Re: UITSPRAAK ROERMOND
Geplaatst: 26 apr 2004 17:32
Weggehaald i.v.m. vermelding elders.
In de topic die ik heb aangemaakt heb ik enkel de zaken geplaatst welke een uitspraak hebben gedaan over al dan niet "huurkoop" om daarmee een duidelijk beeld te krijgen over dit geschilpunt.willy59
Geplaatst op 26 Apr 2004 17:14 door willy59
--------------------------------------------------------------------------------
Chris
volgens mij staan er op rechtspraak.nl bij zoeken
en dan dexia nog uitspraken die je niet hebt zowel positief als negatief als ik het goed gezien heb.
o.a. AN 7990 zaaknr. 253921 Haza 02.2570
volgens mij een stuk of 4
Op 21 april jl. heeft de rechtbank Roermond een eindvonnis in eerste aanleg gewezen, in een zaak die door Dexia was aangespannen tegen een leasebelegger uit Roermond. De belegger, die op 15 maart 2000 een Winstverdriedubbelaar had afgesloten, voerde niet alleen verweer maar stelde zelf ook een eis in tegen Dexia. Hij baseerde zijn eis op het volgende:
a. de echtgenote van de belegger heeft de overeenkomst op de voet van art. 1:88 BW vernietigd;
b. de belegger zou hebben gedwaald;
c. de bank zou gebruik hebben gemaakt van misleidende reclame;
d. de bank zou de belegger onvoldoende informatie hebben gegeven;
e. de bank heeft geen beleggersprofiel van de belegger gemaakt;
De rechtbank wees de vordering van Dexia toe en heeft de reconventionele vorderingen van de belegger afgewezen. De belegger moet de kosten van het geding, door de rechtbank begroot op € 1.301,16, aan Dexia betalen.
In het vonnis komen praktische zaken aan bod die betrekking hebben op deze specifieke casus, maar ook rechtsvragen die zouden kunnen worden geprojecteerd op vergelijkbare geschillen. Daarom is het van belang er bij stil te staan.
Allereerst valt de korte procedure op. De dagvaarding dateert van 23 september 2003, daarna volgde een conclusie van antwoord alsmede een comparitie, waarna het vonnis werd gewezen op 21 april 2004.
Vervolgens valt op dat het de rechtbank weinig moeite kost de door de belegger betrokken stellingen, gemotiveerd te weerleggen. Dit kan er op wijzen dat zijdens de belegger geen al te uitputtend verweer is gevoerd. De door de belegger onder b tot en met d genoemde stellingen, worden door de rechtbank gepasseerd omdat:
- de belegger toegaf van Dexia een brochure te hebben ontvangen, waarin uitvoerig werd gewaarschuwd voor restschulden;
- Dexia volgens de rechtbank de leasebelegger in de overeenkomst en de brochure voldoende informatie had gegeven. Uit beiden blijkt volgens de rechtbank dat wordt belegd met geleend geld, dat het om aanzienlijke bedragen gaat, en dat het risico bestaat dat er bij de eindafrekening een restschuld aan de bank over kan blijven;
- De belegger ter comparitie verklaarde dat hij aan overeenkomst en brochure “weinig aandacht had besteed” en voor financiële aangelegenheden doorgaans adviseurs heeft die hij ditmaal echter niet had geraadpleegd, terwijl hij daarnaast stelde dat hij de Winstverdriedubbelaar niet zou hebben afgesloten indien hij de aan hem ter hand gestelde informatie wél kritisch gelezen had;
- indien er al sprake van zou zijn van dwaling, deze dwaling op grond van het voorgaande voor rekening van de belegger zou dienen te blijven;
- Het niet opstellen van een beleggersprofiel in deze zaak niet fataal was, nu de belegger zichzelf niet eens de vraag had gesteld welke risico’s hij liep en of hij die risico’s wel wilde lopen;
Kennelijk heeft de belegger toegegeven de brochure te hebben ontvangen. Beleggers melden ons echter dat zij, met name indien colporteurs van Spaar Select betrokken waren bij de totstandkoming van effectenlease overeenkomsten, zelden of nooit enige brochure hebben ontvangen. Overigens vermelden de brochures die de bank vóór maart 2000 hanteerden de mogelijkheid tot het overhouden van een restschuld niet. Het is bepaald niet uitgesloten dat de rechtbank anders zou hebben geoordeeld indien was komen vast te staan dat de informatieverstrekking door de bank anders (gebrekkiger) was verlopen.
