LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd. |
[ archief ] Voer fabrieken
Re: Voer fabrieken
Dream on, Kef. Luister jij maar goed naar het voedingsadvies van een DA. Je goed recht, maar weet wel dat in de gehele studie maar 2% aan voedingsleer gewijd wordt. Een gem. DA laat zich vooral leiden door wat de commercie aanbiedt.
Kies jij voor je geliefde brok, maar verkondig niet dat het beter is dan KVV of barfen. Want helaas, dat is het niet.....
Kies jij voor je geliefde brok, maar verkondig niet dat het beter is dan KVV of barfen. Want helaas, dat is het niet.....
Re: Voer fabrieken
Ik droom niet Ik gebruik mijn verstand. Er lopen al genoeg geitenwollen sokken die van alles afkraken wat gewoon goed is. En dat dierenartsen niets van voeding af weten. Zij vegen de vloer aan met al die onzin praat. 2% van de studie. Bij een HBO studie en hoger zijn de meeste vakken nog minder dan 2% van de studie. Dat geeft al aan hoe zwaar de opleiding dierenarts is.
Dacht je dat een huisarts meer voedingsleer heeft als vak. Nee. Hij leert net als een dierenarts. Hoe herken je als je patient ziek is, door een allergie of foute eetgewoonte. Net als mijn dierenarts. Mijn hond bleef te mager. Was super actief. Tijdens een controle lette mijn dierarts goed op.
Mijn hond had een nier probleem. Maar dat was alles behalve zichtbaar. Door de dikke vacht is het hyeel moeilijk te zien. Was te actief voor een nierontsteking. Maar door samen ons verstand te gebruiken is het op tijd via medicatie verholpen.
Had niks met voeding te maken. Gewoon een bacterie opgelopen. Kan ook via een hondenbrok of viese dingen die zij in het bos vinden. Hij mag alles weer eten.
Dierenartsen zij er om dieren beter te maken en je te helpen om je dier gezond te houden. Zij adviseren echt het beste voor je hond. Maar soms adviseren zij wat je als honden eigenaar wil horen. Als het niet slecht is voor je hond. Het Barf is prima niets mis mee. Mijn andere hond eet alleen maar rauw vlees met brokken en groente. Maar de ander eet gewoon brokken.
Men beoordeelt de dierenarts niet op prestatie. Is hij vriendelijk ja. Dan is hij goed. Ik heb het wel meegemaakt. Twee mutsen en een herder. Mevrouw u verzorgt uw hond echt waardeloos. Zij werden boos. De hond kreeg dagelijks snoepgoed als marsepein etc. Was heel zwaar. Gewoon zielig. Vertel hun maar gebruik Barf. Gaat niet lukken.
+/- 80% van de hondenbezitters weten niets van honden af. Dat houd dus in dat deze groep niet met barf om kan gaan. Voor hun is barfen echt slecht. Straks geven zij rauw varken aan de hond of koken de botten omdat zij niet goed lezen. Laat hun brokken voeren. De dierenartsen adviseren dat niet voor niets.
Maar jij gaat uit van al die mooie studi namen. is voor mij net als Pietje Puk. Ik heb wel die en die studie gedaan. Boekjes praat. LOI. Het wordt tijd dat men eens luisterd naar de echte vakmensen. En niet naar status babbels.
Even later is er wel weer een ander onderzoek die Barf weer afraden. net als die onzin dieeten.
Maar zoals al merkt ik kraak barf niet, maar ook de hondenbrok niet. Nu ga ik geitenwolle sokken kopen met een gat er in.
Barf ze.
Dacht je dat een huisarts meer voedingsleer heeft als vak. Nee. Hij leert net als een dierenarts. Hoe herken je als je patient ziek is, door een allergie of foute eetgewoonte. Net als mijn dierenarts. Mijn hond bleef te mager. Was super actief. Tijdens een controle lette mijn dierarts goed op.
Mijn hond had een nier probleem. Maar dat was alles behalve zichtbaar. Door de dikke vacht is het hyeel moeilijk te zien. Was te actief voor een nierontsteking. Maar door samen ons verstand te gebruiken is het op tijd via medicatie verholpen.
Had niks met voeding te maken. Gewoon een bacterie opgelopen. Kan ook via een hondenbrok of viese dingen die zij in het bos vinden. Hij mag alles weer eten.
Dierenartsen zij er om dieren beter te maken en je te helpen om je dier gezond te houden. Zij adviseren echt het beste voor je hond. Maar soms adviseren zij wat je als honden eigenaar wil horen. Als het niet slecht is voor je hond. Het Barf is prima niets mis mee. Mijn andere hond eet alleen maar rauw vlees met brokken en groente. Maar de ander eet gewoon brokken.
Men beoordeelt de dierenarts niet op prestatie. Is hij vriendelijk ja. Dan is hij goed. Ik heb het wel meegemaakt. Twee mutsen en een herder. Mevrouw u verzorgt uw hond echt waardeloos. Zij werden boos. De hond kreeg dagelijks snoepgoed als marsepein etc. Was heel zwaar. Gewoon zielig. Vertel hun maar gebruik Barf. Gaat niet lukken.
+/- 80% van de hondenbezitters weten niets van honden af. Dat houd dus in dat deze groep niet met barf om kan gaan. Voor hun is barfen echt slecht. Straks geven zij rauw varken aan de hond of koken de botten omdat zij niet goed lezen. Laat hun brokken voeren. De dierenartsen adviseren dat niet voor niets.
Maar jij gaat uit van al die mooie studi namen. is voor mij net als Pietje Puk. Ik heb wel die en die studie gedaan. Boekjes praat. LOI. Het wordt tijd dat men eens luisterd naar de echte vakmensen. En niet naar status babbels.
Even later is er wel weer een ander onderzoek die Barf weer afraden. net als die onzin dieeten.
Maar zoals al merkt ik kraak barf niet, maar ook de hondenbrok niet. Nu ga ik geitenwolle sokken kopen met een gat er in.
Barf ze.
Re: Voer fabrieken
Neenee, over de verdere kunde van een DA zul je mij niet horen. Maar van voedingsleer hebben ze echt geen kaas gegeten. Dit zijn praktijkfeiten, zuig ik niet uit mijn duim.
Ook ik gebruik mijn verstand en dat is redelijk gezond te noemen, zie het aan mijn honden. Die varen er wel bij en daar gaat het om. De barftheorie verdient op dit moment wel iets meer status dan de LOI, maar dat terzijde.
En je hebt gelijk, voor de leken onder ons die zich niet verder willen verdiepen in goede voeding, is dan die brok de beste optie. Absoluut! Maar kies dan wel een eerlijke brok zonder chemische toevoegingen.
Tot nog toe is het de commerciële grootgrutter die barf afraadt. Heb wel een klein vermoeden waarom.
Koop je wel sokken met 2 zweetgaten..... die hebben een in- en een uitgang!
Brokse!
Ook ik gebruik mijn verstand en dat is redelijk gezond te noemen, zie het aan mijn honden. Die varen er wel bij en daar gaat het om. De barftheorie verdient op dit moment wel iets meer status dan de LOI, maar dat terzijde.
En je hebt gelijk, voor de leken onder ons die zich niet verder willen verdiepen in goede voeding, is dan die brok de beste optie. Absoluut! Maar kies dan wel een eerlijke brok zonder chemische toevoegingen.
Tot nog toe is het de commerciële grootgrutter die barf afraadt. Heb wel een klein vermoeden waarom.
Koop je wel sokken met 2 zweetgaten..... die hebben een in- en een uitgang!
Brokse!
Re: Voer fabrieken
Omdat mijn dierenarts het te druk heeft met zijn taken, het gezond houden en het gezond krijgen van dieren, heeft zijn assistente een opleiding voor voedingsdeskundige gevolgd en heeft haar diploma ervoor.
Vaak zijn de assistentes degene die zich hierin verdiepen.
Mijn dierenarts heeft ook verschillende soorten voer in het schap staan
en ik ga er van uit dat ze daarom onafhanklijk zijn en niet speciaal een bepaald merk gaan promoten.
Toen ik met mijn hond bij hun was heb ik een goed en geloofwaardig advies gekregen.
Ze hebben hils geadviseerd, omdat ze daar ook speciale dieetvoeders van hebben die bij alle mogelijke ziekten kunnen ondersteunen. Als je voor je gezonde hond hils voert, dan kun je als er ooit problemen zijn zo overstappen op een dieetvoer, zonder dat het een tijd duurt voordat de hond gewend is aan zijn nieuwe voer.
Nu lees ik steeds dat er giftige stoffen inzitten. Maar dat kan ik niet terug vinden op het pak. Welke stoffen moeten dat dan zijn?
Vaak zijn de assistentes degene die zich hierin verdiepen.
Mijn dierenarts heeft ook verschillende soorten voer in het schap staan
en ik ga er van uit dat ze daarom onafhanklijk zijn en niet speciaal een bepaald merk gaan promoten.
Toen ik met mijn hond bij hun was heb ik een goed en geloofwaardig advies gekregen.
Ze hebben hils geadviseerd, omdat ze daar ook speciale dieetvoeders van hebben die bij alle mogelijke ziekten kunnen ondersteunen. Als je voor je gezonde hond hils voert, dan kun je als er ooit problemen zijn zo overstappen op een dieetvoer, zonder dat het een tijd duurt voordat de hond gewend is aan zijn nieuwe voer.
Nu lees ik steeds dat er giftige stoffen inzitten. Maar dat kan ik niet terug vinden op het pak. Welke stoffen moeten dat dan zijn?
Re: Voer fabrieken
In hoofdzaak Ethoxyquine(EQ)/BHT/BHA om het vet lekker ranzig te houden, waardoor de houdbaarheid langer gegarandeerd wordt.
Ik zal wat stukjes plaatsen en trek daar je conclusies uit.
Ignit Bekken: onderzoek brokvoer
1. BROKKEN EN BLIKVOER
INLEIDING
Het beste van de kip, biefstuk, verse graansoorten en alle gezonde voeding die je hond of kat nodig heeft: dit is wat de fabrikanten van dierenvoeding ons voorschotelen in hun reclame boodschappen in de tijdschriften en op de televisie. Dit is wat de dierenvoedingsindustrie die goed is voor 10 biljoen US$ per jaar, ons wil doen geloven wanneer we hun product kopen.
Het doel van deze reportage is om na te gaan wat het verschil is tussen wat wij, de kopers, denken te kopen en wat we nou eigenlijk precies mee naar huis nemen om aan onze huisdieren te geven. Dit verslag is hoofdzakelijk gericht op de vooraanstaande merken – de merken die massaal geproduceerd en geleverd worden aan de diverse voedselketens en supermarkten – maar helaas zijn er ook minder bekende en gerespecteerde fabrikanten die zich schuldig maken aan dezelfde praktijken.
Wat de meeste mensen zich niet realiseren, is dat de diervoedingsindustrie een verlengstuk is van de industrie die zich bezig houdt met de voeding voor mensen. Het maken van dierenvoeding is een uitstekende gelegenheid om slachtafval en graan- en tarwe-producten die afgekeurd zijn voor menselijke consumptie, om te zetten in klinkende munten. Bij het slachtafval vinden we tongen met klieren en zieke en verkankerde stukken vlees. Bij de ‘whole grains’, hele granen, zijn de schillen verwijderd en is de olie er al uitgeperst – meestal met chemische middelen – om plantaardige olie te produceren; of het zijn bij elkaar geschraapte en geveegde schillen en afvalproducten die in de molen op de vloer gevallen zijn. De hele granen die men gebruikt, zijn afgekeurd voor menselijke consumptie vanwege gistvorming, de aanwezigheid van ziektekiemen of de gevolgen van verkeerde opslagmethodes.
In de Verenigde Staten zijn vier van de vijf grote fabrikanten van brokken voor huisdieren dochtermaatschappijen van de grootste internationale voedingsproducenten:
§ Colgate-Palmolive - Hill Science Diet Pet Food,
§ Heinz - 9 lives, Amore, Gravy Train, Kibbles n Bits, Recipe, Vets,
§ Nestle -Alpo, Fancy Feast, Friskies, Mighty Dog en
§ Mars -Kal Kan, Mealtime, Pedigree, Sheba.
Een industrie die voedsel produceert voor mensen en daarnaast voor huisdieren - een ideale combinatie. De multinationals hebben de markt, waar ze munt kunnen slaan uit de eigen afvallen, volledig onder hun eigen controle, en de fabrikanten hebben hun eigen ‘betrouwbare’ bron voor de afvalproducten.
Er zijn honderden verschillende merken honden- en kattenvoer. Veel van deze voeders zijn qua samenstelling praktisch hetzelfde, maar dit betekent uiteraard niet, dat alle fabrikanten gebruik maken van kwalitatief laagstaande en daarnaast ziekteverwekkende ingrediënten. Er zijn veel producenten, en met name kleine familiebedrijven, die er al tientallen jaren in geslaagd zijn om veilige en voedzame producten te maken.
DE GRONDSTOFFEN
Hoewel de prijs van de zak brokken niet altijd aangeeft of hetgeen je zou willen kopen goed of slecht is, is het toch wel vaak een indicatie van de kwaliteit van hetgeen zich in de zak bevindt.. Een fabrikant die een zak brokken van 20 kilo verkoopt voor 10 Euro kan onmogelijk eiwitten en granen van goede kwaliteit verwerken in zijn product. De inkoopwaarde van kwalitatief goede grondstoffen zou veel hoger liggen dan de verkoopprijs van het eindproduct.
De eiwitten die men gebruikt voor de productie van de brokken komen van verschillende bronnen. Wanneer koeien, varkens, kippen, schapen of wat voor dieren dan ook geslacht worden, wordt het spiervlees weggesneden van de botten. Dat is voor menselijke consumptie. Wat er daarna overblijft – botten, bloed, gezwellen, ingewanden, gewrichten en pezen en alles wat mensen niet eten – wordt gebruikt voor dierenvoeding. Dit ‘alles wat mensen niet eten’ wordt meestal vermeld als ‘by-products’, bijproducten, op het etiket van de verpakking. De meeste etiketten geven wel een lijst met grondstoffen, maar de brokjesmaker verzuimt om te vermelden waar ze vandaan komen.
Het Pet Food Institute – de handelsvereniging van de diervoederindustrie in de USA – ziet het gebruik van ‘by-products’ in de brokken als een aanvullende bron van inkomsten voor de vleesverwerkende industrie en de boeren: "De aankoop en verwerking van deze grondstoffen voorziet niet alleen in de behoefte aan hoogwaardige voeding voor huisdieren tegen een redelijke prijs, maar is daarnaast een belangrijke bron van inkomsten voor de Amerikaanse boeren en de verwerkers van vlees, kip en vis voor de menselijke consumptie."
Veel van deze restanten zijn onverteerbaar en de voedingswaarde voor onze huisdieren is op zijn minst twijfelachtig. De voedingstoffen in het voer, die afkomstig zijn van de afvalproducten van vlees, meelsoorten en verteerbare stoffen kunnen verschillen per bereiding. James Morris en Quinton Rogers, twee professoren van The Department of Molecular Biosciences, The University of California, Davis Veterinary School of Medicine, maakten de volgende opmerking: "Er is zo goed als geen informatie beschikbaar over wat men precies gebruikt als voedingstoffen voor huisdieren en wat de staat is van de grondstoffen die aangekocht worden. Meestal zijn het afvalproducten uit de vlees-, kip- en visverwerkende industrie die behoorlijk kunnen verschillen qua samenstelling en voedingswaarde. Dat men voldaan heeft aan de normen van de AAFCO (Association of American Feed Control Officials) is helaas geen enkele garantie dat het voer de opgegeven voedingswaarden bezit. Dit zal pas mogelijk zijn wanneer men de gebruikte grondstoffen analyseert en vervolgens de verschillende waarden aan elkaar koppelt."
Een andere vleesbron die nooit vermeld wordt op de verpakking zijn honden en katten. In 1990 is een uitgebreide reportage verschenen in de San Fransisco Chronicle over het gebruik van zogenaamde ‘4D animals’ (dead, diseased, disabled, destroyed). Dit werd en wordt nog steeds hardnekkig ontkend door de diervoedingsindustrie, maar de Amerikaanse Veterinaire Medische Organisatie heeft wel bevestigd dat dit gebeurt. Eiwitten zijn eiwitten wanneer de bron eenmaal verwerkt is en de analyse plaats vindt volgens de standaard methode.
Wat is verwerken?
Verwerken is volgens Kramers’ Woordenboek:
1) bij de vervaardiging gebruiken, en
2) omwerken.
Wat zou het gevolg kunnen zijn voor onze huisdieren na het eten van dergelijke voedingsmiddelen? Er zijn dierenartsen die stellen, dat het voeren van slachtafval aan huisdieren de kans op kanker en andere slopende ziektes vergroot. Het is een bewezen feit dat de methodes om de dode dieren te koken, zoals die gebruikt worden door de verwerkers niet voldoende zijn om de groeihormonen die gebruikt worden voor het opkweken van slachtdieren, en de medicijnen die gebruikt worden om dieren af te maken, te vernietigen.
DIERLIJKE VETTEN EN KIPPENVET
Heb je bij het openmaken van een nieuwe zak brokken wel eens die opmerkelijke, scherpe geur geroken – de geur van oude bakolie, inclusief het verschaalde aroma van hetgeen erin gebakken is? Heb je ook wel eens gemerkt, dat deze geur aan je hond zit? Wat zou de bron kunnen zijn van die overweldigende geur? Het is geraffineerd dierlijk vet, keuken afval en andere afgekeurde oliën.
De afgelopen 15 jaar (noot Ignit: voorafgaande aan het jaar 1996) zijn restanten van langdurig gebruikte bakolie uit restaurants en snack bars een belangrijke grondstof geweest wat betreft dierlijke vetten in de voeding voor huisdieren. Dit vet wordt vaak bewaard in tonnen met een inhoud van 200 liter, waarbij geen enkele rekening gehouden wordt met het toekomstige gebruik ervan. Wanneer je in de USA uit gaat eten, neem dan eens een kijkje achter het restaurant waar de tonnen staan met de naam van de verwerker er op vermeld. Zeker weten dat er minstens eentje staat. De verwerker komt af en toe langs om het ranzige vet uit de ton te halen en daarna wordt het gemengd met de inhoud van alle andere tonnen die geleegd zijn, en vervolgens gestabiliseerd met krachtige oxidatie remmers om verder bederf te voorkomen. Het eindproduct wordt verkocht aan producenten van diervoeders.
Deze vetten worden over de gedroogde brokken gesproeid om het product aantrekkelijker te maken. Deze vetten worden tevens gebruikt als bindmiddel nadat men er chemische smaakstoffen aan toegevoegd heeft. De voedingsdeskundigen van de hondenbrokken fabrikanten hebben namelijk ontdekt dat de meeste dieren dol zijn op de smaak van deze vetten. De producenten van diervoeders zijn ware meesters wanneer het gaat om je hond of kat iets te laten eten, waar hij gewoonlijk zijn neus voor zou optrekken.
GRAAN, SOYA, PINDADOPPEN EN ANDERE PLANTAARDIGE VETTEN
In de afgelopen jaren is het gebruik van graanproducten in dierenvoeding enorm toegenomen. Vroeger gebruikte de brokkenfabrikant het als vulmiddel, maar tegenwoordig is het percentage graanproducten, dat verwerkt wordt tot voeding van huisdieren, behoorlijk hoog.
In hoeverre het lichaam in staat is om de voedingsstoffen van de diverse graanproducten op te nemen, hangt af van de verteerbaarheid ervan. Welke koolhydraten zitten er in en hoeveel: dit is wat bepaalt of de hond of de kat in staat is om de aanwezige voedingsstoffen ook daadwerkelijk op te nemen. Honden en katten zijn bijvoorbeeld in staat om de koolhydraten van witte rijst volledig op te nemen. Van andere graanproducten, zoals tarwe, bonen en havermout, is dit niet meer dan hooguit 80%. De voedingsstoffen van aardappelen en maïs kunnen minder goed opgenomen worden dan die van rijst. Koolhydraten die de hond en de kat niet kunnen verteren, gaan gisten in de darmen door de inwerking van bacteriën aldaar. Er worden echter ook ingrediënten verwerkt die absoluut onverteerbaar zijn voor honden en katten, zoals pindadoppen en sojahullen!
Bij de drie eerstgenoemde grondstoffen op het etiket van een zak voer zijn meestal twee graanproducten te vinden. Bij Pedigree Performance Food staan Gemalen maïs, Afvalproducten van kip en Maïsmeel als top drie ingrediënten. Bij 9 Lives Crunchy Meals voor katten zijn dat Gemalen gele maïs, Maïsmeel en Kip afval. Wanneer je bedenkt dat katten carnivoren zijn – vleeseters – vraag je jezelf af waarom men een product aanbiedt dat voornamelijk uit graan bestaat. Het antwoord is simpel: maïs afval is veel goedkoper dan vlees.
Purina O.N.E. Dog Formula vermeldt als eerste vier ingrediënten: kip, gemalen gele maïs, gemalen tarwe en maismeel - drie producten gebaseerd op graansoorten – en twee daarvan zijn hetzelfde.
Deze praktijk noemt men splitting. Wanneer twee ingrediënten die afkomstig zijn van dezelfde bron, afzonderlijk vermeld worden – zoals het geval is bij gemalen gele maïs en maïsmeel – dan lijkt het alsof er minder maïs is en meer kip, hoewel het aanwezige gewicht van maïs in de totale massa aanzienlijk hoger is.
In 1995 haalde Nature’s Recipe duizenden tonnen hondenvoer terug uit de winkels nadat de consumenten geklaagd hadden dat hun honden ziek werden, braakten, diarree kregen en hun eetlust verloren. Het verlies van Nature’s Recipe kwam dicht bij de 20 miljoen US$. Het probleem werd veroorzaakt door een giftige schimmel in de tarwe die gebruikt was voor het voer.
Deze "milde" soort veroorzaakte slechts braken, diarree en een verlies van eetlust, maar andere soorten kunnen de oorzaak zijn van gewichtsverlies, leverbeschadiging, verlamming en zelfs de dood. Naar aanleiding van dit incident ging de FDA (Food and Drug Administration) zich ermee bemoeien. Men kwam tot de conclusie dat de aanwezigheid van de vomitoxine in de hondenbrokken van Nature’s Recipe geen enkele bedreiging vormde voor de menselijke consumenten omdat "de graansoorten die gebruikt worden voor dierenvoeders niet van een goede kwaliteit zijn." Oftewel, de graanproducten die gebruikt worden voor het vervaardigen van diervoeders zijn niet geschikt voor menselijke consumptie en vormen daarom geen gevaar voor de gezondheid van de mens.
Soja is een grondstof die gebruikt wordt als vulmiddel in de huisdiervoedselindustrie. Men gebruikt het om ‘massa’ toe te voegen zodat een dier dat brokken eet waarin soja is verwerkt, sneller een vol gevoel krijgt. Terwijl het verband tussen soja en winderigheid bij sommige honden duidelijk is, schijnen anderen er wel bij te varen. In de vegetarische hondenvoeding wordt soja gebruikt als eiwitbron.
TOEVOEGINGEN EN CONSERVERINGSMIDDELEN
Aan de meeste hondenbrokken worden zaken toegevoegd om de stevigheid en het uiterlijk te verbeteren. Ze hebben geen enkele voedingswaarde en dienen o.a. om te voorkomen dat water en vet uit elkaar vallen. Antioxidanten voorkomen dat de vetten ranzig worden en houden bederf tegen. Toegevoegde kleur- en smaakstoffen maken het product aantrekkelijker voor de koper en zijn huisdier.
Hoeveel chemische toevoegingen kunnen worden aangetroffen in de voeding voor huisdieren? Tweederde van de brokken en brokjes die in de USA worden gefabriceerd worden, bevatten conserveringsmiddelen die door de producent worden toegevoegd. Van het resterende gedeelte bevat 90% ingrediënten die al bewerkt zijn met chemische conserveringsmiddelen. Zelfs de vitamine mengsels die gebruikt worden als toevoegingen aan het voer kunnen conserveringsmiddelen bevatten. Dit betekent dat je huisdier allerhande verschillende chemische conserveringsmiddelen krijgt, die zijn toegevoegd bij de verwerker, bij de producent en door de vitamines die zijn bijgemengd.
Het toevoegen van middelen om bederf tegen te gaan is al duizenden jaren oud en gebeurde vroeger met specerijen en natuurlijke conserveringsmiddelen. Gedurende de laatste 40 jaar is het aantal conserveringsmiddelen dat gebruikt wordt in de voedingsindustrie, enorm gestegen. Van niet meer dan 46% van de 8.600 erkende en toegestane toevoegingen is informatie bekend over mogelijke kwaadaardige gevolgen bij gebruik. Kankerverwekkende middelen zijn toegestaan wanneer zij gebruikt worden binnen de zogenaamde veilige marge, maar er heeft nooit onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid dat deze stoffen in het lichaam blijven en dat ophoping ervan een gevaar voor de gezondheid kan betekenen.
Ethoxyquine(EQ) bijvoorbeeld werd in de lever en de nieren van honden gevonden, nadat zij gedurende lange tijd, maanden, deze stoffen niet meer binnen hadden gekregen. Vanaf 31 juli 1997 heeft het FDA Centre for Veterinary Medicine het toegestane gebruik ervan gehalveerd.
Volgens de wet moeten studies verricht worden naar de directe giftigheid van al deze middelen, maar er wordt bijna geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van combinaties van deze middelen en hun uitwerking op elkaar, nadat ze in het spijsverteringsstelsel zijn gekomen.
Bij de drie veelvuldig gebruikte conserveringsmiddelen BHA, BHT en EQ is bekend en bewezen dat zij een synergetisch effect hebben, dat kan leiden tot het ontstaan van bepaalde vormen van kanker.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
Ik zal wat stukjes plaatsen en trek daar je conclusies uit.
Ignit Bekken: onderzoek brokvoer
1. BROKKEN EN BLIKVOER
INLEIDING
Het beste van de kip, biefstuk, verse graansoorten en alle gezonde voeding die je hond of kat nodig heeft: dit is wat de fabrikanten van dierenvoeding ons voorschotelen in hun reclame boodschappen in de tijdschriften en op de televisie. Dit is wat de dierenvoedingsindustrie die goed is voor 10 biljoen US$ per jaar, ons wil doen geloven wanneer we hun product kopen.
Het doel van deze reportage is om na te gaan wat het verschil is tussen wat wij, de kopers, denken te kopen en wat we nou eigenlijk precies mee naar huis nemen om aan onze huisdieren te geven. Dit verslag is hoofdzakelijk gericht op de vooraanstaande merken – de merken die massaal geproduceerd en geleverd worden aan de diverse voedselketens en supermarkten – maar helaas zijn er ook minder bekende en gerespecteerde fabrikanten die zich schuldig maken aan dezelfde praktijken.
Wat de meeste mensen zich niet realiseren, is dat de diervoedingsindustrie een verlengstuk is van de industrie die zich bezig houdt met de voeding voor mensen. Het maken van dierenvoeding is een uitstekende gelegenheid om slachtafval en graan- en tarwe-producten die afgekeurd zijn voor menselijke consumptie, om te zetten in klinkende munten. Bij het slachtafval vinden we tongen met klieren en zieke en verkankerde stukken vlees. Bij de ‘whole grains’, hele granen, zijn de schillen verwijderd en is de olie er al uitgeperst – meestal met chemische middelen – om plantaardige olie te produceren; of het zijn bij elkaar geschraapte en geveegde schillen en afvalproducten die in de molen op de vloer gevallen zijn. De hele granen die men gebruikt, zijn afgekeurd voor menselijke consumptie vanwege gistvorming, de aanwezigheid van ziektekiemen of de gevolgen van verkeerde opslagmethodes.
