Jij beweerd dan dat de overeenkomst beantwoord (7:17 BW) en dat zul je dat ook moeten bewijzen (150 Rv). Voor dat bewijs is het onvoldoende dat het product stuk is. Wie zegt dat het defect veroorzaakt is door een productiefout? Dat lijkt me heel lastig om aan te tonen.
En dat is dus niet gebaseerd op de non-conformiteit.
Je kunt aanspraak maken op artikel 17, 21 en 22 als de winkelier bepaalde uitspraken heeft gedaan qua levensduur.
Als de winkelier aangeeft 3 jaar en een geschillencommissie 8 jaar, dan is 3 jaar van toepassing.
Die non-conformiteit waar steeds over gesproken wordt, hebben dus geen betrekking op artikelen 17, 21 en 22.
Mijn punt:
Als de fabrikant de goede werking na 1 of 2 jaar niet meer kan garanderen, dan kan de winkelier onder dwang van de rechter niet zeggen dat de goede werking zeker 3 tot 6 jaar gegarandeerd wordt.
Wat ook steeds gedaan wordt is dat de winkelier verplicht wordt om de keiharde garantie te geven (via die non-conformiteit) dat het product zeker een x tijd mee behoort te gaan zonder problemen.
En geen één winkelier kan dat garanderen.
Een ander punt:
Van die benzinepomp kan een x draaitijd gegarandeerd worden, van electronica kan dat dus niet.
Ik heb in 13 jaar geleerd om geen keiharde garanties qua electronica te geven.
Als iemand aan mij zou vragen hoelang dat bijvoorbeeld een harde schijf mee behoort te gaan, zal mijn antwoord zijn dat ik het niet weet, omdat een harde schijf ieder moment kapot kan gaan.