entstof veroorzaakt weliswaar geen ziekteverschijnselen (vaccinatie reactie), maar toch bij katten weten we, dat vaccineren met dode entstof op den duur kwaadaardige gezwellen kan veroorzaken.
* Niet te frequent.
Omdat we de laatste jaren veel meer te weten gekomen zijn over de reactie van het afweersysteem op vaccinaties kunnen we met een gerust hart de entfrequentie tegen ziektes als bijvoorbeeld honden- en kattenziekte verlagen naar 1 x per 2 - 3 jaar. Na 2 - 3 entingen is vaccinatie voor de rest van het leven vrijwel zeker niet meer nodig; vooral niet als de besmettingskans gering is.
* Alleen als nodig
Niet enten tegen ziekten, die geen gevaar vormen of slechts een zeer mild verloop hebben.
* Nauwkeurig de reacties noteren
Het is van belang om de reacties op een enting, bijvoorbeeld in een periode van 3 – 6 weken erna, nauwkeurig vast te leggen. Die informatie kan later van pas komen.
* Bepaalde rassen zijn gevoeliger
Bepaalde rassen lijken gevoeliger te zijn voor entreacties of voor storingen in het immuunsysteem
* Niet naast homeopathie
Gedurende een periode van circa 3 – 6 vóór of ná homeopathie kan er beter niet gevaccineerd worden
Voor het door ons geadviseerde vaccinatie schema zie: Vaccinatie schema 2004 (hond, kat, konijn)
Re: over vacineren
Sorry, was te lui om alle pagina's te lezen, maar iemand hier al gehoord over hartworm?
Re: over vacineren
wil je weten als je tegen hartworm kunt ineenten of wil je weten wat dat is of iets anders?
Re: over vacineren
beste gast van 13:44
"diegene die het hartste roepen dat inenten niet nodig is zullen wel dierenarts zijn ofzo."
heb je ooit van gehoort dat je je hond kan laten testen om te kijken als genoeg antistoffen in de bloed zitten?
zolang genoeg antistoffen zitten is het onnodig om je hond te vaccineren, een vaccin is niks anders dan je hond spuiten met het virus in kwestie.
en dat je hond nooit ziek is geweest dat zegt nieks over de rest, er zijn genoeg honden die ondanks of danks de vaccien toch ziek worden.
wat ik me ook afvraag hoe kom het dat zo veel honden dood gaan aan, kanker?
kun je me daar een aantwordt op geven?
"diegene die het hartste roepen dat inenten niet nodig is zullen wel dierenarts zijn ofzo."
heb je ooit van gehoort dat je je hond kan laten testen om te kijken als genoeg antistoffen in de bloed zitten?
zolang genoeg antistoffen zitten is het onnodig om je hond te vaccineren, een vaccin is niks anders dan je hond spuiten met het virus in kwestie.
en dat je hond nooit ziek is geweest dat zegt nieks over de rest, er zijn genoeg honden die ondanks of danks de vaccien toch ziek worden.
wat ik me ook afvraag hoe kom het dat zo veel honden dood gaan aan, kanker?
kun je me daar een aantwordt op geven?
Re: over vacineren
nogx ik(van hier boven)
ik eent mijn honden maar verstandig dus om de zoveel jaren.
ik hoef ze niet vol te proppen met troep.
ik eent mijn honden maar verstandig dus om de zoveel jaren.
ik hoef ze niet vol te proppen met troep.
Re: over vacineren
RICHTLIJNEN en AANBEVELINGEN VOOR VACCINATIES BIJ HONDEN*
Samenvatting van het rapport van de American Animal Hospital Association (AAHA)
door M.A. Paul DVM, M. Appel DVM Phd, e.a. van de commissie Hondenvaccinatie van de AAHA
Inleiding
De laatste tijd wordt er onder diergeneeskundigen en hondeneigenaren heftig gediscussieerd over de frequentie waarmee honden vaccinaties moeten ondergaan. De geweldige voordelen van vaccins voor de gezondheidszorg voor dier én mens blijven in de discussie onderbelicht. Als dierenartsen kunnen we zeggen dat geen enkele ontwikkeling een groter effect heeft gehad op onze mogelijkheden om infectieziekten te voorkomen en daarmee op het leven en welzijn van patiënten en cliënten dan de ontwikkeling en verdere verbetering van vaccins voor gezelschapsdieren.
Dankzij de ontwikkelingen in de biologie worden voortdurend verbeteringen gerealiseerd in de efficiency, de veiligheid en het gebruik van vaccins. De eerste vaccins hadden niet dezelfde veiligheid en efficiency als de huidige vaccins. Er waren regelmatig bijwerkingen of de immuniteit was van korte duur (de wetenschappelijke term voor tijdelijke immuniteit is KDI). De aanbevelingen van hervaccinatie waren gebaseerd op deze tekortkomingen en de breed geaccepteerde mening van ‘beter een extra vaccinatie dan later spijt’.
