BBCS schreef:Het punt is dat niet iedere auto die gekocht wordt geschikt is om er normaal mee te rijden.
Ik heb daarover voorbeelden gegeven.
Als de verkopende partij daar niets over vermeldt, mag uit gegaan worden dat met een auto die gekocht wordt normaal mee gereden kan worden en dat daaraan niet getwijfeld over hoeft te worden.
Het lijkt me echt sterk dat als de verkopende partij voor en tijdens de koop aangegeven heeft dat met die auto niet normaal gereden kan worden en dit ook op de koopovereenkomst vermeld heeft (en nee, niet in de kleine lettertjes van de algemene voorwaarden) dat de rechter dat zal vernietigen en compleet naast zich neer legt.
Immers maakt die mededeling van de verkopende partij dat de auto niet normaal gebruikt kan worden deel uit van de koopovereenkomst.
Die mededeling is er een van algemene aard, omvat geen kernprestatie. Dientengevolge een algemene voorwaarde, onafhankelijk van de gekozen lettergrootte. Hiermee staat de weg open voor vernietiging wanneer de rechter van oordeel is dat het beding onredelijk bezwarend is. De rechter zal, nu de grijze en zwarte lijsten niet uitputtend zijn, mede het in het normale verkeer als gangbaar beschouwde in overweging nemen. Moch u het hier niet mee eens zijn, vertel dan eens wat de rechter wel in overweging neemt, gezien het feit dat de wet geen uitputtende lijst verschaft waarop een rechter zich kan baseren.
En dan heb ik het nog niet over het feit dat een dergelijk beding feitelijk een exoneratie-clausule is, welke de toetsing aan 6:248 lid 2 BW mogelijkerwijs niet zal doorstaan. In welk artikel overigens wordt gesproken over maatstaven van redelijkheid en billijkheid, en waar zouden die maatstaven toch vandaan komen.
De koper heeft geen invloed op een dergelijk beding, komt dit niet uit vrije wil overeen. Kan de auto enkel kopen wanneer de overeenkomst includief dit beding wordt ondertekend. Goed kans dat het beroep op het feit dat de koper heeft verklaard in te stemmen met het beding faalt, door dat dit als verklarensfictie wordt bestempeld, waarin niet de betekenis van verklaring van een partij in de zin van artikel 157 lid 2 Rv kan worden gegeven.
Meerdere wegen die naar Rome leiden.
En het punt was dat u stelde dat de koper van een gebruikte auto altijd voor alle gebreken een beroep kon doen op non-conformiteit gedurende een periode van 6 maanden.
In een poging aan te tonen dat dit onjuist is heb ik u uitgedaagd dit te motiveren.
Zo zijn we uiteindelijk uitgekomen bij uw stelling dat een rechter wat overeengekomen is niet naast zich neer kan leggen. Dus dat in geval van een gebrek aan een nieuwe auto, waarbij in de koopovereenkomst staat dat deze niet geschikt is om me te rijden, kan volgens u geen beroep gedaan worden op non-conformiteit.
Ook dit is onjuist, als hiervoor reeds gemotiveerd.
Vervolgens roept u weer het volgende:
BCCS schreef:Dan zeg je dat in alle situaties ten aller tijden van de situatie moet worden uitgegaan dat een koper van een auto mag en kan verwachten dat die op een normale manier mee kan rijden, ongeacht de mededelingen en uitspraken van de verkopende partij.
Het spijt me, maar dan ben je echt verkeerd bezig.
En dit naar aanleiding van de vraag uw zelfbedachte regel nu eens toe te passen op eerder genoemde situatie, de nieuwe auto waarvan de verkoper stelt dat deze niet geschikt is om mee te rijden, terwijl die dat feitelijk wel is.
Wie is er nu verkeerd bezig?
Ik stop er nu mee, ik denk dat het TS wel duidelijk is wat hij / zij van garantie / non-conormiteit kan verwachten. Ik laat u met de overweging dat het voor mij hoegenaamd geen belang heeft u van uw ongelijk te overtuigen, doch enkel uw uitspraken te ontkrachten, voor het geval iemand er enig waarde aan hecht en vervolgens bedrogen uitkomt.