Het gerotzooi van Dexia, een voorbeeld hieronder om blijvend te herhalen:
Tijdens behandeling van een eega-zaak bij de Hoge Raad, kunnen zij
meteen die bekende Profesor meenemen, die eerst wat anders beweerde en in de media smeet.
En Dexia kan dan even kort maar zakelijk mededelen dat het klopt dat
de contracten huurkoopovereenkomsten waren, maar de aandelenmarkt ging tegenzitten en dus blijven wij het liefst dat ontkennen, voelt u wel.
Quote:
Buitengerechtelijke vernietiging
1. Een buitengerechtelijke vernietiging in de aandelenleasezaken wordt door de echtgeno(o)t(e) of wettelijk geregistreerde partner van de gedupeerde contractant ingeroepen als hij/zij niet heeft meegetekend en aldus zijn/haar toestemming volgens de wet ontbreekt. Dexia heeft in de meeste gevallen verzuimd om de toestemming van de wederhelften te vragen alvorens de overeenkomst werd gesloten. Ingevolge art. 1:88 lid 1 sub d en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de overeenkomst - nu genoegzaam vast is komen te staan dat het huur-/afbetalingscontracten betreft - volgens de rechter vernietigbaar. Zij mogen buiten de rechtbank om (buiten rechte) het contract van hun partner(s) vernietigen. In eerste instantie schrijven zij dit in een aangetekende brief aan de betrokken instelling (of Dexia als rechtsopvolger) met wie het contract is afgesloten. Omdat de desbetreffende overeenkomst gekwalificeerd dient te worden als een huurkoopovereenkomst, een bijzondere vorm van koop op afbetaling, had de contractant tot het aangaan daarvan de schriftelijke toestemming van de echtgeno(o)t(e) moeten hebben. Dexia heeft een zorgplicht om daar goed op te letten.
Dexia heeft zich echter steeds hiertegen in deze zogeheten Eegaleasezaken verzet, want dat betekent dat alle contracten, waarbij dit niet is gebeurd en deze extra handtekening ontbreekt, teruggedraaid moeten worden. Ook de inleg dient met rente terugbetaald te worden. Dexia accepteert deze buitengerechtelijke vernietiging daarom categorisch niet en prest nu de gedupeerden naar de rechter te stappen om hun gelijk te halen. Dexia beseft eigelijk wel degelijk dat zij de wet tegen zich hebben en weten drommels goed dat zij in gebreke zijn gebleven. Maar om Dexia tot terugbetaling te bewegen moet de gedupeerde echtgen(o)t(e) eerst door de rechter voor recht laten verklaren dat de lease-overeenkomst ook daadwerkelijk rechtsgeldig is vernietigd. Zolang Dexia weigert zich neer te leggen bij de gedane vernietiging, zal van geval tot geval door de rechter moeten worden beoordeeld of deze vernietiging stand houdt. Dexia gaat deze (minst chique) weg, omdat zij weten dat een persoonlijke rechtszaak beginnen veel moeite, tijd en geld kost. Iets dat de gedupeerden nu veelal juist ontberen. Wat kan het anders zijn dan een puur ontmoedigingsbeleid van Dexia. Zij hopen eigenlijk dat veel gedupeerden hun recht niet (meer) zullen claimen zodat de bank er goedkoper mee weg komt. Niettemin hebben deze zogenoemde Eegaleasers een zeer sterke zaak zoals u o.a. in de onderstaande zaak zult lezen.
(LJN: AT7394,Sector kanton Rechtbank Alkmaar)
http://www.jurofoon.nl/nieuws/weblog.asp?id=1972
Het is verstandig de stap naar de rechter te nemen met de hulp van een advocaat. Of sluit u aan in een gezamenlijke procedure. Zij kunnen u ook helpen bij het schrijven van de vernietigingsbrief als dat nog niet is gebeurd. Na vernietiging heeft de overeenkomst juridisch gezien nooit bestaan en zegt de wet dat alles aan de belegger moet worden terugbetaald. Verzoeken van Dexia om het terug te geven bedrag te minderen, wijzen rechters ook consequent af. Het wetsartikel (art. 6:278 BW) waar Dexia zich telkens op beroept is niet van toepassing omdat de vernietiging is gebeurd door de partner die geen contractspartij is.