De wetenschap heeft geweldige verbeteringen geboekt op het gebied van vaccins. Het einddoel van 100 procent veilig en 100 procent efficiënt in een en hetzelfde vaccin is echter nog niet bereikt. Op grond van onze huidige kennis moeten we concluderen dat geen enkel vaccin altijd veilig is, dat geen enkel vaccin altijd bescherming biedt en dat geen enkel vaccin in alle omstandigheden noodzakelijk is. De informatie waarop deze beweringen zijn gebaseerd, is steeds in beweging. Daarom wordt voortdurend gediscussieerd over een goed gebruik van vaccins.
De diergeneeskunde heeft grote inspanningen geleverd om de veiligheid en effectiviteit van vaccins te verbeteren. Men heeft echter weinig aandacht besteed aan het gebruik van vaccins. Aanbevelingen om vaccinatieprotocollen op te stellen voor het terugdringen van de vaccinatiefrequentie werden lange tijd genegeerd. Onbegrip, verkeerde informatie en het conservatieve karakter van de diergeneeskunde hebben de acceptatie van dergelijke protocollen vertraagd. Recent heeft een toenemend aantal deskundigen zich uitgesproken om onderscheid te maken tussen essentiële vaccins en niet-essentiële vaccins. Ook hebben zij een vaccinatieschema geadviseerd voor essentiële vaccins. Het resultaat is dat zowel de American Veterinary Association (honden) als de American Feline Practitioners Association (katten) vaccinatierichtlijnen heeft opgesteld.
Richtlijnen van de commissie voor de selectie en het gebruik van vaccins bij honden
Besluiten over de selectie van het soort vaccin en het gebruik zijn gebaseerd op de ziektekans en de zwaarte van de ziekte. Ook zaken als effectiviteit (inclusief de KDI) en veiligheid van het vaccin, en de gezondheid, het welzijn en de levenswijze van het individuele dier spelen een rol. Wanneer al deze variabelen worden meegewogen is het duidelijk dat het onmogelijk is voor elk afzonderlijk vaccin sluitende richtlijnen op te stellen. Er zijn hooguit algemene richtlijnen te geven in het advies aan individuele patiënten. Deze vaccinatierichtlijnen zijn gebaseerd op de huidige kennis van ziektepreventie, ziektekansen en de efficiency van het vaccin.
Vaccinselectie: essentiële (aanbevolen), niet-essentiele (optionele) en niet algemeen aanbevolen hondenvaccins.
Aanbevolen of essentiële vaccins. De commissie meent dat deze vaccins moeten worden toegediend aan alle puppy’s (honden jonger dan zes maanden) en aan honden waarvan de vaccinatiegeschiedenis niet bekend is. De betrokken ziekten komen veel voor en hebben een hoog sterftecijfer. Bij een uitbraak worden vele dieren aangetast. De commissie denkt dat in de volgende gevallen sprake is van essentiële vaccins; hondenziektevirus, parvovirus, adenotype2-virus en rabiësvirus. (Noot van de vertaler: rabiës komt in Nederland niet voor en is daarom bij ons een niet-essentieel vaccin.)
Optionele of niet-essentiële vaccins. De commissie is van mening dat deze vaccins moeten worden overwogen in speciale omstandigheden waar een individuele kans op besmetting is. Factoren die in dit verband relevant zijn, zijn de geografische verspreiding en de aard van de ziekte. Deze ziekten zijn niet altijd dodelijk; meestal wordt er goed gereageerd op een behandeling. De commissie schaart de volgende aandoeningen onder deze categorie: mazelenvaccin tegen hondenziekte, para-influenza virus, leptospirosis, bordetella bronchiseptica en borrelia burgdorfi.
Niet algemeen aanbevolen vaccins. Dit zijn vaccins waarvan de commissie een terughoudend gebruik adviseert. Het gaat om aandoeningen die geringe klinische symptomen veroorzaken en die goed te behandelen zijn. Deze groep bevat ook vaccins waarvan de klinische effectiviteit als preventief middel nog niet is aangetoond of vaccins met bijwerkingen. De volgende vaccins rekent de commissie tot de categorie niet algemeen aangeraden: giardia, honden coronavirus, honden adenovirus type-1.
