moederslink schreef:Zucht....weer een kies minder om op de nootjes te kauwen....
Sorry hoor, ik word er een beetje melig van van deze langkauwpost....

...succes , drestar, verder!
eigenlijk moet je eerst zelf tandarts worden van je eigen gebit.
ik ben maar eens wat gaan inlezen..
Waarom faalt een kanaalbehandeling?
Op deze vraag is een in wezen ontnuchterend eenvoudig
antwoord te geven. Er is in het kanaal biomassa aanwezig
vanwaaruit een lekkage van bacteriën en bacteriële bijproducten
naar de periapicale ruimte ontstaat. Daar zet het lichaam
een afweerreactie op die leidt tot wat wij tandartsen een
granuloom noemen.
Waar ontstaan die granulomen over het algemeen? Vooral in
het tweede mesiobuccale kanaal van bovenmolaren, in het
niet-gevonden distolinguale kanaal van ondermolaren, in het
tweede, derde of vierde(!) kanaal van onderpremolaren. Of in
ondergeprepareerde (te kort) kanalen en dus ook onvolledig
gevulde kanalen en in niet-gereinigde en niet-gevulde laterale
kanalen.
Deze vaststelling werd al gedaan door professor Herbert
Schilder in de jaren zestig van de vorige eeuw en werd bevestigd
door het beroemde afstudeerproject van professor John
West. Deze toonde door onderzoek aan zeer veel elementen
die waren geëxtraheerd vanwege apicale pathologie, dat
daaraan altijd ongeprepareerde, want niet-gevonden kanalen
en dus niet-gevulde kanalen aan ten grondslag liggen. Ergo:
verwijder de kanaalinhoud voor honderd procent, en vul
daarna de ontstane ruimte met alle laterale anatomie voor
honderd procent, en voilà: succes is ons deel.
Weg is weg
De verbluffend simpele waarneming die iedereen keer op keer
doet in zijn eigen praktijk: extraheer het element en de pathologie
die je soms jaren lang hebt bevochten met behulp van
kanaalbehandeling, herbehandeling, nog eens herbehandeling,
retrograde behandeling en zelfs misschien apexresectie.
Extraheer en binnen een dag zijn de klachten verdwenen en
een paar maanden later zijn ook op de röntgenfoto alle tekenen
van ontsteking verdwenen. Hoe komt dat nu? Professor
Ruddle zegt het keer op keer en Schilder zei het vóór hem:
extraheer het element, verwijder dus(!) 100% van de kanaalinhoud,
en bingo: genezing. Zo simpel is het dus. Dat is de
taak waarvoor we onszelf gesteld zien. En schieten we daarin
om wat voor reden dan ook tekort, dan is de kans op slagen
minder dan 100%. Dan moeten we erop vertrouwen dat de
afweer van het lichaam ervoor zorgt dat het granuloom zo
klein blijft dat we het niet met de röntgenfoto’s kunnen vaststellen.
Schilder deed zijn beroemde onderzoek naar 100 éénwortelige
avitale elementen met op de foto zichtbare apicale pathologie.
Na behandeling waren er na 1 jaar 99 volkomen genezen.
Op een element na dus. Bij het doen van de apicale
resectie kwam Schilder erachter dat het kanaal in dit element
op 3 mm van de apex een splitsing vertoonde. Deze splitsing
kon niet zichtbaar gemaakt worden op de röntgenfoto. Na
resectie en afsluiting met een retrograde amalgaamvulling
genas ook de omgeving van de laatste tand. Quod erat demonstrandum.
Dat is dus de opgave waarvoor we ons gesteld zien: 100%. Is
het daarbij nodig dat we in alle kanalen die we willen vullen
ook een vijltje steken? Nee dat is niet nodig. Recent heeft een
onderzoek laten zien dat niet-geïnstrumenteerde delen van de
kanaalwand schoner zijn dan de geïnstrumenteerde. Dat geldt
ook voor laterale kanalen. Keer op keer op keer zien we dat
niet-geïnstrumenteerde laterale kanalen gereinigd en gevuld
kunnen worden en dat genezing dan in 100% van de gevallen
volgt.