alfatrion schreef:Er is geen sprake van dwaling, maar wel van een (blijvende) tekortkoming in de nakoming. Immers, er is een andere meet geleverd dan afgesproken. Ik denk dat er op grond van artikel 6:265 BW ontbonden kan worden. Een schadevergoeding kan op grond van artikel 6:272 BW worden verlangd, daarbij kan met een schuin oog worden gekeken naar artikel 7:10 lid 4 BW. Aangezien het TS is, die hier een beroep op zal doen, zal TS ook daar de voor bewijslast dragen.
Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 265
1
Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
2
Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is.
TS geeft in een reactie aan clipsje schreef: Het is overigens wel aanpasbaar naar de goede maat, maar hierover ga ik al helemaal niet meer discuteren met de koper.
Burgerlijk Wetboek Boek 6.
Artikel 272
1.
Sluit de aard van de prestatie uit dat zij ongedaan wordt gemaakt, dan treedt daarvoor een vergoeding in de plaats ten belope van haar waarde op het tijdstip van de ontvangst.
2.
Heeft de prestatie niet aan de verbintenis beantwoord, dan wordt deze vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de ontvanger op dit tijdstip in de gegeven omstandigheden werkelijk heeft gehad.
Het door TS geleverde goed wordt, eventueel, door TS terug genomen, daaruit blijkt dat de aard van de prestatie NIET uitsluit dat zij ongedaan wordt gemaakt
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 1. Koop en ruil
Afdeling 2. Verplichtingen van de verkoper
Artikel 10
4.
Wanneer de zaak na de aflevering voor risico van de verkoper is gebleven, is het tenietgaan of de achteruitgang ervan door toedoen van de koper eveneens voor rekening van de verkoper. De koper moet echter van het ogenblik af dat hij redelijkerwijs rekening moet houden met het feit dat hij de zaak zal moeten teruggeven, als een zorgvuldig schuldenaar voor het behoud ervan zorgen; artikel 78 van Boek 6 is van overeenkomstige toepassing.
Waaruit blijkt dat de zaak na de aflevering voor risico van de verkoper is gebleven?
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 9. De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 78
1.
Indien een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, maar hij in verband met die tekortkoming een voordeel geniet dat hij bij behoorlijke nakoming niet zou hebben gehad, heeft de schuldeiser met toepassing van de regels betreffende ongerechtvaardigde verrijking recht op vergoeding van zijn schade tot ten hoogste het bedrag van dit voordeel.
2.
Bestaat dit voordeel uit een vordering op een derde, dan kan de schuldenaar aan het eerste lid voldoen door overdracht van die vordering.
Ik ben geen jurist, maar heb uit nieuwsgierigheid de door Alfatrion aangehaalde artikelen opgezocht en er mijn leken-mening bijgezet.
Wat doe ik hier verkeerd aan? M.a.w. waarom zou de uitleg anders zijn?
v.d.Heyden