Discussie over de jaarlijkse herhaling
Alle vaccins die in de handel vrij verkrijgbaar zijn, hebben door de producent voorgeschreven vaccinatieprotocollen. Deze bestaan meestal uit een puppyserie gevolgd door een jaarlijkse herhaling. De vaccinatieschema’s voor honden jonger dan een jaar staan niet ter discussie. De huidige discussie gaat over de jaarlijkse herhaling, ongeacht het vaccin. Op grond van de huidige kennis van immunologie en product-KDI (zowel bij dieren als mensen) wordt de noodzaak van de jaarlijkse hervaccinatie betwijfeld.
De duur van de bescherming is de kritische factor. Deze is moeilijk te definiëren, met name omdat die wordt bereikt door een complexe samenwerking tussen de immuunrespons van het dier en het betreffende vaccin. Daarnaast is de duur van bescherming moeilijk te meten zonder het dier aan de ziekte bloot te stellen. De huidige wetenschappelijke kennis heeft aangetoond dat de KDI wordt beïnvloed door het type vaccin (levend, gedood, of recombinant vaccin), de wijze van toediening en de hoeveelheid antigeen in het vaccin. Gebleken is dat de KDI vaak langer is dan een jaar.
Ondersteunende informatie
Een goed begrip van de immunologie en het immuunsysteem is de basis voor de vaccinologie en helpt de dierenarts een weloverwogen besluit te nemen over het product en het protocol. Het gaat te ver om de immunologie in al haar aspecten te bespreken. Enkele onderwerpen zijn echter fundamenteel voor het begrijpen en evalueren van het rapport. Deze betreffen de KDI, serologische testen, de vaccinproductie, de bijwerkingenrapportage en de juridische gevolgen van het gebruik van biologische producten. De gevolgen van het implementeren van deze richtlijnen voor de diergeneeskunde en de diergeneeskundige praktijk worden in het volledige rapport uitvoerig beschreven.
Het sleutelbegrip in de immunologie is het ontstaan van geheugencellen tijdens een reactie op een antigeen. Dit immunologische geheugen leidt bij belangrijke infectieziekten tot KDI’s die veel langer zijn dan de interval tussen de traditionele jaarlijkse hervaccinatie. Deze opvatting wordt ondersteund door een toenemende hoeveelheid diergeneeskundige informatie. Ook in de humane geneeskunde blijkt dat de door vaccinatie verkregen immuniteit erg lang is en in de meeste gevallen levenslang. Deze wetenschappelijke informatie ondersteunt de commissie in haar opvatting om driejaarlijks te vaccineren.
Serologische testen om de immuniteit te bepalen zijn erg controversieel. Het probleem is niet de doeltreffendheid maar de interpretatie. Er is weinig standaardisatie waardoor een consistente interpretatie door de verschillende laboratoria moeilijk is. Daarnaast is er nog veel verwarring over de interpretatie van antistoffenspiegels, die geen volledige immuniteit geven maar wel beschermen tegen de ziekte.
Hoe selectief en voorzichtig we ook vaccineren, bijwerkingen zullen er altijd zijn. Ze kunnen verschillende oorzaken hebben. Ook een te royaal of te karig gebruik van vaccins kan tot bijwerkingen leiden. Bijwerkingen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen, zoals lokale reacties anaphylaxis, het niet opbouwen van immuniteit of een immuun-gemedieerde aandoening. Lokale reacties zijn zwellingen en pijn. Anaphylaxis is een soort shock reactie van het lichaam op een vaccin. Een immuun-gemedieerde aandoening wordt veroorzaakt door een abnormale reactie van het immuunsysteem. Over de aard en de frequente van bijwerkingen is nog onvoldoende bekend. De enige manier om dit aan de weet te komen is een consistente rapportage. Deze vorm van verantwoording is inherent aan het toedienen van vaccinaties aan patiënten.
De toediening van vaccins is een medische procedure en er zijn geen twee patiënten precies gelijk. Dit betekent dat de arts beslissingen over vaccinaties moet benaderen zoals elke andere medische beslissing en indicaties en contra-indicaties moet overwegen. Ook moet hij het risico afwegen tegen het voordeel. De eigenaar van het huisdier moet in deze beslissing worden betrokken, zodat die een geinformeerde toestemming kan geven. Geïnformeerde toestemming is een ethische en wettelijke voorwaarde is voor het gebruik van biologische producten.
Het besluit om deze richtlijnen over te nemen heeft gevolgen voor de diergeneeskundige praktijk. Sommige dierenartsen zullen bang zijn voor afnemende bezoeken van cliënten en de daardoor veronderstelde gemiste kansen om het dier goede veterinaire zorg te geven. In de praktijk geven deze richtlijnen de dierenarts de mogelijkheid zich te richten op een uitgebreider gezondheidsprogramma, waarvan de vaccinaties maar een klein onderdeel vormen. Wie meer wil weten over de inhoud van dit artikel en de productie van vaccins kan het volledige commissierapport vinden op www.aahanet.org.