De rechtbank Roermond herhaalt haar (in een eerder tussenvonnis reeds gegeven) oordeel, dat aandelenlease volgens haar geen huurkoop is en komt tot de slotsom dat vernietiging door de huwelijkspartner op de voet van art. 1:88 jo 89 BW dus niet aan de orde kan zijn. Dit is een mening waar andere gemotiveerde meningen tegenover staan. Uiteindelijk zal de Hoge Raad hierover het laatste woord spreken. De vernietiging ex art. 1:88 BW komt overigens slechts toe aan de huwelijkspartner, en niet aan de handelende echtgenoot. Waarom deze dan toch in de onderhavige procedure een vordering heeft ingesteld die slechts aan zijn echtgenote toekomt, is onduidelijk.
De rechtbank wijst de vordering van Dexia tot betaling van een significant bedrag aan buitengerechtelijke kosten, af. Overigens resteert daarna nog een behoorlijk bedrag door de leasebelegger te betalen: uit hoofde van de overeenkomst alsmede uit hoofde van kostenveroordeling.
Het oordeel in deze zaak is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de casus, de door de belegger aangedragen stellingen maar ook de juridische opvattingen van deze specifieke rechtbank. Overigens oordeelt de rechtbank Roermond dat de totstandkoming en de geldigheid van aandelenlease-overeenkomsten niet alleen maar moet worden getoetst aan de Wet en overige regelgeving, maar ook aan de zorg- en mededelingsverplichtingen
Kortom: ook de rechtbank Roermond heeft oog voor de belangen van de belegger, maar dan moet deze wél zijn zaakjes goed naar voren brengen. Niet elke leasebelegger wint zijn zaak zomaar. Er zal op individuele basis flink wat werk verzet moeten worden waarbij beleggers er niet aan ontkomen kritisch te kijken naar hun eigen handelen (en nalaten). De volgende conclusies kunnen worden getrokken op basis van dit vonnis:
- leasebeleggers die de rechtbank Roermond van hun gelijk willen overtuigen, zullen zich zéér veel moeite moeten doen, hun argumenten uitputtend naar voren moeten brengen en een advocaat moeten zoeken die bereid is daartoe de nodige juridische onderbouwing aan te leveren. Dit geldt met name voor de stelling dat aandelen-lease koop op afbetaling is en dat deze overeenkomsten door de huwelijkspartner op de voet van art. 1:88 jo 89 BW kunnen worden vernietigd. De rechtbank Roermond neigt ertoe deze stelling te passeren. Niettemin zal zij moeten ingaan op een goed juridisch verhaal waarin het tegendeel wordt betoogd. Zulk verhaal heeft kennelijk hier ontbroken.
- Voor beleggers uit het arrondissement Roermond, die niet het risico willen lopen dat hun rechtbank zich niet laat overtuigen op dit punt, is het wellicht zelfs beter om zélf Dexia te dagvaarden voor de (kanton)rechter te Amsterdam.
- Dit laatste geldt wellicht voor alle gedupeerde leasebeleggers die wonen in arrondissementen waarvan de rechtbank ertoe neigt de rechtbank te Roermond te volgen. Welke rechtbanken zijn dit? Het is niet uitgesloten dat de opstelling van de rechtbanken in de huurkoop-incidenten daartoe een indicatie biedt.