Geen cent te veel!
Diverse organisaties in het Midden- en Kleinbedrijf hebben in september 2004 besloten over te gaan tot afronding van eindbedragen op 5 eurocent. Concreet betekent dit dat bedragen die op 1 of 2 cent eindigen worden afgerond naar 0 en bedragen die op 3 of 4 cent eindigen naar 5 cent.
Van een aantal kanten is ons gevraagd of dit nu zomaar mocht. Het antwoord op die vraag is: neen, het mag wel maar niet zomaar.
Voor de invoering van de euro kende ons burgerlijk wetboek een speciaal artikel 6:113 BW dat bij contante betaling in Nederlands geld alle bedragen mochten worden afgerond naar het dichtst bij gelegen veelvoud van 5 cent (let wel gulden cent) Dit artikel is in 1978 ingevoerd ter gelegenheid van de afschaffing van de cent. Bij de invoering van de euro is de Nederlandse wetgeving aangepast op het verdwijnen van de gulden en de komst van de euro, dit is gebeurd met de zogenaamde "euro-veegwet". In deze wet is artikel 6:113 BW uitdrukkelijk ingetrokken. De wettelijke basis voor de afronding is daarmee vervallen en nadien niet teruggekomen. Het is dan ook bepaald niet zo dat afronding moet, zoals voor de euro. In de praktijk blijkt dat niet alle bedrijven de afronding toepassen.
Artikel 6:112 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een geldschuld betaald mag worden in een op het moment van betaling gangbare geldsoort. Uit de memorie van toelichting blijkt dat alle wettelijke betaalmiddelen ongeacht specie (dat is soort munt) of coupure (dat is soort bank biljet) aangemerkt worden als gangbaar geld.
Er is dus
geen wettelijke basis voor afronding van eurobedragen. Dit neemt echter niet weg dat partijen af mogen spreken bedragen op 5 cent af te ronden. Zo'n afspraak kan per keer worden gemaakt, bijvoorbeeld: "laat maar zitten", maar ook door algemene voorwaarden.
Voor het hanteren van algemene voorwaarden door een bedrijf is echter wel nodig dat deze voorwaarden
voor of uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst kenbaar worden gemaakt. De klant moet voordat hij aan die voorwaarden gebonden is nog neen kunnen zeggen.
Concreet betekent dit
dat winkeliers die hun prijzen willen afronden dit duidelijk kenbaar moeten maken, bij voorkeur voordat de overeenkomst is gesloten. Een duidelijke vermelding van dit beleid op de toegangsdeur van de winkel is voldoende. Over de vraag of een mededeling bij de kassa ook voldoende is valt te discussiëren. Bij girale betaling, pin, chip en creditkaart daaronder begrepen vindt geen afronding plaats.
De munten van 1 en 2 cent zijn en blijven echter wettig betaalmiddel en daarmee ook gangbaar geld in de zin van artikel 6:112 BW. Elke winkelier is dus
verplicht om de betreffende munten te aanvaarden als betaling.
Artikel 6:112 BW dat bepaalt dat een geldschuld voldaan kan worden in gangbaar geld is niet absoluut, uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat hierop uitzondering zijn toegelaten. Met name bij grote bedragen waar een veiligheidsrisico bestaat kan contante betaling strijdig zijn met de redelijkheid en billijkheid. Op basis van deze uitzondering is het niet onredelijk dat sommige ondernemers te voren aangeven dat zij geen biljetten van € 500,= of € 200,= accepteren. Die zelfde redelijkheid en billijkheid staat er aan in de weg dat grote bedragen met kleine munten worden betaald. Betalingen met 10 tot 20 munten (van welke specie ook) kunnen echter bezwaarlijk als strijdig met de redelijkheid en billijkheid worden gezien. Men kan dus gewoon met euro centen blijven betalen.
Bron:
http://www.vanschaikcs.nl/afronden.htm
PS: Beste Radar, Ik vind het prima als jullie een woordfilter inbouwen, maar zorg er dan wel voor, svp, dat een woord als c o n c r e e t gewoon afgebeeld wordt, en niet met sterretjes bedekt omdat er een r**t in voorkomt.