LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
@Hakra,
Uit het nogal on-juridische taalgebruik op de website van KPDWK maak ik op dat het advies van de A-G aan de Hoge Raad zou inhouden dat er wordt geadviseerd om het Hof arrest te vernietigen op de wezenlijke onderdelen van misleiding en verjaring. Dat lijkt me nogal wat. Ik kan het advies van A-G niet beoordelen, want op rechtspraak.nl is het advies (conclusies) vooralsnog niet te vinden.
Ik kan de positieve, ietwat juichende commentaren in de Telegraaf en van KPDWK hier niet echt goed mee rijmen.
Uit het nogal on-juridische taalgebruik op de website van KPDWK maak ik op dat het advies van de A-G aan de Hoge Raad zou inhouden dat er wordt geadviseerd om het Hof arrest te vernietigen op de wezenlijke onderdelen van misleiding en verjaring. Dat lijkt me nogal wat. Ik kan het advies van A-G niet beoordelen, want op rechtspraak.nl is het advies (conclusies) vooralsnog niet te vinden.
Ik kan de positieve, ietwat juichende commentaren in de Telegraaf en van KPDWK hier niet echt goed mee rijmen.
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
@Juwita
Ik ken niet de grieven die door Agn zijn ingediend maar onderstaand delen uit de uitspraak in H.B.
Het advies van de A.G. kun je niet vinden want wordt niet afzonderlijk geplubliceerd maar gehecht aan de uitspraak van de H.R. Zodra de H.R. uitspraak is gepubliceerd kun je het advies dat daaraan gehecht is, ook lezen.
De uitspraak Hof/hoger beroep gaat eigenlijk alleen in op de berekende (hoge) orv premie (waarin kennelijk kosten waren verstopt) en stelt daar een andere berekeningswijze tegenover.
Agn grieft kennelijk tegen meerdere onderdelen van de uitspraak H.B.
Uit de uitspraak:
4.1. verklaart voor recht dat ten aanzien van de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de
jaren 1991 tot en met 1998 er geen wilsovereenstemming tussen Spaarbeleg en de deelnemer bestond ten aanzien van de hoogte van de premie voor een overlijdensrisicoverzekering;
4.2. verklaart voor recht dat de poliswaarde van de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de jaren 1991 tot en met 1998 moet worden herberekend in die zin dat de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt vervangen door een premie waarbij de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt
vermenigvuldigd met een factor 1,66/11,19;
4.3. bepaalt dat de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de jaren 1991 tot en met 1998 door Spaarbeleg worden nagekomen op de in r.o. 4.2 bepaalde wijze;
4.4. veroordeelt Spaarbeleg in de proceskosten, aan de zijde van Koersplandewegkwijt c.s. tot op heden begroot op € 3.041,60;
4.5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad met betrekking tot de proceskostenveroordeling genoemd in r.o.
De r.o.
3.32. Door Spaarbeleg is in dit verband nog een beroep gedaan op artikel 3:307 BW, waarin is bepaald dat een rechtsvordering tot nakoming verjaart door verloop van vijf jaren na aanvang van de dag, volgend op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. Spaarbeleg stelt dat het aanwenden van een deel van de
overlijdensrisicopremie als spaarstorting betekent dat deze verbintenis opeisbaar is geworden op de dag van betaling van de inleg. Het verjaringsartikel brengt volgens Spaarbeleg mee dat de vordering tot nakoming niet verder kan worden toegewezen dan tot 14 augustus 2002.
Vordering 4: verklaring voor recht inzake misleiding
3.37. In het tussenvonnis van 6 augustus 2008 is Spaarbeleg toegelaten tot het leveren van bewijs in verband met het gevorderde inzake de misleiding (zie r.o. 3.2). De rechtbank zag hiertoe aanleiding omdat Spaarbeleg in die fase van de procedure analyses had overgelegd inzake de effecten van de verschillende in rekening gebrachte overlijdensrisicopremies op de in de brochures getoonde nettorendementen. Spaarbeleg nam daarbij de stelling in dat geen sprake zou zijn van misleiding omdat uit deze analyses (de producties G-29 en G-30) zou blijken dat de verschillen enorm meevallen omdat de getoonde rendementen in vrijwel alle gevallen binnen de spread van de tabel met de in de brochures getoonde voorbeeldkapitalen vallen. In r.o. 3.8 is uiteengezet dat na het tussenvonnis
van 6 augustus 2008 het verdere debat van partijen sterk is bepaald door de Aanbeveling en het AFM-rapport.
