Er worden een aantal zaken door elkaar gehaald.
Volgens de Europese richtlijn is het zo dat de kopende partij voor de koop al zijn wensen en eisen aan de verkopende partij kenbaar dient te maken.
Het product wat daaruit vloeit is gebaseerd op aan de ene kant de wensen en eisen van de koper en aan de andere kant de uitspraken van de fabrikant.
De fabrikant bepaald van een product de producteigenschappen en het is aan de kopende partij om met die eigenschappen accoord te gaan.
Gaat de kopende partij accoord, dan zitten zowel de kopende partij als de verkopende partij eraan vast.
Ik blijf dit herhalen, omdat er toch veel mensen zijn die eerst een product gaan kopen zonder aan de verkopende partij de eisen en wensen kenbaar te maken, en achteraf erachter komen dat het product niet aan hun wensen cq eisen voldoet. Die categorie mensen heeft gewoon pech en dienen dan hun verlies te nemen.
Veel mensen zijn het daar niet mee accoord en gaan dan steen en been klagen, wat in een dergelijk geval totaal onterecht is.
Over de gemiddelde levensduur:
Als in de koopovereenkomst geen garantieperiode of een periode staat waarin een product probleemloos mee zou moeten gaan, dan, maar ook dan alleen mag je van de redelijke gemiddelde levensduur uitgaan wat men er redelijkheid van heeft kunnen verwachten.
Maar dat vertellen die organisaties er niet bij.
Dit ook onwaar. Uit onderzoek van het Duitse C't magazine is gebleken dat de gemiddelde levensduur zo'n zes jaar is. BBCS doet dit vaak af als bepalen, maar in werkelijkheid is het onderzoeken en bewijs leveren. Dat is toch echt een recht van iedere partij.
Nog zo iets:
De technische levensduur is totaal niet van belang.
De wet omschrijft niet dat de fabrikant cq winkelier garant moeten staan voor de goede werking gedurende de technische levensduur.
Al zou een computer 6 jaar mee gaan, al zou een tv 10 jaar mee gaan, dan is gedurende die periode de winkelier niet verplicht om kosteloze reparatie of vervanging uit te voeren.
Die verhalen worden voornamelijk door de consumentenorganisaties verteld, waar de winkelieren totaal geen moer hoeven aan te trekken.
Een voorbeeld:
Als de technische levensduur van een product 6 jaar zou zijn en de fabrikant staat maar voor 1 jaar garant voor de goede werking, dan heeft de koper maar recht op 1 jaar garantie, behalve als de consument kan aantonen dat het product al tijdens de koop defect was.
En wat zeggen die organisaties?
Omdat het voor de consument moeilijk is om die bewijslast rond te krijgen, maken we het voor de consument gemakkelijker en dat de consument altijd gedurende de technische of gemiddelde levensduur recht op garantie heeft.
Dat is pas misleiding!!!
Kun je dan ook dat onderzoek laten zien waaruit volgt dat de gemiddelde PC gemiddeld twee jaar meegaat? Vast niet.
De wetgeving werkt niet met gemiddelde levensduren, dat doen alleen de consumentenorganisaties.
Dus kunnen we dit als gesloten beschouwen.
De winkelier hoeft zich daar niet aan te houden.
Volgend punt:
ik heb nergens gesteld dat consumentenorganisaties de levensduur bepalen. Het is echter eveneens incorrect om te stellen dat de fabrikanten dit kunnen bepalen.
Net zoals de consumentenorganisaties zijn ze partij en zullen dus een voor hun gunstige periode voorstellen.
De consumentenorganisaties bepalen wel de diverse levensduren wat zij voor de consumenten vinden gelden.
Zo hebben de fabrikanten voor computers een economische levensduur 3 jaar gesteld en vindt de consumentenbond dat dit voor consumenten 5 jaar behoort te zijn.
Er zijn verschillende termijnen:
- de garantieperiode. Dat is de periode waarin de fabrikant/winkelier garant staan voor de goede werking en in die periode wordt ook kosteloze reparatie of vervanging gedaan als er een defect optreed welke niet door de consument zelf veroorzaakt is (eigen schade).
- economische levensduur: is die periode waarin een product òf wordt afgeschreven òf die periode waarin het product economisch gezien niets meer waard is. Door de technische ontwikkelingen kan een product binnen een paar jaar economisch totaal niets meer waard zijn, doordat het product in die tijd door een ver door ontwikkelde product is vervangen.
Grafische kaarten bij computers en computerprocessoren zijn een goed voorbeeld van een product waarop een zeer korte economische levensduur zit.
Als een product dan kapot gaat is het dan vaak veel goedkoper om een totaal nieuw product te kopen.
- de gemiddelde levensduur: is de periode waarin een product gemiddelde meegaat. Voor de winkelier totaal niet van belang.
- de technische levensduur: is de periode waarin een product maximaal meegaat inclusief reparaties. Aan het einde van de technische levensduur is het product totaal versleten.