In de Verenigde Staten zijn vier van de vijf grote fabrikanten van brokken voor huisdieren dochtermaatschappijen van de grootste internationale voedingsproducenten:
§ Colgate-Palmolive - Hill Science Diet Pet Food,
§ Heinz - 9 lives, Amore, Gravy Train, Kibbles n Bits, Recipe, Vets,
§ Nestle -Alpo, Fancy Feast, Friskies, Mighty Dog en
§ Mars -Kal Kan, Mealtime, Pedigree, Sheba.
Een industrie die voedsel produceert voor mensen en daarnaast voor huisdieren - een ideale combinatie. De multinationals hebben de markt, waar ze munt kunnen slaan uit de eigen afvallen, volledig onder hun eigen controle, en de fabrikanten hebben hun eigen ‘betrouwbare’ bron voor de afvalproducten.
Er zijn honderden verschillende merken honden- en kattenvoer. Veel van deze voeders zijn qua samenstelling praktisch hetzelfde, maar dit betekent uiteraard niet, dat alle fabrikanten gebruik maken van kwalitatief laagstaande en daarnaast ziekteverwekkende ingrediënten. Er zijn veel producenten, en met name kleine familiebedrijven, die er al tientallen jaren in geslaagd zijn om veilige en voedzame producten te maken.
DE GRONDSTOFFEN
Hoewel de prijs van de zak brokken niet altijd aangeeft of hetgeen je zou willen kopen goed of slecht is, is het toch wel vaak een indicatie van de kwaliteit van hetgeen zich in de zak bevindt.. Een fabrikant die een zak brokken van 20 kilo verkoopt voor 10 Euro kan onmogelijk eiwitten en granen van goede kwaliteit verwerken in zijn product. De inkoopwaarde van kwalitatief goede grondstoffen zou veel hoger liggen dan de verkoopprijs van het eindproduct.
De eiwitten die men gebruikt voor de productie van de brokken komen van verschillende bronnen. Wanneer koeien, varkens, kippen, schapen of wat voor dieren dan ook geslacht worden, wordt het spiervlees weggesneden van de botten. Dat is voor menselijke consumptie. Wat er daarna overblijft – botten, bloed, gezwellen, ingewanden, gewrichten en pezen en alles wat mensen niet eten – wordt gebruikt voor dierenvoeding. Dit ‘alles wat mensen niet eten’ wordt meestal vermeld als ‘by-products’, bijproducten, op het etiket van de verpakking. De meeste etiketten geven wel een lijst met grondstoffen, maar de brokjesmaker verzuimt om te vermelden waar ze vandaan komen.
Het Pet Food Institute – de handelsvereniging van de diervoederindustrie in de USA – ziet het gebruik van ‘by-products’ in de brokken als een aanvullende bron van inkomsten voor de vleesverwerkende industrie en de boeren: "De aankoop en verwerking van deze grondstoffen voorziet niet alleen in de behoefte aan hoogwaardige voeding voor huisdieren tegen een redelijke prijs, maar is daarnaast een belangrijke bron van inkomsten voor de Amerikaanse boeren en de verwerkers van vlees, kip en vis voor de menselijke consumptie."
Veel van deze restanten zijn onverteerbaar en de voedingswaarde voor onze huisdieren is op zijn minst twijfelachtig. De voedingstoffen in het voer, die afkomstig zijn van de afvalproducten van vlees, meelsoorten en verteerbare stoffen kunnen verschillen per bereiding. James Morris en Quinton Rogers, twee professoren van The Department of Molecular Biosciences, The University of California, Davis Veterinary School of Medicine, maakten de volgende opmerking: "Er is zo goed als geen informatie beschikbaar over wat men precies gebruikt als voedingstoffen voor huisdieren en wat de staat is van de grondstoffen die aangekocht worden. Meestal zijn het afvalproducten uit de vlees-, kip- en visverwerkende industrie die behoorlijk kunnen verschillen qua samenstelling en voedingswaarde. Dat men voldaan heeft aan de normen van de AAFCO (Association of American Feed Control Officials) is helaas geen enkele garantie dat het voer de opgegeven voedingswaarden bezit. Dit zal pas mogelijk zijn wanneer men de gebruikte grondstoffen analyseert en vervolgens de verschillende waarden aan elkaar koppelt."
Een andere vleesbron die nooit vermeld wordt op de verpakking zijn honden en katten. In 1990 is een uitgebreide reportage verschenen in de San Fransisco Chronicle over het gebruik van zogenaamde ‘4D animals’ (dead, diseased, disabled, destroyed). Dit werd en wordt nog steeds hardnekkig ontkend door de diervoedingsindustrie, maar de Amerikaanse Veterinaire Medische Organisatie heeft wel bevestigd dat dit gebeurt. Eiwitten zijn eiwitten wanneer de bron eenmaal verwerkt is en de analyse plaats vindt volgens de standaard methode.
Wat is verwerken?
Verwerken is volgens Kramers’ Woordenboek:
1) bij de vervaardiging gebruiken, en
2) omwerken.
Wat zou het gevolg kunnen zijn voor onze huisdieren na het eten van dergelijke voedingsmiddelen? Er zijn dierenartsen die stellen, dat het voeren van slachtafval aan huisdieren de kans op kanker en andere slopende ziektes vergroot. Het is een bewezen feit dat de methodes om de dode dieren te koken, zoals die gebruikt worden door de verwerkers niet voldoende zijn om de groeihormonen die gebruikt worden voor het opkweken van slachtdieren, en de medicijnen die gebruikt worden om dieren af te maken, te vernietigen.
DIERLIJKE VETTEN EN KIPPENVET
Heb je bij het openmaken van een nieuwe zak brokken wel eens die opmerkelijke, scherpe geur geroken – de geur van oude bakolie, inclusief het verschaalde aroma van hetgeen erin gebakken is? Heb je ook wel eens gemerkt, dat deze geur aan je hond zit? Wat zou de bron kunnen zijn van die overweldigende geur? Het is geraffineerd dierlijk vet, keuken afval en andere afgekeurde oliën.
De afgelopen 15 jaar (noot Ignit: voorafgaande aan het jaar 1996) zijn restanten van langdurig gebruikte bakolie uit restaurants en snack bars een belangrijke grondstof geweest wat betreft dierlijke vetten in de voeding voor huisdieren. Dit vet wordt vaak bewaard in tonnen met een inhoud van 200 liter, waarbij geen enkele rekening gehouden wordt met het toekomstige gebruik ervan. Wanneer je in de USA uit gaat eten, neem dan eens een kijkje achter het restaurant waar de tonnen staan met de naam van de verwerker er op vermeld. Zeker weten dat er minstens eentje staat. De verwerker komt af en toe langs om het ranzige vet uit de ton te halen en daarna wordt het gemengd met de inhoud van alle andere tonnen die geleegd zijn, en vervolgens gestabiliseerd met krachtige oxidatie remmers om verder bederf te voorkomen. Het eindproduct wordt verkocht aan producenten van diervoeders.
Deze vetten worden over de gedroogde brokken gesproeid om het product aantrekkelijker te maken. Deze vetten worden tevens gebruikt als bindmiddel nadat men er chemische smaakstoffen aan toegevoegd heeft. De voedingsdeskundigen van de hondenbrokken fabrikanten hebben namelijk ontdekt dat de meeste dieren dol zijn op de smaak van deze vetten. De producenten van diervoeders zijn ware meesters wanneer het gaat om je hond of kat iets te laten eten, waar hij gewoonlijk zijn neus voor zou optrekken.
GRAAN, SOYA, PINDADOPPEN EN ANDERE PLANTAARDIGE VETTEN
In de afgelopen jaren is het gebruik van graanproducten in dierenvoeding enorm toegenomen. Vroeger gebruikte de brokkenfabrikant het als vulmiddel, maar tegenwoordig is het percentage graanproducten, dat verwerkt wordt tot voeding van huisdieren, behoorlijk hoog.
In hoeverre het lichaam in staat is om de voedingsstoffen van de diverse graanproducten op te nemen, hangt af van de verteerbaarheid ervan. Welke koolhydraten zitten er in en hoeveel: dit is wat bepaalt of de hond of de kat in staat is om de aanwezige voedingsstoffen ook daadwerkelijk op te nemen. Honden en katten zijn bijvoorbeeld in staat om de koolhydraten van witte rijst volledig op te nemen. Van andere graanproducten, zoals tarwe, bonen en havermout, is dit niet meer dan hooguit 80%. De voedingsstoffen van aardappelen en maïs kunnen minder goed opgenomen worden dan die van rijst. Koolhydraten die de hond en de kat niet kunnen verteren, gaan gisten in de darmen door de inwerking van bacteriën aldaar. Er worden echter ook ingrediënten verwerkt die absoluut onverteerbaar zijn voor honden en katten, zoals pindadoppen en sojahullen!
Bij de drie eerstgenoemde grondstoffen op het etiket van een zak voer zijn meestal twee graanproducten te vinden. Bij Pedigree Performance Food staan Gemalen maïs, Afvalproducten van kip en Maïsmeel als top drie ingrediënten. Bij 9 Lives Crunchy Meals voor katten zijn dat Gemalen gele maïs, Maïsmeel en Kip afval. Wanneer je bedenkt dat katten carnivoren zijn – vleeseters – vraag je jezelf af waarom men een product aanbiedt dat voornamelijk uit graan bestaat. Het antwoord is simpel: maïs afval is veel goedkoper dan vlees.
Purina O.N.E. Dog Formula vermeldt als eerste vier ingrediënten: kip, gemalen gele maïs, gemalen tarwe en maismeel - drie producten gebaseerd op graansoorten – en twee daarvan zijn hetzelfde.
Deze praktijk noemt men splitting. Wanneer twee ingrediënten die afkomstig zijn van dezelfde bron, afzonderlijk vermeld worden – zoals het geval is bij gemalen gele maïs en maïsmeel – dan lijkt het alsof er minder maïs is en meer kip, hoewel het aanwezige gewicht van maïs in de totale massa aanzienlijk hoger is.
In 1995 haalde Nature’s Recipe duizenden tonnen hondenvoer terug uit de winkels nadat de consumenten geklaagd hadden dat hun honden ziek werden, braakten, diarree kregen en hun eetlust verloren. Het verlies van Nature’s Recipe kwam dicht bij de 20 miljoen US$. Het probleem werd veroorzaakt door een giftige schimmel in de tarwe die gebruikt was voor het voer.
Deze "milde" soort veroorzaakte slechts braken, diarree en een verlies van eetlust, maar andere soorten kunnen de oorzaak zijn van gewichtsverlies, leverbeschadiging, verlamming en zelfs de dood. Naar aanleiding van dit incident ging de FDA (Food and Drug Administration) zich ermee bemoeien. Men kwam tot de conclusie dat de aanwezigheid van de vomitoxine in de hondenbrokken van Nature’s Recipe geen enkele bedreiging vormde voor de menselijke consumenten omdat "de graansoorten die gebruikt worden voor dierenvoeders niet van een goede kwaliteit zijn." Oftewel, de graanproducten die gebruikt worden voor het vervaardigen van diervoeders zijn niet geschikt voor menselijke consumptie en vormen daarom geen gevaar voor de gezondheid van de mens.
Soja is een grondstof die gebruikt wordt als vulmiddel in de huisdiervoedselindustrie. Men gebruikt het om ‘massa’ toe te voegen zodat een dier dat brokken eet waarin soja is verwerkt, sneller een vol gevoel krijgt. Terwijl het verband tussen soja en winderigheid bij sommige honden duidelijk is, schijnen anderen er wel bij te varen. In de vegetarische hondenvoeding wordt soja gebruikt als eiwitbron.
TOEVOEGINGEN EN CONSERVERINGSMIDDELEN
Aan de meeste hondenbrokken worden zaken toegevoegd om de stevigheid en het uiterlijk te verbeteren. Ze hebben geen enkele voedingswaarde en dienen o.a. om te voorkomen dat water en vet uit elkaar vallen. Antioxidanten voorkomen dat de vetten ranzig worden en houden bederf tegen. Toegevoegde kleur- en smaakstoffen maken het product aantrekkelijker voor de koper en zijn huisdier.
Hoeveel chemische toevoegingen kunnen worden aangetroffen in de voeding voor huisdieren? Tweederde van de brokken en brokjes die in de USA worden gefabriceerd worden, bevatten conserveringsmiddelen die door de producent worden toegevoegd. Van het resterende gedeelte bevat 90% ingrediënten die al bewerkt zijn met chemische conserveringsmiddelen. Zelfs de vitamine mengsels die gebruikt worden als toevoegingen aan het voer kunnen conserveringsmiddelen bevatten. Dit betekent dat je huisdier allerhande verschillende chemische conserveringsmiddelen krijgt, die zijn toegevoegd bij de verwerker, bij de producent en door de vitamines die zijn bijgemengd.
Het toevoegen van middelen om bederf tegen te gaan is al duizenden jaren oud en gebeurde vroeger met specerijen en natuurlijke conserveringsmiddelen. Gedurende de laatste 40 jaar is het aantal conserveringsmiddelen dat gebruikt wordt in de voedingsindustrie, enorm gestegen. Van niet meer dan 46% van de 8.600 erkende en toegestane toevoegingen is informatie bekend over mogelijke kwaadaardige gevolgen bij gebruik. Kankerverwekkende middelen zijn toegestaan wanneer zij gebruikt worden binnen de zogenaamde veilige marge, maar er heeft nooit onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid dat deze stoffen in het lichaam blijven en dat ophoping ervan een gevaar voor de gezondheid kan betekenen.
Ethoxyquine(EQ) bijvoorbeeld werd in de lever en de nieren van honden gevonden, nadat zij gedurende lange tijd, maanden, deze stoffen niet meer binnen hadden gekregen. Vanaf 31 juli 1997 heeft het FDA Centre for Veterinary Medicine het toegestane gebruik ervan gehalveerd.
Volgens de wet moeten studies verricht worden naar de directe giftigheid van al deze middelen, maar er wordt bijna geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van combinaties van deze middelen en hun uitwerking op elkaar, nadat ze in het spijsverteringsstelsel zijn gekomen.
Bij de drie veelvuldig gebruikte conserveringsmiddelen BHA, BHT en EQ is bekend en bewezen dat zij een synergetisch effect hebben, dat kan leiden tot het ontstaan van bepaalde vormen van kanker.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
Re: Voer fabrieken
Ignit Bekken;
2. HET PRODUCTIE PROCES
INLEIDING
Onderzoeken of een product voldoet aan de standaard voedingswaarden is niet meer verplicht, maar de meeste producenten doen wel een onderzoek naar de smakelijkheid ervan. De dieren worden gevoed in een rij, waarbij om en om het nieuwe voer en een gelijkwaardige brok gevoerd worden. De totale hoeveelheid die gegeten wordt is een graadmeter voor de smakelijkheid. De meeste producenten van hondenvoer hebben hun eigen honden voor dit doel.
Droogvoer wordt gemaakt met een machine die ‘expander’ genoemd wordt. Als eerste wordt het ruwe materiaal door elkaar gemengd volgens een recept dat door de nutritionist ontworpen is. Daarna gaat het in de expander en wordt er stoom of heet water aan toegevoegd. Het mengsel wordt gestoomd en verhit tot een temperatuur van 305 graden Fahrenheit, waarna de hele zaak in elkaar gedrukt wordt en uit de machine geperst in de verschillende vormpjes, die het uiterlijk van de uiteindelijke brok bepalen. Daarna wordt er gekookt onder hoge druk en met een hoge temperatuur en vervolgens worden de brokjes gedroogd gedurende 30 tot 45 minuten. Wanneer ze eenmaal droog zijn, worden ze besproeid met vetten om de smaak te verbeteren. Door het koken worden de bacteriën gedood, maar het is goed mogelijk dat het eindproduct niet meer steriel is door de opeenvolgende behandelingen van het drogen, het toevoegen van een vetmantel en het verpakkingsproces.
De grondstoffen van droogvoer en blikvoer zijn hetzelfde. Het verschil tussen beide is het vochtgehalte. Het productieproces van het blikvoer begint met het vermengen van de gemalen grondstoffen met de toevoegingen. Wanneer er ‘Chunks’ ( stukjes die op vlees lijken) nodig zijn, zorgt de expander daarvoor middels een aangepast vormpje bij het uitpersen. Daarna wordt het mengsel gekookt en ingeblikt. De verzegelde blikken worden vervolgens in een container geplaatst die op een grote stoomkoker lijkt en gesteriliseerd. Er zijn ook fabrikanten, die het voer koken nadat het al ingeblikt is.
WAT IS DE AAFCO
AAFCO staat voor Association of American Feed Control Officials. De AAFCO is opgericht om te fungeren als overlegorgaan tussen de diverse overheidsdiensten, waar de voorschriften en regels die betrekking hebben op de dierenvoedingsmiddelen en hun vervaardiging en samenstelling besproken en vastgelegd worden.
De samenstelling heeft echter een behoorlijke verandering ondergaan en vandaag de dag kan men zien aan de leden wie en wat zij zijn in de industrie. Dit is het resultaat van het privatiseringsbeleid van de diervoederindustrie van president Reagan in de tachtiger jaren. De industrie heeft deze gelegenheid aangegrepen en gebruikt om de AAFCO grotendeels over te nemen, hetgeen betekent dat de industrie zijn eigen voorschriften en regels maakt wanneer er voorstellen gedaan en aangenomen worden. En dat terwijl de AAFCO in principe een overheidsinstelling is en geen agentschap van de diervoedingsindustrie.
Een voorbeeld: in de ‘Official Publication 1994, Association of American Feed Control Officials’ is op pagina 304 een lijst te vinden met namen van personen, die zich bezig houden met de naamgeving op de etiketten van de verpakkingen. Van de zes personen zijn er vier afkomstig van de industrie: Ken Johannes, Hill’s Pet Products, Inc, Dan Chauslow, Westreco, Inc, Dave Bebiak, Ralston Purina Co, en Mark Finke, Alpo Petfoods, Inc.
Vanaf eind tachtiger jaren bemoeit de overheid zich niet meer met de samenstelling en de grondstoffen van diervoeders. Alles wordt overgelaten aan de AAFCO, ofwel de industrie zelf.
AAFCO DEFINITIES VAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN VOER
Er zijn drie soorten blikvoer.
Het ‘all meat’ product wordt door AAFCO omschreven als volgt:
"Wanneer een grondstof of mengsel van grondstoffen dat verkregen is uit dieren, gevogelte of vis, 95% of meer bevat van het totale gewicht van alle ingrediënten van een hondenvoer, dan mag de naam van deze grondstof(fen) deel uitmaken van de naam van het product. Mocht het zo zijn dat er meer dan één grondstof deel uitmaakt van zo een product, dan moeten alle namen vermeld worden in dezelfde grootte, stijl en kleur op het etiket. Voor de duidelijkheid van deze bepaling wordt het water dat benodigd is om het product te vervaardigen buiten beschouwing gelaten wanneer het percentage van de genoemde ingrediënten berekend wordt. Echter, het betreffende product moet tenminste 70% van de genoemde grondstoffen bevatten."
Het ‘dinner’ product wordt omschreven als
"Wanneer een grondstof of combinatie van grondstoffen minstens 25% en niet meer dan 95% uitmaakt van het totale gewicht van een voedingsmengsel voor katten of honden, mag de naam van de grondstof of combinatie van grondstoffen deel uitmaken van de naam van het product wanneer elk van de grondstoffen minstens 3% uitmaken van het totale gewicht van het product met buitensluiting van de hoeveelheid water die gebruikt is om het voer te produceren en slechts dan, wanneer de naam van het product als voornaamste omschrijving de term ‘dinner’ of ‘platter’ gebruikt, of een dergelijke omschrijving, zodat de naam van het product in overeenstemming is met de gevestigde wet, gewoonte of gebruik zodat de naam geen aanleiding geeft tot misopvattingen. Wanneer de namen van meerdere grondstoffen genoemd worden, gebeurt zulks in overeenstemming met hun aanwezigheid in gewicht binnen het totale product. De namen van alle betreffende ingrediënten en de voornaamste omschrijvende termen worden gedrukt in dezelfde grootte, stijl en kleur. Voor het doel van deze bepaling zal het water dat gebruikt wordt voor de bereiding buiten beschouwing gelaten worden. Echter, het product moet tenminste 10% van de bovengenoemde grondstoffen bevatten."
Het ‘flavor’ product wordt speciaal geformuleerd om een bepaalde smaak te hebben en deze omschrijving laten we hier even buiten beschouwing.
WAT GEBEURT ER MET DE VOEDINGSSTOFFEN
R.L. Wysong, een dierenarts die al heel lang kritiek levert op de voedingsindustrie voor huisdieren: "Het verraderlijke visitekaartje van het bereidingsproces wordt dubbel en dwars ontkend en genegeerd. Verhitten, invriezen, drogen, inblikken, persen, het maken van balletjes, het bakken enzovoorts, zijn zulke alledaagse uitdrukkingen dat de koper automatisch denkt aan het voedsel dat hij zelf eet." Maar de bereidingsprocedures in de diervoedingsindustrie zijn dusdanig, dat het laatste beetje voedingswaarde vernietigd wordt.
De producenten van huisdiervoeders "versterken" hun product door het toevoegen van allerhande vitamines en mineralen. Waarom? Omdat de grondstoffen die zij gebruiken niet gezond zijn en het kleine beetje voedingswaarde dat in het begin nog aanwezig was, vernietigd wordt door de manier waarop ze verwerkt worden tot voeding.
BESMETTING
Commercieel en op grote schaal geproduceerde of verwerkte vleesmaaltijden zijn in hoge mate besmet met bacteriën omdat ze niet alleen afkomstig zijn van geslachte dieren. Dieren die gestorven zijn tengevolge van ziektes, verwondingen, of natuurlijke oorzaken zijn ook een bron van vlees voor vleesmaaltijden. Het dode dier mag niet meteen verwerkt worden en moet dagen blijven liggen voordat het toegestaan is. Hierdoor is het kadaver vaak besmet met bacteriën – Salmonella besmetting vindt plaats in 25-50% van deze kadavers.
Het kookproces vernietigt wel de bacteriën, maar niet de endotoxinen die overblijven van de bacteriën. Deze gifstoffen kunnen ziektes veroorzaken. De producenten van de huisvoeders testen hun producten niet op deze stoffen.
Escheria coli (E coli) is een andere bacterie die gevonden kan worden in besmette huisdier voeders. De bacterie van E coli kan, net als die van Salmonella, vernietigd worden door op hoge temperatuur te verhitten, maar de gifstoffen die door de bacterie geproduceerd zijn, blijven.
Aflatoxine – een gifstof die ontstaat uit schimmels en zwammen. Door het op onzorgvuldige wijze drogen en opslaan van tarwe- en graanproducten kan schimmelgroei ontstaan, die kan ontaarden in een besmetting met aflatoxine. Grondstoffen die bevattelijk zijn voor besmetting met deze gifstof zijn meel van katoenzaad, pindameel en vismeel.
VASTE VERSUS VARIABELE FORMULES
De meeste bekende merken honden- en kattenvoer hanteren een ‘variabele formule’, hetgeen betekent dat de samenstelling van de verschillende producten varieert per aanmaak. De grondstoffen die tegen de beste prijzen ingekocht kunnen worden, worden als hoofdbestanddeel gebruikt. AAFCO staat fabrikanten die met deze formule werken een tijdsbestek van zes maanden toe voor het wijzigen van de etikettering op de verpakking. (Hierdoor hebben ze voldoende tijd om de oude voorraad op te maken.) Wanneer er op de verpakking bijvoorbeeld ‘lamb, ground yellow corn, and poultry by-products’ als eerste drie vermeld staan, betekent dit niet dat dit ook de inhoud is. Het kan best zijn dat ‘ground yellow corn’ als hoofdbestanddeel aanwezig is, omdat de producent die werkt met de variabele formule pas na 6 maanden zijn etikettering hoeft te veranderen. Ook is het zo, dat hij, zolang er maar eenmaal per zes maanden in de verpakking zit, wat hij er op heeft geschreven, de etikettering nooit hoeft aan te passen en hij er in kan stoppen wat hij wil voor de rest van de periode.
Bij vaste formules – in hoofdzaak te vinden bij de Super Premium Foods – kan de samenstelling niet veranderd worden, al zijn de grondstoffen onderhavig aan prijsverschillen. De producenten gebruiken over het algemeen betere producten in hun voedingssoorten en leveren een meer constante kwaliteit. Voor mensen die het prefereren om hun dieren te voeden met brokken, en honden en katten hebben met gezondheidsproblemen ten gevolge van de voeding, zijn deze formules een grote verbetering.
SYNTHETISCHE CONSERVERINGSMIDDELEN.
De meeste voedingsproducten voor huisdieren bevatten een hoog percentage toegevoegde vetten en daarom maakt men gebruik van stabilatoren om de kwaliteit te handhaven. De meest gebruikte conserveringsmiddelen zijn tocopherol, citroenzuur, ethoxyquine (EQ), propyl gallate, tertiaire butylhydroquinone, butylated hydroxyanisole (BHA) en butylated hydroxytoluene (BHT). Veel producten die geadverteerd worden als zijnde ‘vrij van chemische toevoegingen’ of ‘preservative-free’, bevatten toch wel een of meerdere van bovengenoemde middelen. Dat komt omdat de verwerkers gebruik maken van deze stoffen om hun eindproducten te conserveren. Bij wet is bepaald dat de fabrikant van dierenvoeding niet verplicht is om de synthetische conserveringsmiddelen te vermelden, die hij zelf niet heeft toegevoegd.
Het gebruik van conserveringsmiddelen heeft te maken met het hard en droog of zacht en vochtig zijn van het voedingsproduct. Halfzachte voeding bevat 25-50% water, daarom worden antimicrobische conserveringsmiddelen gebruikt. Een van deze middelen, propylene glycol, werd tot 1992 veelvuldig gebruikt in kattenvoeding, toen men ontdekte dat er een directe verband was tussen gezondheidsproblemen en het gebruik van dit middel. Propylene glycol veroorzaakt namelijk afwijkingen in het bloed, hetgeen leidt tot degradatie van het centraal zenuwenstelsel en nierbeschadiging.
Van de meer dan 8.600 toegestane toevoegingsmiddelen in de voedselindustrie, is slechts 5% grondig onderzocht op hun uitwerking op de gezondheid, en bij die 5% zitten veel stoffen, die kanker veroorzaken bij overmatig gebruik. Toch is gebruik in kleine hoeveelheden toegestaan. Veel van deze middelen hopen zich op in de weefsels, zodat langdurig gebruik van kleine hoeveelheden in de loop der jaren hetzelfde effect heeft als het eenmalig gebruik van een grote hoeveelheid.
Langdurige studies zijn zeer kostbaar maar ook moeilijk uit te voeren, omdat de middelen die kanker veroorzaken daar soms tot 20 jaar over doen. Studies van de directe giftigheid van deze toevoegingen zijn bij wet verplicht, maar de meeste stoffen worden helemaal niet getest op hun werking op elkaar, en de verbindingen die zij onderling maken. Het is bewezen dat drie van de meest gebruikte conserveringsmiddelen – BHA, BHT en EQ – een synergetisch effect hebben op elkaar, hetgeen leidt tot de ontwikkeling van diverse soorten kanker.