* Trends magazine American Animal Hospital Association April/May 2003
Vertaald door: H.A.D. Bax, diplomate ABVP, dierenarts bij Dierenzorggroep Lek en Linge te Gorinchem, [email protected]
Vaccinatie advies Dierenzorggroep Lek en Linge
De dierenartsen van Dierenzorggroep Lek en Linge geven naar aanleiding van dit rapport en andere wetenschappelijke informatie het volgende vaccinatie-advies voor honden.
Essentiële vaccins
In onze regio zijn de volgende vaccins essentieel:
· hondenziekte;
· parvo;
· adeno type 2;
· para-influenza;
· leptospirosis (ziekte van weil).
De verschillen met het bovenstaande artikel zijn gebaseerd op het volgende:
· Nederland is vrij van rabiës. Het is daarom niet nodig honden die in Nederland verblijven te vaccineren.
· Naar onze mening is kennelhoest veroorzaakt door het adeno- of het para-influenza-virus een veel voorkomend probleem bij honden in onze regio. Vaccinatie met deze virussen is daarom zinvol.
· Leptospirose komt regelmatig voor in Nederland.
Frequentie van vaccineren
· Para-influenza en leptospirose elk jaar. Dit is conform het advies uit bovenstaand rapport.
· Hondenziekte, parvo, adeno type 2 elke twee jaar. Uit het bovenstaande rapport blijkt dat elke drie jaar voldoende is. In het rapport wordt echter ook aangegeven dat de KDI moeilijk is vast te stellen en dat er nog geen sluitend wetenschappelijk bewijs geleverd is voor het feit dat er drie of meer jaren bescherming is. Om geen onnodige risico’s te lopen kiezen wij voor een frequentie van twee jaar.
groetjes
Samenvatting van het rapport van de American Animal Hospital Association (AAHA)
door M.A. Paul DVM, M. Appel DVM Phd, e.a. van de commissie Hondenvaccinatie van de AAHA
Inleiding
De laatste tijd wordt er onder diergeneeskundigen en hondeneigenaren heftig gediscussieerd over de frequentie waarmee honden vaccinaties moeten ondergaan. De geweldige voordelen van vaccins voor de gezondheidszorg voor dier én mens blijven in de discussie onderbelicht. Als dierenartsen kunnen we zeggen dat geen enkele ontwikkeling een groter effect heeft gehad op onze mogelijkheden om infectieziekten te voorkomen en daarmee op het leven en welzijn van patiënten en cliënten dan de ontwikkeling en verdere verbetering van vaccins voor gezelschapsdieren.
Dankzij de ontwikkelingen in de biologie worden voortdurend verbeteringen gerealiseerd in de efficiency, de veiligheid en het gebruik van vaccins. De eerste vaccins hadden niet dezelfde veiligheid en efficiency als de huidige vaccins. Er waren regelmatig bijwerkingen of de immuniteit was van korte duur (de wetenschappelijke term voor tijdelijke immuniteit is KDI). De aanbevelingen van hervaccinatie waren gebaseerd op deze tekortkomingen en de breed geaccepteerde mening van ‘beter een extra vaccinatie dan later spijt’.
De wetenschap heeft geweldige verbeteringen geboekt op het gebied van vaccins. Het einddoel van 100 procent veilig en 100 procent efficiënt in een en hetzelfde vaccin is echter nog niet bereikt. Op grond van onze huidige kennis moeten we concluderen dat geen enkel vaccin altijd veilig is, dat geen enkel vaccin altijd bescherming biedt en dat geen enkel vaccin in alle omstandigheden noodzakelijk is. De informatie waarop deze beweringen zijn gebaseerd, is steeds in beweging. Daarom wordt voortdurend gediscussieerd over een goed gebruik van vaccins.
De diergeneeskunde heeft grote inspanningen geleverd om de veiligheid en effectiviteit van vaccins te verbeteren. Men heeft echter weinig aandacht besteed aan het gebruik van vaccins. Aanbevelingen om vaccinatieprotocollen op te stellen voor het terugdringen van de vaccinatiefrequentie werden lange tijd genegeerd. Onbegrip, verkeerde informatie en het conservatieve karakter van de diergeneeskunde hebben de acceptatie van dergelijke protocollen vertraagd. Recent heeft een toenemend aantal deskundigen zich uitgesproken om onderscheid te maken tussen essentiële vaccins en niet-essentiële vaccins. Ook hebben zij een vaccinatieschema geadviseerd voor essentiële vaccins. Het resultaat is dat zowel de American Veterinary Association (honden) als de American Feline Practitioners Association (katten) vaccinatierichtlijnen heeft opgesteld.
