Artikel uit
http://www.storme.be/zekerheden2003-4.pdf
(krediet waardigheid leasee!
1° Betreffende de (in)solvabiliteit van de hoofdschuldenaar.
In de belgische wetgeving schrijft men een aantal zaken iets anders op.
Mischien dat Dexia hierdoor aan het dwalen is.
Dwaling die betrekking heeft op de insolvabiliteit van de hoofdschuldenaar is in beginsel irrelevant.
Dexia zegt dat zij de echtgenoot NIET om toestemming hadden moeten vragen! Klopt zegt het BW in Belgie.
Het is de borg die zich voor de borgstelling moet informeren over de solvabiliteit van de hoofdschuldenaar, de kredietverlener heeft daarover geen informatieplicht jegens de borg
11, en zou omwille van zijn geheimhoudingsplocht volgens sommigen die informatie zelfs niet mogen verstrekken. Het is slechts anders indien de kredietverlener bedrog zou plegen door verzwijging
12.
Nochtans oordeelt de rechtspraak in vele andere Europese landen
dat de professionele kredietverlener wél een informatieplicht heeft ten aanzien van het risico voortvloeiend uit de financiële situatie van de schuldenaar, en dat de banken geen geheimhoudingsplicht hebben betreffende de hoofdschuldenaar jegens een door die hoofdschuldenaar zelf aangebrachte borg.
Wel kan de persoon die zich borg stelt voor een consument zich beroepen op art. 15 Wet consumentenkrediet (WCK), volgens hetwelk “de kredietgever slechts een kredietovereenkomst (mag) sluiten wanneer hij, gelet op de gegevens waarover hij beschikt
of zou moeten beschikken, onder meer op basis van de raadpleging geregeld door artikel 9 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren, en op basis van de informatie bedoeld in artikel 10, redelijkerwijze moet aannemen dat de
consument in staat zal zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst, na te komen”.
2° Betreffende de omvang van de borgtocht
Wel relevant is dwaling omtrent de omvang van de borgtocht (zowel informatie over de gewaarbrogde schuld als informatie voer de mate waarin die schuld wordt gewaarborgd.
De vraag rijst dus in welke mate de kredietverlener de borg moet informeren over de omvang van zijn verplichtingen. De vraag
rijst in het bijzonder bij een borgtocht voor alle sommen (fideiussio omnibus) die bedongen wordt naar aanleiding van een welbepaald krediet.
13.
In de Wet consumentenkrediet (WCK) worden sommige informatieplichten uitdrukkelijk bepaald. Zo is de kredietgever verplicht:
- de consument op een juiste en volledige manier alle noodzakelijke informatie te verschaffen
in verband met de beoogde kredietovereenkomst (art. 11 WCK);
- voorafgaandelijk en gratis aan de borg en, desgevallend, aan de steller van een persoonlijke zekerheid een exemplaar van (...) het kredietcontract te overhandigen (Art. 34 lid 1 WCK)
- de borg en, desgevallend, de steller van een persoonlijke zekerheid in kennis te stellen van de totstandkoming van de kredietovereenkomst, alsmede hem voorafgaandelijk op de hoogte
te stellen van elke wijziging van deze overeenkomst (art. 34 lid 2 WCK).
De borg en, desgevallend, de steller van een persoonlijke zekerheid worden vrijgesteld van elke verplichting indien zij niet overeenkomstig artikel 34, eerste lid, voorafgaandelijk een exemplaar van (...) het kredietcontract hebben ontvangen (art. 97 WCK).
d. Gekwalificeerde benadeling, rechtsmisbruik, ongeoorloofde oorzaak e.d.m.!