BHT/BHA
Butylated hydroxyanisole (BHA) en butylated hydroxtoluene (BHT) zijn behalve veelgebruikte antioxidanten in de dierenvoedingsmiddelen ook vaak aan te treffen in geconserveerde voedingsmiddelen voor menselijk gebruik. John Cargill in het tijdschrift DOGWORLD: “Een onderzoek dat werd uitgevoerd in 1984 heeft aangetoond dat de vier meest gebruikte conserveringsmiddelen – BHA, BHT, ethoxyquine en propyl gallate – in werkelijkheid de giftigheid van andere chemicaliën verhoogde, de gevoeligheid voor radio-activiteit verhoogde en het ontstaan van tumoren verhoogde. Bij een meer recent onderzoek heeft men ontdekt dat ze fouten in de DNA veroorzaken, mutaties, en afwijkingen aan de chromosomen van veel systemen.” Cargill concludeert: “Het is zondermeer aan te nemen, dat synthetische oxidanten na inname van een zekere hoeveelheid bijdragen aan het ontwikkelen van neoplasia, zoals bijvoorbeeld kanker. De veiligheid van het gebruik en het niveau waar giftigheid voor honden optreedt, zijn niet bekend en ook nooit zorgvuldig onderzocht.”
Ethoxyquine (EQ)
In de diervoeding wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ethoxyquine. Terwijl er critici en dierenartsen zijn die stellen dat ethoxyquine een belangrijke oorzaak is van ziektes, huidproblemen en onvruchtbaarheid bij honden, beweren anderen dat dit het meest veilige en stabiele conserveringsmiddel is dat gebruikt kan worden voor dierenvoeding. Maar ethoxyquine is niet toegestaan voor gebruik in de voeding voor menselijke consumptie.
Ethoxyquine werd vroeger gebruikt als stabilisator voor rubber, en als insecticide en onkruidverdelger. Het werd in de vijftiger jaren ontwikkeld door Monsanto en het was ook toegestaan om er alfalfa, klaver en grassoorten die aan het vee gevoerd werden, mee te stabiliseren, en wel in de hoeveelheid van 150 ppm (gelijk aan 0,015% of 136,08 gram per 1000 kilo). Het is nooit toegestaan in de voeding voor huisdieren, maar omdat deze categorie wettelijk onder de categorie dierenvoeding valt, is het gebruik van EQ toegestaan. Onbegrijpelijk wanneer men bedenkt hoe het spijsverteringsstelsel van koeien en andere zoogdieren in elkaar zit en dit vergelijkt met wat een hond van 15 kilo in zijn lichaam heeft.
De autoriteiten van de FDA (Federal Drugs Administration) lieten er geen twijfel over bestaan dat ethoxyquine giftig is en gaven toestemming om minuscuul kleine hoeveelheden te gebruiken omdat het een goedkoop middel was met een uitermate krachtige werking. De wetenschappers van de FDA en Monsanto dachten dat EQ afgebroken werd bij een temperatuur van 160 – 190 graden Celsius, waardoor de ethoxyquine zou verdwijnen gedurende het kookproces. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Nader onderzoek wees uit, dat het niet verdween, maar veranderde in geoxideerde ethoxyquine.
Gebruik in de voeding voor huisdieren blijft toegestaan, omdat de FDA zich meer bezig houdt met dieren die door mensen gegeten worden. Omdat Amerikanen geen honden- en katteneters zijn, maakt men zich verder niet druk.
Tegenwoordig is ethoxyquine in alle dierenvoedingsproducten te vinden. Al staat het niet vermeld op de verpakking, de verwerkingsindustrie maakt grif gebruik van deze stof om hun eindproducten, die aan de brokkenfabrikanten geleverd worden, te behoeden voor verder bederf.
Carol Barfield, mede-oprichtster van de United Animal Owners Association, raakte gealarmeerd toen een van haar honden een allergie-test onderging en allergisch bleek te zijn voor zo’n beetje alles waar allergisch op gereageerd kan worden. Zij schreef een petitie, die er mede aan bijgedragen heeft dat Monsanto opdracht heeft gekregen om EQ aan een nauwkeurig heronderzoek te onderwerpen. Monsanto werd in 1990 door een rechtbank in Illinois als schuldige aangewezen voor geknoei met cijfers in een rapport met resultaten aangaande kanker onder de werknemers die blootgesteld waren aan dioxine tijdens de productie van Agent Orange.
Lisa Newman omschrijft EQ als zijnde nauw gerelateerd aan Agent Orange: "Er zijn veel gedocumenteerde gevallen van ernstige bijwerkingen ten gevolge van blootstelling aan of inname van dit middel. De werknemers in de rubberindustrie lijden in aanmerkelijk grotere aantallen aan lever- en nierbeschadigingen, huidkanker, haaruitval, blindheid, leukemie, afwijkingen bij pasgeboren kinderen en chronische diarree. Bij dieren is een verbinding gelegd met afwijkingen aan het immuun systeem, de milt, de maag en leverkanker naast de bovengenoemde ziektes. De voortdurende stijging van het aantal kankerpatiënten in de dierenwereld loopt parallel aan het toegenomen gebruik van synthetische conserveringsmiddelen in de industrie voor huisdiervoeding gedurende de afgelopen 25 jaar."
Zelfs wanneer ethoxyquine en andere synthetische conserveringsmiddelen geen directe vergiftigingsverschijnselen tot gevolg hebben, kunnen zij wel fungeren als trigger. Kanker bij huisdieren komt in steeds grotere aantallen voor en veel dierenartsen zijn het er over eens dat dit te maken heeft met het productieproces, de vele toevoegingen en de lage voedingswaarde. Gezien de grote aanwezigheid van allerhande vetten die overvloedig geconserveerd worden met ethoxyquine, zou het best kunnen dat de commercieel geproduceerde hondenbrokken behoorlijk giftig geworden zijn.
Tot slot: ethoxyquine kan niet meer achterhaald worden wanneer het eenmaal toegevoegd is aan een voedselbron. Er is dus geen enkele controle mogelijk op de fabrikant om na te gaan of deze zich houdt aan de algemene voorschriften.
DE CREATIE VAN NIEUWE GIFTIGE MENGSELS
Tijdens het productieproces worden de grondstoffen gesteriliseerd. Het lichaam zou bepaalde aminozuren wel kunnen opnemen en gebruiken in hun natuurlijke staat, maar wanneer ze verhit en uitgekookt worden, veranderen ze in een onverteerbare en dus onbruikbare substantie. Wysong: "Tijdens het kookproces kunnen eiwitten een verbinding aangaan met koolhydraten en lipiden, waarbij ze zichzelf veranderen en niet meer beschikbaar zijn als voedingsstof. Wanneer mineralen zoals koper en tin gemengd worden met bepaalde vitamines en onverzadigde vetzuren, zorgen ze ervoor dat deze beginnen te oxideren of op een andere manier verdwijnen." Volgens Wysong verdwijnen op deze manier honderden voedingsstoffen gedurende het productieproces. Daarom worden de meeste producten versterkt met riboflavine en andere middelen.
Geen van deze toegevoegde vitamines en mineralen kan echter de voedingswaarde van de oorspronkelijke bron vervangen. Eigenlijk maken veel fabrikanten zich schuldig aan het overmatig toevoegen van allerhande stoffen om te kunnen voldoen aan de minimale dagelijkse behoefte.
Vetzuren zijn lange ketens van koolstofmoleculen die erg gevoelig zijn voor blootstelling aan warmte en licht, zoals tijdens het kookproces. Wysong stelt dat deze vetzuren niet langer hun voedingswaarde behouden, en beweert zelfs dat ze giftig kunnen worden, omdat ze zich omzetten tot epoxycholesterol en trihydroxycholesterol. Wanneer deze stoffen gegeten worden, hechten ze zich aan de binnenzijde van bloedvaten; bij de mens kan dit aanleiding zijn tot een hartaanval. Andere giftige mengsels die gedurende het kookproces gevormd worden zijn nitrosamine en nitropyrenes, beide zijn schadelijk voor het lichaam.
Verder worden tijdens het kookproces veel pro-biotica vernietigd, kleine microscopische organismen die de darmen helpen bij het afbreken en verteren van voedsel. Ook zij zijn zeer gevoelig voor warmte en licht en dientengevolge niet meer aanwezig in de brok.
DE LABELS
Tot 1974, toen de industrie voor huisdiervoeders een groep samenstelde die American Association of Feed Control Officers (AAFCO) genoemd werd, bepaalde de National Research Council (NRC) van de Academy 0f Sciences in de Verenigde Staten de voedingsstandaarden van het voedsel voor huisdieren. Toendertijd verkoos de AAFCO de normen en standaarden van de NRC over te nemen zoals ze waren.
Volgens de NRC standaard zouden er voedingstesten gehouden moeten worden bij merken, die stellen dat ze ‘compleet’ zijn en ‘gebalanceerd’. De industrie vond deze ordening echter te bepalend en beperkend, en AAFCO ontwierp dan ook een alternatieve procedure om de volwaardigheid van de voedingsstoffen te meten. Er werd gekozen voor een chemische analyse om te bepalen of een product voldoet aan de eisen van de NRC in plaats van een onderzoek naar de samenstelling.
Het probleem met een chemische analyse is dat het niets aangeeft over de smakelijkheid, verteerbaarheid en biologische beschikbaarheid van de voedingsstoffen in het voedsel. Daarom is een dergelijke analyse onbetrouwbaar bij het bepalen of een product voldoende voedingsstoffen heeft voor het dier.
De grondstoffen worden vermeld in afnemend gewicht (de zwaarste eerst). De naamgeving van het product wordt voorgeschreven door de bepalingen van de AAFCO. Deze bepalingen zijn dusdanig opgesteld dat ze zeer misleidend kunnen zijn.
De 95% bepaling houdt het volgende in: wanneer er op het label staat geschreven ‘beef for dogs’, dan moet er 95% ‘beef’ (beef by-products) inhoudelijk aanwezig zijn, echter mag er ook tot 25% water aanwezig zijn. Water, dat ‘nodig is voor het kookproces’, oftewel meer dan 70% is niet verplicht om toch de naam te mogen geven.
Bij ‘dinner, nuggets, platter of entree’ hoeft volgens de 25% bepaling slechts 25% van de naambepalende voedingsstof aanwezig te zijn. Wanneer er een combinatie van voedingsstoffen gebruikt wordt voor de naamgeving, zoals ‘Chicken ‘n’ Fish Cat Food’, dan moeten de twee ingrediënten samen 25% uitmaken van de totale samenstelling, met tenminste 3% vis.
De 3% bepaling omvat namen die wel op het label vermeld worden, maar geen deel uitmaken van de naam van het product. In ‘Chicken Dinner with Tuna for Cats’ hoeft slechts 3% tonijn in het product te zitten.
Een ‘meat by-product’ dat als eerste op de grondstoffenlijst staat, hoeft niet het hoofdbestanddeel van dat product te zijn. Vergeet niet dat de grondstoffen genoteerd worden naar volume, niet naar gewicht. Kijk eens naar het verschil in omvang tussen een kilo suiker en een halve kilo veren. Natuurlijk nemen de kippenveren meer ruimte in beslag. Echter, volgens de huidige regelwetgeving van de FDA, en die is ook van toepassing bij de menselijke voedselindustrie, moet het zwaarstwegende bestanddeel als eerste genoemd worden, al is het qua volume maar een klein gedeelte van het totaal.
Wanneer een blik met ‘Dinner with Beef’ zo groot zou zijn als een woning met drie slaapkamers, dan zou de hoeveelheid vleesafval in een kleine kast passen. Conserveringsmiddelen, vitamines, mineralen en smaakstoffen zouden elk een drinkglas vullen. De rest van het huis zou gevuld zijn met afvalgraanproducten en water.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
2. HET PRODUCTIE PROCES
INLEIDING
Onderzoeken of een product voldoet aan de standaard voedingswaarden is niet meer verplicht, maar de meeste producenten doen wel een onderzoek naar de smakelijkheid ervan. De dieren worden gevoed in een rij, waarbij om en om het nieuwe voer en een gelijkwaardige brok gevoerd worden. De totale hoeveelheid die gegeten wordt is een graadmeter voor de smakelijkheid. De meeste producenten van hondenvoer hebben hun eigen honden voor dit doel.
Droogvoer wordt gemaakt met een machine die ‘expander’ genoemd wordt. Als eerste wordt het ruwe materiaal door elkaar gemengd volgens een recept dat door de nutritionist ontworpen is. Daarna gaat het in de expander en wordt er stoom of heet water aan toegevoegd. Het mengsel wordt gestoomd en verhit tot een temperatuur van 305 graden Fahrenheit, waarna de hele zaak in elkaar gedrukt wordt en uit de machine geperst in de verschillende vormpjes, die het uiterlijk van de uiteindelijke brok bepalen. Daarna wordt er gekookt onder hoge druk en met een hoge temperatuur en vervolgens worden de brokjes gedroogd gedurende 30 tot 45 minuten. Wanneer ze eenmaal droog zijn, worden ze besproeid met vetten om de smaak te verbeteren. Door het koken worden de bacteriën gedood, maar het is goed mogelijk dat het eindproduct niet meer steriel is door de opeenvolgende behandelingen van het drogen, het toevoegen van een vetmantel en het verpakkingsproces.
De grondstoffen van droogvoer en blikvoer zijn hetzelfde. Het verschil tussen beide is het vochtgehalte. Het productieproces van het blikvoer begint met het vermengen van de gemalen grondstoffen met de toevoegingen. Wanneer er ‘Chunks’ ( stukjes die op vlees lijken) nodig zijn, zorgt de expander daarvoor middels een aangepast vormpje bij het uitpersen. Daarna wordt het mengsel gekookt en ingeblikt. De verzegelde blikken worden vervolgens in een container geplaatst die op een grote stoomkoker lijkt en gesteriliseerd. Er zijn ook fabrikanten, die het voer koken nadat het al ingeblikt is.
WAT IS DE AAFCO
AAFCO staat voor Association of American Feed Control Officials. De AAFCO is opgericht om te fungeren als overlegorgaan tussen de diverse overheidsdiensten, waar de voorschriften en regels die betrekking hebben op de dierenvoedingsmiddelen en hun vervaardiging en samenstelling besproken en vastgelegd worden.
De samenstelling heeft echter een behoorlijke verandering ondergaan en vandaag de dag kan men zien aan de leden wie en wat zij zijn in de industrie. Dit is het resultaat van het privatiseringsbeleid van de diervoederindustrie van president Reagan in de tachtiger jaren. De industrie heeft deze gelegenheid aangegrepen en gebruikt om de AAFCO grotendeels over te nemen, hetgeen betekent dat de industrie zijn eigen voorschriften en regels maakt wanneer er voorstellen gedaan en aangenomen worden. En dat terwijl de AAFCO in principe een overheidsinstelling is en geen agentschap van de diervoedingsindustrie.
Een voorbeeld: in de ‘Official Publication 1994, Association of American Feed Control Officials’ is op pagina 304 een lijst te vinden met namen van personen, die zich bezig houden met de naamgeving op de etiketten van de verpakkingen. Van de zes personen zijn er vier afkomstig van de industrie: Ken Johannes, Hill’s Pet Products, Inc, Dan Chauslow, Westreco, Inc, Dave Bebiak, Ralston Purina Co, en Mark Finke, Alpo Petfoods, Inc.
Vanaf eind tachtiger jaren bemoeit de overheid zich niet meer met de samenstelling en de grondstoffen van diervoeders. Alles wordt overgelaten aan de AAFCO, ofwel de industrie zelf.
AAFCO DEFINITIES VAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN VOER
Er zijn drie soorten blikvoer.
Het ‘all meat’ product wordt door AAFCO omschreven als volgt:
"Wanneer een grondstof of mengsel van grondstoffen dat verkregen is uit dieren, gevogelte of vis, 95% of meer bevat van het totale gewicht van alle ingrediënten van een hondenvoer, dan mag de naam van deze grondstof(fen) deel uitmaken van de naam van het product. Mocht het zo zijn dat er meer dan één grondstof deel uitmaakt van zo een product, dan moeten alle namen vermeld worden in dezelfde grootte, stijl en kleur op het etiket. Voor de duidelijkheid van deze bepaling wordt het water dat benodigd is om het product te vervaardigen buiten beschouwing gelaten wanneer het percentage van de genoemde ingrediënten berekend wordt. Echter, het betreffende product moet tenminste 70% van de genoemde grondstoffen bevatten."
Het ‘dinner’ product wordt omschreven als
"Wanneer een grondstof of combinatie van grondstoffen minstens 25% en niet meer dan 95% uitmaakt van het totale gewicht van een voedingsmengsel voor katten of honden, mag de naam van de grondstof of combinatie van grondstoffen deel uitmaken van de naam van het product wanneer elk van de grondstoffen minstens 3% uitmaken van het totale gewicht van het product met buitensluiting van de hoeveelheid water die gebruikt is om het voer te produceren en slechts dan, wanneer de naam van het product als voornaamste omschrijving de term ‘dinner’ of ‘platter’ gebruikt, of een dergelijke omschrijving, zodat de naam van het product in overeenstemming is met de gevestigde wet, gewoonte of gebruik zodat de naam geen aanleiding geeft tot misopvattingen. Wanneer de namen van meerdere grondstoffen genoemd worden, gebeurt zulks in overeenstemming met hun aanwezigheid in gewicht binnen het totale product. De namen van alle betreffende ingrediënten en de voornaamste omschrijvende termen worden gedrukt in dezelfde grootte, stijl en kleur. Voor het doel van deze bepaling zal het water dat gebruikt wordt voor de bereiding buiten beschouwing gelaten worden. Echter, het product moet tenminste 10% van de bovengenoemde grondstoffen bevatten."
Het ‘flavor’ product wordt speciaal geformuleerd om een bepaalde smaak te hebben en deze omschrijving laten we hier even buiten beschouwing.
WAT GEBEURT ER MET DE VOEDINGSSTOFFEN
R.L. Wysong, een dierenarts die al heel lang kritiek levert op de voedingsindustrie voor huisdieren: "Het verraderlijke visitekaartje van het bereidingsproces wordt dubbel en dwars ontkend en genegeerd. Verhitten, invriezen, drogen, inblikken, persen, het maken van balletjes, het bakken enzovoorts, zijn zulke alledaagse uitdrukkingen dat de koper automatisch denkt aan het voedsel dat hij zelf eet." Maar de bereidingsprocedures in de diervoedingsindustrie zijn dusdanig, dat het laatste beetje voedingswaarde vernietigd wordt.
De producenten van huisdiervoeders "versterken" hun product door het toevoegen van allerhande vitamines en mineralen. Waarom? Omdat de grondstoffen die zij gebruiken niet gezond zijn en het kleine beetje voedingswaarde dat in het begin nog aanwezig was, vernietigd wordt door de manier waarop ze verwerkt worden tot voeding.
BESMETTING
Commercieel en op grote schaal geproduceerde of verwerkte vleesmaaltijden zijn in hoge mate besmet met bacteriën omdat ze niet alleen afkomstig zijn van geslachte dieren. Dieren die gestorven zijn tengevolge van ziektes, verwondingen, of natuurlijke oorzaken zijn ook een bron van vlees voor vleesmaaltijden. Het dode dier mag niet meteen verwerkt worden en moet dagen blijven liggen voordat het toegestaan is. Hierdoor is het kadaver vaak besmet met bacteriën – Salmonella besmetting vindt plaats in 25-50% van deze kadavers.
Het kookproces vernietigt wel de bacteriën, maar niet de endotoxinen die overblijven van de bacteriën. Deze gifstoffen kunnen ziektes veroorzaken. De producenten van de huisvoeders testen hun producten niet op deze stoffen.
Escheria coli (E coli) is een andere bacterie die gevonden kan worden in besmette huisdier voeders. De bacterie van E coli kan, net als die van Salmonella, vernietigd worden door op hoge temperatuur te verhitten, maar de gifstoffen die door de bacterie geproduceerd zijn, blijven.
Aflatoxine – een gifstof die ontstaat uit schimmels en zwammen. Door het op onzorgvuldige wijze drogen en opslaan van tarwe- en graanproducten kan schimmelgroei ontstaan, die kan ontaarden in een besmetting met aflatoxine. Grondstoffen die bevattelijk zijn voor besmetting met deze gifstof zijn meel van katoenzaad, pindameel en vismeel.
VASTE VERSUS VARIABELE FORMULES
De meeste bekende merken honden- en kattenvoer hanteren een ‘variabele formule’, hetgeen betekent dat de samenstelling van de verschillende producten varieert per aanmaak. De grondstoffen die tegen de beste prijzen ingekocht kunnen worden, worden als hoofdbestanddeel gebruikt. AAFCO staat fabrikanten die met deze formule werken een tijdsbestek van zes maanden toe voor het wijzigen van de etikettering op de verpakking. (Hierdoor hebben ze voldoende tijd om de oude voorraad op te maken.) Wanneer er op de verpakking bijvoorbeeld ‘lamb, ground yellow corn, and poultry by-products’ als eerste drie vermeld staan, betekent dit niet dat dit ook de inhoud is. Het kan best zijn dat ‘ground yellow corn’ als hoofdbestanddeel aanwezig is, omdat de producent die werkt met de variabele formule pas na 6 maanden zijn etikettering hoeft te veranderen. Ook is het zo, dat hij, zolang er maar eenmaal per zes maanden in de verpakking zit, wat hij er op heeft geschreven, de etikettering nooit hoeft aan te passen en hij er in kan stoppen wat hij wil voor de rest van de periode.
Bij vaste formules – in hoofdzaak te vinden bij de Super Premium Foods – kan de samenstelling niet veranderd worden, al zijn de grondstoffen onderhavig aan prijsverschillen. De producenten gebruiken over het algemeen betere producten in hun voedingssoorten en leveren een meer constante kwaliteit. Voor mensen die het prefereren om hun dieren te voeden met brokken, en honden en katten hebben met gezondheidsproblemen ten gevolge van de voeding, zijn deze formules een grote verbetering.
SYNTHETISCHE CONSERVERINGSMIDDELEN.
De meeste voedingsproducten voor huisdieren bevatten een hoog percentage toegevoegde vetten en daarom maakt men gebruik van stabilatoren om de kwaliteit te handhaven. De meest gebruikte conserveringsmiddelen zijn tocopherol, citroenzuur, ethoxyquine (EQ), propyl gallate, tertiaire butylhydroquinone, butylated hydroxyanisole (BHA) en butylated hydroxytoluene (BHT). Veel producten die geadverteerd worden als zijnde ‘vrij van chemische toevoegingen’ of ‘preservative-free’, bevatten toch wel een of meerdere van bovengenoemde middelen. Dat komt omdat de verwerkers gebruik maken van deze stoffen om hun eindproducten te conserveren. Bij wet is bepaald dat de fabrikant van dierenvoeding niet verplicht is om de synthetische conserveringsmiddelen te vermelden, die hij zelf niet heeft toegevoegd.
Het gebruik van conserveringsmiddelen heeft te maken met het hard en droog of zacht en vochtig zijn van het voedingsproduct. Halfzachte voeding bevat 25-50% water, daarom worden antimicrobische conserveringsmiddelen gebruikt. Een van deze middelen, propylene glycol, werd tot 1992 veelvuldig gebruikt in kattenvoeding, toen men ontdekte dat er een directe verband was tussen gezondheidsproblemen en het gebruik van dit middel. Propylene glycol veroorzaakt namelijk afwijkingen in het bloed, hetgeen leidt tot degradatie van het centraal zenuwenstelsel en nierbeschadiging.
Van de meer dan 8.600 toegestane toevoegingsmiddelen in de voedselindustrie, is slechts 5% grondig onderzocht op hun uitwerking op de gezondheid, en bij die 5% zitten veel stoffen, die kanker veroorzaken bij overmatig gebruik. Toch is gebruik in kleine hoeveelheden toegestaan. Veel van deze middelen hopen zich op in de weefsels, zodat langdurig gebruik van kleine hoeveelheden in de loop der jaren hetzelfde effect heeft als het eenmalig gebruik van een grote hoeveelheid.
Langdurige studies zijn zeer kostbaar maar ook moeilijk uit te voeren, omdat de middelen die kanker veroorzaken daar soms tot 20 jaar over doen. Studies van de directe giftigheid van deze toevoegingen zijn bij wet verplicht, maar de meeste stoffen worden helemaal niet getest op hun werking op elkaar, en de verbindingen die zij onderling maken. Het is bewezen dat drie van de meest gebruikte conserveringsmiddelen – BHA, BHT en EQ – een synergetisch effect hebben op elkaar, hetgeen leidt tot de ontwikkeling van diverse soorten kanker.
BHT/BHA
Butylated hydroxyanisole (BHA) en butylated hydroxtoluene (BHT) zijn behalve veelgebruikte antioxidanten in de dierenvoedingsmiddelen ook vaak aan te treffen in geconserveerde voedingsmiddelen voor menselijk gebruik. John Cargill in het tijdschrift DOGWORLD: “Een onderzoek dat werd uitgevoerd in 1984 heeft aangetoond dat de vier meest gebruikte conserveringsmiddelen – BHA, BHT, ethoxyquine en propyl gallate – in werkelijkheid de giftigheid van andere chemicaliën verhoogde, de gevoeligheid voor radio-activiteit verhoogde en het ontstaan van tumoren verhoogde. Bij een meer recent onderzoek heeft men ontdekt dat ze fouten in de DNA veroorzaken, mutaties, en afwijkingen aan de chromosomen van veel systemen.” Cargill concludeert: “Het is zondermeer aan te nemen, dat synthetische oxidanten na inname van een zekere hoeveelheid bijdragen aan het ontwikkelen van neoplasia, zoals bijvoorbeeld kanker. De veiligheid van het gebruik en het niveau waar giftigheid voor honden optreedt, zijn niet bekend en ook nooit zorgvuldig onderzocht.”
Ethoxyquine (EQ)
In de diervoeding wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ethoxyquine. Terwijl er critici en dierenartsen zijn die stellen dat ethoxyquine een belangrijke oorzaak is van ziektes, huidproblemen en onvruchtbaarheid bij honden, beweren anderen dat dit het meest veilige en stabiele conserveringsmiddel is dat gebruikt kan worden voor dierenvoeding. Maar ethoxyquine is niet toegestaan voor gebruik in de voeding voor menselijke consumptie.
Ethoxyquine werd vroeger gebruikt als stabilisator voor rubber, en als insecticide en onkruidverdelger. Het werd in de vijftiger jaren ontwikkeld door Monsanto en het was ook toegestaan om er alfalfa, klaver en grassoorten die aan het vee gevoerd werden, mee te stabiliseren, en wel in de hoeveelheid van 150 ppm (gelijk aan 0,015% of 136,08 gram per 1000 kilo). Het is nooit toegestaan in de voeding voor huisdieren, maar omdat deze categorie wettelijk onder de categorie dierenvoeding valt, is het gebruik van EQ toegestaan. Onbegrijpelijk wanneer men bedenkt hoe het spijsverteringsstelsel van koeien en andere zoogdieren in elkaar zit en dit vergelijkt met wat een hond van 15 kilo in zijn lichaam heeft.
De autoriteiten van de FDA (Federal Drugs Administration) lieten er geen twijfel over bestaan dat ethoxyquine giftig is en gaven toestemming om minuscuul kleine hoeveelheden te gebruiken omdat het een goedkoop middel was met een uitermate krachtige werking. De wetenschappers van de FDA en Monsanto dachten dat EQ afgebroken werd bij een temperatuur van 160 – 190 graden Celsius, waardoor de ethoxyquine zou verdwijnen gedurende het kookproces. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Nader onderzoek wees uit, dat het niet verdween, maar veranderde in geoxideerde ethoxyquine.
Gebruik in de voeding voor huisdieren blijft toegestaan, omdat de FDA zich meer bezig houdt met dieren die door mensen gegeten worden. Omdat Amerikanen geen honden- en katteneters zijn, maakt men zich verder niet druk.
Tegenwoordig is ethoxyquine in alle dierenvoedingsproducten te vinden. Al staat het niet vermeld op de verpakking, de verwerkingsindustrie maakt grif gebruik van deze stof om hun eindproducten, die aan de brokkenfabrikanten geleverd worden, te behoeden voor verder bederf.