Richtlijnen van de commissie voor de selectie en het gebruik van vaccins bij honden
Besluiten over de selectie van het soort vaccin en het gebruik zijn gebaseerd op de ziektekans en de zwaarte van de ziekte. Ook zaken als effectiviteit (inclusief de KDI) en veiligheid van het vaccin, en de gezondheid, het welzijn en de levenswijze van het individuele dier spelen een rol. Wanneer al deze variabelen worden meegewogen is het duidelijk dat het onmogelijk is voor elk afzonderlijk vaccin sluitende richtlijnen op te stellen. Er zijn hooguit algemene richtlijnen te geven in het advies aan individuele patiënten. Deze vaccinatierichtlijnen zijn gebaseerd op de huidige kennis van ziektepreventie, ziektekansen en de efficiency van het vaccin.
Vaccinselectie: essentiële (aanbevolen), niet-essentiele (optionele) en niet algemeen aanbevolen hondenvaccins.
Aanbevolen of essentiële vaccins. De commissie meent dat deze vaccins moeten worden toegediend aan alle puppy’s (honden jonger dan zes maanden) en aan honden waarvan de vaccinatiegeschiedenis niet bekend is. De betrokken ziekten komen veel voor en hebben een hoog sterftecijfer. Bij een uitbraak worden vele dieren aangetast. De commissie denkt dat in de volgende gevallen sprake is van essentiële vaccins; hondenziektevirus, parvovirus, adenotype2-virus en rabiësvirus. (Noot van de vertaler: rabiës komt in Nederland niet voor en is daarom bij ons een niet-essentieel vaccin.)
Optionele of niet-essentiële vaccins. De commissie is van mening dat deze vaccins moeten worden overwogen in speciale omstandigheden waar een individuele kans op besmetting is. Factoren die in dit verband relevant zijn, zijn de geografische verspreiding en de aard van de ziekte. Deze ziekten zijn niet altijd dodelijk; meestal wordt er goed gereageerd op een behandeling. De commissie schaart de volgende aandoeningen onder deze categorie: mazelenvaccin tegen hondenziekte, para-influenza virus, leptospirosis, bordetella bronchiseptica en borrelia burgdorfi.
Niet algemeen aanbevolen vaccins. Dit zijn vaccins waarvan de commissie een terughoudend gebruik adviseert. Het gaat om aandoeningen die geringe klinische symptomen veroorzaken en die goed te behandelen zijn. Deze groep bevat ook vaccins waarvan de klinische effectiviteit als preventief middel nog niet is aangetoond of vaccins met bijwerkingen. De volgende vaccins rekent de commissie tot de categorie niet algemeen aangeraden: giardia, honden coronavirus, honden adenovirus type-1.
Discussie over de jaarlijkse herhaling
Alle vaccins die in de handel vrij verkrijgbaar zijn, hebben door de producent voorgeschreven vaccinatieprotocollen. Deze bestaan meestal uit een puppyserie gevolgd door een jaarlijkse herhaling. De vaccinatieschema’s voor honden jonger dan een jaar staan niet ter discussie. De huidige discussie gaat over de jaarlijkse herhaling, ongeacht het vaccin. Op grond van de huidige kennis van immunologie en product-KDI (zowel bij dieren als mensen) wordt de noodzaak van de jaarlijkse hervaccinatie betwijfeld.
De duur van de bescherming is de kritische factor. Deze is moeilijk te definiëren, met name omdat die wordt bereikt door een complexe samenwerking tussen de immuunrespons van het dier en het betreffende vaccin. Daarnaast is de duur van bescherming moeilijk te meten zonder het dier aan de ziekte bloot te stellen. De huidige wetenschappelijke kennis heeft aangetoond dat de KDI wordt beïnvloed door het type vaccin (levend, gedood, of recombinant vaccin), de wijze van toediening en de hoeveelheid antigeen in het vaccin. Gebleken is dat de KDI vaak langer is dan een jaar.
Ondersteunende informatie
Een goed begrip van de immunologie en het immuunsysteem is de basis voor de vaccinologie en helpt de dierenarts een weloverwogen besluit te nemen over het product en het protocol. Het gaat te ver om de immunologie in al haar aspecten te bespreken. Enkele onderwerpen zijn echter fundamenteel voor het begrijpen en evalueren van het rapport. Deze betreffen de KDI, serologische testen, de vaccinproductie, de bijwerkingenrapportage en de juridische gevolgen van het gebruik van biologische producten. De gevolgen van het implementeren van deze richtlijnen voor de diergeneeskunde en de diergeneeskundige praktijk worden in het volledige rapport uitvoerig beschreven.