Er zijn veel dingen waar aan u moet denken en is het daarom beter professionele hulp te zoeken. Zo is het recht om de buitengerechtelijke vernietiging in te roepen aan verjaring onderhevig.
Verjaringstermijn bij buitengerechtelijke vernietiging
2. Regelmatig is er op gewezen om verjaring goed in de gaten te houden. De wettelijke tijd die er in dit geval voor staat is 3 jaar gerekend vanaf het moment waarop de echtgenoot kennis had of had kunnen hebben van het bestaan van de aandelenlease-overeenkomst èn dat hij het recht had de overeenkomst te vernietigen. Het wetsartikel 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW spreekt in het kader van de beoordeling op verjaring over “het ten dienste staan” van het beroep op vernietiging van een overeenkomst.
LJN: AR8788,Sector kanton Rechtbank 's-Gravenhage, 401375\ CV EXPL 04-945
Dexia hanteert eigen wetten en gaat gemakshalve uit van de aanvang van het contract en wordt ook in de Duisenberg-Regeling een “coulante”periode van 3 en een half jaar aangehouden, maar dit is een voor Dexia voordelige periode die door hen uit de lucht is gegrepen en waarbij nota bene de wet juridisch foutief wordt geïnterpreteerd. De Stichtingen Leaseverlies en Eegalease hanteerden weliswaar ook een periode (3 jaar) vanaf aanvang, maar dat was om procestechnische redenen, o.a. om de te verwachten verjaringsdiscussie te voorkomen.
Juist omdat Dexia weigert de contracten als huurcontracten te zien, is deze kennis hierover pas per augustus 2004, toen de rechter hier uitspraak over deed en dit publiekelijk bekendheid kreeg, de echtgeno(o)t(en) “ten dienste” komen te staan. Feitelijk is objectief gesproken dit inzicht zijn ontstaan kort voordat de uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam d.d. 25 augustus 2004 in de publiciteit kwam. En later op 1 februari 2005 door het Hoger gerechthof Den Bosch vernietiging i.v.m. huurkoop bevestigd werd. Het kan dus zelfs zo zijn dat men al eerder op de hoogte was van het bestaan van het contract, maar een vernietiging als huurcontract hen nog niet “ten dienste” stond. Dit is dan ook m.i. de strekking van wat de kantonrechter in Alkmaar in zijn uitspraken d.d. 8 augustus 2005 zegt. ( LJN: AU3500 en AU3501 ) We zien dan ook dat rechters wel termijnen tot 4,5 jaar na de ingangsdatum accepteren.
uitspraak LJN: AU3500
uitspraak LJN: AU3501
Kredietgrens bij ambtshalve toepassing WCK
3. Volgens art. 9 van de Wet op het Consumenten Krediet (WCK) is het verboden zonder daartoe verleende vergunning krediet te verlenen. Aandelenlease kent een belangrijk element van kredietverlening. Noch de Minister van Financiën, noch de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en/of De Nederlandse Bank (DNB) als toezichthouders, hebben in de aandelenleaseaffaire melding gemaakt van het feit dat vele aandelenlease-verstrekkers, waaronder de voorgangers van en Dexia Nederland N.V. zelf, de verplichte gestelde vergunning op grond van de WCK niet hadden (aangevraagd). Zij hebben hierin lelijk gefaald.