3.38. Uit de beoordeling van de tweede vordering volgt dat de rechtbank de leemte in de Koersplanovereenkomst ten aanzien van de hoogte van de premie van de overlijdensrisicoverzekering heeft aangevuld op de in r.o. 3.30 genoemde wijze. De premievaststelling van de rechtbank heeft tot gevolg dat de hoogte van de thans in rekening te brengen premie aanzienlijk lager is dan de premie die door Spaarbeleg in rekening is gebracht. De door Koersplandewegkwijt c.s. gevorderde verklaring voor recht inzake de misleiding bevat, na eiswijziging, een voorwaarde. De voorwaarde luidt "voor zover de herberekening als bedoeld in de onder 1-3 geformuleerde vorderingen als uitkomst kent dat de overlijdensrisicopremie op een hoger bedrag wordt bepaald dan de premie waarvan de maatmanberekeningen voor de betrokken deelnemer is uitgegaan". Door de aanzienlijke lagere premievaststelling is niet aan deze voorwaarde voldaan, zodat gevorderde verklaring voor recht niet voor toewijzing in aanmerking komt.
Ik ken niet de grieven die door Agn zijn ingediend maar onderstaand delen uit de uitspraak in H.B.
Het advies van de A.G. kun je niet vinden want wordt niet afzonderlijk geplubliceerd maar gehecht aan de uitspraak van de H.R. Zodra de H.R. uitspraak is gepubliceerd kun je het advies dat daaraan gehecht is, ook lezen.
De uitspraak Hof/hoger beroep gaat eigenlijk alleen in op de berekende (hoge) orv premie (waarin kennelijk kosten waren verstopt) en stelt daar een andere berekeningswijze tegenover.
Agn grieft kennelijk tegen meerdere onderdelen van de uitspraak H.B.
Uit de uitspraak:
4.1. verklaart voor recht dat ten aanzien van de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de
jaren 1991 tot en met 1998 er geen wilsovereenstemming tussen Spaarbeleg en de deelnemer bestond ten aanzien van de hoogte van de premie voor een overlijdensrisicoverzekering;
4.2. verklaart voor recht dat de poliswaarde van de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de jaren 1991 tot en met 1998 moet worden herberekend in die zin dat de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt vervangen door een premie waarbij de door Spaarbeleg in rekening gebrachte premie wordt
vermenigvuldigd met een factor 1,66/11,19;
4.3. bepaalt dat de Koersplanovereenkomsten die zijn aangevangen in de jaren 1991 tot en met 1998 door Spaarbeleg worden nagekomen op de in r.o. 4.2 bepaalde wijze;
4.4. veroordeelt Spaarbeleg in de proceskosten, aan de zijde van Koersplandewegkwijt c.s. tot op heden begroot op € 3.041,60;
4.5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad met betrekking tot de proceskostenveroordeling genoemd in r.o.
De r.o.
3.32. Door Spaarbeleg is in dit verband nog een beroep gedaan op artikel 3:307 BW, waarin is bepaald dat een rechtsvordering tot nakoming verjaart door verloop van vijf jaren na aanvang van de dag, volgend op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. Spaarbeleg stelt dat het aanwenden van een deel van de
overlijdensrisicopremie als spaarstorting betekent dat deze verbintenis opeisbaar is geworden op de dag van betaling van de inleg. Het verjaringsartikel brengt volgens Spaarbeleg mee dat de vordering tot nakoming niet verder kan worden toegewezen dan tot 14 augustus 2002.
Vordering 4: verklaring voor recht inzake misleiding
3.37. In het tussenvonnis van 6 augustus 2008 is Spaarbeleg toegelaten tot het leveren van bewijs in verband met het gevorderde inzake de misleiding (zie r.o. 3.2). De rechtbank zag hiertoe aanleiding omdat Spaarbeleg in die fase van de procedure analyses had overgelegd inzake de effecten van de verschillende in rekening gebrachte overlijdensrisicopremies op de in de brochures getoonde nettorendementen. Spaarbeleg nam daarbij de stelling in dat geen sprake zou zijn van misleiding omdat uit deze analyses (de producties G-29 en G-30) zou blijken dat de verschillen enorm meevallen omdat de getoonde rendementen in vrijwel alle gevallen binnen de spread van de tabel met de in de brochures getoonde voorbeeldkapitalen vallen. In r.o. 3.8 is uiteengezet dat na het tussenvonnis
van 6 augustus 2008 het verdere debat van partijen sterk is bepaald door de Aanbeveling en het AFM-rapport.