Het sleutelbegrip in de immunologie is het ontstaan van geheugencellen tijdens een reactie op een antigeen. Dit immunologische geheugen leidt bij belangrijke infectieziekten tot KDI’s die veel langer zijn dan de interval tussen de traditionele jaarlijkse hervaccinatie. Deze opvatting wordt ondersteund door een toenemende hoeveelheid diergeneeskundige informatie. Ook in de humane geneeskunde blijkt dat de door vaccinatie verkregen immuniteit erg lang is en in de meeste gevallen levenslang. Deze wetenschappelijke informatie ondersteunt de commissie in haar opvatting om driejaarlijks te vaccineren.
Serologische testen om de immuniteit te bepalen zijn erg controversieel. Het probleem is niet de doeltreffendheid maar de interpretatie. Er is weinig standaardisatie waardoor een consistente interpretatie door de verschillende laboratoria moeilijk is. Daarnaast is er nog veel verwarring over de interpretatie van antistoffenspiegels, die geen volledige immuniteit geven maar wel beschermen tegen de ziekte.
Hoe selectief en voorzichtig we ook vaccineren, bijwerkingen zullen er altijd zijn. Ze kunnen verschillende oorzaken hebben. Ook een te royaal of te karig gebruik van vaccins kan tot bijwerkingen leiden. Bijwerkingen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen, zoals lokale reacties anaphylaxis, het niet opbouwen van immuniteit of een immuun-gemedieerde aandoening. Lokale reacties zijn zwellingen en pijn. Anaphylaxis is een soort shock reactie van het lichaam op een vaccin. Een immuun-gemedieerde aandoening wordt veroorzaakt door een abnormale reactie van het immuunsysteem. Over de aard en de frequente van bijwerkingen is nog onvoldoende bekend. De enige manier om dit aan de weet te komen is een consistente rapportage. Deze vorm van verantwoording is inherent aan het toedienen van vaccinaties aan patiënten.
De toediening van vaccins is een medische procedure en er zijn geen twee patiënten precies gelijk. Dit betekent dat de arts beslissingen over vaccinaties moet benaderen zoals elke andere medische beslissing en indicaties en contra-indicaties moet overwegen. Ook moet hij het risico afwegen tegen het voordeel. De eigenaar van het huisdier moet in deze beslissing worden betrokken, zodat die een geinformeerde toestemming kan geven. Geïnformeerde toestemming is een ethische en wettelijke voorwaarde is voor het gebruik van biologische producten.
Het besluit om deze richtlijnen over te nemen heeft gevolgen voor de diergeneeskundige praktijk. Sommige dierenartsen zullen bang zijn voor afnemende bezoeken van cliënten en de daardoor veronderstelde gemiste kansen om het dier goede veterinaire zorg te geven. In de praktijk geven deze richtlijnen de dierenarts de mogelijkheid zich te richten op een uitgebreider gezondheidsprogramma, waarvan de vaccinaties maar een klein onderdeel vormen. Wie meer wil weten over de inhoud van dit artikel en de productie van vaccins kan het volledige commissierapport vinden op www.aahanet.org.
* Trends magazine American Animal Hospital Association April/May 2003
Vertaald door: H.A.D. Bax, diplomate ABVP, dierenarts bij Dierenzorggroep Lek en Linge te Gorinchem, [email protected]
Vaccinatie advies Dierenzorggroep Lek en Linge
De dierenartsen van Dierenzorggroep Lek en Linge geven naar aanleiding van dit rapport en andere wetenschappelijke informatie het volgende vaccinatie-advies voor honden.
Essentiële vaccins
In onze regio zijn de volgende vaccins essentieel:
· hondenziekte;
· parvo;
· adeno type 2;
· para-influenza;
· leptospirosis (ziekte van weil).
De verschillen met het bovenstaande artikel zijn gebaseerd op het volgende:
· Nederland is vrij van rabiës. Het is daarom niet nodig honden die in Nederland verblijven te vaccineren.
· Naar onze mening is kennelhoest veroorzaakt door het adeno- of het para-influenza-virus een veel voorkomend probleem bij honden in onze regio. Vaccinatie met deze virussen is daarom zinvol.
· Leptospirose komt regelmatig voor in Nederland.
Frequentie van vaccineren
· Para-influenza en leptospirose elk jaar. Dit is conform het advies uit bovenstaand rapport.