Wonderlijk genoeg waren het niet de Stichtingen Leaseverlies en Eegalease, maar de gedupeerden zelf die door gezamenlijk speurwerk op het internet te verrichten, dit boven water hebben gehaald. Dit had tot resultaat dat door de inbreng van een stoutmoedige advocate (mr. Wilma Tonckens) van advocatenkantoor Vlaskamp Van Loo, een rechter (met voorzitter mr. O.Nijhuis) in Arnhem dit uiteindelijk moest onderzoeken en vond dat Dexia inderdaad géén vergunning bezat.
LJN: AQ1551, Rechtbank Arnhem, 105275
Naderhand werd in steeds meer zaken dit ambtshalve door rechters uitgesproken en toegepast.
Het ontbreken van de vereiste vergunning is al in een groot aantal zaken de rechtsgrond waarop de gedupeerden schadevergoeding van Dexia kregen. Het rechtsgevolg is, mede gelet op artikel 3:40 BW, dat de aandelenlease-overeenkomst dan met terugwerkende kracht nietig is. Ook hier zegt de wet dat in principe alles moet worden terugbetaald (geen restschuld en inleg met rente terug) maar de rechter past doorgaans een "billijkheidscorrectie" toe omdat hier de belegger zelf (en niet een derde zoals de echtgenoot) de nietigheid inroept, maar dat niet zou hebben gedaan wanneer de beurskoersen waren blijven stijgen. (Sommige advocaten zeggen hierover: “nietig is nietig” en hebben al in een aantal zaken Hoger Beroep aangetekend).
Nu is het ook jeanjean opgevallen dat in de toepassings-beoordeling van de WCK door rechters verschillend wordt gedacht. In de laatste uitspraken wordt ambsthalve de WCK toegepast bij de WV3D van Dexia, waarbij het verstrekte krediet hoger is dan de maximale kredietgrens van de WCK (Art. 3 lid 1). Er zijn ook rechters die zich wel aan dit uitsluitingsartikel houden. Of er hier inmiddels overeenstemming in is bereikt weet ik niet.
Al eerder hebben wij op het RADARforum uitputtend over dit onderwerp van gedachten gewisseld. (Hoe denkt jeanjean er nu zelf over?) Dat de rechter in Almelo en o.a. Utrecht toch de Wck van toepassing laat zijn op een contract, waarvan is vastgesteld dat de kredietsom boven de wettelijke limiet uitkomt, zou erop kunnen wijzen dat de rechter meer belang hecht aan het idee dat sprake moet zijn van een relevante kredietverstrekking aan een cliënt. De Wck beoogt immers alle relevante consumenten kredieten onder zijn reikwijdte te brengen (opmerking Job68). Ik vind zelf al langer dat overeenkomstig de Europesche Richtlijn gehandeld dient te worden. Zie hierover de Discussienota betreffende de wijziging van Richtlijn 87/102/EEG inzake het consumentenkrediet.
Quote:
“Artikel 2 van [de oude]Richtlijn 87/102/EEG bevat een aantal uitzonderingen die thans niet langer relevant lijken. De nieuwe richtlijn dient van toepassing te zijn op alle vormen van krediet die om hoofdzakelijk particuliere doeleinden aan natuurlijke personen verstrekt worden, en wel: - ongeacht het bedrag, - ongeacht de verlangde zekerheid, - en ongeacht het doel van het krediet ….”
Een Richtlijnconforme uitleg wordt mogelijk ook hier door de rechter toegepast. Nieuwe ontwikkelingen worden op de voet gevolgd.
Voorstel wijziging van de wet op het consumentenkrediet. ( link )
Maximale kredietgrens bedoeld voor afwijkende kredietovereenkomsten ( link)
Samenvattend pdf-document. Discussienota herziening van Richtlijn 87/102/EEG ( link )
Het is gezien de ingewikkelde materie en de harde opstelling van onze opponent niet verstandig zelf uw verweer te voeren of een dagvaarding te schrijven. Laat dit uw advocaat doen. Er zijn op dit moment mogelijkheden genoeg.
Met vriendelijke groet,
Okerene
unquote
B17