3.38. Uit de beoordeling van de tweede vordering volgt dat de rechtbank de leemte in de Koersplanovereenkomst ten aanzien van de hoogte van de premie van de overlijdensrisicoverzekering heeft aangevuld op de in r.o. 3.30 genoemde wijze. De premievaststelling van de rechtbank heeft tot gevolg dat de hoogte van de thans in rekening te brengen premie aanzienlijk lager is dan de premie die door Spaarbeleg in rekening is gebracht. De door Koersplandewegkwijt c.s. gevorderde verklaring voor recht inzake de misleiding bevat, na eiswijziging, een voorwaarde. De voorwaarde luidt "voor zover de herberekening als bedoeld in de onder 1-3 geformuleerde vorderingen als uitkomst kent dat de overlijdensrisicopremie op een hoger bedrag wordt bepaald dan de premie waarvan de maatmanberekeningen voor de betrokken deelnemer is uitgegaan". Door de aanzienlijke lagere premievaststelling is niet aan deze voorwaarde voldaan, zodat gevorderde verklaring voor recht niet voor toewijzing in aanmerking komt.
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
@Hakra,
Bedankt voor je analyse. Ik had inderdaad het arrest van het Hof er bij moeten betrekken om wat meer duidelijkheid te krijgen. De berichten in de media (Telegraaf; NOS Journaal) zijn veel te oppervlakkig om echt inzicht te verkrijgen.
Ik meen overigens dat de conclusies van de A-G bij de Hoge Raad soms wel apart gepubliceerd worden op het moment van uitbrengen. Gezien het grote maatschappelijk belang in deze zaak -het betreft immers naar schatting zo'n 400.000 Koersplan contracten- zou directe openbaarmaking ook hier voor de hand liggen. Maar afwachten of KPDWK de conclusies op de website gaat zetten.
Bedankt voor je analyse. Ik had inderdaad het arrest van het Hof er bij moeten betrekken om wat meer duidelijkheid te krijgen. De berichten in de media (Telegraaf; NOS Journaal) zijn veel te oppervlakkig om echt inzicht te verkrijgen.
Ik meen overigens dat de conclusies van de A-G bij de Hoge Raad soms wel apart gepubliceerd worden op het moment van uitbrengen. Gezien het grote maatschappelijk belang in deze zaak -het betreft immers naar schatting zo'n 400.000 Koersplan contracten- zou directe openbaarmaking ook hier voor de hand liggen. Maar afwachten of KPDWK de conclusies op de website gaat zetten.
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
Iemand gaf mij de onderstaande tip - met dank:
Bron: Site van KPDWK
Onderstaand een samenvatting uit het 45 pagina's advies van de Advocaat-generaal aan de Hoge Raad der Nederlanden.
De conclusie van de Advocaat-generaal.
Op 8 maart 2013 heeft de advocaat-generaal van de Hoge Raad zijn conclusie uitgebracht inzake Koersplan van Aegon. Deze ‘conclusie’ is een advies aan het hoogste rechtscollege en wordt in de regel ook gevolgd.
Wat vooraf ging
Begin 2005 werd de Stichting Koersplandewegkwijt opgericht om op te komen voor de belangen van deelnemers aan het product Koersplan van Aegon dochter Spaarbeleg. Daarmee was de eerste woekerpolisstichting een feit. Oprichters waren René Boosten en Godfried Sippel.
In oktober 2005 werd een dagvaarding uitgebracht aan Aegon wat heeft geleid tot een procedure bij de rechtbank te Utrecht. Deze werd op de belangrijkste punten gewonnen door de stichting in 2009. Het vonnis sloot echter de Koersplanovereenkomsten uit die werden gesloten in 1989 en 1990. Ook kwam de rechtbank niet tot een veroordeling van Aegon wegens misleiding. Aegon ging tegen dit vonnis in beroep en dit leidde tot een arrest van het hof Amsterdam in 2011. De klachten van de stichting werden op alle punten toegewezen, inclusief de startjaren 1989 en 1990 en bovendien werd Aegon alsnog veroordeeld wegens misleiding. Aegon ging tegen dit arrest in cassatie bij de Hoge Raad.
Tussen het moment van oprichting van de stichting en 2013 is veel gebeurd. De stichtingen woekerpolisclaim en verliespolis werden opgericht in 2006 en kwamen tot een akkoord met verzekeraars. Dat akkoord was grotendeels geïnspireerd op de aanbevelingen van de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Stichting Koersplandewegkwijt vond echter al direct dat de compensatie in die akkoorden veel te gering was voor haar achterban. Deze kwam uit op ongeveer één zevende deel van wat de stichting vorderde van Aegon en later door zowel de rechtbank als het hof ook werd toegekend.
Kern van de zaak
De Koersplan zaak betreft de inhouding van hoge kosten binnen een beleggingsverzekering waarbij de hoogte van die kosten niet bekend was bij de deelnemer. Binnen het product Koersplan ging gemiddeld ruim 12% van de inleg op aan een premie voor een overlijdensrisicoverzekering. Die premie was circa zeven keer hoger dan de normale premie voor de geboden dekking. De stichting eist dat Aegon teveel in rekening gebrachte kosten alsnog voor deelnemers belegt. Dat levert gemiddeld een 10 tot 15 procent hogere eindwaarde op.
