Re: Wie heeft welke vergunning nodig?
Geplaatst: 20 mar 2005 03:03
Pipa,
Bedankt, ik ga Piet mailen. Ik wens je veel succes.
Groet,
Elias.
Bedankt, ik ga Piet mailen. Ik wens je veel succes.
Groet,
Elias.
Is bijvoorbeeld het contract van de Winstverdriedubbelaar ( juridisch gezien) een authentieke of onderhandsche akte?????????Artikel 1576i
[1.] Huurkoop wordt aangegaan bij authentieke of onderhandsche akte, welke voldoet aan de bepalingen van artikel 1576j.
Wat betekend dit nu weer???3.] Ontbreekt eene akte, welke voldoet aan genoemde voorwaarden, dan geldt de overeenkomst niet als huurkoop, doch wordt de koop en verkoop op afbetaling geacht te zijn gesloten zonder beding, dat de
verkochte zaak niet door enkele aflevering aan den kooper overgaat.
Authentieke akte
Een authentieke akte is een akte die in de wettelijke vormen is opgesteld door een notaris, door een rechter en in sommige gevallen door een administratieve overheid zoals de gouverneur, de burgemeester, de ambtenaar van de burgerlijke stand, enz.
De contracten die voor de aandelenlease zijn afgesloten vallen onder de onderhandse akte's.Onderhandse akte
Een onderhandse akte is het geschreven bewijs dat de partijen zelf opstellen. Om geldig te zijn moet de akte opgesteld worden in zoveel originelen als er partijen met onderscheiden belangen zijn en elk origineel moet het aantal opgestelde exemplaren vermelden.
Artikel 1576c gaat over de som van alle betalingen. Hieronder worden dus ook de rentebetalingen gerekend, omdat de rentebetalingen ook bij de gehele koopprijs opgeteld mogen worden. Je ziet in de topic van Okerene dat de rechters dit ook keurig doen.Nu ben ik natuurlijk een eigenwijze leek op dit gebied, maar ik lees art. 1576c als volgt: Onder geheelen koopprijs wordt verstaan de som van alle {AF-}betalingen, waartoe de kooper bij regelmatige nakoming van de overeenkomst gehouden is.
[1.] De kooper is steeds bevoegd tot vervroegde betaling van één of meer eerstvolgende termijnen van den koopprijs.
[2.] In geval van vervroegde betaling ineens van het geheele nog verschuldigde bedrag heeft hij recht op een aftrek, berekend naar vijf ten honderd .s jaars over elken daarbij vervroegd betaalden termijn.
[3.] Van de bepalingen van dit artikel kan ten voordeele van den kooper door partijen worden afgeweken.
Indien de kredietnemer vervroegd aflost, mag de kredietgever hiervoor volgens de Wck een vergoeding vragen.Artikel 37
1. De kredietnemer is te allen tijde bevoegd tot volledige of gedeeltelijke vervroegde aflossing.
2. De kredietgever of de leverancier kan bedingen dat gedeeltelijke vervroegde aflossing slechts
plaatsvindt door een betaling ter grootte van ten minste een termijnbedrag overeenkomstig de
betalingsregeling of, indien meer wordt afgelost, een veelvoud van een zodanig bedrag, op een
tijdstip waarop ingevolge de betalingsregeling een termijnbedrag dient te worden voldaan.
Het is gebruikelijk dat de vergoeding een percentage is van de kredietsom. Dit percentage bedraagt 2 tot 5% van de kredietsom en is afhankelijk van het tijdstip van tussentijdse aflossing. Deze wijze van vergoeding is terug te vinden in artikel 13 van het besluit kredietvergoeding.Artikel 34
Het is de kredietgever en de leverancier verboden enige andere vorm van kredietvergoeding te bedingen, in rekening te brengen of te aanvaarden dan:
a. een vergoeding welke verschuldigd is bij afwikkeling overeenkomstig de betalingsregeling van de transactie;
b. een vergoeding die verschuldigd wordt ingeval de kredietnemer, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling ingevolge de transactie;
c. een vergoeding die verschuldigd wordt indien de kredietnemer vervroegd aflost.
