Beste Hakra,
Moeilijk voor mij om te snappen.
OK, eens kijken of ik de tekst aangaande deze materie gebruikt in een gerechtelijke uitspraak beter snap. Bij de koersplan zaak in hoger beroep legt AEGON uit
http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BR2836:
Aegon heeft in dit kader aangevoerd dat de Aanbeveling een raamwerk beoogde te bieden aan verzekeraars en de belangenbehartigers van hun polishouders om op basis van de specifieke portefeuille van de betreffende verzekeraar invulling te geven aan de beoogde kostenmaximering. Vrijwel alle grote verzekeraars hebben inmiddels invulling gegeven aan (onder andere punt 7 van) de Aanbeveling door hierover bilaterale afspraken te maken met de belangenbehartigers van de polishouders. De verzekeraars die nog geen akkoord hebben gesloten, volgen deze afspraken eveneens. Omdat er, anders dan waar de Aanbeveling van uitgaat, niet zoiets bestaat als een marktconforme (kostenopslag op de) risicopremie, is in de akkoorden de risicopremie waarvan bij de normkostenberekening van de polis zou moeten worden uitgegaan, gestandaardiseerd en is er een “genormeerde premie” voorgeschreven, gelijk aan de kostprijs (d.w.z. een “kale” overlijdensrisicoverzekering), gebruteerd met een vast percentage. Daarbij zijn tevens afspraken gemaakt over de te hanteren objectieve maatstaven, waaronder de te hanteren sterftetafels. Afgesproken is dat uitsluitend de genormeerde bruto risicopremie buiten beschouwing wordt gelaten bij de optelsom van kosten en risicopremie; alle overige kosten en opslagen, ook voor zover deze zijn verdisconteerd in de daadwerkelijk door verzekeraars in rekening gebrachte overlijdensrisicopremie, tellen onverkort mee voor het kostenmaximum. In navolging van vrijwel alle grote verzekeringsmaatschappijen heeft Aegon voormelde afspraken neergelegd in de regeling die zij op 9 juli 2009 getroffen heeft met de Stichting Verliespolis en de Stichting Woekerpolisclaim (verder te noemen: het akkoord met de belangenbehartigers). Daarin is onder meer opgenomen dat bij de zogenaamde normkostenberekening van de polis wordt uitgegaan van een genormeerde risicopremie (de kale risicopremie gebruteerd met 16%), het daarboven als overlijdensrisicopremie in rekening gebrachte telt mee bij de berekening van het kostenmaximum.
OK, hier zeggen ze dat punt 7 van de Ombudsman, dat ook de ORV premies meegenomen moeten worden in de compensatieregelingen, wel degelijk door de verzekeraars en VP/WPC besproken zijn en dat er zelfs "invulling aan gegeven is".
Nou snap ik echter niet wat een "kale verzekering" of "kale premie" is; gaat het daarbij om een vergelijkbaar ORV product van diezelfde firma zonder beleggingscomponent? Of een door de AFM voorgeschotelde "maat-ORV"? Of betreft het gewoon het verzekeringsproduct zoals verwerkt in de betreffende beleggingsverzekering?
Hier komt het antwoord van het hof, misschien dat ik dan meer snap:
4.38 De (kennelijk) bewuste keuze van Aegon om geen vergelijking te maken met de premie die voor een vergelijkbaar risico bij een zelfstandige risicoverzekering in rekening wordt gebracht keert zich tegen haar. Indien de Aanbeveling van de Ombudsman immers tot uitgangspunt wordt genomen, waar ook Aegon zich mee verenigd heeft, dient deze vergelijking wel te worden gemaakt. Nu de Ombudsman kennelijk van oordeel was, op basis van onderzoek en consultatie, dat wel degelijk een vergelijking kon worden gemaakt zoals weergegeven in punt 7 van de Aanbeveling, ook al hanteren verzekeraars verschillende premies in een concurrerende markt, gaat het hof er ook vanuit dat dit mogelijk is.
Ha, AEGON heeft dus niet met een "standaard ORV premie" vergeleken. Boeven! (toch leuk om weer eens een keer op te schrijven, anders wordt alles zo technisch) Als AEGON dat niet gedaan heeft zal de rest dat ook wel niet gedaan hebben.
Het hof zegt ook
Daarbij komt dat uit hetgeen Aegon heeft gesteld, zoals hiervoor aangehaald, over de inhoud van het akkoord met de belangenbehartigers (meer in het bijzonder de afspraken over een genormeerde premie gelijk aan de kostprijs, gebruteerd met een vast percentage) en over objectieve maatstaven (zoals te hanteren sterftetafels) valt af te leiden dat het wel degelijk mogelijk is per leeftijdscategorie de prijs van een “kale”overlijdensrisicoverzekering vast te stellen. Nu Aegon echter het voor de vergelijking benodigde vergelijkingsmateriaal niet heeft geleverd, terwijl dit wel op haar weg had gelegen, heeft zij daarmee de stellingen van de Stichting c.s. onvoldoende betwist.