De conclusie van de advocaat-generaal
In de conclusie gaat de advocaat-generaal in op de grieven (klachten) die Aegon heeft ten aanzien van het arrest van het hof Amsterdam dat in 2011 werd gewezen. Onderstaand vatten wij de kernpunten samen.
Klacht Aegon
Het hof miskent dat tussen Aegon en de deelnemer de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering wel degelijk is overeengekomen.
Conclusie AG samengevat
- De deelnemer kon niet zelf nagaan hoe hoog de premie voor de overlijdensrisicoverzekering was.
- Aegon geeft ook niet aan waarom ze de premie niet duidelijk hebben gemeld aan deelnemers terwijl dat wel verplicht was.
- Er zijn deelnemers die een inschrijfformulier hebben ondertekend waarin een onderscheid is gemaakt tussen inleg en spaarstorting.
- Deze deelnemers stemden dus kennelijk in met een inhouding van een groot deel van de inleg.
- Het gaat om een bepaalde groep deelnemers in de startjaren 1989 en 1990.
- Alleen voor wat betreft deze laatste groep houdt de klacht stand. Voor de overige deelnemers niet.
Toelichting Stichting
De groep deelnemers die in 1989 en 1990 het betreffende inschrijfformulier hebben ondertekend is een zeer klein deel van alle Koersplan deelnemers (minder dan 1%). Voor alle andere deelnemers stelt ook de AG dat de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering niet is overeengekomen.
Klacht Aegon
Het hof heeft miskend dat de deelnemers te laat hebben geklaagd en dus niet binnen bekwame tijd.
Conclusie AG samengevat
- Hoewel Aegon sinds 2001 de deelnemers informeert over het inhouden van een premie overlijdensrisicoverzekering blijkt daaruit niet hoe hoog die premie is. De brief lijkt eerder te suggereren dat het verschil tussen inleg en spaarstorting wordt veroorzaakt door de inhouding van administratiekosten aan het begin van de looptijd.
- De Stichting heeft uitvoerig betoogd waarom wel binnen bekwame tijd is geklaagd.
- De klacht wordt afgewezen, mede omdat op Aegon de verplichting rustte de deelnemers tijdig te informeren over de hoogte van de premie en dat heeft Aegon niet gedaan.
Toelichting Stichting
Aegon heeft in 2001 een extra brief gestuurd aan de deelnemers maar daarin staat niet de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering vermeld. Dat Aegon dit niet deed wordt ze zwaar aangerekend. Deelnemers konden pas klagen vanaf het moment dat duidelijk was wat de hoogte van de premie was. Klagers hebben dus binnen bekwame tijd geklaagd.
Klacht Aegon
Het hof miskent dat de zaak is verjaard en dat de schade op grond daarvan slechts tot 14 augustus 2002 kan worden toegewezen.
Conclusie AG samengevat
- Zowel rechtbank als hof hebben weinig aandacht besteed aan dit fundamentele punt.
- Het hof heeft een verkeerde uitleg en onderbouwing gegeven van het gebruikte wetsartikel en dit zal dus opnieuw beoordeeld moeten worden.
- Er zijn diverse wetsartikelen op grond waarvan de verjaringsklacht alsnog verworpen kan worden.
Toelichting Stichting
Dit punt zal mogelijk opnieuw beoordeeld moeten worden. Als de Hoge Raad meegaat met de conclusie van de AG dan wordt dit onderdeel na de uitspraak van de Hoge Raad alsnog beoordeeld door een ander gerechtshof. De stichting en hun juridische adviseurs zien genoeg aanknopingspunten om de verjaringstermijn te laten opschuiven naar een later tijdstip.
Klacht Aegon
Het Hof miskent dat de waarde van het Koersplan niet wijzigt als de premie overlijdensrisico met terugwerkende kracht wordt aangepast.
Conclusie AG samengevat
- Dit gaat alleen op voor de deelnemers bij wie op het inschrijfformulier een onderscheid is gemaakt tussen inleg en spaarstorting.
- Voor alle overige deelnemers gaat deze klacht niet op en wordt deze afgewezen.
Toelichting Stichting
Ook hier gaat het dus om een kleine groep deelnemers van de startjaren 1989 en 1990 die buiten de boot dreigen te vallen.
Klacht Aegon
Het hof heeft de correctie op de premie onjuist vastgesteld en bovendien had het hof Aegon in de gelegenheid moeten stellen om zelf met een redelijke invulling van die premie te komen.
Conclusie AG samengevat
- De strikte uitleg van het hof van de aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening is juist en ligt veel meer voor de hand dan de uitleg van Aegon. Dat Aegon de aanbeveling anders wil lezen maakt niet dat het hof een onjuiste uitleg geeft.
