BBCS schreef:adSolvendum schreef: op waanideeen welke men over het algemeen schijnt te krijgen na overmatig paddestoel gebruik.
Dat soort taalgebruik pik ik van jou niet langer.
Dat neem jij terug!
Dat jij aangaf dat ik beter naar PBC kon gaan, is ook veel te grof voor woorden.
Dat jij van mij geen gelijk krijg, wilt nog niet zeggen dat het geoorloofd is om dergelijk taalgebruik te uiten.
Ik kap er voor nu mee.
GEGROET!
Stelt u zich niet zo aan. Voor iemand die anderen, inclusief mijzelf, bij herhaling voor hersenloze zombie uitmaakt, reutelt u nu als een klein kind.
Uw gelijk is van generlei waarde, nu u keer op keer aangeeft niet te weten waarover u praat. Dat u daar problemen mee hebt kunt u enkel uzelf verwijten, niet degene die u daar op wijst.
Dat uw uitspraken op waanideeen gebaseerd zijn is evident, dit valt gewoon te lezen. Zoals te lezen valt dat het overmatig paddestoel gebruik een suggestie beteft, sleutelwoordje 'schijnt', net zoals een verblijf in het PBC een suggestie betrof. Suggesties zijn kennelijk niet aan u besteed.
Ik zie geen reden aan het door u uitgevaardigde commando opvolging te geven.
alfatrion schreef:Ik meende toch -een stukje terug- te lezen dat je dacht dat de reparateur eigendom zou kunnen claimen over de nu zelfstandige zaak omdat deze met de afsplitsing van niemand zou zijn.
Correct. Op het moment dat de reparateur het defecte bestanddeel heeft vervangen, en het vervangende bestanddeel derhalve in eigendom is gekomen van de eigenaar van de hoofdzaak, zie ik geen reden waarom de reparateur het gedemonteerde defecte bestanddeel, wat inmiddels een zelfstandige zaak vormt, niet in bezit kan nemen, om daarmee eigendom hierover te verkrijgen, wanneer het een geval van non-conformiteit betreft. Daarmee verdampt immers geen eigendom, er wordt vervangen, en het eigendom omvat na vervanging niet minder dan ervoor.
alfatrion schreef:Hoe laat dit zich verenigingen met de eerder besproken wetsartikels, waaronder maar niet beperkt tot art. 3:84, 3:90 en 5:3 BW?
6:2 BW schreef:1 Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
2 Een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Daar de reparateur, of feitelijk de verkoper middels de reparateur, door vervanging van het defecte bestanddeel aan de eisen heeft voldaan welke de wet aan hem stelt, vermoed ik toch sterk dat dit een omstandigheid oplevert welke de vordering het defecte bestanddeel op te hoesten, mocht daar een rechtsgrond toe bestaan, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou maken, zoals reeds eerder aangegeven.