· Hondenziekte, parvo, adeno type 2 elke twee jaar. Uit het bovenstaande rapport blijkt dat elke drie jaar voldoende is. In het rapport wordt echter ook aangegeven dat de KDI moeilijk is vast te stellen en dat er nog geen sluitend wetenschappelijk bewijs geleverd is voor het feit dat er drie of meer jaren bescherming is. Om geen onnodige risico’s te lopen kiezen wij voor een frequentie van twee jaar.
groetjes
Re: over vacineren
waarom moet ik uitleggen hoe het zit met kanker of andere ziektes bij honden en of katten en of mensen
daar hebben we het niet over, het gaat hier over het wel of niet jaarlijks inenten
en ik doe dat dus wel
ook omdat ik regelmatig in frankrijk of belgie zit
ze krijgen jaarlijks hun prikje en jaarlijks hun Rabies
we hebben nooit gezeur of gezeik maar als ik nu zo om me heen hoor
(in dit gedeelte van Ned.) stikt het hier van de honden met kennelhoest
nou dank je de koekoek
dan prop ik ze maar vol rotzooi
toen er voor onze kinderen ook een dodelijke ziekte heerste heb ik ze ook bij voorbaad laten enten, kreeg niets van het ziekenfonds vergoed omdat het hier ''nog'' niet heerste maar daar heb ik lak aan, waarom zou ik wachten tot de eerste zieke of dode valt,
geen discusie over mogelijk!
entingen zijn er niet voor niets
daar hebben we het niet over, het gaat hier over het wel of niet jaarlijks inenten
en ik doe dat dus wel
ook omdat ik regelmatig in frankrijk of belgie zit
ze krijgen jaarlijks hun prikje en jaarlijks hun Rabies
we hebben nooit gezeur of gezeik maar als ik nu zo om me heen hoor
(in dit gedeelte van Ned.) stikt het hier van de honden met kennelhoest
nou dank je de koekoek
dan prop ik ze maar vol rotzooi
toen er voor onze kinderen ook een dodelijke ziekte heerste heb ik ze ook bij voorbaad laten enten, kreeg niets van het ziekenfonds vergoed omdat het hier ''nog'' niet heerste maar daar heb ik lak aan, waarom zou ik wachten tot de eerste zieke of dode valt,
geen discusie over mogelijk!
entingen zijn er niet voor niets
Re: over vacineren
waarom zwart -wit en niet tussen in kunnen kijken.
alles wat bestaat betekent niet dat het goed is.
Ik bedoel met mijn vraag over kanker, waarom zoveel honden krijgen kanker zou het mischin door overvaccineren kunnen komen?
En als bij jou geen discussie mogenlijk is nou dan is het maar zo
alles wat bestaat betekent niet dat het goed is.
Ik bedoel met mijn vraag over kanker, waarom zoveel honden krijgen kanker zou het mischin door overvaccineren kunnen komen?
En als bij jou geen discussie mogenlijk is nou dan is het maar zo
Re: over vacineren
Nu dan kan gebeuren dat de hond kanker krijgt net als de mens.Meestal openbaard het bij een ouderwordende hond.Dat is wat ik mee gemaakt hebt.Somszit het in de genen en soms voeding (brokken)
Je weet het nooit presies Het komt er uit of niet.Dat zal voor elke hond verschillend zijn.En zo zit het soms in elkaar.
Moos
Je weet het nooit presies Het komt er uit of niet.Dat zal voor elke hond verschillend zijn.En zo zit het soms in elkaar.
Moos
Re: over vacineren
P.S lees het vaccinatie programma maar eens goed door,want er zijn nu toch wel wat veranderingen.Dus goed door lezen .Heb ik ook gedaan Best heel belangrijk.
Re: over vacineren
moos heeft wel gelijk.
het verschilt per hond.
en dat is nu net het allerallerbelangrijkste!
dierenartsen gaan nu meer OP MAAT enten.
ze gaan meer kijken naar de hond,
hoe oud is hij, hoe is zijn conditie..
en dat is een 100% VERBETERING!!!
het verschilt per hond.
en dat is nu net het allerallerbelangrijkste!
dierenartsen gaan nu meer OP MAAT enten.
ze gaan meer kijken naar de hond,
hoe oud is hij, hoe is zijn conditie..
en dat is een 100% VERBETERING!!!
Re: over vacineren
Dank zei dat er hier een vaccinatie programma staat vind ik geweldig ,want zo kan ik met de d.a overleggen wat wij het beste kunnen doen.En dat is niet zomaar alles slikken.Maar ik ben blij dat het op dit forum staat.Ik heb er heel veel aan.Maar als leek kom je er nu achter als je een c.p hebtOnze dochter en haar vriend hebben mij geleerd hoe we mee om kunnen gaan.Maar ja veel ken ik ook nog niet zoals een envelopje plaatsen wat je aan klikt en dan kan je mailen ,of fotos naar iemand mailen over je hond.Dat moet ik nog leren .