- De akkoorden tussen Aegon en andere stichtingen zijn niet relevant voor deze zaak. Koersplandewegkwijt was bij die akkoorden immers geen partij.
- De aanbeveling van de Ombudsman maakt duidelijk dat oneigenlijke kostenopslagen in de premie overlijdensrisicoverzekering terug moeten naar de deelnemer. Die kostenopslagen tellen niet mee als kosten binnen de kostenmaximering.
- Aegon heeft voldoende gelegenheid gehad om te onderbouwen wat volgens haar wel een redelijke premie zou zijn maar Aegon heeft dat nooit gedaan. De premiecorrectie zoals door het hof vastgesteld komt exact overeen met hetgeen eerder door de rechtbank werd vastgesteld.
- Op grond van de aanbeveling van de Ombudsman had Aegon zelf moeten aantonen wat een marktconforme premie was maar Aegon heeft dat niet gedaan.
- De klachten van Aegon op dit punt moeten afgewezen worden.
Toelichting Stichting
De AG gaat zeer uitgebreid in op deze klacht en onderschrijft dat de premiecorrectie van het hof (en de rechtbank) simpelweg niet voldoende bestreden is door Aegon. Per saldo blijft de premierestitutie zoals vastgesteld door het hof en de rechtbank (85,16% van de betaalde premie) dus overeind.
Klacht
Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat Aegon de deelnemers aan Koersplan heeft misleid.
Conclusie AG samengevat
- Omdat het arrest op een aantal essentiële punten niet in stand kan blijven wordt (vooralsnog) niet meer voldaan aan de grondslagen die hebben geleid tot veroordeling wegens misleiding.
Toelichting Stichting
Nu enkele zaken opnieuw bekeken moeten worden en de veroordeling wegens misleiding daarmee samenhangt, zal ook dit punt opnieuw bekeken moeten worden. De veroordeling wegens misleiding is voor de Stichting een principieel punt want de achterban is misleid. Voor de financiële compensatie maakt dit echter niet uit.
_________________
Godfried, Site Administrator,
Stg. Koersplan de weg kwijt.
Bron: Site van KPDWK
Onderstaand een samenvatting uit het 45 pagina's advies van de Advocaat-generaal aan de Hoge Raad der Nederlanden.
De conclusie van de Advocaat-generaal.
Op 8 maart 2013 heeft de advocaat-generaal van de Hoge Raad zijn conclusie uitgebracht inzake Koersplan van Aegon. Deze ‘conclusie’ is een advies aan het hoogste rechtscollege en wordt in de regel ook gevolgd.
Wat vooraf ging
Begin 2005 werd de Stichting Koersplandewegkwijt opgericht om op te komen voor de belangen van deelnemers aan het product Koersplan van Aegon dochter Spaarbeleg. Daarmee was de eerste woekerpolisstichting een feit. Oprichters waren René Boosten en Godfried Sippel.
In oktober 2005 werd een dagvaarding uitgebracht aan Aegon wat heeft geleid tot een procedure bij de rechtbank te Utrecht. Deze werd op de belangrijkste punten gewonnen door de stichting in 2009. Het vonnis sloot echter de Koersplanovereenkomsten uit die werden gesloten in 1989 en 1990. Ook kwam de rechtbank niet tot een veroordeling van Aegon wegens misleiding. Aegon ging tegen dit vonnis in beroep en dit leidde tot een arrest van het hof Amsterdam in 2011. De klachten van de stichting werden op alle punten toegewezen, inclusief de startjaren 1989 en 1990 en bovendien werd Aegon alsnog veroordeeld wegens misleiding. Aegon ging tegen dit arrest in cassatie bij de Hoge Raad.
Tussen het moment van oprichting van de stichting en 2013 is veel gebeurd. De stichtingen woekerpolisclaim en verliespolis werden opgericht in 2006 en kwamen tot een akkoord met verzekeraars. Dat akkoord was grotendeels geïnspireerd op de aanbevelingen van de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Stichting Koersplandewegkwijt vond echter al direct dat de compensatie in die akkoorden veel te gering was voor haar achterban. Deze kwam uit op ongeveer één zevende deel van wat de stichting vorderde van Aegon en later door zowel de rechtbank als het hof ook werd toegekend.
Kern van de zaak
De Koersplan zaak betreft de inhouding van hoge kosten binnen een beleggingsverzekering waarbij de hoogte van die kosten niet bekend was bij de deelnemer. Binnen het product Koersplan ging gemiddeld ruim 12% van de inleg op aan een premie voor een overlijdensrisicoverzekering. Die premie was circa zeven keer hoger dan de normale premie voor de geboden dekking. De stichting eist dat Aegon teveel in rekening gebrachte kosten alsnog voor deelnemers belegt. Dat levert gemiddeld een 10 tot 15 procent hogere eindwaarde op.
