Het B.A.R.F.-dieet MOET je aanpassen aan de leefomstandigheid van jouw hond. Net als een KVV, net als een brok.
Geen 1 B.A.R.F.-dieet is hetzelfde, juist door de bepaling van leefomstandigheid en gezondheid van die specifieke hond.
De hond, de Canis, die door de eeuwen heen geevolueerd is en waaruit rassen zijn ontstaan met ieder zijn specifieke raskenmerken en -eigenschappen. Maar 1 ding is door de evolutieperiode niet veranderd en dat is het korte maag-/darmstelsel van een Canin (o.a. de wolf en ja.... de huishond). De huishond, de Canin, is dus heel goed aan te passen op rauw voer, zoals het eigenlijk zou horen.
http://bonsah.com/forum/viewtopic.php?t=69
http://bonsah.com/forum/viewtopic.php?t=64
http://bonsah.com/forum/viewtopic.php?t=63
http://www.barf-natuurlijk.nl/43%20barf ... ngwolf.htm
http://www.barf-natuurlijk.nl/44%20barf ... ngwolf.htm
http://www.barf-natuurlijk.nl/45%20barf ... ngwolf.htm
Anatomische verschillen
De belangrijkste verschillen in honden en wolven hebben betrekking op de schedel kenmerken.
De lijn getrokken langs de onderste en bovenste rand van de oogkas maakt een hoek met de lijn haaks op de lengte as langs de bovenzijde.
De grootte en de vorm van het beenkapsel in het inwendig oor verschillen.
Bij de wolf is dit groot en bijna kogelrond. Bij de hond is dit afgeplat en kleiner.
De vorm van dit kapsel is wel per individu onderhevig. Het hersenkapsel is bij de wolf ook aanmerkelijk groter.
De vorm van het wigvormige deel van het wiggebeen.
Bij de wolf versmalt dit been op de helft van zijn lengte, gerekend van het verhemelte, waardoor het het profiel heeft van een inslag.
Bij de hond heeft dit deel de vorm van een wig.
2. De vorm van de basis van het ploegschaarbeen.
Bij de wolf verbreedt dit been zich plotseling, vaak eenzijdig.
Bij de hond wordt dit geleidelijk verbreedt.
3. De vorm van de zogenaamde Fissura petrobasialis.
Bij de wolf heeft deze de vorm van een ondiepe boog.
Bij de hond is deze ovaal, of doordat hij aan het uiteinde smaller is, druppelvormig.
4. De openingen aan weerszijden van de achterhoofdsopening.
Bij de wolf zijn deze openingen relatief groot, goed zichtbaar en hebben ze een onregelmatige omtrek.
Bij de hond zijn ze al moeilijker te zien, dit doordat ze kleiner zijn en cirkelvormig zijn.
5. De opening van de zogenaamde Canalis incisivus.
Bij de wolf ligt deze opening dichtbij de alveolen van de snijtanden, bij de hond bij de neusgaten.
6. De vorm van het vleugelbeenuitsteeksel van de bovenkaak.
Bij de wolf heeft dit de vorm van een gelijkbenige driehoek, bij de hond is dit gekromd en heeft het de neiging om met het verhemelte te vergroeien.
7. De groef midden over het achterhoofdsbeen.
Deze komt alleen bij de volwassen dieren voor.
Bij de wolf zie je een duidelijke verlengde groef, terwijl er bij de hond slechts een lokale welving te zien is.
8. De breedte van het voorste deel van de onderkaak en de rangschikking van de snijtanden.
Bij de wolf is het voorste deel van de kaak relatief smal en staan de tanden van de wolf dicht op elkaar.
Bij de hond is dit deel breder en is er enige ruimte tussen de tanden aanwezig.
De wolf, Canis Lupus
De wolf (Canis Lupus) behoort tot de orde van de roofdieren (Carnivora).
Roofdieren hebben bepaalde kenmerken gemeenschappelijk door overeenkomsten in voedsel en foerageergedrag. De meest opvallende daarvan zijn de lange, puntige hoektanden, een eenvoudig spijsverteringsstelsel, scherpe klauwen en hoogontwikkelde hersenen.
Verspreiding en Familie
De familie van de hondachtige omvat veertien levende soorten, waaronder de Vos, de Wasbeerhond, de Fennek en de Hyenahond.
De wolf behoort tot het geslacht Canis, net als de huishond, Coyote, Jakhals, Zadeljakhals, Gestreepte jakhals, en de Dingo. Ongeveer een miljoen jaar geleden had de wolf min of meer zijn huidige vorm en uiterlijk ontwikkeld. De wolf had eertijds een zeer groot verspreidingsgebeid en dat omvatte geheel Noord-Amerika, Europa, Azië en Japan.
De wolf kwam ook voor in uitgestrekte woestijngebieden, hooggebergten, en tropische wildernissen. Onder de zoogdieren wordt de grootte van het oorspronkelijk verspreidingsgebeid van de wolf alleen overtroffen door de Leeuw en door de mens. Nu komen de wolven nog maar in kleine getale voor. In Noord-Amerika komen wolven alleen nog in Canada en Alaska relatief veel voor. De enige populatie van enige omvang is in de Amerikaanse staat Minnesota. Elders in de VS en in Mexico zijn hooguit kleine restpopulaties aanwezig.
In Europa is het gebied van de wolf enorm geslonken. Nu komen er alleen nog in Zuid Europa en in Centraal Europa nog redelijke aantallen voor.
Ook leven er nog wolven in de gebergte van Italië, Spanje en Portugal. Alleen in Azië komen wolven nog veel voor. Al zijn hiervan weinig betrouwbare gegevens over beschikbaar.