Re: Dexia daagt 150 leasebeleggers voor de rechter
Geplaatst: 17 sep 2003 17:43
Sarah Etty en ik hebben allebei gelijk. Hieronder zal ik dit toelichten.
De rechtbank kent een sector die zich bezig houdt met “kanton”-zaken. Volgens art. 93 Rv. worden door de sector kanton vorderingen behandeld tot maximaal € 5.000,=. Daarnaast worden door de sector kanton behandeld alle zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst, een agentuur, huur- of huurkoopovereenkomst, ongeacht de hoogte van de desbetreffende vordering.
Aandelenlease kent volgens mij elementen van zowel een huurkoopovereenkomst als een overeenkomst van geldkrediet als bedoeld in de WCK. Art. 94 Rv. bepaalt dat als een zaak méér vorderingen betreft en tenminste één daarvan is gebaseerd op een huurkoopovereenkomst, deze vorderingen doorgaans samen door de sector kanton worden behandeld en beslist.
Indien ik namens cliënten Dexia dagvaardt geschiedt dit, conform de regels, voor de sector kanton. Maar als Dexia gaat dagvaarden, zullen zij de rechter uitkiezen die bij hun standpunt past.
Allereerst is Dexia van mening dat aandelen-lease geen huurkoop is, zodat de bescherming ex art. 1:88 BW niet toekomt aan de huwelijkspartner van degene die een leasecontract afsluit. Cliënten tonen mij dagvaardingen tot bedragen van vele tienduizenden €, waarbij zij door Dexia voor de rechtbank (en dus niet voor de sector kanton) zijn gedaagd.
Indien een zaak bij de rechtbank wordt aangebracht terwijl zij door de sector kanton moet worden berecht, dan wordt die zaak op verlangen van een der partijen of ambtshalve naar de sector kanton verwezen (art. 71 Rv). Of verwijzing nodig is beoordeelt de rechter aan de hand van een voorlopig oordeel over het onderwerp van geschil. Tegen een verwijzing en het achterwege laten daarvan is geen hoger beroep mogelijk. Indien de rechtbank vindt dat zij zelf over de zaak mag oordelen, dan is daar dus niets tegen te doen.
Bovendien is er in Nederland sprake van rechtspraak in twee feitelijke instanties. Tegen vonnissen van rechtbank en sector kanton, kunnen rechtzoekenden in appèl bij het gerechtshof. Het gerechtshof beoordeelt alsdan de zaak opnieuw.
Dit bedoelde ik toen ik schreef: “het is de vraag of een andere rechter daar ook zo over denkt”. Niet alle aanhangige aandelenlease-zaken zullen (alleen maar) door de sector kanton worden berecht. Het is altijd mogelijk dat (ook) een andere rechter dan de kantonrechter over een aandelenlease-zaak komt te oordelen.
Begrijp ik het overigens goed, heeft de stichting leaseverlies haar vordering aanhangig gemaakt bij de rechtbank te Amsterdam, en dus niet bij de sector kanton aldaar?
Mr. M.M.H.J. Rompelberg
http://www.rechten.nl
De rechtbank kent een sector die zich bezig houdt met “kanton”-zaken. Volgens art. 93 Rv. worden door de sector kanton vorderingen behandeld tot maximaal € 5.000,=. Daarnaast worden door de sector kanton behandeld alle zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst, een agentuur, huur- of huurkoopovereenkomst, ongeacht de hoogte van de desbetreffende vordering.
Aandelenlease kent volgens mij elementen van zowel een huurkoopovereenkomst als een overeenkomst van geldkrediet als bedoeld in de WCK. Art. 94 Rv. bepaalt dat als een zaak méér vorderingen betreft en tenminste één daarvan is gebaseerd op een huurkoopovereenkomst, deze vorderingen doorgaans samen door de sector kanton worden behandeld en beslist.
Indien ik namens cliënten Dexia dagvaardt geschiedt dit, conform de regels, voor de sector kanton. Maar als Dexia gaat dagvaarden, zullen zij de rechter uitkiezen die bij hun standpunt past.
Allereerst is Dexia van mening dat aandelen-lease geen huurkoop is, zodat de bescherming ex art. 1:88 BW niet toekomt aan de huwelijkspartner van degene die een leasecontract afsluit. Cliënten tonen mij dagvaardingen tot bedragen van vele tienduizenden €, waarbij zij door Dexia voor de rechtbank (en dus niet voor de sector kanton) zijn gedaagd.
Indien een zaak bij de rechtbank wordt aangebracht terwijl zij door de sector kanton moet worden berecht, dan wordt die zaak op verlangen van een der partijen of ambtshalve naar de sector kanton verwezen (art. 71 Rv). Of verwijzing nodig is beoordeelt de rechter aan de hand van een voorlopig oordeel over het onderwerp van geschil. Tegen een verwijzing en het achterwege laten daarvan is geen hoger beroep mogelijk. Indien de rechtbank vindt dat zij zelf over de zaak mag oordelen, dan is daar dus niets tegen te doen.
Bovendien is er in Nederland sprake van rechtspraak in twee feitelijke instanties. Tegen vonnissen van rechtbank en sector kanton, kunnen rechtzoekenden in appèl bij het gerechtshof. Het gerechtshof beoordeelt alsdan de zaak opnieuw.
Dit bedoelde ik toen ik schreef: “het is de vraag of een andere rechter daar ook zo over denkt”. Niet alle aanhangige aandelenlease-zaken zullen (alleen maar) door de sector kanton worden berecht. Het is altijd mogelijk dat (ook) een andere rechter dan de kantonrechter over een aandelenlease-zaak komt te oordelen.
Begrijp ik het overigens goed, heeft de stichting leaseverlies haar vordering aanhangig gemaakt bij de rechtbank te Amsterdam, en dus niet bij de sector kanton aldaar?
Mr. M.M.H.J. Rompelberg
http://www.rechten.nl