Dat komt er nog wel.Maar eerdaags is de enting time en dan gaan we in discussie met onze d.aAllenmaal eel veel groetjes van
Moos
Dat komt er nog wel.Maar eerdaags is de enting time en dan gaan we in discussie met onze d.aAllenmaal eel veel groetjes van
Moos
Re: over vacineren
goed zo moos,
daar is internet voor bedoeld!
je wordt er wijzer van!!!
succes.
wat je ook kunt doen is de stukken over vaccinatie uitprinten en aan je DA laten lezen.
zo kom je meer beslagen ten ijs .
je laat dan zien dat je wel degelijk weet waar je hebt over hebt.
daar is internet voor bedoeld!
je wordt er wijzer van!!!
succes.
wat je ook kunt doen is de stukken over vaccinatie uitprinten en aan je DA laten lezen.
zo kom je meer beslagen ten ijs .
je laat dan zien dat je wel degelijk weet waar je hebt over hebt.
Re: over vacineren
Beste gast.
Ik heb het al uitgeprint en als ik weer naar de d.a ga dan neem ik het mee.Heel hartelijk bedankt namens moos!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Bedankt ...Moos
Ik heb het al uitgeprint en als ik weer naar de d.a ga dan neem ik het mee.Heel hartelijk bedankt namens moos!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Bedankt ...Moos
Re: over vacineren
hi moos,
als je je registreerd bij radar en je klikt iedereen mag mijn emailadres zien, volgens mij krijg je dan een envelopje zodat mensen je kunnen mailen..
volgens mij werkt het zo.
maar weet je wel zeker dat je dat wilt?
misschien gaan er wel hele rare mensen mailtjes sturen.
ik vind het zelf een beetje eng..
als je je registreerd bij radar en je klikt iedereen mag mijn emailadres zien, volgens mij krijg je dan een envelopje zodat mensen je kunnen mailen..
volgens mij werkt het zo.
maar weet je wel zeker dat je dat wilt?
misschien gaan er wel hele rare mensen mailtjes sturen.
ik vind het zelf een beetje eng..
Re: over vacineren
Hoi gast
Bedankt voor die tip,ik vermoede al zoiets omdat je nog wel eensenvelopjes voor bij ziet komen.Ik vroeg me alleen af hoe ze dat voor elkaar kregen.En weet je ik ben heel zuinig met mijn mail adres .Maar heel hartelijk bedankt daar voor.Ik zet er altijd mijn naam onder,en dat vind ik genoeg.Ik ben al blij dat ik mailen kan.Heb nog een prettige avond,en een fijne zondag.groetjes:
Moos
Bedankt voor die tip,ik vermoede al zoiets omdat je nog wel eensenvelopjes voor bij ziet komen.Ik vroeg me alleen af hoe ze dat voor elkaar kregen.En weet je ik ben heel zuinig met mijn mail adres .Maar heel hartelijk bedankt daar voor.Ik zet er altijd mijn naam onder,en dat vind ik genoeg.Ik ben al blij dat ik mailen kan.Heb nog een prettige avond,en een fijne zondag.groetjes:
Moos
Re: over vacineren
ik zou toch iedereen met honden en katten willen adviseren om jaarlijks te vaccineren. de meeste vaccins zijn maar 1 jaar geldig, sommige 2. daarom wordt er door de meeste dierenartsen in nederland ook een wisselsysteem gebruikt. het ene jaar voor de hond dhppi/l en het andere jaar ppi/l.
voor katten is er geen wisselsysteem, maar een vaccinatie tegen niesziekte levert geen langdurige immuniteit op, regelmatig hervaccineren is wel zinvol, behalve bij katten die enkel binnenshuis worden gehouden. Deze katten lopen geen groot risico en zouden ook om de 2 jaar ingeent kunnen worden.
eventueel rabies erbij is natuurlijk afhankelijk of mensen naar het buitenland gaan met hun dier of niet. Want er heerst in het buitenland nog wel degelijk rabies!!!
voor katten is er geen wisselsysteem, maar een vaccinatie tegen niesziekte levert geen langdurige immuniteit op, regelmatig hervaccineren is wel zinvol, behalve bij katten die enkel binnenshuis worden gehouden. Deze katten lopen geen groot risico en zouden ook om de 2 jaar ingeent kunnen worden.
eventueel rabies erbij is natuurlijk afhankelijk of mensen naar het buitenland gaan met hun dier of niet. Want er heerst in het buitenland nog wel degelijk rabies!!!