De wijze waarop Dexia een vergoeding vraagt voor het tussentijds aflossen is ongebruikelijk bij kredieten die onder de Wck vallen. Zij vraagt in jouw overeenkomst een percentage van 50% van de nog verschuldigde rente tot 5 jaar. Zolang het bedrag niet boven de maximaal toegestane kredietvergoeding uitkomt, zoals geregeld in het besluit kredietvergoeding, is er niets aan de hand. Als de overeenkomsten onder de Wck vallen, mag Dexia deze vergoeding vragen. Indien het bedrag boven de maximaal toegestane kredietvergoeding uitkomt, zou dat betekenen dat Dexia hiermee in overtreding is.1. De ten hoogste toegelaten vergoeding bij vervroegde aflossing bij krediettransacties met een vaste
kredietvergoeding bedraagt, indien vervroegde aflossing plaatsvindt:
a. voordat meer dan een vijfde deel van de looptijd is verstreken: een evenredig deel van 5% van de kredietsom;
b. nadat meer dan een vijfde deel, maar niet meer dan twee vijfde deel van de looptijd is verstreken: een evenredig deel van 3% van de kredietsom;
c. nadat meer dan twee vijfde deel, maar niet meer dan drie vijfde deel van de looptijd is verstreken: een evenredig deel van 2% van de kredietsom;
d. nadat meer dan drie vijfde deel van de looptijd is verstreken: nihil.
Overwegende dat kredietovereenkomsten betreffende zeer grote bedragen vaak afwijken van de gewone overeenkomsten op het gebied van het consumentenkrediet; dat de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op overeenkomsten betreffende zeer kleine bedragen zowel voor de consument als voor de kredietgever onnodige administratieve lasten zou meebrengen; dat daarom overeenkomsten boven of beneden welomschreven financiële grenzen van de richtlijn moeten worden uitgesloten;
(van de AFM site)
Het doel van de Wck is het beschermen van kredietnemers tegen mogelijk onoorbare of ondeskundige praktijken van beroeps- of bedrijfsmatige kredietgevers. De consument dient te worden voorzien van relevante kennis opdat hij op rationele gronden een kredietbeslissing kan nemen. Een eventueel verstrekt krediet dient qua aard en omvang te passen bij zijn inkomsten- en uitgavenpatroon en op redelijke voorwaarden te zijn verleend.
Helaas zijn wij geen rechters maar hebben hiermee wel een onvolkomenheid van de wet aangegeven. Wellicht dat kundige juristen en rechters hierover willen nadenken. We zijn echter niet de enigen die grote vraagtekens bij deze maximale kredietgrens zetten. Ook de regering is hierover al bevraagd...Men had daarom wellicht beter het soort overeenkomsten kunnen omschrijven, die niet onder de Europese richtlijn behoren te vallen, dan een maximale kredietsom vast te stellen. Nu vallen overeenkomsten, die kennelijk niet bijzonder zijn en daarmee eigenlijk onder de Europese richtlijn zouden moeten vallen, juist buiten de boot.
Het is aan te raden het gehele verslag goed na te lezen. Wat is de reden dat de maximale kredietgrens toch in de Wck is gebleven, terwijl het toch meer voor de hand lag de grens van 50.000 gulden geheel op te heffen."[...] De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de grens van fl. 50.000 wel blijft bestaan voor een aantal andere voorschriften die buiten het Besluit Kredietaanbiedingen vallen. Zij doelen dan onder meer op beperkingen van het pandrecht, regels voor het opzeggen van het krediet door de kredietgever, en limiteringen voor de provisiebetalingen uit het Besluit provisie kredietbemiddeling. Ligt het niet meer voor de hand de grens van fl. 50.000 geheel op te heffen door middel van het schrappen van artikel 3, eerste lid? Kan de regering hierop ingaan?
Waarop is de grens van fl. 50.000 gebaseerd, afgezien van de Europese Richtlijn nr. 87/102/EEG? Wordt verondersteld dat de kredietnemer alerter zal zijn bij bedragen hoger dan fl. 50.000. De leden van de PvdA-fractie betwijfelen dit, en menen dat de bescherming van de consument dan even goed geregeld zou moeten worden, aangezien de mogelijke financiële gevolgen dan juist nog groter zijn. Kan de regering hierop ingaan?
[....] De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de voorliggende wetswijziging, die ten doel heeft de transparantie van de markt voor consumentenkredieten boven de 50.000 gulden op dezelfde leest te schoeien als die voor kredieten lager dan dit bedrag. Deze leden hebben echter twee vragen.
(1) Bij bedragen boven de 50.000 gulden zullen doorgaans zekerheden worden gevraagd. Is het raadzaam deze op te nemen in de aanbiedingen?
(2) De bedoelde wetswijziging heeft uiteraard alleen betrekking op Nederland.
Nu binnen afzienbare tijd de euro wordt ingevoerd, komt het deze leden voor tot harmonisatie te komen van de voorwaarden van kredietaanbieding in euro's. Zo niet, dan kunnen minder scrupuleuze kredietaanbieders snel de dans ontspringen. Van consumentenbescherming is dan geen sprake meer, wel van oneerlijke concurrentievervalsing. Is de regering voornemens zich in te zetten voor een aanpassing van Europese richtlijnen ter zake? [...]