De conclusie van de advocaat-generaal
In de conclusie gaat de advocaat-generaal in op de grieven (klachten) die Aegon heeft ten aanzien van het arrest van het hof Amsterdam dat in 2011 werd gewezen. Onderstaand vatten wij de kernpunten samen.
Klacht Aegon
Het hof miskent dat tussen Aegon en de deelnemer de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering wel degelijk is overeengekomen.
Conclusie AG samengevat
- De deelnemer kon niet zelf nagaan hoe hoog de premie voor de overlijdensrisicoverzekering was.
- Aegon geeft ook niet aan waarom ze de premie niet duidelijk hebben gemeld aan deelnemers terwijl dat wel verplicht was.
- Er zijn deelnemers die een inschrijfformulier hebben ondertekend waarin een onderscheid is gemaakt tussen inleg en spaarstorting.
- Deze deelnemers stemden dus kennelijk in met een inhouding van een groot deel van de inleg.
- Het gaat om een bepaalde groep deelnemers in de startjaren 1989 en 1990.
- Alleen voor wat betreft deze laatste groep houdt de klacht stand. Voor de overige deelnemers niet.
Toelichting Stichting
De groep deelnemers die in 1989 en 1990 het betreffende inschrijfformulier hebben ondertekend is een zeer klein deel van alle Koersplan deelnemers (minder dan 1%). Voor alle andere deelnemers stelt ook de AG dat de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering niet is overeengekomen.
Klacht Aegon
Het hof heeft miskend dat de deelnemers te laat hebben geklaagd en dus niet binnen bekwame tijd.
Conclusie AG samengevat
- Hoewel Aegon sinds 2001 de deelnemers informeert over het inhouden van een premie overlijdensrisicoverzekering blijkt daaruit niet hoe hoog die premie is. De brief lijkt eerder te suggereren dat het verschil tussen inleg en spaarstorting wordt veroorzaakt door de inhouding van administratiekosten aan het begin van de looptijd.
- De Stichting heeft uitvoerig betoogd waarom wel binnen bekwame tijd is geklaagd.
- De klacht wordt afgewezen, mede omdat op Aegon de verplichting rustte de deelnemers tijdig te informeren over de hoogte van de premie en dat heeft Aegon niet gedaan.
Toelichting Stichting
Aegon heeft in 2001 een extra brief gestuurd aan de deelnemers maar daarin staat niet de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering vermeld. Dat Aegon dit niet deed wordt ze zwaar aangerekend. Deelnemers konden pas klagen vanaf het moment dat duidelijk was wat de hoogte van de premie was. Klagers hebben dus binnen bekwame tijd geklaagd.
Klacht Aegon
Het hof miskent dat de zaak is verjaard en dat de schade op grond daarvan slechts tot 14 augustus 2002 kan worden toegewezen.
Conclusie AG samengevat
- Zowel rechtbank als hof hebben weinig aandacht besteed aan dit fundamentele punt.
- Het hof heeft een verkeerde uitleg en onderbouwing gegeven van het gebruikte wetsartikel en dit zal dus opnieuw beoordeeld moeten worden.
- Er zijn diverse wetsartikelen op grond waarvan de verjaringsklacht alsnog verworpen kan worden.
Toelichting Stichting
Dit punt zal mogelijk opnieuw beoordeeld moeten worden. Als de Hoge Raad meegaat met de conclusie van de AG dan wordt dit onderdeel na de uitspraak van de Hoge Raad alsnog beoordeeld door een ander gerechtshof. De stichting en hun juridische adviseurs zien genoeg aanknopingspunten om de verjaringstermijn te laten opschuiven naar een later tijdstip.
Klacht Aegon
Het Hof miskent dat de waarde van het Koersplan niet wijzigt als de premie overlijdensrisico met terugwerkende kracht wordt aangepast.
Conclusie AG samengevat
- Dit gaat alleen op voor de deelnemers bij wie op het inschrijfformulier een onderscheid is gemaakt tussen inleg en spaarstorting.
- Voor alle overige deelnemers gaat deze klacht niet op en wordt deze afgewezen.
Toelichting Stichting
Ook hier gaat het dus om een kleine groep deelnemers van de startjaren 1989 en 1990 die buiten de boot dreigen te vallen.
Klacht Aegon
Het hof heeft de correctie op de premie onjuist vastgesteld en bovendien had het hof Aegon in de gelegenheid moeten stellen om zelf met een redelijke invulling van die premie te komen.