De borgtocht
kan vernietigd worden op grond van gekwalificeerde benadeling wanneer de nadelige borgtochtovereenkomst verkregen is door misbruik van omstandigheden. Dergelijk misbruik wordt wel eens aanvaard wanneer de
kredietverlener krediet verleent aan een
hoofdschuldenaar waarvan
hij zeker weet dat deze het nooit zal kunnen afbetalen. Indien er geen misbruik was, en de borg dus willens en wetens zich borg heeft gesteld, dan is de borgstelling geldig
14. Dit is anders in Consumentenkrediet, gezien art. 15 van de WCK. Ook de
niet-professionele borg zelf zou zich daarop kunnen beroepen, indien de kredietverlener redelijkerwijze moest aannemene dat de borg-consument niet in staat zal zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de (borgtocht)overeenkomst, na te komen.
Dit komt volgens mij er op neer dat de echtgenoot als niet-professionele borg zelf zou zich daarop kunnen beroepen.
Is dit een eerder onderzochte benadering?
Is dit een alternatief voor het HUURKOOP dilema?
Opmerkelijk hoe dit in Duitsland is bepaald.
Vgl. het arrest van het Duitse Bundesverfassungsgericht van 19 oktober 199315: het Hof oordeelde dat het ongeoorloofd is een borgtocht te bedingen van een familielid van de schuldenaar wanneer men weet dat de borg onmogelijk de schuld kan voldoen, in casu zelfs
niet in staat is de interest te betalen, aangezien dit het recht op een menswaardig leven in het gedrang brengt (Existenzgefährdung). Verdere rechtspraak leidt ertoe dat borgtocht naar Duits
recht ongeoorloofd is bij een “structureel onevenwicht”, tenzij het familielid een economisch belang heeft bij de kredietverschaffing aan de hoofdschuldenaar.
Mogelijke modaliteiten
De borgtocht kunnen ook op zichzelf aan modaliteiten onderworpen zijn (voorwaarden e.d.).
Het accessoir karakter doet daar niets aan af.
Zo bv. kan de borgtocht beperkt zijn tot een bepaalde termijn. Bij borgstelling voor overeenkomsten van consumentenkrediet gesloten voor een onbepaalde duur kan door de
kredietgever slechts een borgtocht of een persoonlijke zekerheid worden gevraagd voor een
periode van vijf jaar. Deze periode kan slechts hernieuwd worden bij afloop en met het uitdrukkelijk goedvinden van de borg of de persoon die een persoonlijke zekerheid heeft gesteld (art. 34 lid 3 WCK, in werking 01-01-2004).
2. «!Oorzaak!» van de borgtocht - (ir)relevantie van de dekkingsverhouding / abstractie
De “oorzaak” van de verbintenis is te vinden in de verhouding tussen de borg en de hoofdschuldenaar, die dan ook dekkingsverhouding wordt genoemd.
De rechtsverhouding tussen hoofdschuldenaar en borg gaat de schuldeiser niet aan; zij is voor hem een ‘res inter alios acta’.
M.a.w. Dexia mag de borg (echtgenoot) niet aanspreken op de rechtsverhouding.
2° Informatieplicht onder de Wet Consumentenkrediet
Hier geldt een meer afdoende bescherming die bijdraagt tot een betere informatieplicht zowel bij het aangaan (zie hoger) als tijdens de uitvoering van de overeenkomst. Deze laatste heeft dan zowel betrekking op de toename van de schulden waartoe men gehouden is (a) als op de betalingsachterstand door de hoofdschuldenaar (b).
a)!!Art. 34 lid 2 “De kredietgever dient de borg en, desgevallend, de steller van een persoonlijke zekerheid (...) voorafgaandelijk op de hoogte te stellen van elke wijziging van deze overeenkomst.” Iedere verhoging van het bedrag waartoe de borg gehouden is, behoeft
het akkoord van de borg. Bijgevolg is een clausule waarin is bepaald dat de borg gehouden blijft, ongeacht de wijzigingen die aangebracht worden aan het bedrag en de modaliteiten van het krediet, nietig51.
Lees ik hier nu dat Dexia degene die zij naast de leasee aansprakelijk stellen (echtgenoot of borgsteller) om toestemming hadden moeten vragen op moment dat er een grote wijziging kwam in de schuld omvang?