Ligt het niet meer voor de hand de grens van fl. 50.000 geheel op te heffen door middel van het schrappen van artikel 3, eerste lid?
We blijven speuren.1.2. De onder de richtlijn vallende kredietovereenkomsten
Artikel 2 van Richtlijn 87/102/EEG bevat een aantal uitzonderingen die thans niet langer relevant lijken.
De nieuwe richtlijn dient van toepassing te zijn op alle vormen van krediet die om hoofdzakelijk particuliere doeleinden aan natuurlijke personen verstrekt worden, en wel:
- ongeacht het bedrag,
- ongeacht de verlangde zekerheid,
- en ongeacht het doel van het krediet [14], met uitzondering van krediet dat bestemd is voor de financiering van de verwerving of renovatie van een woning [15].
Hierbij moet in het oog worden gehouden dat:
a) het verschil tussen de markt voor het "consumentenkrediet", de markt voor het vastgoedkrediet en de markt voor het "hypothecaire krediet" steeds geringer wordt. De gebruikte financiële technieken zijn bijna identiek geworden: vaste of variabele rentevoet, de mogelijkheid van een of meer kredietopnemingen, periodieke aflossingen of aflossing aan het eind van de overeenkomst, een klassieke lening of kredietopening, hypotheekinschrijving, borgovereenkomst, enz.
b) er wordt op het gebied van de financiering van de aankoop van consumptiegoederen steeds meer gebruik gemaakt van de hypotheek dankzij hypotheektechnieken die alle vormen van schuldvordering dekken. Deze trend brengt ernstige potentiële risico's voor de consument met zich mee indien hij zijn huis als onderpand gebruikt voor consumptiedoeleinden, op dezelfde wijze als de « equity release »-technieken in het [7] Verenigd Koninkrijk. In verscheidene lidstaten kan een hypotheek losstaan van iedere vorm van schuldvordering en voor onbepaalde duur gelden [16]. Het door een hypothecaire inschrijving van de tweede (of zelfs derde of vierde) rang gedekt krediet wordt in vele gevallen ook gebruikt om consumentenkrediet te herfinancieren. Daarom lijkt er niet langer enige reden te bestaan om een kunstmatig onderscheid te maken tussen "consumentenkrediet" en "hypothecair krediet"».
Vragen 1.2. :
De volgende vragen dienen in overweging te worden genomen:
1.2.1. Is het wenselijk de uitzonderingen van de huidige richtlijn af te schaffen betreffende drempels en limieten [17], van rente vrijgesteld krediet, huur die dient om het gebruik van goederen en diensten te financieren, de door authentieke akte gesloten kredietovereenkomst, enz.?
N.B. Alle geraadpleegde partijen wordt verzocht het voorstel om een uitzondering te handhaven of in te voeren te motiveren.
1.2.2. Is het wenselijk een onderscheid te maken tussen het door een hypotheek gedekte krediet en het krediet bestemd voor de aankoop van onroerend goed en de uitzondering betreffende door een hypotheek gedekte kredieten die niet hoofdzakelijk bestemd zijn voor een onroerendgoedtransactie te laten vervallen, zodat deze onder het toepassingsgebied van de richtlijn komen te vallen?
1.2.3. Zou het wenselijk zijn het vastgoedkrediet en het woonkrediet geheel of gedeeltelijk in de context van de ontwerp-herziening in overweging te nemen?
4. VERBETERING VAN DE INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT EN DE
ZEKERHEIDSSTELLER
4.1. Betere informatie voor de consument
Betere informatie voor de kredietgever betekent ook betere informatie voor de consument.
Transparante voorwaarden betreffende het kredietaanbod zijn een onontbeerlijke voorwaarde om de op de markt aangeboden producten beter met elkaar te kunnen vergelijken en eveneens om de producten uit andere lidstaten te kunnen vergelijken. Dit is een eerste vereiste voor een werkelijk vrij verkeer van kredietaanbod.
De richtlijn zou op alle kredietovereenkomsten van toepassing moeten zijn en daarom zodanig moeten worden aangepast dat de sinds de goedkeuring van Richtlijn 87/102/EEG nieuwe op de markt verschenen vormen van krediet eronder vallen.
Daarbij komt het evenwel meer aan op de financiële technieken dan op het soort kredietovereenkomst; met het oog hierop moeten er bepalingen worden vastgesteld die er in het bijzonder op zijn gericht dat de consument afhankelijk van de gebruikte technieken adequate informatie ontvangt.