Carol Barfield, mede-oprichtster van de United Animal Owners Association, raakte gealarmeerd toen een van haar honden een allergie-test onderging en allergisch bleek te zijn voor zo’n beetje alles waar allergisch op gereageerd kan worden. Zij schreef een petitie, die er mede aan bijgedragen heeft dat Monsanto opdracht heeft gekregen om EQ aan een nauwkeurig heronderzoek te onderwerpen. Monsanto werd in 1990 door een rechtbank in Illinois als schuldige aangewezen voor geknoei met cijfers in een rapport met resultaten aangaande kanker onder de werknemers die blootgesteld waren aan dioxine tijdens de productie van Agent Orange.
Lisa Newman omschrijft EQ als zijnde nauw gerelateerd aan Agent Orange: "Er zijn veel gedocumenteerde gevallen van ernstige bijwerkingen ten gevolge van blootstelling aan of inname van dit middel. De werknemers in de rubberindustrie lijden in aanmerkelijk grotere aantallen aan lever- en nierbeschadigingen, huidkanker, haaruitval, blindheid, leukemie, afwijkingen bij pasgeboren kinderen en chronische diarree. Bij dieren is een verbinding gelegd met afwijkingen aan het immuun systeem, de milt, de maag en leverkanker naast de bovengenoemde ziektes. De voortdurende stijging van het aantal kankerpatiënten in de dierenwereld loopt parallel aan het toegenomen gebruik van synthetische conserveringsmiddelen in de industrie voor huisdiervoeding gedurende de afgelopen 25 jaar."
Zelfs wanneer ethoxyquine en andere synthetische conserveringsmiddelen geen directe vergiftigingsverschijnselen tot gevolg hebben, kunnen zij wel fungeren als trigger. Kanker bij huisdieren komt in steeds grotere aantallen voor en veel dierenartsen zijn het er over eens dat dit te maken heeft met het productieproces, de vele toevoegingen en de lage voedingswaarde. Gezien de grote aanwezigheid van allerhande vetten die overvloedig geconserveerd worden met ethoxyquine, zou het best kunnen dat de commercieel geproduceerde hondenbrokken behoorlijk giftig geworden zijn.
Tot slot: ethoxyquine kan niet meer achterhaald worden wanneer het eenmaal toegevoegd is aan een voedselbron. Er is dus geen enkele controle mogelijk op de fabrikant om na te gaan of deze zich houdt aan de algemene voorschriften.
DE CREATIE VAN NIEUWE GIFTIGE MENGSELS
Tijdens het productieproces worden de grondstoffen gesteriliseerd. Het lichaam zou bepaalde aminozuren wel kunnen opnemen en gebruiken in hun natuurlijke staat, maar wanneer ze verhit en uitgekookt worden, veranderen ze in een onverteerbare en dus onbruikbare substantie. Wysong: "Tijdens het kookproces kunnen eiwitten een verbinding aangaan met koolhydraten en lipiden, waarbij ze zichzelf veranderen en niet meer beschikbaar zijn als voedingsstof. Wanneer mineralen zoals koper en tin gemengd worden met bepaalde vitamines en onverzadigde vetzuren, zorgen ze ervoor dat deze beginnen te oxideren of op een andere manier verdwijnen." Volgens Wysong verdwijnen op deze manier honderden voedingsstoffen gedurende het productieproces. Daarom worden de meeste producten versterkt met riboflavine en andere middelen.
Geen van deze toegevoegde vitamines en mineralen kan echter de voedingswaarde van de oorspronkelijke bron vervangen. Eigenlijk maken veel fabrikanten zich schuldig aan het overmatig toevoegen van allerhande stoffen om te kunnen voldoen aan de minimale dagelijkse behoefte.
Vetzuren zijn lange ketens van koolstofmoleculen die erg gevoelig zijn voor blootstelling aan warmte en licht, zoals tijdens het kookproces. Wysong stelt dat deze vetzuren niet langer hun voedingswaarde behouden, en beweert zelfs dat ze giftig kunnen worden, omdat ze zich omzetten tot epoxycholesterol en trihydroxycholesterol. Wanneer deze stoffen gegeten worden, hechten ze zich aan de binnenzijde van bloedvaten; bij de mens kan dit aanleiding zijn tot een hartaanval. Andere giftige mengsels die gedurende het kookproces gevormd worden zijn nitrosamine en nitropyrenes, beide zijn schadelijk voor het lichaam.
Verder worden tijdens het kookproces veel pro-biotica vernietigd, kleine microscopische organismen die de darmen helpen bij het afbreken en verteren van voedsel. Ook zij zijn zeer gevoelig voor warmte en licht en dientengevolge niet meer aanwezig in de brok.
DE LABELS
Tot 1974, toen de industrie voor huisdiervoeders een groep samenstelde die American Association of Feed Control Officers (AAFCO) genoemd werd, bepaalde de National Research Council (NRC) van de Academy 0f Sciences in de Verenigde Staten de voedingsstandaarden van het voedsel voor huisdieren. Toendertijd verkoos de AAFCO de normen en standaarden van de NRC over te nemen zoals ze waren.
Volgens de NRC standaard zouden er voedingstesten gehouden moeten worden bij merken, die stellen dat ze ‘compleet’ zijn en ‘gebalanceerd’. De industrie vond deze ordening echter te bepalend en beperkend, en AAFCO ontwierp dan ook een alternatieve procedure om de volwaardigheid van de voedingsstoffen te meten. Er werd gekozen voor een chemische analyse om te bepalen of een product voldoet aan de eisen van de NRC in plaats van een onderzoek naar de samenstelling.
Het probleem met een chemische analyse is dat het niets aangeeft over de smakelijkheid, verteerbaarheid en biologische beschikbaarheid van de voedingsstoffen in het voedsel. Daarom is een dergelijke analyse onbetrouwbaar bij het bepalen of een product voldoende voedingsstoffen heeft voor het dier.
De grondstoffen worden vermeld in afnemend gewicht (de zwaarste eerst). De naamgeving van het product wordt voorgeschreven door de bepalingen van de AAFCO. Deze bepalingen zijn dusdanig opgesteld dat ze zeer misleidend kunnen zijn.
De 95% bepaling houdt het volgende in: wanneer er op het label staat geschreven ‘beef for dogs’, dan moet er 95% ‘beef’ (beef by-products) inhoudelijk aanwezig zijn, echter mag er ook tot 25% water aanwezig zijn. Water, dat ‘nodig is voor het kookproces’, oftewel meer dan 70% is niet verplicht om toch de naam te mogen geven.
Bij ‘dinner, nuggets, platter of entree’ hoeft volgens de 25% bepaling slechts 25% van de naambepalende voedingsstof aanwezig te zijn. Wanneer er een combinatie van voedingsstoffen gebruikt wordt voor de naamgeving, zoals ‘Chicken ‘n’ Fish Cat Food’, dan moeten de twee ingrediënten samen 25% uitmaken van de totale samenstelling, met tenminste 3% vis.
De 3% bepaling omvat namen die wel op het label vermeld worden, maar geen deel uitmaken van de naam van het product. In ‘Chicken Dinner with Tuna for Cats’ hoeft slechts 3% tonijn in het product te zitten.
Een ‘meat by-product’ dat als eerste op de grondstoffenlijst staat, hoeft niet het hoofdbestanddeel van dat product te zijn. Vergeet niet dat de grondstoffen genoteerd worden naar volume, niet naar gewicht. Kijk eens naar het verschil in omvang tussen een kilo suiker en een halve kilo veren. Natuurlijk nemen de kippenveren meer ruimte in beslag. Echter, volgens de huidige regelwetgeving van de FDA, en die is ook van toepassing bij de menselijke voedselindustrie, moet het zwaarstwegende bestanddeel als eerste genoemd worden, al is het qua volume maar een klein gedeelte van het totaal.
Wanneer een blik met ‘Dinner with Beef’ zo groot zou zijn als een woning met drie slaapkamers, dan zou de hoeveelheid vleesafval in een kleine kast passen. Conserveringsmiddelen, vitamines, mineralen en smaakstoffen zouden elk een drinkglas vullen. De rest van het huis zou gevuld zijn met afvalgraanproducten en water.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
Re: Voer fabrieken
3. DE VERPAKKING
INLEIDING
Veel honden en katten krijgen fabrieksmatig geproduceerde voeding. Er zit behoorlijk verschil in de grondstoffen die door de producenten van de verschillende merken gebruikt wordt. Voor droogvoer en blikvoer wordt dezelfde basis gebruikt. Het verschil zit hem in het kookproces en in de hoeveelheid water die het eindproduct bevat. Blikvoer kan tot 82% water bevatten!
De lijst van de gebruikte grondstoffen die op de verpakking te vinden is, levert belangrijke informatie over de samenstelling van het product. Wat er te lezen valt kan nogal verwarrend zijn, maar het is voor de consument de enige informatie die er is. Twee belangrijke zaken die nooit vermeld worden, zijn de verteerbaarheid en de mate waarin de voedingstoffen opgenomen kunnen worden. Dit verslag, samen met de vorige afleveringen, is een hulp om zoveel mogelijk te begrijpen van wat er op de etiketten wordt vermeld.
Onthou goed, dat je op de verpakking moet kunnen lezen wat de inhoud is zodat je een goed overwogen keuze kunt maken. Een van de belangrijkste beslissingen die je neemt en die een onmiddellijke uitwerking heeft op de gezondheid en de levensduur van je huisdier is het selecteren van de juiste voeding.
Meat en Meat Meal -- De herkomst en de kwaliteit van het materiaal dat gebruikt wordt voor de verwerking tot vleesmeel is op zijn minst verdacht. Het is het beste om voeders waarin dit product verwerkt is, zo weinig mogelijk aan je huisdieren te voeren. Neem liever iets waar bijvoorbeeld kip op staat en laat het voer met kippenmeel maar staan. De enige uitzondering is, wanneer de producent zelf zijn meel maakt, maar daar kun je alleen achter komen door contact op te nemen met de fabrikant. Vermijd alle producten waar ‘by-products’ (bijproducten) en ‘by-products meal’ (meel van bijproducten) op staat.
DE AAFCO DEFINITIES EN HUN BETEKENIS
Meat (bijv. lam, beef, chicken) "Meat is vlees dat verkregen wordt van geslachte zoogdieren en is beperkt tot dat gedeelte van de spieren dat zich op het skelet bevindt of dat zich bevindt in de tong, het middenrif, het hart of de slokdarm; met of zonder bijbehorend vet en stukken huid, pezen, zenuwen en bloedvaten die bij deze vleesgedeeltes horen."
Wanneer je op de verpakking leest dat er "real meat" verwerkt is in het product, dan kun je er zeker van zijn dat het product gemaakt is met het bijbehorende vet, huid, pezen, zenuwen en bloedvaten en misschien een beetje vlees dat er nog aan is gebleven na het uitbenen, en niet het smakelijke vlees zoals het voorgeschoteld wordt in de advertenties. Wat in de vleesindustrie gebruikt kan worden voor menselijk gebruik, gaat echt niet in de hondenpot.
Meat Meal, en Meat en Bone Meal "Meat en Bone Meal is het verwerkte product van weefsels van zoogdieren, inclusief botten, exclusief toegevoegd bloed, haren, hoeven, horens, stukken huid, mest, maag en darm inhoud, behalve in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces. Er mogen geen toegevoegde vreemde weefsels in zitten, die hierboven niet omschreven zijn. Er moet een minimum van 4.0 fosfor (P) in zitten en het kalkgehalte (Ca) mag niet hoger zijn dan 2,2 maal het fosforgehalte. Er mag niet meer dan 12% onverteerbare pepsine restanten aanwezig zijn en maximaal 9% van de onverwerkte eiwitten van het product mag onverteerbare pepsine bevatten. Op het label moet een garantie gegeven worden voor het minimum aan crude protein (ruwe eiwitten) en crude fat (ruwe vetten), het maximum aan ruwe vezels, het minimum aan fosfor (P) en het minimum en maximum aan kalk (Ca)."
David C. Cooke in zijn artikel "Dierlijk afval: feit en fictie".
Stel je eens voor hoeveel tijd en geld het kost om elk jaar 600.000 ton dode katten en honden te ontdoen van de vacht en de ingewanden, voordat ze gemalen en verwerkt worden. Het lijkt me dat de AAFCO zijn definitie van ‘meat meal’ en ‘meat and bone meal’ eens nauwkeurig aan een onderzoek zou moeten onderwerpen, of men zou eens wat nauwkeuriger kunnen omschrijven wat de term ‘goed productieproces’ inhoudt.
Wanneer 4-D dieren (dead, diseased, disabled, distroyed) opgehaald worden en afgeleverd bij de verwerker, wordt de darminhoud echt niet verwijderd. Het bloed wordt niet afgetapt en de horens en de hoeven worden niet verwijderd. Het enige gedeelte van het dier dat misschien verwijderd wordt is de huid van individueel opgehaalde koeien, wanneer die niet beschadigd is, en alle stukken vlees die nog goed genoeg eruit zien of niet te verziekt zijn om als versvlees voor dieren verkocht te worden. In Canada in Quebec heeft de Minister van Landbouw duidelijk toegegeven dat gezelschapsdieren in zijn geheel verwerkt worden.
Het tijdschrift Pet Food Industry deelt mede dat een producent van dierenvoeders verwerkt materiaal zou kunnen weigeren om verschillende redenen, o.a. wegens de aanwezigheid van vreemde materialen (metaal, haar, plastic, rubber, glas), de geur, te veel veren, varkensharen, schimmels, chemische stoffen, een onjuist vermalingsproces of een verkeerde samenstelling van de massa en wegens besmetting door insecten.
Begrijp goed, dat er geschreven staat dat de producent dit zou KUNNEN doen en niet dat het ook zo gebeurt.
Wanneer je op de verpakking leest dat het product meat meal bevat of meat and bone meal, dan is het zeer goed mogelijk dat alle materialen die hierboven omschreven zijn, ook inderdaad aanwezig zijn.
Meat by-products "Meat by-products zijn de niet verwerkte, schone delen met uitzondering van vlees, die verkregen worden van geslachte zoogdieren. Het bevat longen, milt, nieren, lever, hersenen, bloed, botten, d.m.v. geringe verhitting gedeeltelijk ontvette, vette weefsels, en magen en darmen, ontdaan van hun inhoud, maar is niet slechts beperkt tot de hierboven omschreven materialen. Het bevat geen haren, horens, tanden en hoeven. Het moet geschikt zijn voor gebruik in dierlijk voedsel."
Ook hier kun je ervan overtuigd zijn dat alles wat geschikt is voor menselijke consumptie, niet gebruikt wordt voor dierlijk voedsel. Wanneer een lever besmet is met wormen, wanneer longen vol zitten met pneumonia of wormen, verkankerde organen en stukken vlees die aangetast zijn door injecties - dat zijn de niet verwerkte, schone delen die gebruikt worden om hondenbrokken van te maken.
Animal By-product Meal is het verwerkte product van dierlijk weefsels, zonder extra toevoegingen van haren, horens, stukken huid, mest, de inhoud van maag en darmen, behalve in zodanige hoeveelheid als onvermijdelijk is bij een goedproductieproces. Het mag geen toegevoegde vreemde materialen bevatten die hierboven niet omschreven zijn.
Deze omschrijving is bedoeld om alle materialen die niet voldoen aan de criteria van de hierboven omschreven ingrediënten onder Meat by-products te omvatten.
Poultry "Kip is de combinatie van vlees en vel met of zonder bijbehorende botten, die verkregen wordt uit delen van kippen of hele kadavers of een combinatie daarvan, met uitzondering van veren, koppen, voeten en ingewanden. Het moet geschikt zijn om te gebruiken in dierenvoeding."
Poultry by-products "Poultry by-products zijn de niet verwerkte, schone delen van kadavers van geslacht gevogelte zoals koppen, voeten, ingewanden zonder inhoud en vreemde materialen, toegestaan in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces."
Poultry By-product Meal "Poultry by-product meal bestaat uit gemalen, verwerkte schone delen van de kadavers van geslacht gevogelte, zoals nekken, voeten, onontwikkelde eieren, en ingewanden, met uitzondering van veren, behalve in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces. Op het etiket moeten garanties gegeven worden voor het minimum aan ruwe eiwitten en ruwe vetten, het maximum aan ruwe vezels, het minimum aan fosfor (P) en het minimum en maximum aan kalk (Ca). Het kalkgehalte mag niet hoger zijn dan 2,2 maal het gehalte aan fosfor."
ANN MARTIN: FOOD PETS DIE FOR (NewSage Press 1997)
Poultry-hatchery by-products is een mengsel van eierschalen, onvruchtbare en niet uitgekomen eieren en tijdens het sexen (het bepalen van het geslacht) uitgeselecteerde kuikens, dat gekookt, gedroogd en gemalen wordt met of zonder verwijdering van overmatig vet.
Hydrolyzed poultry feather is een eiwitbron, weliswaar onverteerbaar, maar eiwitten zijn eiwitten. Dit product is wat overblijft na het onder hoge druk verwerken van de veren van de slachtkippen, vrij van toevoegingen.
We hebben alle vlees en gevogelte besproken dat gebruikt wordt in de industrie, maar volgens de AAFCO zijn er nog een aantal andere bronnen die kunnen voorzien in de eiwitbehoefte in deze voedingsmiddelen. We gaan ze doornemen, maar als je over een gevoelige maag bezit, is het voor je eigen rekening om verder te lezen.
Hydrolyzed hair is een product dat vervaardigd wordt van schoon haar dat een behandeling krijgt met warmte en hoge druk teneinde een product te vervaardigen dat gebruikt kan worden in de dierenvoeding.
Spay-dried animal blood wordt vervaardigd van schoon, vers dierlijk bloed, zonder enig vreemd materiaal zoals haar, maaginhoud en urine, behalve in dermate hoeveelheden als onvermijdelijk is voor een goede bereidingswijze.
Dehydrated food-waste is ieder en elk afvalproduct van dierlijk of plantaardig origine dat opgehaald wordt bij bedrijven of instellingen waar voeding bereid wordt. Het product zal regelmatig worden opgehaald of voldoende vaak, zodat bederf niet duidelijk merkbaar heeft kunnen toeslaan. Kennelijk geldt voor dit product: wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert.
Dehydrated garbage [/b] wordt gemaakt van kunstmatig gedroogd dierlijk en plantaardig afval, dat voldoende vaak opgehaald moet worden zodat schadelijk bederf niet heeft kunnen optreden, en waar aardewerk, glas, metaal, touw en dergelijke materialen uit verwijderd dient te worden.
Dehydrated paunch products wordt samengesteld uit de inhoud van de pens van geslacht vee, ontdaan van vocht bij een temperatuur van meer dan 100 graden Celsius tot een vochtgehalte van 12% of minder is overgebleven. Het doel van het drogen is het vernietigen van alle pathogene (ziekteverwekkende) bacteriën.
Dried poultry waste is een dierlijk afvalproduct dat hoofdzakelijk vervaardigd wordt van de maaginhoud die kunstmatig gedroogd wordt tot het vochtgehalte niet meer dan 15% bedraagt. Er moeten minimaal 12% ruwe eiwitten in zitten, maximaal 40% vezelstoffen, inclusief stro, houtsplinters enzovoorts, en maximaal 30% as.
Dried swine waste is een dierlijk afvalproduct dat voornamelijk vervaardigd wordt uit varkenspoep, die kunstmatig gedroogd wordt totdat het vochtgehalte niet hoger is dan 15%. Er moeten minimaal 20% ruwe eiwitten in zitten, maximaal 35% ruwe vezelstoffen, inclusief materiaal zoals stro en houtsplinters en maximaal 20% as.
Undried processed animal waste product wordt samengesteld uit uitwerpselen van gevogelte en herkauwers of elke andere diersoort behalve mensen, en kan doodgeboren dieren van herkauwers of elke andere diersoort behalve mensen bevatten, inclusief of exclusief andere grondstoffen. Er moeten tenminste 15% voedingsstoffen in zitten en tenminste 15% vocht. Het mag niet meer dan 30% hout, houtsplinters, doodgeboortes, vuil, zand, stenen en andere vreemde materialen bevatten.
Na het doornemen van deze lijst met grondstoffen, waarbij ik absoluut niet kon geloven dat deze stoffen gebruikt zouden kunnen worden voor voeding voor huisdieren, stuurde ik een faxbericht naar de voorzitter van de AAFCO met de vraag: "Zijn de definities van de grondstoffen die van toepassing zijn op het voer van dieren voor de slacht, ook van toepassing op de voeding voor huisdieren?" Het antwoord was als volgt: "De definiteis van de grondstoffen die goedgekeurd zijn door de AAFCO, zijn van toepassing op de voeding van alle dieren, inclusief huisdieren, tenzij het niet toegestaan is om bepaalde dieren te gebruiken als bron."
Wanneer je op een zak met hondenvoer de term ‘meat by-products’ leest, weet dan dat dit materiaal is dat afkomstig is van slachthuizen of ophaaldiensten van dood vee, dat gewaarborgd is als besmet of niet geschikt voor menselijke consumptie. ‘Meat meal’, meat and bone meal’ en ‘digest’ wordt samengesteld uit verwerkt materiaal. De producent is niet verplicht om te melden wat de samenstelling van het materiaal is, omdat dit per aanmaak verschilt. Dit zij de eiwitten die wij aan onze honden en katten geven.
In 1996 nam ik het besluit om te gaan onderzoeken wat de kosten zijn van dit hoogwaardige materiaal dat de brokkenfabrikanten afnemen van de verwerkingsindustrie. Ik was me er terdege van bewust dat een telefoontje van een gewone burger mij niet de informatie zou verschaffen die ik nodig had en daarom deed ik alsof ik van plan was om een onafhankelijke producent van hondenbrokken te worden. Nadat ik verteld had wat mijn plannen waren vroeg ik een prijsopgave van ‘meat by-products’ en ‘meat meal’ bij een verwerkingsbedrijf in Canada en in de Verenigde Staten. Beide bedrijven waren verheugd over mijn plannen en zeer bereid om informatie te verstrekken. Omdat ik echter maar een klein bedrijfje was en geen grote hoeveelheden nodig had om te beginnen, waren de kosten voor mij ettelijke malen hoger dan voor de grote multinationals.
Meat and bone meal met een gehalte van minimaal 50% proteïne, 12% vet, 8% vocht, 8% kalk, 4% fosfor en 30% as, zou door mij, een klein bedrijfje, afgenomen kunnen worden voor minder dan US$ 0,10 per pond.
Voor de meat by-products varieerden de prijzen van US$ 0,17 per pond voor lever tot longen voor US$ 0,09 per pond.
GRANEN
De opneembaarheid van voedingstoffen door het lichaam hangt af van de mate waarin de diverse graansoorten verteerd kunnen worden. Bepaalde graansoorten, zoals witte rijst, kunnen bijna helemaal verteerd en opgenomen worden. Van andere soorten kan 20% niet opgenomen worden. De voedingsstoffen in tarwe, bonen en haver kunnen bijna helemaal niet opgenomen worden. De voedingswaarde van de koolhydraten die niet kunnen worden opgenomen door het lichaam is nihil. De hoeveelheid en de soort koolhydraten die gebruikt worden in de voeding bepaalt hoeveel voedingsstoffen het dier in werkelijkheid binnen krijgt. Grondstoffen zoals pindadoppen en sojahullen, worden alleen maar gebruikt als vulmiddel, en hebben geen enkele voedingswaarde.
ANN MARTIN: FOOD PETS DIE FOR (NewSage Press, 1997)
Corn flour - fijne, steenachtige deeltjes van gemalen graan met weinig of geen zemelen of kiemen.
Corn bran - de buitenste bekleding van de graankorrel, met weinig of geen zetmeel van de kiem.
Corn gluten meal - het gedroogde restant van het graan nadat bijna alle zetmeel en kiemen verwijderd zijn.
Wheat wordt vaak aangetroffen in dierenvoeding. Ook hier geeft de AAFCO omschrijvingen van de gebruikte termen.
Wheat flour bestaat voornamelijk uit tarwemeel met fijne greintjes tarwezemelen, tarwekiemen en het afval van de ‘tail of the mill’. Tail of the mill is niets anders dan het bijeen geveegde afval dat op de vloer ligt op het einde van de werkdag.
Wheat germ meal bestaat voornamelijk uit tarwekiemen samen met wat zetmeel en tarwegries.
Wheat middlings and shorts bestaat uit fijne greintjes tarwekiemen, meel en afval van de ‘tail of the mill’.
Gewoonlijk staat ‘Fat’ als tweede vermeld op de lijst van ingrediënten. Vetten worden puur over het voer gesproeid of vermengd met andere grondstoffen. Vaak heeft het een pittige, scherpe geur en deze zorgt ervoor dat de hond of kat het graag wil eten. Deze vetten worden gemaakt uit het afval van bakolie van restaurants, ranzig en niet meer geschikt voor menselijke consumptie. Een van de hoofdbronnen van vetten zijn de verwerkers. Het wordt verkregen uit de weefsels van zoogdieren en/of gevogelte tijdens het verwerkingsproces.
Een artikel in Petted Industry Magazine geeft aan dat men wat betreft diervoeding zich helemaal geen zorgen maakt over de verontreinigde stoffen in dit product. Dr. Tim Phillips schrijft: "Verontreinigde substanties kunnen kleine stukjes fiber zijn, of haar, stukjes huid, botten, aarde of plastic. Of het kan vuil zijn of stukjes metaal die er na de productie in verzeild zijn geraakt (tijdens de opslag en/of transport) Deze stoffen zijn vaak de oorzaak van verstoppingen in de roosters tijdens de verwerking van de vetten, en zorgen voor een laag slik in de voorraadtanks."
Nog wat smakelijke ingrediënten die men toevoegt aan het voer:
Beet pulp - het gedroogde restant van suikerbieten, dat toegevoegd wordt als vezels, maar hoofdzakelijk suiker bevat.
Soybeen meal - een product dat verkregen wordt door het malen van de schilfers die overblijven nadat de meeste olie uit de sojabonen is getrokken.
Sugar foods by-products - het restant van het malen en mengen van oneetbare gedeeltes verkregen uit de bereiding en verpakking van voedselproducten op suikerbasis zoals snoepgoed, verpakte dranken, gedroogde gelatine en soortgelijke producten die voor een groot gedeelte uit suiker bestaan.
Ground almond en peanut shells worden gebruikt als opvulmateriaal.
Fish is een goede eiwitbron. Wanneer je een kat hebt, komt hij al aangerend als het blikje opent. De visdelen die gebruikt worden zijn koppen, staarten, vinnen, botten en ingewanden. Wanneer de hele vis gebruikt wordt voor dierenvoeding, is dat meestal omdat het kwikgehalte te hoog is of er andere gifstoffen in aangetroffen zijn. Ook ingeblikte vis voor menselijke consumptie, waarvan de vervaldatum verstreken is, wordt gebruikt. Tonijn wordt in veel kattenvoer gebruikt vanwege zijn sterke, voor katten aantrekkelijke, geur.
CONSERVERINGSMIDDELEN
BHA (butylated hydroxyanisol), BHT (butylated hydroxytolueen), Ethoxyquine (een insecticide) zijn de conserveringsmiddelen die meestal gebruikt worden om de vetten in het voer te vrijwaren van bederf. Natuurlijke conserveringsmiddelen zijn gemengde tocopherols, oftewel vitamine E. Ethoxyquine is het duurzaamste conserveringsmiddel, maar men heeft nooit aangetoond dat het gebruik van dit middel in de voeding voor dieren veilig is.
