Re: Achmea frustreert klachtbehandeling via Kifid
Geplaatst: 10 feb 2015 16:11
Begin 1998 sluit de 63-jarige heer X 7 spaarcontracten met Levob, om later zijn vrouw te kunnen verrassen. Het blijkt een zeer onaangename verrassing, gevolgd door jarenlang touwtrekken waarbij Levob niet verder wil gaan dan gesloten beurzen.
Eind juli 2012 wordt de nu 80-jarige heer X opgeschrikt door een spook uit het verleden: Levob vraagt 'uw Hefboom krediet ' voortaan op een andere wijze te betalen. Levob? Achmea? Hefboom Krediet ? Woekerpolissen waarvan X meende dat deze al in 2005 waren doorgestreept?
Na een zinloos kat-en-muis-spel, blijken de polissen al in 2003 buitengerechtelijk vernietigd, meteen nadat echtgenote Y op de hoogte was gebracht. Achmea vordert dus een restschuld op overeenkomsten waarvan sinds 23 december 2011 definitief vaststaat dat ze met terugwerkende kracht geacht worden nooit te hebben bestaan! Met recht op inleg en verwijdering BKR.
Op naar de Ombudsman Kifid. Tot onze stomme verbazing echter wordt de klacht op 15 april 2013 afgewezen, omdat echtgenote Y volgens de Ombudsman niet mag klagen en zeker niet over 1:88 BW (Huurkoop zonder handtekening partner). Klacht van mevrouw Y? Maar de klacht was toch namens beiden ingediend, geachte Ombudsman, en los van 1:88 BW is er toch ook nog zoiets als schending Zorgplicht door Achmea en diens tussenpersoon?
Op naar de Geschillencommissie Kifid. Na een klinkende overwinning in vier voorbeelduitspraken op 15 november 2013 en 6 uitspraken met onder meer Achmea op 7 januari 2014 in dezelfde 10-jarige lijn, blijft het echter stil bij Kifid.
Tot de Commissie van Beroep op 1 juli 2014 een klacht over een Dexialease niet alleen afwijst wegens te laat klagen, maar daarnaast ook nog een ultrakorte slotzin wijdt aan zorgplicht. De Algemeen Voorzitter Geschillencommissie vraagt op 17 juli 2014 beide partijen om hun visie, gevolgd door een voorstel van Achmea om 66% van de schade te vergoeden, maar wel inclusief restschuld die inmiddels niet meer in de BKR staat!
En wat doet de 1-koppige Geschillencommissie? Die wijst in uitspraak GC-2014-343 op 25 september 2014 de klacht doodleuk af wegens te laat klagen. De onderhandelingen voor en na mei 2005 worden niet vermeld, de vermeende doorhaling van de polissen evenmin. En 1:88 BW?
Inmiddels heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Achmea het niet de moeite waard vond om te verschijnen. Daarmee blijft voorlopig nog onbeantwoord waarom Achmea alleen de (gekapte!) bomen van april 2003 en het voortwoekeren van 2012 hoeft te tonen, maar de rest van het bos niet.
En waarom laat de Commissie Wortel mijn eik in het midden van dit oerwoud zo opzichtig onbesproken?
Eind juli 2012 wordt de nu 80-jarige heer X opgeschrikt door een spook uit het verleden: Levob vraagt 'uw Hefboom krediet ' voortaan op een andere wijze te betalen. Levob? Achmea? Hefboom Krediet ? Woekerpolissen waarvan X meende dat deze al in 2005 waren doorgestreept?
Na een zinloos kat-en-muis-spel, blijken de polissen al in 2003 buitengerechtelijk vernietigd, meteen nadat echtgenote Y op de hoogte was gebracht. Achmea vordert dus een restschuld op overeenkomsten waarvan sinds 23 december 2011 definitief vaststaat dat ze met terugwerkende kracht geacht worden nooit te hebben bestaan! Met recht op inleg en verwijdering BKR.
Op naar de Ombudsman Kifid. Tot onze stomme verbazing echter wordt de klacht op 15 april 2013 afgewezen, omdat echtgenote Y volgens de Ombudsman niet mag klagen en zeker niet over 1:88 BW (Huurkoop zonder handtekening partner). Klacht van mevrouw Y? Maar de klacht was toch namens beiden ingediend, geachte Ombudsman, en los van 1:88 BW is er toch ook nog zoiets als schending Zorgplicht door Achmea en diens tussenpersoon?
Op naar de Geschillencommissie Kifid. Na een klinkende overwinning in vier voorbeelduitspraken op 15 november 2013 en 6 uitspraken met onder meer Achmea op 7 januari 2014 in dezelfde 10-jarige lijn, blijft het echter stil bij Kifid.
Tot de Commissie van Beroep op 1 juli 2014 een klacht over een Dexialease niet alleen afwijst wegens te laat klagen, maar daarnaast ook nog een ultrakorte slotzin wijdt aan zorgplicht. De Algemeen Voorzitter Geschillencommissie vraagt op 17 juli 2014 beide partijen om hun visie, gevolgd door een voorstel van Achmea om 66% van de schade te vergoeden, maar wel inclusief restschuld die inmiddels niet meer in de BKR staat!
En wat doet de 1-koppige Geschillencommissie? Die wijst in uitspraak GC-2014-343 op 25 september 2014 de klacht doodleuk af wegens te laat klagen. De onderhandelingen voor en na mei 2005 worden niet vermeld, de vermeende doorhaling van de polissen evenmin. En 1:88 BW?
Snapt u het nog? Wij niet, dus op naar de Commissie van Beroep Kifid, met vanuit Achmea hetzelfde korte verweer als altijd.4.3 In zijn algemeenheid geldt voor een dergelijke artikel 1:88 BW klacht dat deze niet ziet op de rechtsbetrekking tussen de zich bij de Commissie beklagende Consument en de betrokken financieel dienstverlener en om die reden buiten behandeling moeten blijven. Daar komt nog bij dat een dergelijk beroep op nietigheid in verband met het bepaalde in artikel 1:88 BW naar het oordeel van de Commissie te ver verwijderd is van het begrip “financiële dienst” in de zin van artikel 1 van voornoemd Reglement
Inmiddels heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Achmea het niet de moeite waard vond om te verschijnen. Daarmee blijft voorlopig nog onbeantwoord waarom Achmea alleen de (gekapte!) bomen van april 2003 en het voortwoekeren van 2012 hoeft te tonen, maar de rest van het bos niet.
En waarom laat de Commissie Wortel mijn eik in het midden van dit oerwoud zo opzichtig onbesproken?
Om nog maar te zwijgen van mijn visie op de brief van 17 juli 2014 van Voorzitter mr. prof. C.E. du Perron...4.7 (...) uit de overgelegde stukken blijkt niet dat Consument nadere actie heeft ondernomen naar aanleiding van de brief van 24 april 2003 van Aangeslotene. Eerst in 2012 heeft hij zich opnieuw bij Aangeslotene beklaagd.