Conclusie AG samengevat
- De strikte uitleg van het hof van de aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening is juist en ligt veel meer voor de hand dan de uitleg van Aegon. Dat Aegon de aanbeveling anders wil lezen maakt niet dat het hof een onjuiste uitleg geeft.
- De akkoorden tussen Aegon en andere stichtingen zijn niet relevant voor deze zaak. Koersplandewegkwijt was bij die akkoorden immers geen partij.
- De aanbeveling van de Ombudsman maakt duidelijk dat oneigenlijke kostenopslagen in de premie overlijdensrisicoverzekering terug moeten naar de deelnemer. Die kostenopslagen tellen niet mee als kosten binnen de kostenmaximering.
- Aegon heeft voldoende gelegenheid gehad om te onderbouwen wat volgens haar wel een redelijke premie zou zijn maar Aegon heeft dat nooit gedaan. De premiecorrectie zoals door het hof vastgesteld komt exact overeen met hetgeen eerder door de rechtbank werd vastgesteld.
- Op grond van de aanbeveling van de Ombudsman had Aegon zelf moeten aantonen wat een marktconforme premie was maar Aegon heeft dat niet gedaan.
- De klachten van Aegon op dit punt moeten afgewezen worden.
Toelichting Stichting
De AG gaat zeer uitgebreid in op deze klacht en onderschrijft dat de premiecorrectie van het hof (en de rechtbank) simpelweg niet voldoende bestreden is door Aegon. Per saldo blijft de premierestitutie zoals vastgesteld door het hof en de rechtbank (85,16% van de betaalde premie) dus overeind.
Klacht
Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat Aegon de deelnemers aan Koersplan heeft misleid.
Conclusie AG samengevat
- Omdat het arrest op een aantal essentiële punten niet in stand kan blijven wordt (vooralsnog) niet meer voldaan aan de grondslagen die hebben geleid tot veroordeling wegens misleiding.
Toelichting Stichting
Nu enkele zaken opnieuw bekeken moeten worden en de veroordeling wegens misleiding daarmee samenhangt, zal ook dit punt opnieuw bekeken moeten worden. De veroordeling wegens misleiding is voor de Stichting een principieel punt want de achterban is misleid. Voor de financiële compensatie maakt dit echter niet uit.
_________________
Godfried, Site Administrator,
Stg. Koersplan de weg kwijt.
-
- Berichten: 642
- Lid geworden op: 23 jan 2009 14:09
- Locatie: 51.926316, 4.450772
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
dank.
en nu wachten op de H.R.
zal wel een terugverwijzing naar het Hof worden.
duurt weer 2 jaar alvorens er uitspraak volgt.
en nu wachten op de H.R.
zal wel een terugverwijzing naar het Hof worden.
duurt weer 2 jaar alvorens er uitspraak volgt.
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
hakra schreef:dank.
en nu wachten op de H.R.
zal wel een terugverwijzing naar het Hof worden.
duurt weer 2 jaar alvorens er uitspraak volgt.
Tja en in dat licht bezien begrijp ik het beleid van de Stichting KPDWK niet om -zoals dit weekeinde op de website te lezen was - toetreding van nieuwe Koersplan gedupeerden niet meer toe te staan.
Het bestuur van deze stichting snapt kennelijk het onderscheid niet tussen de rechtsprocedure enerzijds en de uiteindelijke schade-afwikkeling anderzijds. Sowieso een wat zwalkend beleid van sluiten-openstellen-sluiten-weer openstellen en sluiten. Vreemd allemaal !
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
@juwita
[/quote]Tja en in dat licht bezien begrijp ik het beleid van de Stichting KPDWK niet om -zoals dit weekeinde op de website te lezen was - toetreding van nieuwe Koersplan gedupeerden niet meer toe te staan.[/quote]
dat is wel redelijk. het is immers een uitspraak over een zaak tussen 2 gedefiniëerde partijen.
dié zaak wordt terugverwezen naar een (ander) Hof.
het is niet redelijk dat bij een terugverwijzing, zich nieuwe partijen voegen in een zaak die in beginsel reeds in een vorm van "staat van gewijsde" verkeert.
het gaat er in beginsel (nog slechts) om dat een (ander) Hof de rechtsgronden aanvult die ter discussie gesteld zijn.
de kern van het advies van de A.G. staat - in beginsel - niet ter discussie. Tenzij natuurlijkd de HR integraal anders besluit.
Het blijft afwachten, maar goe dan ook gaat het weer een jaar of meer duren alvorens er een échte definitieve uitspraak ligt.