Notes:=====
7 Zie de overwegingen van Richtlijn 87/102/EEG, PB L42, 12.2.87, blz. 48 e.v.
14 Bijzonderheden van een kredietovereenkomst dienen zo nodig vergezeld te gaan van passende bepalingen.
15 Europese Overeenkomst over een vrijwillige gedragscode betreffende voorlichting in de precontractuele fase voor woningkredieten
16 Bijvoorbeeld de “Grundschuld” in Duitsland: zie .VORMS, “L’expression du taux effectif global en matière de crédit hypothécaire’, (in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerde studie nr. B5 – 1030/92/013150), 1993, page 37 ; in België bestaat thans een hypotheek voor iedere vorm van schuldvordering, enz.
17 Hier volgen enige gegevens betreffende bepaalde lidstaten ter illustratie van deze kwestie.
[...]
– Nederland kent geen minimum voor geringe bedragen. In artikel 3, lid 3, van de Wet op het consumentenkrediet is een drempel vastgelegd voor bedragen van meer dan 40 840 € (90000 NLG).
Zijn de leden van de VVD nu gerustgesteld? Zal de ECD nu wel naleving van de Wet op het consumenten krediet als prioriteit zien? Zo niet, dan zal de VVD hier toch weer achteraan moeten zitten.[...]De leden van de VVD-fractie hebben met veel interesse kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet op het consumentenkrediet. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de voorgestelde wetswijziging wenselijk is, echter zij hebben nog de volgende vraag. Het doel van deze wetswijziging is dat consumenten in de gelegenheid worden gesteld een goede vergelijking te kunnen maken tussen verschillende kredietaanbiedingen.
Hierdoor krijgen consumenten een beter inzicht in de financiële consequenties van het aangeboden krediet. De leden van de VVD-fractie zijn verheugd over de intentie om de transparantie van kredietaanbiedingen te vergroten.
Echter wil dit slagen, dan zal er daadwerkelijk en consequent moeten worden toegezien op de naleving van de Wet op het Consumentenkrediet door de ECD (Economische Controle Dienst). Voor de ECD is dit geen prioriteit zo bleek nadat informatie is ingewonnen over de handhaving van de wet bij onder meer de (VFN)Vereniging van financieringsondernemingen Nederland en de NVB (de Nederlandse vereniging van Banken).
De leden van de VVD-fractie willen daarom graag een nadere uiteenzetting van de regering over de controle van de ECD bij overtredingen van de Wet op het Consumentenkrediet[...]
Groeten,Autoriteit Financiële Markten
Platform Aandelenlease
t.a.v. de heer P. Koremans
Datum
19 mei 2005
Ons kenmerk
JZ-EPRo-05050986
Kopie aan
het Ministerie van Financiën
Betreft
Vragen inzake de Wet op het
consumentenkrediet
Geachte heer Koremans,
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft uw e-mail van dinsdag 29 maart jl. in goede orde ontvangen. In uw e-mail heeft u onder meer een aantal vragen gesteld inzake het toezicht op de Wet op het consumentenkrediet (Wck)
De Wck onderscheidt zich door een mandaatconstructie van andere financiële toezichtwetten zoals bijvoorbeeld de Wet toezicht effectenverkeer 1995. Bij mandaat gaat het namelijk om een bevoegdheidsuitoefening waarvoor het mandaterende bestuursorgaan verantwoordelijk blijft en waarover het dan ook zeggenschap blijft behouden. Op grond van het Mandaatbesluit 2002 Wck van 27 februari 2002 voert de AFM namens de Minister van Financiën per 1 maart 2002 een aantal bevoegdheden uit die voortvloeien uit de Wck en die samenhangen met de uitvoering van deze wet. Gelet op dit mandaatbesluit zouden wij u willen verzoeken uw specifieke vraag met betrekking tot aandelenlease aan het Ministerie van Financiën te richten. U kunt dan contact opnemen met mevrouw *****
Overigens merken wij op dat op grond van bovengenoemd mandaatbesluit de AFM niet bevoegd is handhavend op te treden tegen marktpartijen die handelen zonder Wck-vergunning. Wij vertrouwen erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
Autoriteit Financiële Markten
Drs H.W.O.L.M. Korte
Directeur
mr. E.P. Roelofsen
Directeur Junior Jurist
Juridische Zaken
Stichting Autoriteit Financiële Markten Bezoekadres Singel 542 of Nieuwe Spiegelstraat 17
Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759 Postbus 11723 .1001 GS Amsterdam
Telefoon (020) 553 52 00 .Fax (020)620 66 49 .www.afm.nl
Wat wil hij dan zeggen met "ten tijde van de verkoop.... Wck-vergunning."? Dat Dexia achteraf probeert fouten te herstellen?... dat dit tot gevolg heeft dat contracten nietig zijn, indien deze zijn aangegaan door financiële instellingen die ten tijde van de verkoop van de aandelenleaseproducten niet beschikten over een Wck-vergunning.