Het idee om minder chemicaliën te gebruiken in de dierenvoeding klinkt aantrekkelijk. Sommige natuurlijke conserveringsmiddelen hebben een kortere houdbaarheidsduur dan de chemische, daarom moet je altijd opletten dat de zak brokken die je koopt een vervaldatum heeft en dat deze niet verstreken is. Brokken met natuurlijke conserveringsmiddelen blijven meestal niet langer houdbaar dan 9 maanden. Wanneer je een nieuwe zak opent, is het goed om de inhoud te testen met je neus. Wanneer het vreemd ruikt of ranzig, is het beter om het terug te brengen naar de winkel. Wanneer je hond weigert om een brok te eten, die hij voordien wel at, of wanneer je kat probeert om het eten te bedekken zoals ze haar uitwerpselen bedekt, let dan op hetgeen ze proberen duidelijk te maken. Misschien is het voer bedorven of besmet.
DE ETIKETERING
Datumcoderingen op de verpakking geven een belangrijke informatie over de versheid van de inhoud. Hier volgen enkele voorbeelden:
Maand, dag en jaar – 042599 betekent dat het voer geproduceerd werd op 25 april 1999.
Juliaanse kalender – 12198 betekent de 121ste dag van 1998, 1 mei 1998. Wanneer er slechts 4 getallen vermeld worden, dan is het de 9 van 98, die weggevallen is.
Best if used before – het voer behoudt zijn kwaliteit wanneer het gebruikt wordt voor de vermelde datum. De producent vermeldt altijd de uiterste vervaldatum.
Wanneer je de lijst met grondstoffen doorneemt, hou er dan rekening mee dat ze vermeld worden in afnemend gewicht; de eerstgenoemde grondstof is qua gewicht het meest dominant aanwezig, daarna de tweede enzovoorts. ‘Whole meat’ kan veel vocht bevatten, waardoor deze als eerste vermeld wordt hoewel de werkelijke hoeveelheid vlees heel klein is. Op bepaalde merken blikvoer staat ‘water sufficient for processing’ als eerste ingrediënt en dit betekent dat je in werkelijkheid je geld uitgeeft aan ingeblikt kookvocht.
Let op de industriële praktijken van ‘splitting’. Dit gebeurt wanneer twee of drie soorten graan apart vermeld worden. Wanneer op de verpakking staat “Chicken, ground yellow corn, rice, and corn gluten meal”, dan lijkt het alsof er meer kip dan graan in de voeding verwerkt is, terwijl er veel meer graan dan kip verwerkt is in het product.
Op het etiket moeten naam en adres van de producent, verpakker of distributeur van de brokken staan, inclusief een postadres.
HET BEWAREN VAN DE BROKKEN
Wanneer je besloten hebt welke brok je wilt kopen, is het verstandig om de voorraad te bewaren in een luchtdichte container of emmer. Bewaar het op een koele plaats, buiten bereik van zonlicht, of in de koelkast of vriezer.
Wanneer je leverancier beweert, dat dit niet nodig is bij het merk voer dat hij verkoopt, wil dat alleen maar zeggen, dat zijn product vol zit met allerhande synthetische conserveringsmiddelen en hij blijkbaar niet op de hoogte is van de schadelijke werking van een tropisch klimaat op al deze chemicaliën.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
INLEIDING
Veel honden en katten krijgen fabrieksmatig geproduceerde voeding. Er zit behoorlijk verschil in de grondstoffen die door de producenten van de verschillende merken gebruikt wordt. Voor droogvoer en blikvoer wordt dezelfde basis gebruikt. Het verschil zit hem in het kookproces en in de hoeveelheid water die het eindproduct bevat. Blikvoer kan tot 82% water bevatten!
De lijst van de gebruikte grondstoffen die op de verpakking te vinden is, levert belangrijke informatie over de samenstelling van het product. Wat er te lezen valt kan nogal verwarrend zijn, maar het is voor de consument de enige informatie die er is. Twee belangrijke zaken die nooit vermeld worden, zijn de verteerbaarheid en de mate waarin de voedingstoffen opgenomen kunnen worden. Dit verslag, samen met de vorige afleveringen, is een hulp om zoveel mogelijk te begrijpen van wat er op de etiketten wordt vermeld.
Onthou goed, dat je op de verpakking moet kunnen lezen wat de inhoud is zodat je een goed overwogen keuze kunt maken. Een van de belangrijkste beslissingen die je neemt en die een onmiddellijke uitwerking heeft op de gezondheid en de levensduur van je huisdier is het selecteren van de juiste voeding.
Meat en Meat Meal -- De herkomst en de kwaliteit van het materiaal dat gebruikt wordt voor de verwerking tot vleesmeel is op zijn minst verdacht. Het is het beste om voeders waarin dit product verwerkt is, zo weinig mogelijk aan je huisdieren te voeren. Neem liever iets waar bijvoorbeeld kip op staat en laat het voer met kippenmeel maar staan. De enige uitzondering is, wanneer de producent zelf zijn meel maakt, maar daar kun je alleen achter komen door contact op te nemen met de fabrikant. Vermijd alle producten waar ‘by-products’ (bijproducten) en ‘by-products meal’ (meel van bijproducten) op staat.
DE AAFCO DEFINITIES EN HUN BETEKENIS
Meat (bijv. lam, beef, chicken) "Meat is vlees dat verkregen wordt van geslachte zoogdieren en is beperkt tot dat gedeelte van de spieren dat zich op het skelet bevindt of dat zich bevindt in de tong, het middenrif, het hart of de slokdarm; met of zonder bijbehorend vet en stukken huid, pezen, zenuwen en bloedvaten die bij deze vleesgedeeltes horen."
Wanneer je op de verpakking leest dat er "real meat" verwerkt is in het product, dan kun je er zeker van zijn dat het product gemaakt is met het bijbehorende vet, huid, pezen, zenuwen en bloedvaten en misschien een beetje vlees dat er nog aan is gebleven na het uitbenen, en niet het smakelijke vlees zoals het voorgeschoteld wordt in de advertenties. Wat in de vleesindustrie gebruikt kan worden voor menselijk gebruik, gaat echt niet in de hondenpot.
Meat Meal, en Meat en Bone Meal "Meat en Bone Meal is het verwerkte product van weefsels van zoogdieren, inclusief botten, exclusief toegevoegd bloed, haren, hoeven, horens, stukken huid, mest, maag en darm inhoud, behalve in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces. Er mogen geen toegevoegde vreemde weefsels in zitten, die hierboven niet omschreven zijn. Er moet een minimum van 4.0 fosfor (P) in zitten en het kalkgehalte (Ca) mag niet hoger zijn dan 2,2 maal het fosforgehalte. Er mag niet meer dan 12% onverteerbare pepsine restanten aanwezig zijn en maximaal 9% van de onverwerkte eiwitten van het product mag onverteerbare pepsine bevatten. Op het label moet een garantie gegeven worden voor het minimum aan crude protein (ruwe eiwitten) en crude fat (ruwe vetten), het maximum aan ruwe vezels, het minimum aan fosfor (P) en het minimum en maximum aan kalk (Ca)."
David C. Cooke in zijn artikel "Dierlijk afval: feit en fictie".
Stel je eens voor hoeveel tijd en geld het kost om elk jaar 600.000 ton dode katten en honden te ontdoen van de vacht en de ingewanden, voordat ze gemalen en verwerkt worden. Het lijkt me dat de AAFCO zijn definitie van ‘meat meal’ en ‘meat and bone meal’ eens nauwkeurig aan een onderzoek zou moeten onderwerpen, of men zou eens wat nauwkeuriger kunnen omschrijven wat de term ‘goed productieproces’ inhoudt.
Wanneer 4-D dieren (dead, diseased, disabled, distroyed) opgehaald worden en afgeleverd bij de verwerker, wordt de darminhoud echt niet verwijderd. Het bloed wordt niet afgetapt en de horens en de hoeven worden niet verwijderd. Het enige gedeelte van het dier dat misschien verwijderd wordt is de huid van individueel opgehaalde koeien, wanneer die niet beschadigd is, en alle stukken vlees die nog goed genoeg eruit zien of niet te verziekt zijn om als versvlees voor dieren verkocht te worden. In Canada in Quebec heeft de Minister van Landbouw duidelijk toegegeven dat gezelschapsdieren in zijn geheel verwerkt worden.
Het tijdschrift Pet Food Industry deelt mede dat een producent van dierenvoeders verwerkt materiaal zou kunnen weigeren om verschillende redenen, o.a. wegens de aanwezigheid van vreemde materialen (metaal, haar, plastic, rubber, glas), de geur, te veel veren, varkensharen, schimmels, chemische stoffen, een onjuist vermalingsproces of een verkeerde samenstelling van de massa en wegens besmetting door insecten.
Begrijp goed, dat er geschreven staat dat de producent dit zou KUNNEN doen en niet dat het ook zo gebeurt.
Wanneer je op de verpakking leest dat het product meat meal bevat of meat and bone meal, dan is het zeer goed mogelijk dat alle materialen die hierboven omschreven zijn, ook inderdaad aanwezig zijn.
Meat by-products "Meat by-products zijn de niet verwerkte, schone delen met uitzondering van vlees, die verkregen worden van geslachte zoogdieren. Het bevat longen, milt, nieren, lever, hersenen, bloed, botten, d.m.v. geringe verhitting gedeeltelijk ontvette, vette weefsels, en magen en darmen, ontdaan van hun inhoud, maar is niet slechts beperkt tot de hierboven omschreven materialen. Het bevat geen haren, horens, tanden en hoeven. Het moet geschikt zijn voor gebruik in dierlijk voedsel."
Ook hier kun je ervan overtuigd zijn dat alles wat geschikt is voor menselijke consumptie, niet gebruikt wordt voor dierlijk voedsel. Wanneer een lever besmet is met wormen, wanneer longen vol zitten met pneumonia of wormen, verkankerde organen en stukken vlees die aangetast zijn door injecties - dat zijn de niet verwerkte, schone delen die gebruikt worden om hondenbrokken van te maken.
Animal By-product Meal is het verwerkte product van dierlijk weefsels, zonder extra toevoegingen van haren, horens, stukken huid, mest, de inhoud van maag en darmen, behalve in zodanige hoeveelheid als onvermijdelijk is bij een goedproductieproces. Het mag geen toegevoegde vreemde materialen bevatten die hierboven niet omschreven zijn.
Deze omschrijving is bedoeld om alle materialen die niet voldoen aan de criteria van de hierboven omschreven ingrediënten onder Meat by-products te omvatten.
Poultry "Kip is de combinatie van vlees en vel met of zonder bijbehorende botten, die verkregen wordt uit delen van kippen of hele kadavers of een combinatie daarvan, met uitzondering van veren, koppen, voeten en ingewanden. Het moet geschikt zijn om te gebruiken in dierenvoeding."
Poultry by-products "Poultry by-products zijn de niet verwerkte, schone delen van kadavers van geslacht gevogelte zoals koppen, voeten, ingewanden zonder inhoud en vreemde materialen, toegestaan in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces."
Poultry By-product Meal "Poultry by-product meal bestaat uit gemalen, verwerkte schone delen van de kadavers van geslacht gevogelte, zoals nekken, voeten, onontwikkelde eieren, en ingewanden, met uitzondering van veren, behalve in zodanige hoeveelheden als onvermijdelijk is bij een goed productieproces. Op het etiket moeten garanties gegeven worden voor het minimum aan ruwe eiwitten en ruwe vetten, het maximum aan ruwe vezels, het minimum aan fosfor (P) en het minimum en maximum aan kalk (Ca). Het kalkgehalte mag niet hoger zijn dan 2,2 maal het gehalte aan fosfor."
ANN MARTIN: FOOD PETS DIE FOR (NewSage Press 1997)
Poultry-hatchery by-products is een mengsel van eierschalen, onvruchtbare en niet uitgekomen eieren en tijdens het sexen (het bepalen van het geslacht) uitgeselecteerde kuikens, dat gekookt, gedroogd en gemalen wordt met of zonder verwijdering van overmatig vet.
Hydrolyzed poultry feather is een eiwitbron, weliswaar onverteerbaar, maar eiwitten zijn eiwitten. Dit product is wat overblijft na het onder hoge druk verwerken van de veren van de slachtkippen, vrij van toevoegingen.
We hebben alle vlees en gevogelte besproken dat gebruikt wordt in de industrie, maar volgens de AAFCO zijn er nog een aantal andere bronnen die kunnen voorzien in de eiwitbehoefte in deze voedingsmiddelen. We gaan ze doornemen, maar als je over een gevoelige maag bezit, is het voor je eigen rekening om verder te lezen.
Hydrolyzed hair is een product dat vervaardigd wordt van schoon haar dat een behandeling krijgt met warmte en hoge druk teneinde een product te vervaardigen dat gebruikt kan worden in de dierenvoeding.
Spay-dried animal blood wordt vervaardigd van schoon, vers dierlijk bloed, zonder enig vreemd materiaal zoals haar, maaginhoud en urine, behalve in dermate hoeveelheden als onvermijdelijk is voor een goede bereidingswijze.
Dehydrated food-waste is ieder en elk afvalproduct van dierlijk of plantaardig origine dat opgehaald wordt bij bedrijven of instellingen waar voeding bereid wordt. Het product zal regelmatig worden opgehaald of voldoende vaak, zodat bederf niet duidelijk merkbaar heeft kunnen toeslaan. Kennelijk geldt voor dit product: wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert.
Dehydrated garbage [/b] wordt gemaakt van kunstmatig gedroogd dierlijk en plantaardig afval, dat voldoende vaak opgehaald moet worden zodat schadelijk bederf niet heeft kunnen optreden, en waar aardewerk, glas, metaal, touw en dergelijke materialen uit verwijderd dient te worden.
Dehydrated paunch products wordt samengesteld uit de inhoud van de pens van geslacht vee, ontdaan van vocht bij een temperatuur van meer dan 100 graden Celsius tot een vochtgehalte van 12% of minder is overgebleven. Het doel van het drogen is het vernietigen van alle pathogene (ziekteverwekkende) bacteriën.
Dried poultry waste is een dierlijk afvalproduct dat hoofdzakelijk vervaardigd wordt van de maaginhoud die kunstmatig gedroogd wordt tot het vochtgehalte niet meer dan 15% bedraagt. Er moeten minimaal 12% ruwe eiwitten in zitten, maximaal 40% vezelstoffen, inclusief stro, houtsplinters enzovoorts, en maximaal 30% as.
Dried swine waste is een dierlijk afvalproduct dat voornamelijk vervaardigd wordt uit varkenspoep, die kunstmatig gedroogd wordt totdat het vochtgehalte niet hoger is dan 15%. Er moeten minimaal 20% ruwe eiwitten in zitten, maximaal 35% ruwe vezelstoffen, inclusief materiaal zoals stro en houtsplinters en maximaal 20% as.
Undried processed animal waste product wordt samengesteld uit uitwerpselen van gevogelte en herkauwers of elke andere diersoort behalve mensen, en kan doodgeboren dieren van herkauwers of elke andere diersoort behalve mensen bevatten, inclusief of exclusief andere grondstoffen. Er moeten tenminste 15% voedingsstoffen in zitten en tenminste 15% vocht. Het mag niet meer dan 30% hout, houtsplinters, doodgeboortes, vuil, zand, stenen en andere vreemde materialen bevatten.
Na het doornemen van deze lijst met grondstoffen, waarbij ik absoluut niet kon geloven dat deze stoffen gebruikt zouden kunnen worden voor voeding voor huisdieren, stuurde ik een faxbericht naar de voorzitter van de AAFCO met de vraag: "Zijn de definities van de grondstoffen die van toepassing zijn op het voer van dieren voor de slacht, ook van toepassing op de voeding voor huisdieren?" Het antwoord was als volgt: "De definiteis van de grondstoffen die goedgekeurd zijn door de AAFCO, zijn van toepassing op de voeding van alle dieren, inclusief huisdieren, tenzij het niet toegestaan is om bepaalde dieren te gebruiken als bron."
Wanneer je op een zak met hondenvoer de term ‘meat by-products’ leest, weet dan dat dit materiaal is dat afkomstig is van slachthuizen of ophaaldiensten van dood vee, dat gewaarborgd is als besmet of niet geschikt voor menselijke consumptie. ‘Meat meal’, meat and bone meal’ en ‘digest’ wordt samengesteld uit verwerkt materiaal. De producent is niet verplicht om te melden wat de samenstelling van het materiaal is, omdat dit per aanmaak verschilt. Dit zij de eiwitten die wij aan onze honden en katten geven.
In 1996 nam ik het besluit om te gaan onderzoeken wat de kosten zijn van dit hoogwaardige materiaal dat de brokkenfabrikanten afnemen van de verwerkingsindustrie. Ik was me er terdege van bewust dat een telefoontje van een gewone burger mij niet de informatie zou verschaffen die ik nodig had en daarom deed ik alsof ik van plan was om een onafhankelijke producent van hondenbrokken te worden. Nadat ik verteld had wat mijn plannen waren vroeg ik een prijsopgave van ‘meat by-products’ en ‘meat meal’ bij een verwerkingsbedrijf in Canada en in de Verenigde Staten. Beide bedrijven waren verheugd over mijn plannen en zeer bereid om informatie te verstrekken. Omdat ik echter maar een klein bedrijfje was en geen grote hoeveelheden nodig had om te beginnen, waren de kosten voor mij ettelijke malen hoger dan voor de grote multinationals.
Meat and bone meal met een gehalte van minimaal 50% proteïne, 12% vet, 8% vocht, 8% kalk, 4% fosfor en 30% as, zou door mij, een klein bedrijfje, afgenomen kunnen worden voor minder dan US$ 0,10 per pond.
Voor de meat by-products varieerden de prijzen van US$ 0,17 per pond voor lever tot longen voor US$ 0,09 per pond.
GRANEN
De opneembaarheid van voedingstoffen door het lichaam hangt af van de mate waarin de diverse graansoorten verteerd kunnen worden. Bepaalde graansoorten, zoals witte rijst, kunnen bijna helemaal verteerd en opgenomen worden. Van andere soorten kan 20% niet opgenomen worden. De voedingsstoffen in tarwe, bonen en haver kunnen bijna helemaal niet opgenomen worden. De voedingswaarde van de koolhydraten die niet kunnen worden opgenomen door het lichaam is nihil. De hoeveelheid en de soort koolhydraten die gebruikt worden in de voeding bepaalt hoeveel voedingsstoffen het dier in werkelijkheid binnen krijgt. Grondstoffen zoals pindadoppen en sojahullen, worden alleen maar gebruikt als vulmiddel, en hebben geen enkele voedingswaarde.
ANN MARTIN: FOOD PETS DIE FOR (NewSage Press, 1997)
Corn flour - fijne, steenachtige deeltjes van gemalen graan met weinig of geen zemelen of kiemen.
Corn bran - de buitenste bekleding van de graankorrel, met weinig of geen zetmeel van de kiem.
Corn gluten meal - het gedroogde restant van het graan nadat bijna alle zetmeel en kiemen verwijderd zijn.
Wheat wordt vaak aangetroffen in dierenvoeding. Ook hier geeft de AAFCO omschrijvingen van de gebruikte termen.
Wheat flour bestaat voornamelijk uit tarwemeel met fijne greintjes tarwezemelen, tarwekiemen en het afval van de ‘tail of the mill’. Tail of the mill is niets anders dan het bijeen geveegde afval dat op de vloer ligt op het einde van de werkdag.
Wheat germ meal bestaat voornamelijk uit tarwekiemen samen met wat zetmeel en tarwegries.
Wheat middlings and shorts bestaat uit fijne greintjes tarwekiemen, meel en afval van de ‘tail of the mill’.
Gewoonlijk staat ‘Fat’ als tweede vermeld op de lijst van ingrediënten. Vetten worden puur over het voer gesproeid of vermengd met andere grondstoffen. Vaak heeft het een pittige, scherpe geur en deze zorgt ervoor dat de hond of kat het graag wil eten. Deze vetten worden gemaakt uit het afval van bakolie van restaurants, ranzig en niet meer geschikt voor menselijke consumptie. Een van de hoofdbronnen van vetten zijn de verwerkers. Het wordt verkregen uit de weefsels van zoogdieren en/of gevogelte tijdens het verwerkingsproces.
Een artikel in Petted Industry Magazine geeft aan dat men wat betreft diervoeding zich helemaal geen zorgen maakt over de verontreinigde stoffen in dit product. Dr. Tim Phillips schrijft: "Verontreinigde substanties kunnen kleine stukjes fiber zijn, of haar, stukjes huid, botten, aarde of plastic. Of het kan vuil zijn of stukjes metaal die er na de productie in verzeild zijn geraakt (tijdens de opslag en/of transport) Deze stoffen zijn vaak de oorzaak van verstoppingen in de roosters tijdens de verwerking van de vetten, en zorgen voor een laag slik in de voorraadtanks."
Nog wat smakelijke ingrediënten die men toevoegt aan het voer:
Beet pulp - het gedroogde restant van suikerbieten, dat toegevoegd wordt als vezels, maar hoofdzakelijk suiker bevat.
Soybeen meal - een product dat verkregen wordt door het malen van de schilfers die overblijven nadat de meeste olie uit de sojabonen is getrokken.
Sugar foods by-products - het restant van het malen en mengen van oneetbare gedeeltes verkregen uit de bereiding en verpakking van voedselproducten op suikerbasis zoals snoepgoed, verpakte dranken, gedroogde gelatine en soortgelijke producten die voor een groot gedeelte uit suiker bestaan.
Ground almond en peanut shells worden gebruikt als opvulmateriaal.
Fish is een goede eiwitbron. Wanneer je een kat hebt, komt hij al aangerend als het blikje opent. De visdelen die gebruikt worden zijn koppen, staarten, vinnen, botten en ingewanden. Wanneer de hele vis gebruikt wordt voor dierenvoeding, is dat meestal omdat het kwikgehalte te hoog is of er andere gifstoffen in aangetroffen zijn. Ook ingeblikte vis voor menselijke consumptie, waarvan de vervaldatum verstreken is, wordt gebruikt. Tonijn wordt in veel kattenvoer gebruikt vanwege zijn sterke, voor katten aantrekkelijke, geur.
CONSERVERINGSMIDDELEN
BHA (butylated hydroxyanisol), BHT (butylated hydroxytolueen), Ethoxyquine (een insecticide) zijn de conserveringsmiddelen die meestal gebruikt worden om de vetten in het voer te vrijwaren van bederf. Natuurlijke conserveringsmiddelen zijn gemengde tocopherols, oftewel vitamine E. Ethoxyquine is het duurzaamste conserveringsmiddel, maar men heeft nooit aangetoond dat het gebruik van dit middel in de voeding voor dieren veilig is.
Het idee om minder chemicaliën te gebruiken in de dierenvoeding klinkt aantrekkelijk. Sommige natuurlijke conserveringsmiddelen hebben een kortere houdbaarheidsduur dan de chemische, daarom moet je altijd opletten dat de zak brokken die je koopt een vervaldatum heeft en dat deze niet verstreken is. Brokken met natuurlijke conserveringsmiddelen blijven meestal niet langer houdbaar dan 9 maanden. Wanneer je een nieuwe zak opent, is het goed om de inhoud te testen met je neus. Wanneer het vreemd ruikt of ranzig, is het beter om het terug te brengen naar de winkel. Wanneer je hond weigert om een brok te eten, die hij voordien wel at, of wanneer je kat probeert om het eten te bedekken zoals ze haar uitwerpselen bedekt, let dan op hetgeen ze proberen duidelijk te maken. Misschien is het voer bedorven of besmet.
DE ETIKETERING
Datumcoderingen op de verpakking geven een belangrijke informatie over de versheid van de inhoud. Hier volgen enkele voorbeelden:
Maand, dag en jaar – 042599 betekent dat het voer geproduceerd werd op 25 april 1999.
Juliaanse kalender – 12198 betekent de 121ste dag van 1998, 1 mei 1998. Wanneer er slechts 4 getallen vermeld worden, dan is het de 9 van 98, die weggevallen is.
Best if used before – het voer behoudt zijn kwaliteit wanneer het gebruikt wordt voor de vermelde datum. De producent vermeldt altijd de uiterste vervaldatum.
Wanneer je de lijst met grondstoffen doorneemt, hou er dan rekening mee dat ze vermeld worden in afnemend gewicht; de eerstgenoemde grondstof is qua gewicht het meest dominant aanwezig, daarna de tweede enzovoorts. ‘Whole meat’ kan veel vocht bevatten, waardoor deze als eerste vermeld wordt hoewel de werkelijke hoeveelheid vlees heel klein is. Op bepaalde merken blikvoer staat ‘water sufficient for processing’ als eerste ingrediënt en dit betekent dat je in werkelijkheid je geld uitgeeft aan ingeblikt kookvocht.
Let op de industriële praktijken van ‘splitting’. Dit gebeurt wanneer twee of drie soorten graan apart vermeld worden. Wanneer op de verpakking staat “Chicken, ground yellow corn, rice, and corn gluten meal”, dan lijkt het alsof er meer kip dan graan in de voeding verwerkt is, terwijl er veel meer graan dan kip verwerkt is in het product.
Op het etiket moeten naam en adres van de producent, verpakker of distributeur van de brokken staan, inclusief een postadres.
HET BEWAREN VAN DE BROKKEN
Wanneer je besloten hebt welke brok je wilt kopen, is het verstandig om de voorraad te bewaren in een luchtdichte container of emmer. Bewaar het op een koele plaats, buiten bereik van zonlicht, of in de koelkast of vriezer.
Wanneer je leverancier beweert, dat dit niet nodig is bij het merk voer dat hij verkoopt, wil dat alleen maar zeggen, dat zijn product vol zit met allerhande synthetische conserveringsmiddelen en hij blijkbaar niet op de hoogte is van de schadelijke werking van een tropisch klimaat op al deze chemicaliën.
_________________
Mixing wines may be a mistake, but old and new wisdom mix admirably.
Re: Voer fabrieken
4. DE VERWERKINGSINDUSTRIE
INLEIDING
Volgens het Amerikaanse Ministerie van Landbouw is "verwerken" het verhitten van vetten, beenderen, afval en gerelateerd materiaal van de kadavers van vee, gevogelte, vis en gebruikte oliën en vetten. Verwerkers noemen zichzelf ‘de onzichtbare industrie’ en zijn allang blij dat de meeste mensen helemaal niet weten dat ze bestaan en waarmee ze zich bezig houden.
Verwerken is recyclen, het weer in omloop brengen van afvalproducten. De verwerkingsindustrie is meer dan 150 jaar oud en is begonnen met de meest primitieve uitrustingen. Thans is het een niet meer weg te denken industrie die afgedankt dierlijk materiaal omwerkt tot zeer gewaardeerde producten voor allerhande gebruik.
Dierlijke huiden, verwerkt tot lederwaren, hebben de mens altijd gediend op allerhande manieren. En met de moderne technieken en apparatuur is het mogelijk geworden om een van de basis materialen – vetzuren, machinaal gereproduceerd uit verwerkte dierlijke vetten – te gebruiken voor de productie van veel producten die men dagelijks gebruikt: cosmetica, zalven en crèmes, deodorants, verf, poetsmiddelen enzovoorts.
Dierlijke vetten en dierlijke eiwitten blijven de voornaamste eindproducten van de kunst van het verwerken. Vroeger werden ze bijna helemaal gebruikt voor zeep en kaarsen. Tegenwoordig maken de verwerkers allerhande verschillende kwaliteiten vetten en half vloeibare voedingsvetten. De eiwitten worden verwerkt tot ‘meat and bone meals’ (vlees en beendermeel), ‘blood meal’ (bloedmeel), ‘feather meal’ (verenmeel) en andere ‘by-product meals’ (meelsoorten gemaakt van bijproducten). Ze worden gebruikt om het voer van slachtvee, slachtkippen en slachtvarkens te verrijken.