[/quote]Tja en in dat licht bezien begrijp ik het beleid van de Stichting KPDWK niet om -zoals dit weekeinde op de website te lezen was - toetreding van nieuwe Koersplan gedupeerden niet meer toe te staan.[/quote]
dat is wel redelijk. het is immers een uitspraak over een zaak tussen 2 gedefiniëerde partijen.
dié zaak wordt terugverwezen naar een (ander) Hof.
het is niet redelijk dat bij een terugverwijzing, zich nieuwe partijen voegen in een zaak die in beginsel reeds in een vorm van "staat van gewijsde" verkeert.
het gaat er in beginsel (nog slechts) om dat een (ander) Hof de rechtsgronden aanvult die ter discussie gesteld zijn.
de kern van het advies van de A.G. staat - in beginsel - niet ter discussie. Tenzij natuurlijkd de HR integraal anders besluit.
Het blijft afwachten, maar goe dan ook gaat het weer een jaar of meer duren alvorens er een échte definitieve uitspraak ligt.
-
- Berichten: 1353
- Lid geworden op: 09 mar 2011 12:03
Re: KOERSPLAN:advies aan Hoge Raad uitgesteld tot 8 maart
De hoge raad heeft vandaag uitspraak gedaan. (Zie onderstaande quote van de site van http://www.koersplandewegkwijt.nl)
KWPDK, gefeliciteerd met het behalen van het recht na jarenlange vertragingstactieken!!
Gelukkig blijken alle gevechten geen windmolengevechten.
Bravo!
KWPDK, gefeliciteerd met het behalen van het recht na jarenlange vertragingstactieken!!
Gelukkig blijken alle gevechten geen windmolengevechten.
Bravo!
Doorbraak in Koersplanzaak
Koersplan gedupeerden winnen definitief van Aegon
De Hoge Raad heeft vandaag de gedupeerden van Aegon woekerpolis Koersplan, die geregistreerd staan bij Stg.Koersplandewegkwijt, volledig in het gelijk gesteld en het arrest van het gerechtshof Amsterdam bevestigd. De rechtszaak die Stichting Koersplan de weg kwijt in 2005 startte heeft daarmee gezorgd voor een juridische doorbraak in de woekerpolisaffaire. Aegon zal op basis van de uitspraak aan de circa 30.000 polishouders die bij de stichting zijn aangesloten een schadevergoeding moeten betalen van in totaal circa 40 miljoen euro.
In de Koersplan zaak procedeerden de gedupeerden tegen Aegon over een extreem hoge kosteninhouding die was verborgen in de premie voor een overlijdensrisicodekking. Zowel de rechtbank Utrecht (2009), het gerechtshof Amsterdam (2011) als de Hoge Raad oordelen dat deze kosten nooit expliciet overeengekomen zijn tussen Aegon en de Koersplan deelnemers. Aegon moet de poliswaarde nu herberekenen waarbij 85% van de ingehouden premie overlijdensrisicoverzekering alsnog wordt belegd. De stichting schat de gemiddelde extra uitkering aan deelnemers op een bedrag van 1.000 tot 1.500 euro. Oudere deelnemers, overeenkomsten met een lange looptijd en contracten met een bovengemiddelde inleg kunnen uitgaan van een hogere compensatie.
Van het product Koersplan zijn in totaal tussen de 650.000 en 700.000 polissen verkocht. Daarmee vertegenwoordigt dit product circa 10% van alle verkochte woekerpolissen. De uitspraak is alleen van toepassing op Koersplan gedupeerden die zijn aangesloten bij de stichting. Andere gedupeerden zullen met deze uitspraak echter veel eenvoudiger hun gelijk kunnen halen.
De stichting wil er op wijzen dat deze uitspraak tevens gevolgen kan hebben voor andere Aegon producten zoals Mixplan, Vermogensplan en Fiscaalvoordeelplan. Deze producten kennen dezelfde problemen in de voorwaarden als Koersplan waarbij de premie overlijdensrisicoverzekering niet is overeengekomen. De stichting zou het toejuichen als Aegon alle gedupeerden van Koersplan en vergelijkbare producten conform het arrest zou compenseren. Ook woekerpolissen van andere verzekeraars kennen vergelijkbare gebreken zodat deze zaak vergaande gevolgen kan hebben.
Het stichtingsbestuur wil haar dank uitspreken richting alle aangesloten gedupeerden die hun vertrouwen hebben gegeven aan de stichting. Een bijzonder woord van dank gaat richting onze advocaat professor mr. Erik Lutjens, financieel adviseur Kapé Breukelaar en bestuursadviseur Leendert van den Bosch. Zonder hun inbreng en vastberadenheid had de stichting dit resultaat nooit kunnen bereiken. We dragen deze overwinning op aan mede-oprichter René Boosten die het einde van deze zaak helaas niet meer mocht meemaken.
Eventuele vragen zullen zoveel mogelijk beantwoord worden op het forum van Stg. Koersplandewegkwijt onder het item Hoge Raad.
Godfried Sippel
Voorzitter Stg.Koersplandewegkwijt