Het woord "kaal" van AEGON voor "genormeerd" is trouwens ook mooi. "Kaal" drukt fijn uit dat de verzekeraar er weinig winst op maakt. "Genormeerd" klinkt gelijk weer zo moralistisch. Jan Driessen aan het werk? (terzijde: Zou hij trouwens ook de uitvinder van het woord "schrijnende gevallen" zijn, dat vindt ik nog steeds de mooiste? toch Rob Okhuijsen?)
Maar als ik de rechter goed begrijp heeft AEGON dus wel een heel algemeen betoog over "kale" premies maar geeft er geen voorbeeld bij. Ik zou daar als rechter ook flink door geirriteerd zijn!
Hij oordeelt dan ook
6.4 verklaart voor recht dat er met betrekking tot de Koersplanovereenkomst van [geïntimeerde sub 4] geen wilsovereenstemming bestond tussen AEGON en [geïntimeerde sub 4] ten aanzien van de hoogte van de premie voor een overlijdensrisicoverzekering;
6.5 verklaart voor recht dat de poliswaarde van de Koersplanovereenkomst tussen Aegon en [geïntimeerde sub 4] moet worden herberekend in die zin dat de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt vervangen door een premie waarbij de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt vermenigvuldigd met een factor 0.15
Maar nou snap ik het toch nog steeds niet. De verzekeraars hadden volgens de Ombudsman voor de compensatieregelingen een "genormeerde" vergelijking moeten zoeken maar hebben (in ieder geval AEGON) dat niet gedaan? En waar halen ze vandaan dat er bij de ORV premie zoals ze gebruiken nog best een virtuele toeslag bovenop mag als de compensatie berekent moet worden (de "brutering")?
De fout zit dus wat dit betreft niet bij de ombudsman maar bij de onderhandelingen met VP/WPC en de resulterende "compensatieregelingen" waarin ik in ieder geval niet kan lezen dat er een "genormeerde" ORV premie als vergelijking in zit. Zoals ik die regelingen lees gaat het daar om een ORV premie exact zoals in de beleggingsverzekering opgenomen (onafhankelijk of belachelijk duur of niet) met op een of andere manier er nog een "bruterings-percentage" van 10-16% erbovenop.
Ja, als ze bij het berekenen van de compensatieregelingen kunnen doen alsof de ORV-premie nog hoger is dan hij al echt is (de "brutering") dan valt dat geld van de gehele polis-premie natuurlijk niet onder "kosten" (omdat de ORV-premie daar niet bij hoort), en dus vallen die voorspelde "kosten" lager uit en hoeven ze minder terug te betalen. Slim bedacht jongens!
Dit kan toch allemaal niet waar zijn wat ik daar denk? Dat het advies van de ombudsman om de ORV premie in de compensaties te "normeren" volledig verworpen is en de ORV premies zelfs misbruikt worden om de virtuele "kosten" naar beneden te drukken zodat de compensatie lager uitvalt.
Ik wil hier echt meer van snappen. Als we geluk hebben zijn die compensatieregelingen niet alleen een fopspeen wat betreft hun grootte, maar ook geperverteerd in opzet. En terwijl veel mensen veronzekerd zullen zijn doordat de stichting Eigen Huis haar zegen aan deze minimale compensaties heeft gegeven, moet toch iedereen de simpele perversie van de opzet kunnen snappen. Indien waar, dan hebben de verzekeraars hun hand dom overspeeld en moeten we volksstammen kunnen mobiliseren.
Maar ik wil eerst zeker weten of ik gelijk heb.
Woekerprofi, lees je misschien mee, weet je wat er in de compensatieregelingen met de ORV premie gebeurd is?
Waar het mij om gaat is of we de politiek en verzekeraars de mogelijkheid kunnen ontnemen om zich te verstoppen achter een compensatieregeling die zogenaamd "redelijk" zou zijn. Dan kunnen ze de compensatieregelingen niet gebruiken om de woekerpolissen definitief af te haken, hetgeen ze waarschijnlijk binnen een jaar vanaf nu zullen proberen in te leiden.
Natuurlijk zijn de compensatieregelingen sowieso onredelijk door hun belachelijke laagte, maar het is veel moeilijker om ze op grond daarvan te diffameren voor een groot publiek dan aan de hand van wat de verzekeraars in de berekening met de ORV premie uitgehaald hebben.
Als wij de perversiteit van de compensatieregelingen goed in het nieuws krijgen, dan winnen we tijd tov mogelijke verjaring van claims.
Maar eerst wil ik dus echt heel zeker zijn dat ik het goed snap.
Meerheuvel