Verwerkingsbedrijf Rothsay is er trots op dat 95 tot 100% van hun ruwe materiaal verwerkt wordt tot bruikbare producten. Hun trucks rijden dagelijks uit om afgedankte vetten en beenderen op te halen, en vleesrestanten, dierlijke kadavers en gebruikte, afgedankte bakolie. Het ruwe materiaal is afkomstig van slagerijen, restaurants, supermarkets, boeren, fokbedrijven, kwekers van slachtkippen en andere bronnen. Zij vinden dat hun afhaalservice, die plaats vindt op regelmatige basis, van wezenlijk belang is voor de algehele volksgezondheid. Van de totale hoeveelheid ossenvlees wordt bijvoorbeeld maar 58% verkocht en gebruikt voor menselijke consumptie. De resterende 42% wordt omgewerkt tot nuttige producten.
Het is niet zo moeilijk om je voor te stellen wat voor massale volksgezondheidsproblemen en stinkende bergen afval er zouden zijn wanneer dit overbodige materiaal niet verwerkt zou worden.
VOEDING DIE NIET GESCHIKT IS VOOR HUISDIEREN
door Dr. W.O. Belfield, DVM
De meest gestelde vraag in mijn dierenartsenpraktijk is : "Dokter, welk voer is het beste voor mijn hond?" Mijn standaard antwoord is: "Geen van ze." Ik weet zeker dat mensen die een hond hebben, opgemerkt hebben dat hun viervoeter wel eens anders reageert op een nieuwe zak voer van hetzelfde merk. Misschien krijgen ze diarree, last van winderigheid, een doffe vacht of haaruitval, af en toe braken of veel jeuk. Dit zijn normale verschijnselen die bij commerciële dierenvoeders horen.
Eckhouse schreef: "Elk jaar worden miljoenen dode Amerikaanse honden en katten industrieel verwerkt met biljoenen kiloos andere dierlijke materialen door bedrijven die bekend staan als verwerkers. Het eindproduct – ‘tallow’ (vetten) en ‘meat meal’ (vleesmeel) – dient als basismateriaal voor duizenden producten inclusief cosmetica en voeding voor huisdieren."
De producenten van voeders voor huisdieren ontkennen. Maar officiële staatsorganen zoals de FDA (Federal Drug Administration), AVMA (American Veterinary Medical Association) en CVMA (California Veterinary Medical Association) bevestigen dat huisdieren routinematig worden verwerkt nadat ze worden afgemaakt in asiels, opvangcentra of ter beschikking worden gesteld door gezondheidsdiensten; het eindproduct wordt gebruikt om voeding voor huisdieren te produceren.
Gezondheidsdeskundigen, wetenschappers en representanten van de diervoedingsindustrie argumenteren erover dat openlijke discussie over en kritiek op commerciële diervoeders ongegrond is. James Morris, een professor van de School of Veterinary Medicine in Davis, California, zei: "Alle producten die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, worden goed gesteriliseerd, waardoor er geen enkele ziekte overgedragen kan worden op het dier dat deze producten eet." Personen die dit soort uitlatingen lanceren, zijn helemaal niet op de hoogte van wat zich afspeelt in de vleesverwerkingsindustrie.
Ik ben zeven jaar lang vlees inspecteur geweest bij het US Department of Agriculture. Ik heb door bloed, water, pus en fecaliën gelopen, ik heb de doordringende stank van dood en verrotting in mijn neus gehad terwijl ik de doodskreten hoorde van dieren die werden afgemaakt.
In de periode voor de tweede wereldoorlog waren de meeste slachterijen all in; oftewel, vee werd geslacht en bereid in een en dezelfde locatie. Er was een afdeling voor gerookt vlees, een afdeling voor het verwerken van vlees in worsten, en een afdeling voor het verwerken van restanten. Na de tweede wereldoorlog werd de vleesindustrie gespecialiseerd. In de slachterij werden de kadavers uitgebeend, terwijl een ander bedrijf de worsten fabriceerde. Het verwerken van slachtafval werd een aparte specialiteit; het vond plaats zonder de controle van gezondheidsinspecteurs en buiten het publiek om.
Om te voorkomen dat verboden vlees toch weer gebruikt zou worden voor menselijke consumptie, waren er officiële voorschriften over het ‘denaturiseren’ van het vlees voordat het de slachterij uit ging naar de verwerker. In mijn tijd als veterinaire vlees inspecteur, gebeurde dit met carbolzuur en/of creosoot. Beide stoffen zijn zeer giftig. Volgens de geldende voorschriften zijn benzine of diesel, kerosine, ruw carbolzuur en citronella allemaal toegestaan om dierlijk materiaal te denaturaliseren.
Besmette kadavers die met deze chemicaliën bewerkt zijn, mogen verwerkt worden tot vlees en beendermeel voor de voeding van huisdieren. Omdat de verwerkingsbedrijvenniet gecontroleerd worden door de overheid, kunnen alle mogelijke kadavers worden gebruikt; zelfs honden en katten. Zoals Eileen Layne vertelde aan The Chronicle: "Wanneer je leest wat op de verpakking geschreven staat, en als dit vlees en beendermeel is, dan is dat precies wat het is: gekookte en geconverteerde dieren, inclusief honden en katten."
In veel van deze dode huisdieren, zoals die welke afgemaakt worden door dierenartsen, zit al pentobarbital voordat het denaturaliseringsproces begint. Volgens onderzoekers van de Universiteit van Minnesota “overleeft de sodium pentobarbital die gebruikt wordt om huisdieren te laten inslapen het verwerkingsproces – het wordt niet afgebroken.” Veel zachte producten voor honden bevatten propyleen glycol, dichtbij familie van ethyleen glycol, een anti-vries middel dat rode bloedcellen vernietigt. Lood wordt veelvuldig aangetroffen in voeding voor huisdieren, zelfs wanneer die geproduceerd wordt uit ‘vlees en beendermeel dat gemaakt is van slachtvee.
Het ‘Institute of Technology’ in Massachusetts heeft een rapport uitgegeven met de titel “Lead in Animal Foods”, waarin melding gemaakt wordt van het feit dat een kat met een gewicht van ca. 5 kilo die alleen commercieel voer te eten krijgt, meer lood binnen krijgt dan de hoeveelheid die men giftig acht voor kinderen.
Ik heb meer dan 25 jaar gewerkt in een dierenartsenpraktijk voor huisdieren en elke dag zie ik de slachtoffers van de propaganda machine van de industrie. De professoren van de veterinaire opleidingsinstituten ondersteunen over het algemeen de industrie die geen enkel respect heeft voor de gezondheid van huisdieren.
Tot slot: vlees en beendermeel dat afkomstig is van bronnen die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, hebben ook hun weg gevonden naar de slachtkippen. Dit betekent dat dierlijke voedingsstoffen die op dubieuze wijze verkregen worden, gevoerd worden aan kippen die uiteindelijk op jouw bord belanden. Denk hier maar aan wanneer je een Braziliaanse of Amerikaanse kip in de pan gooit.
EEN KIJKJE IN EEN VERWERKINGSBEDRIJF
door Gar Smith.
De verwerkingsindustrie wordt ook wel de stille industrie genoemd. In de Verenigde Staten wordt door 286 verwerkingsbedrijven op jaarbasis meer dan 12,5 miljoen ton aan dode dieren, afgewerkte vetten en vleesafval opgeruimd.
Een journalist uit Baltimore die werkt bij City Paper bracht vorig jaar (1990) een bezoek aan het verwerkingsbedrijf Valley Proteins en noteerde dat de ‘hoggers’, de enorm grote vaten waarin de dierlijke materialen gemalen en gefilterd worden, een mengeling bevatten van "dode honden, katten, wasberen, possums, herten, vossen en slangen" tot "een dode baby olifant uit het circus" plus de restanten van Bozeman, een paard van de politie brigade dat omgekomen was tijdens zijn werkzaamheden.
Het asiel van Baltimore levert maandelijks gemiddeld 1.824 dode dieren aan Valley Proteins. Vorig jaar heeft het bedrijf 75 miljoen kilo bedorven vlees en keuken afval verwerkt tot o.a. 40 miljoen kilo vlees en beendermeel, ‘tallow’ en ‘yellow grease’. Dertig jaar geleden was het meeste afval afkomstig van kleine markten en slachthuizen.Tegenwoordig is bijna de helft van het keukenafval en de bakolie afkomstig van fast-food restaurants.
Het verwerken en weer in omloop brengen van dode huisdieren en wild is "slechts een klein gedeelte van onze totale business, waar we liever geen publiciteit aan willen geven". Dit zijn de woorden van Valley Protein’s directeur J.J. Smith aan de journalist van City Paper. Het bedrijf verwerkt deze dieren als een "openbare service en niet voor het geld", aldus Smith, omdat "er nauwelijks eiwitten en vetten uit te halen zijn… alleen maar een enorme hoeveelheid haar waar we op de een of andere manier van af moeten zien te komen."
De “oneetbare, verwerkte stoffen worden verkocht aan Alpo, Heinz en Ralston-Purina”, schrijft City Paper. Valley Proteins beweert dat het bedrijf geen ‘by-products’ van dode huisdieren verkoopt aan de giganten van de huisdiervoeders, omdat “ze allemaal nogal gevoelig zijn voor het verwerkte materiaal van huisdieren”. Valley Proteins heeft twee productielijnen binnen het bedrijf: een om het schone vlees en beendermeel te maken en een voor dode huisdieren en wild. Gar Smith rapporteert echter het volgende: "Het eindproduct is een mengsel van beide productielijnen, hetgeen betekent dat het vlees en beendermeel van dit bedrijf ook dode huisdieren en wild bevat. Ongeveer 5% van hun eindproduct vindt zijn weg naar de voedingsindustrie voor huisdieren…"
Een USDA rapport uit 1991: "In 1983 is ongeveer 7,9 biljoen pond ‘meat and bone meal’, ‘blood meal’ en ‘feather meal’ geproduceerd. Hiervan werd 34% gebruikt in de voedingsindustrie voor huisdieren, 34% voor kippenvoer, 20% voor varkensvoer en 10% voor slachtvee."
(Gar Smith is redacteur bij Earth Island Journal)
DE DONKERE KANT VAN DE RECYCLING
(De naam van de schrijver is niet vrijgegeven)
In februari 1990 is er in de San Fransisco Chronicle een macaber, uit twee delen bestaand artikel verschenen waarbij tot in detail werd beschreven hoe straat- en zwerfhonden, katten en asieldieren routinematig opgehaald worden door verwerkingsbedrijven en vermalen werden tot dierenvoeding. De wetenschapper die het onderzoek gedaan heeft en het verhaal afleverde bij de Chronicle, vertelde dat de krant hevig gesnoeid heeft in zijn verhaal en veel van zijn waarnemingen heeft weggelaten. Op dezelfde manier heeft ook ABC Television 20-20 zijn reportage afgezwakt en verwaterd. De schrijver/onderzoeker wil niet bij naam en toenaam genoemd worden omdat hij gedwongen was om samen met zijn vrouw weg te vluchten uit San Fransisco en elders te verblijven onder een andere naam, omdat hij meerdere malen met de dood bedreigd is.
De vloer van het verwerkingsbedrijf is hoog opgevuld met het ‘ruwe product’, duizenden dode honden en katten, koppen en hoeven van vee, schapen, varkens en paarden, stinkdieren, ratten en wasberen, die op hun beurt wachten om verwerkt te worden. In de brandende hitte blijken de bergen dode dieren een eigen leven te leiden omdat er miljoenen vliegen en insecten omheen zwermen.
Twee mannen beginnen de Bobcat mini-dozers te bedienen, en laden het ‘ruwe materiaal’ in een 3 meter diepe put van roestvrij staal. Dit vuile werk wordt gedaan door illegale werknemers uit Mexico. Een gigantisch grote boorslijper op de bodem van de put begint te draaien. Het knallende en ploffende geluid van brekende botten en samengeperst vlees zijn geluiden uit een nachtmerrie die ik nooit zal vergeten.
Tijdens het verwerkingsproces wordt ruw dierlijk materiaal gekookt om vocht en vet te kunnen verwijderen. Een verwerkingsbedrijf werkt als een gigantisch grote keuken. De kok of ‘chef’ mengt het ruwe materiaal om een bepaalde verhouding te krijgen russen de kadavers van dode huisdieren, slachtvee, afvalkippen en bedorven artikelen uit de supermarkten.
Wanneer de massa eenmaal in kleine stukken gemalen is, wordt het naar een andere put vervoerd om in fijne stukjes gesnipperd te worden. Daarna wordt het gedurende een uur gekookt op een temperatuur boven 100 graden Celsius. Dit voorbereidingsproces vindt onafgebroken plaats, 24 uur per dag, zeven dagen per week terwijl het vlees in de hete soep van de beenderen afgesmolten wordt. Tijdens het koken komt er een geelachtig, vettig smeersel op de brij dat afgeroomd wordt. De gekookte botten en stukken vlees worden vervoerd naar een apparaat dat alle vocht er uit perst en het restant vermaalt tot een korrelige poeder. Overtollig haar en beendersplinters worden er uit gezeefd. Wanneer de hele partij klaar is, is er alleen ‘yellow grease’ en ‘meat and bone meal’ over.
Het vlees menu
Zoals uitgelegd wordt in ‘The American Journal of Veterinary Research’ "wordt dit vlees en beendermeel hoofdzakelijk gebruikt als bron van eiwitten en andere voedingsstoffen in de voeding voor slachtkippen, varkens en huisdieren, terwijl een klein deel gebruikt wordt om aan schapen en koeien te voeren. De vetten worden ook verwerkt in de diervoeders en wel als energiebron." Elke dag rijden honderden verwerkingsbedrijven miljoenen tonnen van dit ‘verrijkte’ product naar kippenkwekers, slachtvee bedrijven, fok- en opfokbedrijven, viskwekerijen en producenten van huisdiervoeding waar, het gemengd wordt met andere grondstoffen om biljoenen dieren te voeden die op hun beurt weer gegeten worden door vlees etende mensen.
Verwerkingsbedrijven hebben verschillende specialiteiten. De regels met betrekking tot de etikettering van het eindproduct hebben te maken met het dominant aanwezig zijn van een bepaalde diersoort. Enkele van de gebruikte termen zijn: ‘meat meal’, meat by-products’, ‘poultry meal’, poultry by-products’, ‘fish meal’, ‘fish oil’, ‘yellow grease’, ‘tallow’.
Verwerkingsbedrijven vervullen een van de meest waardevolle taken in de wereld: zij verwerken dode dieren en brengen het eindproduct weer in de voedselketen. Zonder deze bedrijven zouden steden het risico lopen om vol te raken met zieke en rottende kadavers. Dodelijke ziektes en allerhande bacteriën zouden de kans krijgen om zich te verspreiden onder de bevolking.
De donkere kant
In de industrie waar de vraag naar grondstoffen om voedsel van te maken vele malen groter is dan de aanvoer van ruwe materialen, is de dood het belangrijkste handelsartikel. Maar het systeem van voedselproductie middels afval management heeft zich ontwikkeld tot een kringloop nachtmerrie. In de verwerkingsbedrijven worden grote aantallen en hoeveelheden giftige stoffen verwerkt.
De dode dieren brengen een lange lijst van ongewenste grondstoffen met zich mee. Onkruid bestrijdingsmiddelen met vergiftigd vee, visolie doordrenkt met bootleg DDT en andere organophosphaten die zich opgehoopt hebben in tonijn en makreel die aan de westkust gevangen wordt.
Alle dieren worden in de put geschoven, inclusief vlooienbanden, halsbanden, clips die koeien dragen om insecten te weren en noem maar op. Pharmaceutische producten zoals antibiotica lekken uit het dode vee, en de drugs die gebruikt worden om huisdieren te laten inslapen ook. Metalen voorwerpen van allerhande origine komen erbij: halspenningen van honden en materialen die gebruikt zijn bij operaties.
Zelfs plastic vindt zijn weg naar de put. Verpakt vlees uit de supermarket waarvan de vervaldatum verstreken is, of dat bedorven is, en dito kip en vis arriveren in grote plastic kratten. Er is geen tijd om duizenden in plastic verpakte producten te ontdoen van hun verpakking. Sinds de invoering van de ID oorclips voor koeien vormen deze nog een extra aanvulling van plasticwaren in het menu, evenals de groene plastic zakken waarin dierenklinieken en dierenartspraktijken hun dode dieren verpakken..
Het beleid van de verwerker
Een van de redenen waarom vleesverwerkers de hele markt voor de gek houden, is de hoogte van de arbeidskosten. Het is veel te duur om extra personeel in dienst te nemen om dieren te controleren op vlooienbanden, oorclips en operatie-materialen, en om bedorven vlees uit zijn verpakking te halen. Elke week gaan miljoenen plastic verpakkingen met bedorven vlees naar de verwerkingsindustrie om daar te verworden tot een van de ongewenste grondstoffen in het dierenvoer.
Californie is een van de meest milieu-bewuste staten van de Verenigde Staten; elke drie maanden worden er onwillekeurige testen gedaan naar de grondstoffen die verwerkt worden tot voer voor dieren. Het hoofddoel is echter om te testen of hetgeen op het etiket vermeld is, ook in werkelijkheid in die percentages aanwezig is in het voer: klopt het aangegeven percentage kalk en fosfor? Voldoen de andere percentages aan de wettelijke bepalingen? Er wordt helemaal niet getest op de aanwezigheid van gifstoffen en pesticiden. Er wordt ook helemaal niet getest of de grondstoffen verteerbaar zijn en opgenomen kunnen worden.
‘The American Journal of Veterinary Research’ deed een onderzoek naar de aanwezigheid van sodium phenobarbital in de aanwezige kadavers van afgemaakte dieren in een verwerkingsbedrijf. Dit was in 1985 en men kwam tot de conclusie… "er vindt hoegenaamd geen afbraak plaats tijdens het normale verwerkingsproces" en "er dient nader onderzocht te worden in hoeverre de potentiële chemische smetstoffen (bijv, zware metalen, pesticides en gifstoffen, die massale sterfte kunnen veroorzaken) afgebroken worden of nieuwe verbindingen aangaan tijdens het verwerkingsproces."
De afvalverwerkers zijn de stille partners van onze voedselketen. Maar bezorgde insiders beginnen te praten, en een woord dat steeds weer opduikt in gesprekken is ‘pesticides’. De mogelijkheid van petro-chemische besmetting van ons eigen voedsel is werkelijkheid geworden. Terwijl we op het punt staan om een nieuwe eeuw binnen te stappen met oneindig veel milieu-problemen, dreigen wij het slachtoffer te worden van onze geïndustrialiseerde en technisch hoogstaande voedsel productie keten.
De kans dat ons voedsel petrochemisch besmet zou kunnen worden is niet langer meer een mogelijkheid, maar de rauwe werkelijkheid geworden.
(Voor het eerst gepubliceerd in Earth Island Journal, Fall 1990.)
INLEIDING
Volgens het Amerikaanse Ministerie van Landbouw is "verwerken" het verhitten van vetten, beenderen, afval en gerelateerd materiaal van de kadavers van vee, gevogelte, vis en gebruikte oliën en vetten. Verwerkers noemen zichzelf ‘de onzichtbare industrie’ en zijn allang blij dat de meeste mensen helemaal niet weten dat ze bestaan en waarmee ze zich bezig houden.
Verwerken is recyclen, het weer in omloop brengen van afvalproducten. De verwerkingsindustrie is meer dan 150 jaar oud en is begonnen met de meest primitieve uitrustingen. Thans is het een niet meer weg te denken industrie die afgedankt dierlijk materiaal omwerkt tot zeer gewaardeerde producten voor allerhande gebruik.
Dierlijke huiden, verwerkt tot lederwaren, hebben de mens altijd gediend op allerhande manieren. En met de moderne technieken en apparatuur is het mogelijk geworden om een van de basis materialen – vetzuren, machinaal gereproduceerd uit verwerkte dierlijke vetten – te gebruiken voor de productie van veel producten die men dagelijks gebruikt: cosmetica, zalven en crèmes, deodorants, verf, poetsmiddelen enzovoorts.
Dierlijke vetten en dierlijke eiwitten blijven de voornaamste eindproducten van de kunst van het verwerken. Vroeger werden ze bijna helemaal gebruikt voor zeep en kaarsen. Tegenwoordig maken de verwerkers allerhande verschillende kwaliteiten vetten en half vloeibare voedingsvetten. De eiwitten worden verwerkt tot ‘meat and bone meals’ (vlees en beendermeel), ‘blood meal’ (bloedmeel), ‘feather meal’ (verenmeel) en andere ‘by-product meals’ (meelsoorten gemaakt van bijproducten). Ze worden gebruikt om het voer van slachtvee, slachtkippen en slachtvarkens te verrijken.
Verwerkingsbedrijf Rothsay is er trots op dat 95 tot 100% van hun ruwe materiaal verwerkt wordt tot bruikbare producten. Hun trucks rijden dagelijks uit om afgedankte vetten en beenderen op te halen, en vleesrestanten, dierlijke kadavers en gebruikte, afgedankte bakolie. Het ruwe materiaal is afkomstig van slagerijen, restaurants, supermarkets, boeren, fokbedrijven, kwekers van slachtkippen en andere bronnen. Zij vinden dat hun afhaalservice, die plaats vindt op regelmatige basis, van wezenlijk belang is voor de algehele volksgezondheid. Van de totale hoeveelheid ossenvlees wordt bijvoorbeeld maar 58% verkocht en gebruikt voor menselijke consumptie. De resterende 42% wordt omgewerkt tot nuttige producten.
Het is niet zo moeilijk om je voor te stellen wat voor massale volksgezondheidsproblemen en stinkende bergen afval er zouden zijn wanneer dit overbodige materiaal niet verwerkt zou worden.
VOEDING DIE NIET GESCHIKT IS VOOR HUISDIEREN
door Dr. W.O. Belfield, DVM
De meest gestelde vraag in mijn dierenartsenpraktijk is : "Dokter, welk voer is het beste voor mijn hond?" Mijn standaard antwoord is: "Geen van ze." Ik weet zeker dat mensen die een hond hebben, opgemerkt hebben dat hun viervoeter wel eens anders reageert op een nieuwe zak voer van hetzelfde merk. Misschien krijgen ze diarree, last van winderigheid, een doffe vacht of haaruitval, af en toe braken of veel jeuk. Dit zijn normale verschijnselen die bij commerciële dierenvoeders horen.
Eckhouse schreef: "Elk jaar worden miljoenen dode Amerikaanse honden en katten industrieel verwerkt met biljoenen kiloos andere dierlijke materialen door bedrijven die bekend staan als verwerkers. Het eindproduct – ‘tallow’ (vetten) en ‘meat meal’ (vleesmeel) – dient als basismateriaal voor duizenden producten inclusief cosmetica en voeding voor huisdieren."
De producenten van voeders voor huisdieren ontkennen. Maar officiële staatsorganen zoals de FDA (Federal Drug Administration), AVMA (American Veterinary Medical Association) en CVMA (California Veterinary Medical Association) bevestigen dat huisdieren routinematig worden verwerkt nadat ze worden afgemaakt in asiels, opvangcentra of ter beschikking worden gesteld door gezondheidsdiensten; het eindproduct wordt gebruikt om voeding voor huisdieren te produceren.
Gezondheidsdeskundigen, wetenschappers en representanten van de diervoedingsindustrie argumenteren erover dat openlijke discussie over en kritiek op commerciële diervoeders ongegrond is. James Morris, een professor van de School of Veterinary Medicine in Davis, California, zei: "Alle producten die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, worden goed gesteriliseerd, waardoor er geen enkele ziekte overgedragen kan worden op het dier dat deze producten eet." Personen die dit soort uitlatingen lanceren, zijn helemaal niet op de hoogte van wat zich afspeelt in de vleesverwerkingsindustrie.
Ik ben zeven jaar lang vlees inspecteur geweest bij het US Department of Agriculture. Ik heb door bloed, water, pus en fecaliën gelopen, ik heb de doordringende stank van dood en verrotting in mijn neus gehad terwijl ik de doodskreten hoorde van dieren die werden afgemaakt.
In de periode voor de tweede wereldoorlog waren de meeste slachterijen all in; oftewel, vee werd geslacht en bereid in een en dezelfde locatie. Er was een afdeling voor gerookt vlees, een afdeling voor het verwerken van vlees in worsten, en een afdeling voor het verwerken van restanten. Na de tweede wereldoorlog werd de vleesindustrie gespecialiseerd. In de slachterij werden de kadavers uitgebeend, terwijl een ander bedrijf de worsten fabriceerde. Het verwerken van slachtafval werd een aparte specialiteit; het vond plaats zonder de controle van gezondheidsinspecteurs en buiten het publiek om.
Om te voorkomen dat verboden vlees toch weer gebruikt zou worden voor menselijke consumptie, waren er officiële voorschriften over het ‘denaturiseren’ van het vlees voordat het de slachterij uit ging naar de verwerker. In mijn tijd als veterinaire vlees inspecteur, gebeurde dit met carbolzuur en/of creosoot. Beide stoffen zijn zeer giftig. Volgens de geldende voorschriften zijn benzine of diesel, kerosine, ruw carbolzuur en citronella allemaal toegestaan om dierlijk materiaal te denaturaliseren.
Besmette kadavers die met deze chemicaliën bewerkt zijn, mogen verwerkt worden tot vlees en beendermeel voor de voeding van huisdieren. Omdat de verwerkingsbedrijvenniet gecontroleerd worden door de overheid, kunnen alle mogelijke kadavers worden gebruikt; zelfs honden en katten. Zoals Eileen Layne vertelde aan The Chronicle: "Wanneer je leest wat op de verpakking geschreven staat, en als dit vlees en beendermeel is, dan is dat precies wat het is: gekookte en geconverteerde dieren, inclusief honden en katten."
In veel van deze dode huisdieren, zoals die welke afgemaakt worden door dierenartsen, zit al pentobarbital voordat het denaturaliseringsproces begint. Volgens onderzoekers van de Universiteit van Minnesota “overleeft de sodium pentobarbital die gebruikt wordt om huisdieren te laten inslapen het verwerkingsproces – het wordt niet afgebroken.” Veel zachte producten voor honden bevatten propyleen glycol, dichtbij familie van ethyleen glycol, een anti-vries middel dat rode bloedcellen vernietigt. Lood wordt veelvuldig aangetroffen in voeding voor huisdieren, zelfs wanneer die geproduceerd wordt uit ‘vlees en beendermeel dat gemaakt is van slachtvee.
Het ‘Institute of Technology’ in Massachusetts heeft een rapport uitgegeven met de titel “Lead in Animal Foods”, waarin melding gemaakt wordt van het feit dat een kat met een gewicht van ca. 5 kilo die alleen commercieel voer te eten krijgt, meer lood binnen krijgt dan de hoeveelheid die men giftig acht voor kinderen.
Ik heb meer dan 25 jaar gewerkt in een dierenartsenpraktijk voor huisdieren en elke dag zie ik de slachtoffers van de propaganda machine van de industrie. De professoren van de veterinaire opleidingsinstituten ondersteunen over het algemeen de industrie die geen enkel respect heeft voor de gezondheid van huisdieren.
Tot slot: vlees en beendermeel dat afkomstig is van bronnen die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, hebben ook hun weg gevonden naar de slachtkippen. Dit betekent dat dierlijke voedingsstoffen die op dubieuze wijze verkregen worden, gevoerd worden aan kippen die uiteindelijk op jouw bord belanden. Denk hier maar aan wanneer je een Braziliaanse of Amerikaanse kip in de pan gooit.
EEN KIJKJE IN EEN VERWERKINGSBEDRIJF
door Gar Smith.
De verwerkingsindustrie wordt ook wel de stille industrie genoemd. In de Verenigde Staten wordt door 286 verwerkingsbedrijven op jaarbasis meer dan 12,5 miljoen ton aan dode dieren, afgewerkte vetten en vleesafval opgeruimd.
