Leo The Emperor schreef:Zie mijn eerder bericht. smaadpleger kan ook civielrechterlijk worden aangepakt:
ECLI:NL:RBNNE:2013:6333 schreef:A] te gebieden met onmiddellijke ingang, doch in ieder geval binnen 24 uur, de berichtgevingen en/of publicaties omtrent SalesFlex en MiecMarketing, diens personeel, diens opdrachtgevers, diens klanten, diens werkwijze en dergelijke op de website van Vara Kassa, Tros Radar en youtube te verwijderen op straffe van een direct opeisbare dwangsom ter hoogte van € 500,- per dag;
Overigens zeg ik hiermee niet dat TS smaad verspreid, alleen dat het wel iets is om alert op te zijn.
ik kan me de discussie hier over Miec Marketing van destijds nog levendig herinneren.
Ben in 2016 ook persoonlijk gedagvaard door UHV voor mijn bijdragen alhier, maar zij hebben (terecht) de rechtszaak uiteindelijk niet doorgezet
Dit is wel een heel andere zaak dan een consument die zijn/haar ervaring deelt en dus in geen manier vergelijkbaar.
Nijogeth schreef:Overigens kan ik me niet voorstellen dat ik wettelijk nog geld terug zou moeten krijgen als ik het jurkje verbrand en de as terug stuur.
Als verkoper zou ik betwisten dat de geretourneerde as ooit het jurkje was. Aan de consument vervolgens om te onderbouwen dat dit wel degelijk het jurkje is. Lijkt mij een onmogelijke zaak.
Mocht het de consument wel lukken, is er nog altijd spraken van het herroepingsrecht. Indien de verkoper heeft nagelaten om overeenkomstig Artikel 6:230m lid 1 onderdeel h informatie over het recht van ontbinding te verstrekken, zal verkoper alsnog het volledige aankoopbedrag moeten terugbetalen.
Anders kan de verkoper waardevermindering in rekening brengen. De waarde van het product kan nimmer identiek zijn aan de waarde waarvoor de verkoper het product heeft verkocht. Zo is de verkoopprijs bij een consumentenkoop altijd met belasting toegevoegde waarde - wat geen waarde van het product is. Daar het product niet aan de consument is verkocht sinds de koop is herroepen, hoeft de verkoper de belasting toegevoegde waarde ook niet af te dragen aan de belastingdienst maar mag deze niet houden en zal dit terug moeten geven aan de consument.
Komt tevens bij dat de waarde voor de consument, vaak niet gelijk is aan de waarde voor de verkoper - waarbij dit laatste de waarde is waarop de verkoper de waardevermindering in rekening mag brengen. De waardevermindering zal dus niet hoger kunnen zijn dan de inkoopprijs die de verkoper voor het betreffende product heeft betaald. Alle randzaken die nodig waren om het product te verkopen, zoals marketingkosten, opslagkosten, personeelskosten etc.. zijn irrelevant voor de waarde van het product en kunnen dan ook niet in rekening gebracht worden.
Tenzij die waarde hoger ligt dan de prijs (minus belasting toegevoegde waarde) die de consument voor het product heeft betaald, zal de waardevermindering dus ook lager moeten zijn dan de prijs (minus belasting toegevoegde waarde) die de consument voor het product heeft betaald.