Een journalist uit Baltimore die werkt bij City Paper bracht vorig jaar (1990) een bezoek aan het verwerkingsbedrijf Valley Proteins en noteerde dat de ‘hoggers’, de enorm grote vaten waarin de dierlijke materialen gemalen en gefilterd worden, een mengeling bevatten van "dode honden, katten, wasberen, possums, herten, vossen en slangen" tot "een dode baby olifant uit het circus" plus de restanten van Bozeman, een paard van de politie brigade dat omgekomen was tijdens zijn werkzaamheden.
Het asiel van Baltimore levert maandelijks gemiddeld 1.824 dode dieren aan Valley Proteins. Vorig jaar heeft het bedrijf 75 miljoen kilo bedorven vlees en keuken afval verwerkt tot o.a. 40 miljoen kilo vlees en beendermeel, ‘tallow’ en ‘yellow grease’. Dertig jaar geleden was het meeste afval afkomstig van kleine markten en slachthuizen.Tegenwoordig is bijna de helft van het keukenafval en de bakolie afkomstig van fast-food restaurants.
Het verwerken en weer in omloop brengen van dode huisdieren en wild is "slechts een klein gedeelte van onze totale business, waar we liever geen publiciteit aan willen geven". Dit zijn de woorden van Valley Protein’s directeur J.J. Smith aan de journalist van City Paper. Het bedrijf verwerkt deze dieren als een "openbare service en niet voor het geld", aldus Smith, omdat "er nauwelijks eiwitten en vetten uit te halen zijn… alleen maar een enorme hoeveelheid haar waar we op de een of andere manier van af moeten zien te komen."
De “oneetbare, verwerkte stoffen worden verkocht aan Alpo, Heinz en Ralston-Purina”, schrijft City Paper. Valley Proteins beweert dat het bedrijf geen ‘by-products’ van dode huisdieren verkoopt aan de giganten van de huisdiervoeders, omdat “ze allemaal nogal gevoelig zijn voor het verwerkte materiaal van huisdieren”. Valley Proteins heeft twee productielijnen binnen het bedrijf: een om het schone vlees en beendermeel te maken en een voor dode huisdieren en wild. Gar Smith rapporteert echter het volgende: "Het eindproduct is een mengsel van beide productielijnen, hetgeen betekent dat het vlees en beendermeel van dit bedrijf ook dode huisdieren en wild bevat. Ongeveer 5% van hun eindproduct vindt zijn weg naar de voedingsindustrie voor huisdieren…"
Een USDA rapport uit 1991: "In 1983 is ongeveer 7,9 biljoen pond ‘meat and bone meal’, ‘blood meal’ en ‘feather meal’ geproduceerd. Hiervan werd 34% gebruikt in de voedingsindustrie voor huisdieren, 34% voor kippenvoer, 20% voor varkensvoer en 10% voor slachtvee."
(Gar Smith is redacteur bij Earth Island Journal)
DE DONKERE KANT VAN DE RECYCLING
(De naam van de schrijver is niet vrijgegeven)
In februari 1990 is er in de San Fransisco Chronicle een macaber, uit twee delen bestaand artikel verschenen waarbij tot in detail werd beschreven hoe straat- en zwerfhonden, katten en asieldieren routinematig opgehaald worden door verwerkingsbedrijven en vermalen werden tot dierenvoeding. De wetenschapper die het onderzoek gedaan heeft en het verhaal afleverde bij de Chronicle, vertelde dat de krant hevig gesnoeid heeft in zijn verhaal en veel van zijn waarnemingen heeft weggelaten. Op dezelfde manier heeft ook ABC Television 20-20 zijn reportage afgezwakt en verwaterd. De schrijver/onderzoeker wil niet bij naam en toenaam genoemd worden omdat hij gedwongen was om samen met zijn vrouw weg te vluchten uit San Fransisco en elders te verblijven onder een andere naam, omdat hij meerdere malen met de dood bedreigd is.
De vloer van het verwerkingsbedrijf is hoog opgevuld met het ‘ruwe product’, duizenden dode honden en katten, koppen en hoeven van vee, schapen, varkens en paarden, stinkdieren, ratten en wasberen, die op hun beurt wachten om verwerkt te worden. In de brandende hitte blijken de bergen dode dieren een eigen leven te leiden omdat er miljoenen vliegen en insecten omheen zwermen.
Twee mannen beginnen de Bobcat mini-dozers te bedienen, en laden het ‘ruwe materiaal’ in een 3 meter diepe put van roestvrij staal. Dit vuile werk wordt gedaan door illegale werknemers uit Mexico. Een gigantisch grote boorslijper op de bodem van de put begint te draaien. Het knallende en ploffende geluid van brekende botten en samengeperst vlees zijn geluiden uit een nachtmerrie die ik nooit zal vergeten.
Tijdens het verwerkingsproces wordt ruw dierlijk materiaal gekookt om vocht en vet te kunnen verwijderen. Een verwerkingsbedrijf werkt als een gigantisch grote keuken. De kok of ‘chef’ mengt het ruwe materiaal om een bepaalde verhouding te krijgen russen de kadavers van dode huisdieren, slachtvee, afvalkippen en bedorven artikelen uit de supermarkten.
Wanneer de massa eenmaal in kleine stukken gemalen is, wordt het naar een andere put vervoerd om in fijne stukjes gesnipperd te worden. Daarna wordt het gedurende een uur gekookt op een temperatuur boven 100 graden Celsius. Dit voorbereidingsproces vindt onafgebroken plaats, 24 uur per dag, zeven dagen per week terwijl het vlees in de hete soep van de beenderen afgesmolten wordt. Tijdens het koken komt er een geelachtig, vettig smeersel op de brij dat afgeroomd wordt. De gekookte botten en stukken vlees worden vervoerd naar een apparaat dat alle vocht er uit perst en het restant vermaalt tot een korrelige poeder. Overtollig haar en beendersplinters worden er uit gezeefd. Wanneer de hele partij klaar is, is er alleen ‘yellow grease’ en ‘meat and bone meal’ over.
Het vlees menu
Zoals uitgelegd wordt in ‘The American Journal of Veterinary Research’ "wordt dit vlees en beendermeel hoofdzakelijk gebruikt als bron van eiwitten en andere voedingsstoffen in de voeding voor slachtkippen, varkens en huisdieren, terwijl een klein deel gebruikt wordt om aan schapen en koeien te voeren. De vetten worden ook verwerkt in de diervoeders en wel als energiebron." Elke dag rijden honderden verwerkingsbedrijven miljoenen tonnen van dit ‘verrijkte’ product naar kippenkwekers, slachtvee bedrijven, fok- en opfokbedrijven, viskwekerijen en producenten van huisdiervoeding waar, het gemengd wordt met andere grondstoffen om biljoenen dieren te voeden die op hun beurt weer gegeten worden door vlees etende mensen.
Verwerkingsbedrijven hebben verschillende specialiteiten. De regels met betrekking tot de etikettering van het eindproduct hebben te maken met het dominant aanwezig zijn van een bepaalde diersoort. Enkele van de gebruikte termen zijn: ‘meat meal’, meat by-products’, ‘poultry meal’, poultry by-products’, ‘fish meal’, ‘fish oil’, ‘yellow grease’, ‘tallow’.
Verwerkingsbedrijven vervullen een van de meest waardevolle taken in de wereld: zij verwerken dode dieren en brengen het eindproduct weer in de voedselketen. Zonder deze bedrijven zouden steden het risico lopen om vol te raken met zieke en rottende kadavers. Dodelijke ziektes en allerhande bacteriën zouden de kans krijgen om zich te verspreiden onder de bevolking.
De donkere kant
In de industrie waar de vraag naar grondstoffen om voedsel van te maken vele malen groter is dan de aanvoer van ruwe materialen, is de dood het belangrijkste handelsartikel. Maar het systeem van voedselproductie middels afval management heeft zich ontwikkeld tot een kringloop nachtmerrie. In de verwerkingsbedrijven worden grote aantallen en hoeveelheden giftige stoffen verwerkt.
De dode dieren brengen een lange lijst van ongewenste grondstoffen met zich mee. Onkruid bestrijdingsmiddelen met vergiftigd vee, visolie doordrenkt met bootleg DDT en andere organophosphaten die zich opgehoopt hebben in tonijn en makreel die aan de westkust gevangen wordt.
Alle dieren worden in de put geschoven, inclusief vlooienbanden, halsbanden, clips die koeien dragen om insecten te weren en noem maar op. Pharmaceutische producten zoals antibiotica lekken uit het dode vee, en de drugs die gebruikt worden om huisdieren te laten inslapen ook. Metalen voorwerpen van allerhande origine komen erbij: halspenningen van honden en materialen die gebruikt zijn bij operaties.
Zelfs plastic vindt zijn weg naar de put. Verpakt vlees uit de supermarket waarvan de vervaldatum verstreken is, of dat bedorven is, en dito kip en vis arriveren in grote plastic kratten. Er is geen tijd om duizenden in plastic verpakte producten te ontdoen van hun verpakking. Sinds de invoering van de ID oorclips voor koeien vormen deze nog een extra aanvulling van plasticwaren in het menu, evenals de groene plastic zakken waarin dierenklinieken en dierenartspraktijken hun dode dieren verpakken..
Het beleid van de verwerker
Een van de redenen waarom vleesverwerkers de hele markt voor de gek houden, is de hoogte van de arbeidskosten. Het is veel te duur om extra personeel in dienst te nemen om dieren te controleren op vlooienbanden, oorclips en operatie-materialen, en om bedorven vlees uit zijn verpakking te halen. Elke week gaan miljoenen plastic verpakkingen met bedorven vlees naar de verwerkingsindustrie om daar te verworden tot een van de ongewenste grondstoffen in het dierenvoer.
Californie is een van de meest milieu-bewuste staten van de Verenigde Staten; elke drie maanden worden er onwillekeurige testen gedaan naar de grondstoffen die verwerkt worden tot voer voor dieren. Het hoofddoel is echter om te testen of hetgeen op het etiket vermeld is, ook in werkelijkheid in die percentages aanwezig is in het voer: klopt het aangegeven percentage kalk en fosfor? Voldoen de andere percentages aan de wettelijke bepalingen? Er wordt helemaal niet getest op de aanwezigheid van gifstoffen en pesticiden. Er wordt ook helemaal niet getest of de grondstoffen verteerbaar zijn en opgenomen kunnen worden.
‘The American Journal of Veterinary Research’ deed een onderzoek naar de aanwezigheid van sodium phenobarbital in de aanwezige kadavers van afgemaakte dieren in een verwerkingsbedrijf. Dit was in 1985 en men kwam tot de conclusie… "er vindt hoegenaamd geen afbraak plaats tijdens het normale verwerkingsproces" en "er dient nader onderzocht te worden in hoeverre de potentiële chemische smetstoffen (bijv, zware metalen, pesticides en gifstoffen, die massale sterfte kunnen veroorzaken) afgebroken worden of nieuwe verbindingen aangaan tijdens het verwerkingsproces."
De afvalverwerkers zijn de stille partners van onze voedselketen. Maar bezorgde insiders beginnen te praten, en een woord dat steeds weer opduikt in gesprekken is ‘pesticides’. De mogelijkheid van petro-chemische besmetting van ons eigen voedsel is werkelijkheid geworden. Terwijl we op het punt staan om een nieuwe eeuw binnen te stappen met oneindig veel milieu-problemen, dreigen wij het slachtoffer te worden van onze geïndustrialiseerde en technisch hoogstaande voedsel productie keten.
De kans dat ons voedsel petrochemisch besmet zou kunnen worden is niet langer meer een mogelijkheid, maar de rauwe werkelijkheid geworden.
(Voor het eerst gepubliceerd in Earth Island Journal, Fall 1990.)
Re: Voer fabrieken
5. DE MYTHE VAN DE VOLWAARDIGE VOEDING
INLEIDING
Wanneer iemand vraagt wat hij zou kunnen doen om de doffe of slechte vacht van zijn huisdier te verbeteren, adviseren dierenartsen en fokkers vaak als eerste om veranderingen aan te brengen in de voeding. De huid is het grootste uitscheidingsorgaan van het lichaam en tevens de reden waarom huid en vacht vaak de eerste indicaties zijn van slechte voeding.
Al is het een product van topkwaliteit, blijkbaar heeft het niet de juiste voedingstoffen voor jouw hond of kat. De behoefte aan bepaalde voedingsstoffen zoals bijvoorbeeld lysine, kan sterk variëren per dier.
De industrie voor huisdierenvoeders heeft een groot onrecht begaan ten koste van onze dieren door zeer algemene en minimale eisen op te stellen wat betreft voedingsstoffen, mineralen en vitamines die in het voer moeten zitten. Slechts heel weinig dieren zijn in staat om goed te blijven functioneren met een minimum aan voedingsstoffen. Een minimum is niet het ideale gemiddelde voor jouw huisdier. Het is een wetenschappelijk tot stand gekomen hoeveelheid, elke hoeveelheid minder dan dit cijfer is een potentiële kans op ondervoeding. De industrie faalt wanneer zij stelt dat het voer compleet en/of gebalanceerd is voor het gemiddelde dier. Geen enkel dier is ‘gemiddeld’, de meeste huisdieren zitten aan de ene dan wel aan de andere kant van wat als normaal aangenomen wordt.
Er staan veel minimum garanties op het etiket. Wanneer men verklaart dat er 8% ruwe vetten verwerkt zijn in een product, kan het ook wel zijn dat er 10% of zelfs 12% in verwerkt is. Deze variatie kan een enorm verschil betekenen in de gezondheid van je gezelschapsdier.
De garanties voor ruwe eiwitten (protein), ruwe vetten (Fat) en ruwe vezelstoffen (fiber) zijn allemaal voortvloeisels uit de chemische analyse van het product. Het geeft geen enkele aanwijzing over de mate van beschikbaarheid, of het lichaam in staat is de voedingsstoffen eruit te halen en te verteren en op te nemen.
WAT GEEF JIJ VOOR ETEN AAN JE HUISDIER?
door William Pollak, DVM
Zorgelijke zaken op het gebied van de huisdiervoeding:
1. De etiketten zijn misleidend en verdraaien de feiten van de voedingswaarde.
2. Bepaalde toevoegingen zoals o.a. kleurstoffen en geurstoffen, zijn voor de menselijke koper, niet voor de dierlijke consument.
3. Voedingstekorten in het product leiden tot overmatige consumptie, de verkoop van meer zakken voer en het ontwikkelen van nog meer verschijnselen van ondervoeding.
4. De verwachte levensduur van onze huisdieren neemt af met elke nieuwe generatie.
5. Chronische allergische reacties hebben altijd te maken met voeding; zijn lastig en pijnlijk; en behoeven allerhande behandelingen die vaak de onderliggende ziekte en oorzaak niet aanpakken.
6. Onderwerpen over voeding krijgen weinig publiciteit omdat het vooral technische zaken zijn waarover geschreven wordt en dat leidt gewoonlijk tot het opsommen van onbekende termen en namen. De inkomsten uit de advertenties van de grote merken zijn enorm en constant. Gewoonlijk balanceert de redactionele politiek tussen ‘nieuwswaardigheid’ en zakelijke belangen, hetgeen over het algemeen resulteert in het omzeilen van negatieve berichtgevingen aangaande de producten van hun adverteerders.
Deze situatie is niet politiek noch sensationeel, het is gewoon iets waar we elke dag mee te maken hebben. Het is een gebrek aan goede informatie. De producenten houden zich stil: ze verkopen hondenvoer op een markt die bol staat van de concurrentie tegen prijzen die al jarenlang hetzelfde gebleven zijn. Heb je er wel eens over nagedacht, waarom deze prijzen nooit stijgen? Het ruwe materiaal dat deze producenten door elkaar mengen om huisdiervoeding te maken, de bekende merken die je kunt vinden in alle winkels, is afkomstig van zeer dubieuze, en in een aantal gevallen, ongelooflijke bronnen die noch voor mens noch voor dier geschikt zijn. Om de zaak nog ingewikkelder te maken worden op de etiketten van de diverse producten vage termen gebruikt. De opgesomde items zijn eigenlijk kreten om de niet zo wenselijke lading dekken.
Eiwitten, vetten, koolhydraten en ruwe vezels zijn zeer algemene categorieën in de voeding; ze geven geen enkele informatie over de herkomst van de voedingsstoffen, de kwaliteit en de mate waarin ze verteerd en opgenomen kunnen worden door het lichaam.
Mijn voornaamste reden tot bezorgdheid over deze soorten dierenvoeding is:
1. Er zitten grondstoffen in, zoals chemische stoffen, gifstoffen en toxines, die helemaal niet geschikt zijn voor consumptie.
2. Er ontbreken belangrijke voedingsstoffen die deel zouden moeten uitmaken van het dagelijkse menu van jouwhuisdier.
De producent is bij wet verplicht om op de verpakking te vermelden wat de inhoud is. Deze wetten hanteren echter een classificatie systeem dat niets te maken heeft met de voedingswaarde. De producenten kunnen gebruik maken van onduidelijke en gemakkelijk mis te verstane termen en ze doen dit ook. Waarom zijn de etiketten zo onduidelijk? De eerste en meest belangrijke vraag om meer inzicht te krijgen in de voedingswaarde van het product dat we kopen, heeft te maken met het percentage verteerbare stoffen dat in de voeding verwerkt is. Een substantie is alleen een voedingsstof, wanneer het verteerbaar is. Met andere woorden, wanneer het verteerd en opgenomen kan worden door het dier dat het eet. Onverteerbare grondstoffen kunnen variëren van, op zijn best, onverteerbaar afval tot, op zijn slechts, dodelijke toxinen en gifstoffen. Nergens op de verpakking is te lezen hoeveel van de inhoud ook daadwerkelijk opgenomen en verteerd kan worden. Het is een bewezen feit dat dieren die leven op fabrieksmatig geproduceerd voer in de regel chronisch ondervoed zijn ten gevolge van een overmatig gebruik van vulmiddelen, die geen enkele voedingswaarde hebben, verschaalde en bedorven voedingsstoffen, en chemische stoffen die verwerkt zijn in de zak droogvoer of het blikvoer. Deze lege voeding met als gevolg een slechte staat van gezondheid en een verminderde weerstand, is een vruchtbare bodem voor allerhande kwalen en gebreken.
De gemiddelde hondenbezitter voelt zich tevreden wanneer hij de winkel uitwandelt met een grote zak voer, die hij voor een zacht prijsje heeft kunnen bemachtigen. Thuis aangekomen, ‘valt’ het huisdier aan op de brokken en hij ziet dit als een bevestiging dat hij zowel kwaliteit in huis gehaald heeft als zijn portemonnee gespaard heeft. De hond is gek op het voer! Hij begint meteen te eten met een fanatisme. Toch is deze animo vaak een teken van gebrek aan deugdelijke voeding. Het gulzige naar binnen slaan en nooit genoeg schijnen te hebben: dat zijn zaken die dagelijks waargenomen kunnen worden tijdens het eten en het zijn deze zaken die - samen met een stressige nervositeit, die eigenlijk nooit opvalt totdat betere voeding gegeven wordt en het verschijnsel verdwijnt - vaak aangeven dat er voedingstekorten zijn. Door dit overmatige eten is de zak zo leeg; niet voedzame vulmiddelen en eetlust stimulerende middelen (verslavende stoffen zoals sucrose, graanstroop, zout en kunstmatige smaakstoffen) hollen de reeds ondervoede staat van het dier steeds verder uit. Wanneer een dier veel eet van een product met een geringe voedingswaarde, moet hij zich letterlijk door alle extra calorieën, eiwitten, koolhydraten en afvalproducten heen eten om nog wat profijt te hebben van de voedingsstoffen die er in zitten. Deze voortdurende staat van ondervoeding ondanks het regelmatig geven van maaltijden, heeft een sympathiek, maar niet alert dier tot gevolg, een levende, maar niet vitale viervoeter. Het eindresultaat is een te zware, pafferige, ondervoede hond met een slechte vacht die leeft op de grens van chronische vergiftiging. Dit is de voornaamste reden dat de levensverwachting van onze huisdieren met het jaar afnemen. Onze dieren zijn nog net in staat om te overleven met hetgeen ze te eten krijgen. Overleven is echter niet genoeg; elk levend organisme verdient beter dan net te overleven.
DE MYTHE – DE PROBLEMEN VAN ONVOLWAARDIGE VOEDING
Het idee dat commercieel voer alle voedingsstoffen levert die een huisdier gedurende zijn hele leven nodig heeft, is een mythe.
Het hoofdbestanddeel van de meeste commerciële voeders is graan. De meeste mensen kiezen een bepaald merk en geven dit lange tijd aan hun hond en kat. Hierdoor eten de honden en katten gedurende lange tijd een voeding die gebaseerd is op koolhydraten met weinig variatie.
Tegenwoordig is de voeding van honden en katten heel anders dan de eiwitrijke voeding van hun voorouders. In elke dierenartspraktijk kan men de problemen, die te maken hebben met commercieel voer, zien. Chronische problemen met het spijsverteringsstelsel, zoals chronische diarree, zijn veel voorkomende klachten.
Allergie of overgevoeligheid voor bepaalde stoffen is een normaal probleem dat zich vaak uit in de vorm van diarree of braken. Voedselallergie is een normaal iets geworden. De markt die voorziet in ‘hypo-allergene’ diëten is nu een multi miljoenen $$ business geworden. Deze producten worden geformuleerd om tegemoet te komen aan de toenemende intolerantie voor voedingsstoffen bij de dieren. Veel commerciële producten zijn gemaakt van grondstoffen met slecht tot helemaal niet-verteerbare eiwitten. Een voer met eiwitten die voor minder dan 70% verteerbaar zijn, veroorzaakt diarree bij honden. Bepaalde vulstoffen die men gebruikt kunnen colitis veroorzaken, een ontsteking van de darmen. De meeste producenten van diervoeders geven geen bekendheid aan gegevens over de verteerbaarheid, en ze worden ook nooit afgedrukt op de etiketten.
Plotseling braken en diarree is vaak een teken van een besmetting met bacteriën en de gifstoffen die deze produceren. Droogvoer is vaak besmet met bacteriën die soms wel en soms geen problemen veroorzaken. Ondeugdelijke opslag en het op een onjuiste wijze voeden kan resulteren in een enorme bacteriële groei. Het toevoegen van water bijvoorbeeld om het voer vochtig te laten worden, en dit mengsel vervolgens laten staan bij kamertemperatuur veroorzaakt een enorme bacteriegroei. Toch wordt deze praktijk aanbevolen op sommige verpakkingen puppy en kitten voer.
Lisa Newman, Holistic Animal Care, vertelt: "Dierlijke vetten worden gebruikt om te voorzien in de behoefte aan oliën en vetten voor een gezonde huid en een glanzende vacht. Waarom zouden er tegenwoordig zoveel problemen zijn op dit gebied? Ranzige en met conserveringsmiddelen behandelde vetten zijn buitengewoon moeilijk te verteren en kunnen de aanleiding zijn van een hele serie gezondheidsproblemen van je huisdier. Verteringsproblemen, het braken van gal en voedsel, diarree, gasvorming en een stinkende adem hebben er allemaal mee te maken. Wanneer het gevoerd wordt aan het zich nog ontwikkelende spijsverteringsstelsel van puppies en kittens, kan het de gevoelige bekleding van de darmen dermate aantasten dat er levenslange darmproblemen op volgen."
De samenstelling van het voer en de voedingswijze die door de producenten aanbevolen wordt, hebben er aan meegewerkt dat er tegenwoordig veel meer problemen met de spijsvertering zijn dan vroeger. Wanneer er slechts eenmaal per dag gevoerd kan de slokdarm geïrriteerd raken door overtollig maagzuur, daarom is het beter om twee kleinere maaltijden te geven.
Aandoeningen van de urinewegen en de voortplantingsorganen hebben zowel bij honden als katten een directe relatie tot de voeding. Verstoppingen, kristallen en stenen in de blaas van katten worden veroorzaakt door de commerciële voeders. Ook honden kunnen stenen vormen als gevolg van wat ze eten.
De geschiedenis heeft laten zien dat de commerciële voedingsproducten de oorzaak kunnen zijn van ziekte. Het is bewezen, dat een hartziekte, die meestal een dodelijke afloop heeft, bij katten en honden is ontstaan door een tekort aan een bepaald aminozuur, taurine. Blindheid is een ander gevolg bij een tekort aan taurine. Dit tekort kon ontstaan doordat er te weinig taurine in kattenvoer zat. Tegenwoordig wordt het toegevoegd.
De producenten beweren dat miljoenen gezelschapsdieren zeer wel varen bij commercieel geproduceerd voer, maar steeds meer onderzoekers en dierenartsen wijzen naar dit voer als de veroorzaker van allerhande kwalen en gebreken en degeneratieve aandoeningen. Nieraandoeningen staan in de top drie van de doodsoorzaken van onze huisdieren.
Dr. Plechner: "De extra eiwitten en scherpe bestanddelen leggen een te grote druk op de nieren… de natuur heeft honden en katten niet geschapen om te kunnen omgaan met de vele onzuiverheden van commercieel voer. Na een aantal jaren zijn de nieren vermoeid, geïrriteerd, beschadigd en achteruitgegaan… Wanneer hier niets aan gedaan wordt, leidt de opstapeling van giftige stoffen tot braken, verlies van eetlust, vergiftiging en uiteindelijk tot de dood."
De snelle groei van de grote rassen levert een bijdrage aan bot- en gewrichtsziektes. De overvloed aan calorieën in puppyvoeding zorgt voor een versnelde groei. Er zijn nu speciale voeders voor de snel groeiende rassen. Maar deze verandering doet niets af aan de eindeloze reeks honden die geleefd hebben met, geleden hebben aan en vroegtijdig aan hun einde gekomen zijn door afwijkingen aan ellebogen en heupen.
Er zijn aanwijzingen dat afwijkingen aan de hypofyse bij katten veroorzaakt wordt door blikvoer. Deze ziekte kwam voor het eerst voor in de jaren 1970, toen blikvoer op de markt gebracht werd. De precieze oorzaak en gevolgen zijn nog niet helemaal bekend, maar het is een ernstig en vaak fatale ziekte en de behandeling is zeer kostbaar.
Vanaf de introductie van commercieel voer dat gebaseerd is op granen, zij er veel ziektes door voedingstekorten ontstaan. Sommige omdat het voer niet voorzag in de voedingsbehoefte, andere zijn het gevolg van de toevoegingen, weer andere van de besmetting met bacteriën, gifstoffen en andere organismen. Bij sommige aandoeningen is de relatie tot het fabrieksvoer duidelijk, bij andere niet. De grondslag is dat voeding die samengesteld wordt uit de laagste kwaliteit graan en synthetisch geconserveerd vleesafval van de verwerkingsindustrie, niet zo veilig en voedzaam is voor je hond en kat als je misschien denkt.
INLEIDING
Wanneer iemand vraagt wat hij zou kunnen doen om de doffe of slechte vacht van zijn huisdier te verbeteren, adviseren dierenartsen en fokkers vaak als eerste om veranderingen aan te brengen in de voeding. De huid is het grootste uitscheidingsorgaan van het lichaam en tevens de reden waarom huid en vacht vaak de eerste indicaties zijn van slechte voeding.
Al is het een product van topkwaliteit, blijkbaar heeft het niet de juiste voedingstoffen voor jouw hond of kat. De behoefte aan bepaalde voedingsstoffen zoals bijvoorbeeld lysine, kan sterk variëren per dier.
De industrie voor huisdierenvoeders heeft een groot onrecht begaan ten koste van onze dieren door zeer algemene en minimale eisen op te stellen wat betreft voedingsstoffen, mineralen en vitamines die in het voer moeten zitten. Slechts heel weinig dieren zijn in staat om goed te blijven functioneren met een minimum aan voedingsstoffen. Een minimum is niet het ideale gemiddelde voor jouw huisdier. Het is een wetenschappelijk tot stand gekomen hoeveelheid, elke hoeveelheid minder dan dit cijfer is een potentiële kans op ondervoeding. De industrie faalt wanneer zij stelt dat het voer compleet en/of gebalanceerd is voor het gemiddelde dier. Geen enkel dier is ‘gemiddeld’, de meeste huisdieren zitten aan de ene dan wel aan de andere kant van wat als normaal aangenomen wordt.
Er staan veel minimum garanties op het etiket. Wanneer men verklaart dat er 8% ruwe vetten verwerkt zijn in een product, kan het ook wel zijn dat er 10% of zelfs 12% in verwerkt is. Deze variatie kan een enorm verschil betekenen in de gezondheid van je gezelschapsdier.
De garanties voor ruwe eiwitten (protein), ruwe vetten (Fat) en ruwe vezelstoffen (fiber) zijn allemaal voortvloeisels uit de chemische analyse van het product. Het geeft geen enkele aanwijzing over de mate van beschikbaarheid, of het lichaam in staat is de voedingsstoffen eruit te halen en te verteren en op te nemen.
WAT GEEF JIJ VOOR ETEN AAN JE HUISDIER?
door William Pollak, DVM
Zorgelijke zaken op het gebied van de huisdiervoeding:
1. De etiketten zijn misleidend en verdraaien de feiten van de voedingswaarde.
2. Bepaalde toevoegingen zoals o.a. kleurstoffen en geurstoffen, zijn voor de menselijke koper, niet voor de dierlijke consument.
3. Voedingstekorten in het product leiden tot overmatige consumptie, de verkoop van meer zakken voer en het ontwikkelen van nog meer verschijnselen van ondervoeding.
4. De verwachte levensduur van onze huisdieren neemt af met elke nieuwe generatie.
5. Chronische allergische reacties hebben altijd te maken met voeding; zijn lastig en pijnlijk; en behoeven allerhande behandelingen die vaak de onderliggende ziekte en oorzaak niet aanpakken.
6. Onderwerpen over voeding krijgen weinig publiciteit omdat het vooral technische zaken zijn waarover geschreven wordt en dat leidt gewoonlijk tot het opsommen van onbekende termen en namen. De inkomsten uit de advertenties van de grote merken zijn enorm en constant. Gewoonlijk balanceert de redactionele politiek tussen ‘nieuwswaardigheid’ en zakelijke belangen, hetgeen over het algemeen resulteert in het omzeilen van negatieve berichtgevingen aangaande de producten van hun adverteerders.
Deze situatie is niet politiek noch sensationeel, het is gewoon iets waar we elke dag mee te maken hebben. Het is een gebrek aan goede informatie. De producenten houden zich stil: ze verkopen hondenvoer op een markt die bol staat van de concurrentie tegen prijzen die al jarenlang hetzelfde gebleven zijn. Heb je er wel eens over nagedacht, waarom deze prijzen nooit stijgen? Het ruwe materiaal dat deze producenten door elkaar mengen om huisdiervoeding te maken, de bekende merken die je kunt vinden in alle winkels, is afkomstig van zeer dubieuze, en in een aantal gevallen, ongelooflijke bronnen die noch voor mens noch voor dier geschikt zijn. Om de zaak nog ingewikkelder te maken worden op de etiketten van de diverse producten vage termen gebruikt. De opgesomde items zijn eigenlijk kreten om de niet zo wenselijke lading dekken.
Eiwitten, vetten, koolhydraten en ruwe vezels zijn zeer algemene categorieën in de voeding; ze geven geen enkele informatie over de herkomst van de voedingsstoffen, de kwaliteit en de mate waarin ze verteerd en opgenomen kunnen worden door het lichaam.
Mijn voornaamste reden tot bezorgdheid over deze soorten dierenvoeding is:
1. Er zitten grondstoffen in, zoals chemische stoffen, gifstoffen en toxines, die helemaal niet geschikt zijn voor consumptie.
2. Er ontbreken belangrijke voedingsstoffen die deel zouden moeten uitmaken van het dagelijkse menu van jouwhuisdier.
De producent is bij wet verplicht om op de verpakking te vermelden wat de inhoud is. Deze wetten hanteren echter een classificatie systeem dat niets te maken heeft met de voedingswaarde. De producenten kunnen gebruik maken van onduidelijke en gemakkelijk mis te verstane termen en ze doen dit ook. Waarom zijn de etiketten zo onduidelijk? De eerste en meest belangrijke vraag om meer inzicht te krijgen in de voedingswaarde van het product dat we kopen, heeft te maken met het percentage verteerbare stoffen dat in de voeding verwerkt is. Een substantie is alleen een voedingsstof, wanneer het verteerbaar is. Met andere woorden, wanneer het verteerd en opgenomen kan worden door het dier dat het eet. Onverteerbare grondstoffen kunnen variëren van, op zijn best, onverteerbaar afval tot, op zijn slechts, dodelijke toxinen en gifstoffen. Nergens op de verpakking is te lezen hoeveel van de inhoud ook daadwerkelijk opgenomen en verteerd kan worden. Het is een bewezen feit dat dieren die leven op fabrieksmatig geproduceerd voer in de regel chronisch ondervoed zijn ten gevolge van een overmatig gebruik van vulmiddelen, die geen enkele voedingswaarde hebben, verschaalde en bedorven voedingsstoffen, en chemische stoffen die verwerkt zijn in de zak droogvoer of het blikvoer. Deze lege voeding met als gevolg een slechte staat van gezondheid en een verminderde weerstand, is een vruchtbare bodem voor allerhande kwalen en gebreken.
De gemiddelde hondenbezitter voelt zich tevreden wanneer hij de winkel uitwandelt met een grote zak voer, die hij voor een zacht prijsje heeft kunnen bemachtigen. Thuis aangekomen, ‘valt’ het huisdier aan op de brokken en hij ziet dit als een bevestiging dat hij zowel kwaliteit in huis gehaald heeft als zijn portemonnee gespaard heeft. De hond is gek op het voer! Hij begint meteen te eten met een fanatisme. Toch is deze animo vaak een teken van gebrek aan deugdelijke voeding. Het gulzige naar binnen slaan en nooit genoeg schijnen te hebben: dat zijn zaken die dagelijks waargenomen kunnen worden tijdens het eten en het zijn deze zaken die - samen met een stressige nervositeit, die eigenlijk nooit opvalt totdat betere voeding gegeven wordt en het verschijnsel verdwijnt - vaak aangeven dat er voedingstekorten zijn. Door dit overmatige eten is de zak zo leeg; niet voedzame vulmiddelen en eetlust stimulerende middelen (verslavende stoffen zoals sucrose, graanstroop, zout en kunstmatige smaakstoffen) hollen de reeds ondervoede staat van het dier steeds verder uit. Wanneer een dier veel eet van een product met een geringe voedingswaarde, moet hij zich letterlijk door alle extra calorieën, eiwitten, koolhydraten en afvalproducten heen eten om nog wat profijt te hebben van de voedingsstoffen die er in zitten. Deze voortdurende staat van ondervoeding ondanks het regelmatig geven van maaltijden, heeft een sympathiek, maar niet alert dier tot gevolg, een levende, maar niet vitale viervoeter. Het eindresultaat is een te zware, pafferige, ondervoede hond met een slechte vacht die leeft op de grens van chronische vergiftiging. Dit is de voornaamste reden dat de levensverwachting van onze huisdieren met het jaar afnemen. Onze dieren zijn nog net in staat om te overleven met hetgeen ze te eten krijgen. Overleven is echter niet genoeg; elk levend organisme verdient beter dan net te overleven.
DE MYTHE – DE PROBLEMEN VAN ONVOLWAARDIGE VOEDING
Het idee dat commercieel voer alle voedingsstoffen levert die een huisdier gedurende zijn hele leven nodig heeft, is een mythe.
Het hoofdbestanddeel van de meeste commerciële voeders is graan. De meeste mensen kiezen een bepaald merk en geven dit lange tijd aan hun hond en kat. Hierdoor eten de honden en katten gedurende lange tijd een voeding die gebaseerd is op koolhydraten met weinig variatie.
Tegenwoordig is de voeding van honden en katten heel anders dan de eiwitrijke voeding van hun voorouders. In elke dierenartspraktijk kan men de problemen, die te maken hebben met commercieel voer, zien. Chronische problemen met het spijsverteringsstelsel, zoals chronische diarree, zijn veel voorkomende klachten.
Allergie of overgevoeligheid voor bepaalde stoffen is een normaal probleem dat zich vaak uit in de vorm van diarree of braken. Voedselallergie is een normaal iets geworden. De markt die voorziet in ‘hypo-allergene’ diëten is nu een multi miljoenen $$ business geworden. Deze producten worden geformuleerd om tegemoet te komen aan de toenemende intolerantie voor voedingsstoffen bij de dieren. Veel commerciële producten zijn gemaakt van grondstoffen met slecht tot helemaal niet-verteerbare eiwitten. Een voer met eiwitten die voor minder dan 70% verteerbaar zijn, veroorzaakt diarree bij honden. Bepaalde vulstoffen die men gebruikt kunnen colitis veroorzaken, een ontsteking van de darmen. De meeste producenten van diervoeders geven geen bekendheid aan gegevens over de verteerbaarheid, en ze worden ook nooit afgedrukt op de etiketten.
Plotseling braken en diarree is vaak een teken van een besmetting met bacteriën en de gifstoffen die deze produceren. Droogvoer is vaak besmet met bacteriën die soms wel en soms geen problemen veroorzaken. Ondeugdelijke opslag en het op een onjuiste wijze voeden kan resulteren in een enorme bacteriële groei. Het toevoegen van water bijvoorbeeld om het voer vochtig te laten worden, en dit mengsel vervolgens laten staan bij kamertemperatuur veroorzaakt een enorme bacteriegroei. Toch wordt deze praktijk aanbevolen op sommige verpakkingen puppy en kitten voer.
Lisa Newman, Holistic Animal Care, vertelt: "Dierlijke vetten worden gebruikt om te voorzien in de behoefte aan oliën en vetten voor een gezonde huid en een glanzende vacht. Waarom zouden er tegenwoordig zoveel problemen zijn op dit gebied? Ranzige en met conserveringsmiddelen behandelde vetten zijn buitengewoon moeilijk te verteren en kunnen de aanleiding zijn van een hele serie gezondheidsproblemen van je huisdier. Verteringsproblemen, het braken van gal en voedsel, diarree, gasvorming en een stinkende adem hebben er allemaal mee te maken. Wanneer het gevoerd wordt aan het zich nog ontwikkelende spijsverteringsstelsel van puppies en kittens, kan het de gevoelige bekleding van de darmen dermate aantasten dat er levenslange darmproblemen op volgen."
De samenstelling van het voer en de voedingswijze die door de producenten aanbevolen wordt, hebben er aan meegewerkt dat er tegenwoordig veel meer problemen met de spijsvertering zijn dan vroeger. Wanneer er slechts eenmaal per dag gevoerd kan de slokdarm geïrriteerd raken door overtollig maagzuur, daarom is het beter om twee kleinere maaltijden te geven.
Aandoeningen van de urinewegen en de voortplantingsorganen hebben zowel bij honden als katten een directe relatie tot de voeding. Verstoppingen, kristallen en stenen in de blaas van katten worden veroorzaakt door de commerciële voeders. Ook honden kunnen stenen vormen als gevolg van wat ze eten.
De geschiedenis heeft laten zien dat de commerciële voedingsproducten de oorzaak kunnen zijn van ziekte. Het is bewezen, dat een hartziekte, die meestal een dodelijke afloop heeft, bij katten en honden is ontstaan door een tekort aan een bepaald aminozuur, taurine. Blindheid is een ander gevolg bij een tekort aan taurine. Dit tekort kon ontstaan doordat er te weinig taurine in kattenvoer zat. Tegenwoordig wordt het toegevoegd.
De producenten beweren dat miljoenen gezelschapsdieren zeer wel varen bij commercieel geproduceerd voer, maar steeds meer onderzoekers en dierenartsen wijzen naar dit voer als de veroorzaker van allerhande kwalen en gebreken en degeneratieve aandoeningen. Nieraandoeningen staan in de top drie van de doodsoorzaken van onze huisdieren.
Dr. Plechner: "De extra eiwitten en scherpe bestanddelen leggen een te grote druk op de nieren… de natuur heeft honden en katten niet geschapen om te kunnen omgaan met de vele onzuiverheden van commercieel voer. Na een aantal jaren zijn de nieren vermoeid, geïrriteerd, beschadigd en achteruitgegaan… Wanneer hier niets aan gedaan wordt, leidt de opstapeling van giftige stoffen tot braken, verlies van eetlust, vergiftiging en uiteindelijk tot de dood."
De snelle groei van de grote rassen levert een bijdrage aan bot- en gewrichtsziektes. De overvloed aan calorieën in puppyvoeding zorgt voor een versnelde groei. Er zijn nu speciale voeders voor de snel groeiende rassen. Maar deze verandering doet niets af aan de eindeloze reeks honden die geleefd hebben met, geleden hebben aan en vroegtijdig aan hun einde gekomen zijn door afwijkingen aan ellebogen en heupen.
Er zijn aanwijzingen dat afwijkingen aan de hypofyse bij katten veroorzaakt wordt door blikvoer. Deze ziekte kwam voor het eerst voor in de jaren 1970, toen blikvoer op de markt gebracht werd. De precieze oorzaak en gevolgen zijn nog niet helemaal bekend, maar het is een ernstig en vaak fatale ziekte en de behandeling is zeer kostbaar.
Vanaf de introductie van commercieel voer dat gebaseerd is op granen, zij er veel ziektes door voedingstekorten ontstaan. Sommige omdat het voer niet voorzag in de voedingsbehoefte, andere zijn het gevolg van de toevoegingen, weer andere van de besmetting met bacteriën, gifstoffen en andere organismen. Bij sommige aandoeningen is de relatie tot het fabrieksvoer duidelijk, bij andere niet. De grondslag is dat voeding die samengesteld wordt uit de laagste kwaliteit graan en synthetisch geconserveerd vleesafval van de verwerkingsindustrie, niet zo veilig en voedzaam is voor je hond en kat als je misschien denkt.
Re: Voer fabrieken
Dit zijn gedegen onderzoeken die op waarheid gebaseerd zijn. Heeft dus niets met geitenwollensokken-gedachtes te maken.
Als je desondanks niet voor vers vlees kiest maar voor brok, kies dan een natuurlijke brok waarin de minste anti-oxydanten en conserveringsmiddelen verwerkt zitten. Deze voeders zijn ca 3 mnd. houdbaar.
http://www.voernatuurlijk.nl/html/brokken.html
Als je desondanks niet voor vers vlees kiest maar voor brok, kies dan een natuurlijke brok waarin de minste anti-oxydanten en conserveringsmiddelen verwerkt zitten. Deze voeders zijn ca 3 mnd. houdbaar.
http://www.voernatuurlijk.nl/html/brokken.html
Re: Voer fabrieken
Tjonge. Ik heb daar geen tijd voor om dat op te schrijven.
Waarom kan het niet gewoon eenvoudig. Dit is een levenwerk.
Zoals ieder weet zijn er slechte voersoorten en hele goede.
Welke merken zijn er nu goed. Het is volgens mij ook veel beter dat je een keurmerk begint welke brokken wel goed zijn en welke niet.
Er zijn echt voerfabrieken, die het goed regelen. Maar het is ook zo dat voorheen er meer troep in het voer is dan daarvoor. Er mog veel meer.
Maar dan is er nog iets. Al het hondenvoer is niet gevaarlijk voor de mens Volgens de wet mag men geen producten gebruiken die gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid.
De reden is heel simpel.
Hondenvoer kan heel eenvoudig in aanraking komen met de mens. Denk maar aan het blik wat open in de koelkast staat. Of als je je handen niet wast na het geven van de brokken.
Het is ook niet reeel mensen onnodig bang te maken met anti brokken verhalen. En zeker niet met verhalen uit Amerika. Daar leven zij van dominee leugen verhalen. TV lulverhalen. Wat de tv meld is waar. Als er ergens veel leugens zijn dan is het wel uit de USA. Dus ook de brokken verhalen. Sommige fabrikanten gaan zo ver dat zij zelf op de forums onzin verhalen plaatsen. Zodat zij hun voer weer beter verkopen, Een niet nette nmanier van marketing.
Het is ook niet leuk om alleen maar negatieve dingen te melden.
Meld gewoon wat goed is. Welke brok eerlijk is. Er zijn heel veel beunhazen bezig om voer te verkopen.
Doe de test van het voer. Vraag het aan bij radar. Leuk onderwerp.
Waarom kan het niet gewoon eenvoudig. Dit is een levenwerk.
Zoals ieder weet zijn er slechte voersoorten en hele goede.
Welke merken zijn er nu goed. Het is volgens mij ook veel beter dat je een keurmerk begint welke brokken wel goed zijn en welke niet.
Er zijn echt voerfabrieken, die het goed regelen. Maar het is ook zo dat voorheen er meer troep in het voer is dan daarvoor. Er mog veel meer.
Maar dan is er nog iets. Al het hondenvoer is niet gevaarlijk voor de mens Volgens de wet mag men geen producten gebruiken die gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid.
De reden is heel simpel.
Hondenvoer kan heel eenvoudig in aanraking komen met de mens. Denk maar aan het blik wat open in de koelkast staat. Of als je je handen niet wast na het geven van de brokken.
Het is ook niet reeel mensen onnodig bang te maken met anti brokken verhalen. En zeker niet met verhalen uit Amerika. Daar leven zij van dominee leugen verhalen. TV lulverhalen. Wat de tv meld is waar. Als er ergens veel leugens zijn dan is het wel uit de USA. Dus ook de brokken verhalen. Sommige fabrikanten gaan zo ver dat zij zelf op de forums onzin verhalen plaatsen. Zodat zij hun voer weer beter verkopen, Een niet nette nmanier van marketing.
Het is ook niet leuk om alleen maar negatieve dingen te melden.
Meld gewoon wat goed is. Welke brok eerlijk is. Er zijn heel veel beunhazen bezig om voer te verkopen.
Doe de test van het voer. Vraag het aan bij radar. Leuk onderwerp.
Re: Voer fabrieken
Nogmaals; dit is gedegen onderzoek en geen lulverhaal van de eerste de beste uit de USA. Dit onderzoek wordt ondersteund op waarheid door de div. Universities en betreft de 3 grootste brokkengiganten.
Doe ermee wat je wilt.
De kleinschalige 'eerlijke' brokkenmakers zijn best bereid goed in te kopen bij verwerkingsbedrijven. Je hebt kwaliteit en kwaliteit, afhankelijk van de goodwill van de brokkenproducent in Nederland zie je grote verschilen.
Maar dan is er nog iets. Al het hondenvoer is niet gevaarlijk voor de mens Volgens de wet mag men geen producten gebruiken die gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid.
Doordat de brok is ingekapseld en oververhit, is het niet schadelijk voor de menselike gezondheid, maar bij ontbinding in een hondenmaag wel schadelijk voor de hond. Het is en blijft kankerverwekkend.
Doe de test van het voer. Vraag het aan bij radar. Leuk onderwerp.
Zeker leuk onderwerp. Al diverse malen bij verschillende consumentenorganisaties aan de orde gesteld, maar men is wat terughoudend. Vele voederfabrikanten staan niet te springen om medewerking en dan kiest men toch voor een maatschappelijk economisch belang. Eerst maar eens bij de verwerkingsbedrijven beginnen, maar dat is zo'n duister gebied, he...
Tja, TrosRadar.... zeker een mooie klus.
Goed voor de kijkcijfers.
Doe ermee wat je wilt.
De kleinschalige 'eerlijke' brokkenmakers zijn best bereid goed in te kopen bij verwerkingsbedrijven. Je hebt kwaliteit en kwaliteit, afhankelijk van de goodwill van de brokkenproducent in Nederland zie je grote verschilen.
Maar dan is er nog iets. Al het hondenvoer is niet gevaarlijk voor de mens Volgens de wet mag men geen producten gebruiken die gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid.
Doordat de brok is ingekapseld en oververhit, is het niet schadelijk voor de menselike gezondheid, maar bij ontbinding in een hondenmaag wel schadelijk voor de hond. Het is en blijft kankerverwekkend.
Doe de test van het voer. Vraag het aan bij radar. Leuk onderwerp.
Zeker leuk onderwerp. Al diverse malen bij verschillende consumentenorganisaties aan de orde gesteld, maar men is wat terughoudend. Vele voederfabrikanten staan niet te springen om medewerking en dan kiest men toch voor een maatschappelijk economisch belang. Eerst maar eens bij de verwerkingsbedrijven beginnen, maar dat is zo'n duister gebied, he...
Tja, TrosRadar.... zeker een mooie klus.
Goed voor de kijkcijfers.
Re: Voer fabrieken
Met alle respect voor wat hier is gepubliseert, ik volg mensen die barfen nou ik kan jullie één ding vertellen ze zitten net zo vaak bij de dierenarts als wij hoor.Dat komt op diverse hondenforums naar voren,
dus waar dat barfen nou precies goed voor is ik ben er nog steeds niet van overtuigt. De wolf word als voorbeeld genomen, en zo oud worden die niet in de natuur, waar ze heerlijk barfen. In de dierentuinen worden ze gemiddeld een jaar of 16, en waar zouden ze dat aan te danken hebben aan de injecties die ze er krijgen tegen alle hondenziektes.
dus waar dat barfen nou precies goed voor is ik ben er nog steeds niet van overtuigt. De wolf word als voorbeeld genomen, en zo oud worden die niet in de natuur, waar ze heerlijk barfen. In de dierentuinen worden ze gemiddeld een jaar of 16, en waar zouden ze dat aan te danken hebben aan de injecties die ze er krijgen tegen alle hondenziektes.
Re: Voer fabrieken
Met alle respect; een hond op barf ontwikkelt een sterker immuunsysteem dan een gemiddelde brokkenhond. Een goed immuunsysteem beschermt ze tegen allerlei ziektes van buitenaf.
Dat is bewezen en dat zie ik aan mijn honden. Voormalige brokkenhonden die nu dus ZELDEN een DA zien om ze van hun darmproblemen af te helpen.
Ik kan me voorstellen dat mensen gewoon brok willen voeren. Prima, maar kies dan wel een 'eerlijke' brok.
Een entdiscussie heeft in dit topic niet zoveel nut, daar zijn al een aantal topics over te vinden. Ook de entaanslagen worden beter overwonnen op een rauw vlees voer dan op een gemiddeld brokvoer.
Verdiep je is echt in het overenten van onze honden inclusief de wolf. Zal een wereld van wijsheid voor je opengaan.
Dat is bewezen en dat zie ik aan mijn honden. Voormalige brokkenhonden die nu dus ZELDEN een DA zien om ze van hun darmproblemen af te helpen.
Ik kan me voorstellen dat mensen gewoon brok willen voeren. Prima, maar kies dan wel een 'eerlijke' brok.
Een entdiscussie heeft in dit topic niet zoveel nut, daar zijn al een aantal topics over te vinden. Ook de entaanslagen worden beter overwonnen op een rauw vlees voer dan op een gemiddeld brokvoer.
Verdiep je is echt in het overenten van onze honden inclusief de wolf. Zal een wereld van wijsheid voor je opengaan.
Re: Voer fabrieken
Tot nu toe lezen de mensen alleen maar negatieve dingen op de forums. Als het gaat over honde en kattenvoer.
Het is nu toch echt tijd dat men een echte dierenvoertest in het lab gaat uitvoeren. Het blijft een verhaal wat tussen de oren blaft
Niemand weet welk voer nu wel goed is en welk voer slecht is.
Barf
Brok
Diepvries
Uit de pot.
Nog even en alles kan de pot op. ( Geintje )
Het is nu toch echt tijd dat men een echte dierenvoertest in het lab gaat uitvoeren. Het blijft een verhaal wat tussen de oren blaft
Niemand weet welk voer nu wel goed is en welk voer slecht is.
Barf
Brok
Diepvries
Uit de pot.
Nog even en alles kan de pot op. ( Geintje )
Re: Voer fabrieken
Tsja, lees hier t ene onderzoek naar t andere... zie door de letters de tekst niet meer en kom nog steeds geen steek verder ... kan er nu iemand mij vertellen wat die "eerlijke" brokken dan wel niet mogen zijn ???
Heb de achterkant van de zak brokken ( die mijn honden al jaren met smaak opeten en dat zonder klachten op t gebied van darmflora, huid of anderzijds ) eens grondig uitgespit en kom tot de conclusie dat de brokjes wel oke zijn ! Kan me trouwens niet herinneren wanneer we met één van de honden bij de DA geweest zijn, buiten de jaarlijkse bezoekjes om...
Dus... Royal Canin Maxi Adult is wat mij betreft een goede brok hoor
Heb de achterkant van de zak brokken ( die mijn honden al jaren met smaak opeten en dat zonder klachten op t gebied van darmflora, huid of anderzijds ) eens grondig uitgespit en kom tot de conclusie dat de brokjes wel oke zijn ! Kan me trouwens niet herinneren wanneer we met één van de honden bij de DA geweest zijn, buiten de jaarlijkse bezoekjes om...
Dus... Royal Canin Maxi Adult is wat mij betreft een goede brok hoor
Re: Voer fabrieken
wat mij betreft niet, met brokken zijn mijn 2 honden altijd zeer snel Of aan de race, Of ze poepen bergen, het lijken de alpen wel
omdat ik er de pest in heb dat hun darmen zo snel van streek waren van die butt brokken ben ik lekker overgestapt op CVV.
en de laatste jaren is geen van beide nog aan de race geweest.
en de dierenarts?
die zien wij nu ook niet meer, met brokken dus wel!
omdat ik er de pest in heb dat hun darmen zo snel van streek waren van die butt brokken ben ik lekker overgestapt op CVV.
en de laatste jaren is geen van beide nog aan de race geweest.
en de dierenarts?
die zien wij nu ook niet meer, met brokken dus wel!
Re: Voer fabrieken
Mijn hond gaat aan de race als hij dode muizen eet. Of een bedorfen kikker.
Re: Voer fabrieken
Ik ben van mening dat je zo goed als mogelijk tegemoet moet komen aan het spijsverteringsstelsel van een carnivoor. De laatste jaren valt de hond zelfs in de categorie omnivoor. Het maag-/darmstelsel van een brokkenhond is lui gemaakt en niet meer voorzien van de juiste spijsverteringssappen en darmbacteriën zoals het bij een carnivoor zou moeten werken. Dat verklaart ook waarom brokkenhonden veelal reactie geven na het eten van bv. dode vogels, muizen etc.
Het maag-/darmstelsel van een vers vlees-hond is hierop gestabiliseerd, waardoor reacties veelal uitblijven.
Een ieder moet absoluut zelf weten wat hij/zij z'n hond voert.
Maar bewustwording is op zich niet verkeerd. Uitleg over die 'eerlijke' brok is al eerder gegeven. Een brok zonder chemische toevoegingen en anti-oxydanten, gebaseerd op het hoofdingrediënt vlees en niet op hoofdbestanddeel mais/bietenpulp.
http://www.voernatuurlijk.nl/html/brokken.html
Het maag-/darmstelsel van een vers vlees-hond is hierop gestabiliseerd, waardoor reacties veelal uitblijven.
Een ieder moet absoluut zelf weten wat hij/zij z'n hond voert.
Maar bewustwording is op zich niet verkeerd. Uitleg over die 'eerlijke' brok is al eerder gegeven. Een brok zonder chemische toevoegingen en anti-oxydanten, gebaseerd op het hoofdingrediënt vlees en niet op hoofdbestanddeel mais/bietenpulp.
http://www.voernatuurlijk.nl/html/brokken.html